De aantrekkelijkheid van Leda
Er zijn in de oudheid heel wat versies van het verhaal van Leda en de zwaan in omloop geweest. In de variant die later het bekendst zou worden bedreef Zeus, in de gedaante van een zwaan, met Leda de liefde aan de oever van de Eurotas. Over de gevolgen daarvan liepen de meningen sterk uiteen. Leda zou één ei hebben gelegd (waaruit Helena, Castor en Pollux werden geboren), maar volgens anderen twee eieren (uit het eerste kwamen Castor en Pollux, uit het tweede Helena en Clytaemnestra). En over de vraag wie nu de vader van deze kinderen was, heerste helemaal onduidelijkheid, want Leda sliep nog dezelfde nacht ook met haar echtgenoot Tyndareus.
Leda en Zeus hebben in de loop der eeuwen veel schilders en beeldhouwers geïnspireerd, - en zij doen dat nog steeds, zoals deze zomer te zien was op de tentoonstelling Leda en de zwaan in de Rotterdamse galerie De lachende koe. Ook voor dichters is Leda altijd een aantrekkelijk onderwerp geweest. Tegelijk met de tentoonstelling verscheen bij de Utrechtse uitgeverij Athabasca de bundel Kom met een gesis van vleugels, samengesteld door Pauline Tonkens en Jan Gielkens. Zij kozen uit de wereldpoëzie tien, in vorm en inhoud nogal verschillende Ledagedichten: van Antoine-Vincent Arnault, Alexander Poesjkin, Rainer Maria Rilke, W.B. Yeats, D.H. Lawrence, H. Marsman, Paul Eluard, Gertrud Kolmar, Christine D'haen en Marin Sorescu. De buitenlandse gedichten werden voorzien van vertalingen, waarvan de meeste voor deze gelegenheid werden gemaakt.
De titel van de bundel is afkomstig uit het gedicht ‘Leda’ van D.H. Lawrence (vertaald door Paul Claes); Lawrence stelde zich voor hoe het voelt om te verlangen naar een zwaan:
van handen en lippen en fluisteringen:
kom met een gesis van vleugels
en de zeetedere tik van een bek
en stappen van vochtige, vlezige, soppende poten
Vergelijk je de vertaling van Claes (zeven regels) met het origineel (twaalf regels), dan zou je denken dat hij zich in de vorm veel vrijheid heeft veroorloofd, maar zo is het niet. De versregels van de Engelse tekst werden om typografische redenen afgebroken; de gedichten van Rilke, Yeats en Eluard trof hetzelfde lot. De vormgeving van de bundel is niet erg in dienst gesteld van de tekst. Kom met een gesis van vleugels wil dan ook meer zijn dan alleen poëziebloemlezing. Hij bevat niet alleen ‘10 gedichten’, maar ook ‘10 tekeningen’ (van Charlotte Mutsaers, in verschillende stijlen) en ‘10 typografieën’. Vormgever Herman Domisse koos voor een groot formaat en verschillende kleuren papier; voor ieder gedicht nam hij een andere drukletter en ontwierp hij een andere bladspiegel.
De oplage van dit multidisciplinaire project is groot: 1500 exemplaren (waarvan 200 in een Edition de Luxe, 125 in een Edition d'Amis). Kom met een gesis van vleugels (48 blz.; f 45, -) is verkrijgbaar in de betere boekhandel en bij uitgeverij Athabasca, Nicolaasweg 137, 3581 VG Utrecht (postgiro 4363733).
GM