‘Refuseniks’
vervolg van pagina 23
verschil is dat je bij ons moet demonstreren voor de vrede. Hier hangt de overheid zélf leuzen op. Dat is het verschil.’
‘Hebben ze werkelijk nooit gehoord van de miljoenen die in de kampen van Stalin en nadien zijn omgekomen?’ vraagt Lisette Lewin zich vertwijfeld af. ‘Of valt dat onder kapitalistische laster?’ ‘Criminelen,’ zegt de gids op een gegeven moment, ‘zitten merendeels in kampen en gaan onder begeleiding naar het werk. Het is daar geen Kurort.’ ‘Heel goed,’ vindt de boot vol Nederlanders, ‘bij ons zitten ze in hotels.’
Op een avond wordt het zelfs Lisette Lewin te gek. Ze heeft de Russische gids de vraag gesteld waarom joden wég willen uit de Sovjetunie. De gids krijgt geen kans om antwoord te geven. ‘Om het geld,’ roepen de Nederlandse toeristen, ‘hier kunnen ze niet genoeg winst maken.’
In Israël ontmoette Lisette Lewin veel teleurgestelde Russische joden, die het Beloofde Land daar niet hadden gevonden. Ook daar kunnen ze meestal niet het werk vinden waarvoor ze zijn opgeleid. En vaak wordt hun de nieuwe vrijheid te veel. Een vrouw die in haar jeugd met haar ouders uit Rusland is gevlucht zegt: ‘Zelfs mijn ouders, die altijd zo joods zijn geweest, zo on-Sovjet, begrijpen niets van wat er hier gebeurt. “Er is geen orde,” zeggen ze, “geen leider.” Ze haten Tsjernjenko, maar voor hen is democratie anarchie.’
De afgelopen dagen wordt er door de Sovjetunie gesproken over grote aantallen joden die toestemming zullen krijgen om naar Israël te emigreren. Dat zal het einde betekenen van het lijden van veel ‘refuseniks’ uit Van Gorkistraat tot Beer-Sheva. Aangekomen in Israël zullen ze dezelfde teleurstellingen te verwerken krijgen als hun voorgangers. Lisette Lewin illustreert dat ontwortelde gevoel heel mooi met wat ze zelf noemt ‘de treurigste Witz die ik ken’:
In de jaren dertig komen twee Duitse emigranten elkaar tegen in New York.
‘Are you happy?’ vraagt de een.
‘O yeah, aah'm very happy.’
‘Bist du auch glücklich?’
‘Nein, glücklich bin ich nicht.’
■