Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987
(1987)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
Die freiheitlich rechtliche grundordnung door Kurt Halbritter met een voorwoord van Klaus Staeck Uitgever: Hanser Importeur: Nilsson & Lamm, f25, -Koos van WeringhKurt Halbritter was uitgegroeid tot een bekend tekenaar toen hij in 1978 plotseling stierf. Echt beroemd werd hij met het boek Mein Kampf, waarin hij zijn getekende herinneringen aan de grote tijd van het Derde Rijk publiceerde. Als uitgangspunt nam hij steeds een passage uit Adolf Hitlers gelijknamige boek en liet vervolgens in een reeks van prenten zien hoe de praktijk van de ‘Alltag’ eruitzag. Geen harde aanvallen, eigenlijk ook geen gebruik van karikaturale middelen, maar laten zien hoe de mensen zich gedroegen en wat ze zeiden. Hitler fulmineert tegen de ‘ontaarde kunst’ en op de tentoonstelling die hij ermee liet inrichten verschijnt een braaf Duits echtpaar. De vrouw zegt: ‘Zie je wel, ik heb die Otto Dix ook nooit kunnen uitstaan.’ Halbritter was geboren in 1924 en we mogen aannemen dat hij heeft getekend wat hij zag en opving. In de Bondsrepubliek zorgde het boek bij verschijning in 1968 voor enige opwinding, omdat het nationaal-socialisme er zo ‘gewoon’ in werd voorgesteld, als een verschijnsel waar ieder mee te maken had gehad. Hoeveel eenvoudiger zou het zijn voor het geweten als de ellende op de schouders kon worden gelegd van een stelletje misdadigers. Halbritter laat zien dat deze misdadigers het zonder het volgzame volk niet hadden kunnen redden. Een Nederlandse uitgave van het boek, Adolf Hitlers Mein Kampf trok nauwelijks de aandacht en lag na korte tijd bij De Slegte (waar een boek vaak weer wel de nodige aandacht trekt). In een ander boek, Jeder hat das Recht, past hij hetzelfde procédé toe op het sociaalpolitieke leven in de Bondsrepubliek Duitsland. Hij maakt tekeningen bij uitspraken over het Duitse verleden, de vrouwenemancipatie, de afkeer van buitenlandse werknemers, de medezeggenschap in de bedrijven, enzovoort. Ik las een keer dat Halbritter de tekenaar is van wat aan de borreltafel (Stammtisch) allemaal besproken wordt, maar dat lijkt mij iets te weinig. Hij ontmaskert ook zogenaamde intelligente redeneringen, van politici of anderen, die hetzelfde effect hebben. In de VN-bijlage van 14 oktober 1978 ben ik uitvoerig ingegaan op zijn wijze van karikatuur bedrijven. Met een inleiding van Klaus Staeck is enige tijd geleden nog een boek met werk van Halbritter uitgekomen. Het betreft hier tekeningen die in het SPD-blad Vorwärts gestaan hebben. Staeck omschrijft ze als ‘psychogrammen’, waarvan het beklemmende is dat ze zo dicht bij de werkelijkheid staan, ook de werkelijkheid in het Duitsland van Kohl. Toen Halbritter deze tekeningen maakte, zo'n tien jaar geleden, was er nog geen sprake van de ‘Wende’, zoals de overgang naar een door de CDU gedomineerde regering genoemd wordt. De prenten van Halbritter zijn nu nog, meent Staeck, actueler dan destijds, hoewel hij heel goed beseft dat nauwelijks naar kritische kunstenaars geluisterd wordt (hij spreekt uit een rijke ervaring) en dat regeerders liever applaus oogsten van de aanpassers. Dit boekje geeft opnieuw inzicht in het functioneren van die aanpassingsmechanismen in een democratische samenleving en vooral in de dilemma's waar zo'n samenleving voor staat. Milieubescherming prima, als mijn arbeidsplaats maar niet in gevaar komt. Vrouwenemancipatie prachtig, als het voor mij maar niet betekent dat ik tijd moet inleveren. Wat Halbritter laat zien is - en dat ontrafelt hij ook - hoe mensen vluchten in algemeenheden om daarmee een persoonlijke consequentie te ontlopen. En hij laat ook zien dat zoiets niet beperkt blijft tot mensen die als rechts worden aangeduid. Ook al kan een tekenaar dan geen onheil voorkomen, tonen hoe de werkelijkheid in elkaar zit kan ook een dam opwerpen tegen moedeloosheid en resignatie. ■ |
|