Gustav Herling
Vervolg van pagina 12
het linkse tijdschrift Tribune van juli 1948, naar aanleiding van een brief die Stachanov, de uitvinder van het gelijknamige systeem, geschreven had om te protesteren tegen het zwartmaken van de Sovjetunie alsof daar zoiets als strafkampen zouden bestaan: deze worden door hem volstrekt ontkend en hij wijst erop dat het harde werken van de Sovjetarbeider nooit op angst voor deze kampen gebaseerd kan zijn maar uitsluitend op liefde voor het vaderland en de communistische partij. In zijn antwoord wijst de schrijver erop dat hij deze niet-bestaande kampen uit persoonlijke ervaring niet alleen kent maar dat hij bovendien zelf op het rode bord van dat kamp gestaan heeft als recordhouder van de Stachanov-beweging: omdat hij zijn noodzakelijke prestatie met meer dan 50% overtroffen heeft. Maar dat dit niet te wijten is aan het eerder genoemde enthousiasme maar uitsluitend aan het feit dat meer werk meer eten opleverde en dus minder honger.
De tweede brief aan de Manchester Guardian van augustus 1949 is aan een andere Rus gericht, een lid van de Academie en vice-president van de internationale Association of Democratie Lawyers (om die reden in Engeland) die het bestaan van werkkampen toegeeft maar er met nadruk op wijst dat deze veel aangenamer zijn dan de geestdodende gevangenissen in West-Europa, en dat alle rechten van de gevangenen volledig gerespecteerd worden. Deze beweringen worden natuurlijk gemakkelijk en uitvoerig weerlegd door de feiten, en de auteur wijst er bovendien op hoezeer de strafkampbewoners af en toe zelfs terugverlangden naar de Russische gevangenissen omdat het leven daar zoveel aangenamer was dan in de kampen.
Het kost moeite zich te realiseren dat deze belevenissen allemaal berusten op bittere feiten. Het is zoveel beter dan andere vergelijkbare verslagen omdat het nergens pathetisch wordt, denigrerende adjectieven achterwege blijven en er in woorden geen veroordeling van het systeem in voorkomt: dit wordt aan de lezer overgelaten, die zich overigens wel afvraagt hoeveel van zulke strafkampen er nu nog zouden zijn.
Dat ze nog precies even erg zijn als veertig jaar geleden blijkt uit een interview van Chris van Esterik (NRC 7-11-1987) met de joodse ‘refusenik’ Lifsjits, die na een jaar strafkamp, waarin hij als enige politieke gevangene tussen honderden criminelen zat, nu naar Israël mag emigreren.
Wie geneigd is al te optimistisch over de liberalisatie van Rusland te denken moet dit boek lezen en zich realiseren dat de KGB een onuitroeibaar bolwerk van stalinisme is.
■