Carlos Fuentes
Vervolg van pagina 10
beter een andere vorm voor had kunnen kiezen.
Evenmin dwingend vind ik de prominent aanwezige intertextualiteit: Shakespeare, Corneille, Plato en nog enkele anderen waren niet noodzakelijk om van De kop van de hydra een serieuze roman te maken. Veel geslaagder vind ik de terloopse, vanzelfsprekende manier waarmee het belangrijkste decor van het verhaal - Mexico - is geschilderd: het eigenaardige, hypocriete politieke systeem en de dito mentaliteit van de Mexicanen, van taxichauffeur tot hoge ambtenaar. Fuentes paart hier de humor van Jorge Ibargüengoitia (de auteur van Twee misdaden) aan de diepgang van Octavio Paz.
Merkwaardig in tegenspraak met deze lichtvoetig satirische tussendoortjes vind ik de aanwezigheid van twee bovenmenselijk goede personages in dit sinistere spel: Sara Klein (strijdster voor een betere wereld en Félix' ideale vrouw) en kapitein Harding, wiens onvrijwillige betrokkenheid bij de operatie hem het leven kost en die - in wel erg korte tijd! - als een vader voor Félix is geworden. Ze zijn de nogal geforceerde tegenpool van de andere personages, wier dubbelhartige, ‘onzuivere’ gedrag minder fraai is, maar beter past in de plot.
De kop van de hydra geeft een weinig hoopgevend beeld van de machtsverhoudingen in de wereld, maar laat de mogelijkheid open dat Mexico hierin met het nieuwe wapen - de oliereserves - een belangrijker, zelfstandiger rol kan gaan spelen dan tot nu toe. Dat de prijs hiervoor - het recht van de mens individu te zijn - hoog is, staat vast. Dat het laatste woord over deze roman hiermee niet is gezegd eveneens. Ik hoop dan ook dat De kop van de hydra niet hetzelfde lot is beschoren als De dood van Artemio Cruz, dat twee maal in het Nederlands is vertaald (in 1965 en in 1980) en dat even zovele keren onopgemerkt is gebleven. Fuentes' romans zijn weerbarstiger dan die van García Márquez en Vargas Llosa. Ze zijn met veel meer intellectuele omhaal geschreven dan de bijna altijd veel makkelijker te lezen verhalen van de twee grote Spaans-Amerikaanse vertellers. Maar dat lijkt me te weinig reden om Fuentes' werk de minieme aandacht te geven die het tot nu toe in Nederland heeft gekregen.
■