En verder:
In maart volgend jaar verschijnt de nieuwe omvangrijke roman van Günter Grass. Na een ‘schrijfpauze’ van drie jaar, waarin hij vooral tekende en schilderde, is Die Rättin een voorzetting van Der Butt dat in 1977 in Duitsland en in 1981 in Nederlandse vertaling bij Meulenhoff uitkwam. In Der Butt vertelt Grass de geschiedenis van de mensheid na met de nadruk op het aandeel van vrouwen. In Die Rättin draait het wederom om een dier, maar gaat Grass niet terug naar het Stenen Tijdperk om bij het heden uit te komen: nu bevinden we ons al aan het einde der tijden en worden deelgenoot van de catastrofefantasieën van de vrouwelijke rat, volgen we Herr Matzerath die zich voortbeweegt in een Mercedes met chauffeur en producent is van videofilms. Bovendien wordt de lezer meegenomen op een raadselachtige reis met de boot de Neue Ilsebil waarop zich vijf vrouwen bevinden. Die Rättin is een lange fabel en een ondergangslitanie waarin bitter wordt gelachen om de fatale politiek van de grootmachten van de aarde. In Die Rättin worden de fantasieën, herinneringen aan de gang van de geschiedenis en de oneindige discussie over de menselijke drijfveren met sombere geestigheid opgehaald in de traditie van Diderots De neef van Rameau. De roman verschijnt bij Luchterhand.
Tijdschriften voor kinderen zonder commerciële bedoelingen zal men in Nederland niet vinden. Een schenking van de vroegere oprichtster en redactrice van het legendarische kindertijdschrift Kris Kras heeft de eerste nummers mogelijk gemaakt van St. Kitts van de bovenwindse, een tijdschrift voor kinderen tussen acht en twaalf jaar onder redactie van Clara Linders, Stef Scagliola en Geerten ten Bosch.
St. Kitts is een echt bestaand bovenwinds eilandje in het Caribische gebied: daar speelt zich alles af waar het in het tijdschrift om gaat. Daar wonen of verzeilen vaste personages als Linda Vanilla, Lady Footfall, Aad Draad, daar wordt de cursus ‘Hoe maak ik mij onmogelijk?’ gegeven, wordt de post beantwoord van kinderen door Dokter Tjitjikof (een door Sylvia Weve getekende rat met de allure van een Russische banneling uit de goeie tijd van de Nabokovs), wordt de geschiedenis van het eiland beschreven, daar gaan ‘Heimweeberichten uit Nederland naar de vuurtoren van St. Kitts’ naar toe. Het eerste nummer bevat verhalen en tekeningen (alles in kleur), brieven en berichten en heeft een opgewekt en animerend aanzien. De taal is afgestemd op de leeftijdsgroep en niet zelden geestig. Om meer nummers mogelijk te maken zijn abonnees gewenst: f 17,50 voor drie nummers. (St. Kitts, Oudedijkse Schiekade 98, 3043 LC Rotterdam; giro 88634, tel. 010-66 52 33)
Bij de Engelse uitgeverij Jonathan Cape verschijnen tussen januari en juli volgend jaar onder meer nieuwe romans van Margriet Atwood (The Handmaid's Tale), John Gardner (een nieuw James Bond-verhaal, Nobody Lives For Ever), Frederic Raphael (Think of England), Lisa St Aubin de Terán (The Bay of Silence), verhalen Singer (The Image). De Australische Nobelprijswinnaar Patrick White (Voss, in vertaling uitgekomen bij de Arbeiderspers) schreef de zogenaamde memoires van Alex Xenophon Demirjian Gray, een vrouw die in een groot aantal vermommingen door vele levens trekt: Memoires of Many in One. Martin Amis verzamelde al zijn artikelen en interviews over Amerika en met Amerikaanse schrijvers onder de titel The Moronic Inferno. Hij begint en eindigt met een interview met Saul Bellow. Hij kreeg toegang tot het streng bewaakte kasteel van Hugh Hefner, de directeur en oprichter van Playboy. Hij doet verslag van zijn bezoek aan de nieuwgeborenen van de New Evangelical Right en sprak met Claus van Bulow, Gloria Steinem, Norman Mailer, Truman Capote, Gore Vidal, Paul Theroux, Philip Roth, John Irving, John Updike, bezoekt Dallas en schrijft over aids op locatie.