[Het gevoel een Franse film te zijn binnengewandeld]
Vervolg van pagina 11
Al deze dingen gaven het gevoel eindelijk beland te zijn tussen volwassen en verstandige mensen die hun wereld hadden ingericht zoals zij dat zelf het beste vonden. Natuurlijk, er waren allerlei misverstanden in het spel; de opheldering daarvan duurde in sommige gevallen jaren. Er werd op de middelbare school dan wel filosofie onderwezen, maar vraag niet welke filosofie. Schrijvers van hoogdravende bombast à la Malraux oogstten veel meer respect dan meer talentvolle maar minder luidruchtige collega's. Het existentialisme, zoals later het structuralisme, bleek een modeverschijnsel. De Fransen bleken in de ontoegankelijke burchten van hun privé-leven niet minder conservatief en bevooroordeeld dan andere nationaliteiten.
Het beeld wordt bovendien gecompliceerd doordat Frankrijk zijn positie van het cultureel meest toonaangevende land in Europa (of in de wereld) in de beschreven periode definitief kwijtraakte, en het minste dat men ervan kan zeggen, is dat het dat proces niet met gratie heeft ondergaan. Het ging gepaard met veel chauvinisme en het verlies van enkele der hier opgehemelde deugden, maar dat doet allemaal niets af aan het feit dat het die positie tot die tijd heeft gehad en dat de erfenis ervan nog lang niet is uitgewerkt.
Ik denk dat de invloed van Frankrijk op een land als Nederland in die periode juist heel groot is geweest; het leven in Nederland zoals het nu is, vergeleken met die jaren na de oorlog, draagt daarvan allerlei onmiskenbare sporen. In dat licht is het een tragedie (in welk licht trouwens niet) dat de Franse taal zo veel terrein verloren heeft. Er is van alles dat het Engels, dat ervoor in de plaats is gekomen, niet kan bieden en ik prijs mij gelukkig dat ik nog behoor tot een generatie die al op de lagere school begon met Frans te leren. Toen ik in 1950 in het Gare du Nord uit de trein stapte, stond ik, zonder dat ik er iets bijzonders voor had moeten doen, in een land waarvan de taal en de literatuur mij niet ontoegankelijk waren. Ik moet er niet aan denken dat een taalbarrière mij zou hebben gescheiden van wat ik er vond. Ik zie Parijs weer voor me zoals ik het toen zag - de brede straten in het ochtendlicht, met het zilveren water dat door de goten stroomde; de monumentale architectuur, die soms de onwerkelijke indruk maakte van een filmdecor. Het gevoel een Franse film te zijn binnengewandeld. Het werd het grootste intellectuele avontuur van mijn leven en het gevoel van bevrijding duurt nog steeds.
■