Optima
Vervolg van pagina 13
die geschreven zouden kunnen zijn als ze niet gestorven waren tijdens het geouwehoer in cafés.
Maar het echt interessante: waar de drank omdat hij gedronken - of gezopen - is door een schrijver literatuur gemaakt heeft, daar gaat het helaas te weinig over. In het onvermijdelijke overzicht over de schrijvers en hun cafés, dat de weinig belovende titel ‘De bohème drinkt tegenwoordig thuis’ draagt, zeggen de auteurs dat schrijvers het niet meer doen, wat al in tegenspraak is met het vraaggesprek dat het nummer opent: ‘Drinken doen ze (de schrijvers van tegenwoordig) niet meer, of het gebeurt op de uitgeverij als hun nieuwe boek met een borrelpresentatie aan de media wordt openbaar gemaakt.’ O ja? Zo'n bewering is nou Amsterdams cafégelul, terwijl een paar kilometer verder schrijvertjes en schrijfstertjes hun depressies onder de toog proberen te drinken. En trouwens, doet het ertoe wáár iemand drinkt? Ik herinner me een brief van Edgar Allan Poe, waarin hij schrijft dat hij nooit zo veel dronken geweest kan zijn als er van hem beweerd wordt, omdat hij anders nooit zo veel en zo mooi geschreven zou kunnen hebben. Niemand kan dat bewijzen, en hij moest dat wel beweren. Toch zou een poging om op die manier drank en letteren (en samen is dat toch ongeveer de wereldliteratuur) te analyseren het enig ware dubbelnummer zijn.
■