Brieven
Berlioz
In de recensies van Maarten 't Hart moet je vaak heel wat kretologie voor lief nemen, maar met een beetje geluk staat er ook nog wat in dat tot een bespreking gerekend kan worden. De recensie over Berlioz' memoires is ook al voor de helft gepasseerd voor we aan diens verhaal toekomen.
Daarvoor hebben we ons o.a. al weer moeten laten gezeggen dat er weinig autobiografieën zijn geschreven, omdat ‘grote componisten - Bach uitgezonderd - een betreurenswaardige neiging hebben om jong te sterven.’ Zoals men weet, stierf Johann Sebastian op z'n vijfenzestigste. Richard Strauss en Verdi worden in de volgende zin geëxcuseerd, zij worden dus ook tot de ‘groten’ gerekend. Best.
Maar volgens deze redenering mogen dan bijvoorbeeld Monteverdi (76), Händel (74), Haydn (77), Liszt (75), Brahms (64), Bruckner (72) niet tot de groten gerekend worden. Dat lijkt me nogal aanvechtbaar.
Al dit gesnater dient dus om de cliché-regel ‘Grote componisten sterven jong’ te bevestigen. Kul natuurlijk. De meesten stierven op gevorderde leeftijd (helemaal als je kijkt naar de gemiddelde leeftijdsverwachting in hun tijd).
Vries
Anne Hoeksema