De missie van Gilbert & George
De gepoetste schoenen en gedachten van twee priesters in de kunst
Gilbert & George: the complete pictures 1971-1985 Inleiding: Carter Ratcliffe Uitgever: Thames & Hudson, f63,85 Importeur: Nilsson & Lamm
Mariëtte Haveman
Op de foto vóór in Gilbert & George, The Complete Pictures zitten ze naast elkaar op een houten bankje in hun Arts & Crafts-interieur vol negentiende-eeuws eikehout en vazen, ooit gemaakt ter verbetering van de kwaliteit van het bestaan. Ze zitten met de voeten iets van elkaar, de handen los op de knieën; emotieloos keurig, in passende pakken en gepoetste schoenen. Ze zijn iets ouder dan achttien jaar geleden toen ze begonnen, maar verder is alles hetzelfde. Hun communicatie, onderling en in interviews, heeft altijd iets van een al te correcte, ruisloze imitatie van de werkelijkheid, onwerkelijk als een Engelse les op de televisie: ‘How do you feel today, Gilbert? I feel relaxed and rested after our strenuous walk this morning, thank you George’ (uit The World of Gilbert & George). Rudy Kousbroek beschreef het in zijn essay ‘De Lege Spiegel’ (in Het Meer der Herinnering): ‘Gilbert & George leken op zichzelf zoals de koningin op een postzegel lijkt.’
Zouden ze nou altijd zo zijn, is de vraag die in elk hoofd opkomt. Ik geloof van wel. Gilbert & George plaatsen zich in een traditie van kunstenaar/moralisten die hun kunst in dienst willen stellen van het leven, maar zelfs binnen die traditie zijn er weinig te vinden die hun taak zo rigoureus hebben opgevat als zij. Het zijn werkelijk priester-kunstenaars, die hun eigen leven opofferen aan ‘de Kunst’. Zonder hun ‘Kunst’ zijn Gilbert & George zoveel als twee zombies, wachtend op instructies. Zo zitten ze op die foto, ongenaakbaar en inactief, de handen los op de knieën.
Gilbert & George ontvangen hun instructies van de wereld rondom 12 Fournier Street in Londen, het huis waar ze wonen; hun spreekbuis is ‘The World's art-netwerk’. Dat houdt in dat ze zich tot taak hebben gesteld om de normen en conventies van de kunst altijd te respecteren. Ze passen zich zo volledig aan en zijn zo absoluut op de hoogte van de conjunctuur dat ze vaak tot de eersten behoren die een nieuwe formele norm inzetten. De relatieve wetmatigheid van stijl-, vorm- en gedragswisselingen tekent zich bij terugblik in hun werk af met de gestage voortgang van een feuilleton zonder plot. Post-Minimal art, Pop art, Performance art, Process art, Post-Modern art: in hun ‘foto-sculpturen’ hebben ze het hele arsenaal doorlopen vanaf de jaren zestig, als een omgeving waar ze als bij toeval in verzeild zijn geraakt. Soms is die omgeving bekleed met bloesemtakken, dan weer met kolossale penissen, drollen of sleutelbossen, maar voor Gilbert & George maakt dat vrij weinig verschil. Het is hun inventarisatie van de wereld binnen het stramien van waarden en normen in de moderne kunst, voorschriften die bij uitstek veranderlijk en grillig zijn en tegelijk als goddelijke decreten worden gehoorzaamd en verdedigd. Gilbert & George zwenken mee met ijzeren consequentie. Vandaar dat hun werk tot op heden vaak werd beschreven als een uiting van deze of gene trend, vanaf hun eerste ‘sculpturen’ in de vorm van honderd kaarten verstuurd aan vrienden en kennissen (Gilbert & George's first postal sculpture, 1969) tot en met de fotopanelen waarin het Leven zijn graffity kraste: ‘Smash the Reds’, ‘Prick Ass’, ‘Fuck’, ‘Queer’, ‘Cunt Scum’, en alles wat daarop volgde: reusachtige gekleurde fotopanelen als kerkramen, waarop een soort allegorische voorstellingen van ‘het moderne leven’ te zien zijn.