Het standvastige vliegwiel
In de meer dan veertig jaar na de oorlog zijn vele manuscripten, schetsboeken, nieuwsbrieven en krantjes te voorschijn gekomen die waren gemaakt door gevangenen in Duitse kampen. Met schrijven, tekenen, lezen, verhalen vertellen, het opvoeren van toneelstukjes en het houden van voordrachten probeerde men de moed erin te houden om niet te vervallen in lethargie. Een groep Engelse krijgsgevangenen in het Stammlager IVB in de buurt van Muhlberg aan de Elbe (zo'n tachtig kilometer van Berlijn) zag zich in 1944 dagelijks voor de taak gesteld de dagen te vullen. In dat kamp zaten zich tegen de 30.000 gevangenen (hoewel het kamp berekend was op 15.000) dagelijks te vervelen. Dit groepje vond elkaar in een passie voor de automobiel en richtte de Muhlberg Motor Club op, wat inhield dat ze regelmatig samen kwamen om elkaar vaktechnische en lyrische verhalen te vertellen over de verschillende ‘cars’ die ze kenden, waarin ze gereden hadden of waar ze gewoon alles van af wisten. Tot een van hen, Tom Swallow, op een dag op het idee kwam dat het aardig zou zijn als de club een eigen blad had - zoals dat gaat met clubs. Idee geboren, maar de uitwerking niet. Er was geen papier, niets om mee te schrijven, geen inkt, geen verf voor illustraties. Door list en bedrog, door handigheid en omkoperij kwamen deze primitieve materialen er toch en kon een aanvang gemaakt worden met het vervaardigen met de hand van een echt ‘magazine’: Flywheel, steeds in één exemplaar, dat werd doorgegeven. De club telde zo'n tweehonderd leden, die het exemplaar met de grootste zorg moesten lezen, want zoveel handen maken een tijdschrift snel beduimeld. Dat alle exemplaren het kamp en de oorlog overleefden blijkt uit de bloemlezing in full-colour facsimile die nu verschenen is: Flywheel - Memories of the open Road (Webb & Bower/Michel Joseph, importeur Nilsson & Lamm, f 44,90)
Flywheel had als ondertitel ‘Keeps the works going round on the idle stroke’ en dat paste precies op de situatie waarin de gevangenen zich bevonden. De nummers zijn met aandoenlijke zorg gemaakt, keurig geschreven, met overleg vormgegeven en professioneel geïllustreerd. De artikelen werden voornamelijk uit het hoofd geschreven, maar zijn zakelijk (met een vleugje sentimentaliteit) en gaan over onderwerpen als de geschiedenis van de MG, De Austin raceauto, de ‘Thunderbolt’ (de wereldrecordhouder in 1939), een fictieve autorally, de ideale auto, analyses van de Norton 290cc motor of de Triumph Tiger 500cc. Er was ook kort nieuws, verhalen over autotochtjes, een rubriek ‘Wist u dat?’ en met Kerstmis een feestelijk kerstnummer. Er werden in de loop van 1944 en 1945 elf nummers gemaakt van gemiddeld 35 pagina's. De tekeningen, de tekst, de opmaak en de onmiskenbare emoties die kennelijk werden opgeroepen door de herinnering aan een bepaalde stroomlijn, een wegligging, een snelheid, het voorkomen van een bepaalde auto met een zeer bepaald bouwjaar, maken deze bloemlezing tot iets unieks. De opbrengst van de verkoop is bovendien voor Het Rode Kruis ‘zonder wie vele krijgsgevangenen niet naar huis zouden zijn teruggekeerd’.
JS