[Nummer 8 - 18 augustus 1984]
Maatstaf
De tweede ronde
Bzzlletin
De Revisor
tirade
Hollands maandblad
De Gids
Nieuw Wereldtijdschrift
Raster
‘Naar aanleiding van het feit dat de redactie in het maartnummer van de Vestdijkkroniek een artikel opnam van mevrouw A.C.M. Vestdijk-Van der Hoeven over de Vestdijkbiografie is op de algemene ledenvergadering van de Vestdijkkring van 30 maart een discussie ontstaan over de vraag bij wie de eindverantwoordelijkheid berust voor de inhoud van de Kroniek: bij de redactie of bij het bestuur.’ Zo begint een ‘Verklaring’ in het juni-nummer van de VESTDIJKKRONIEK. Blijkbaar was niet elk lid van de Vestdijkkring even gelukkig met het artikel van mevrouw Vestdijk. Of dat voor de redactie zelf ook geldt kan uit het vervolg van de verklaring niet worden opgemaakt, daarin wordt alleen voor de goede orde duidelijk gesteld dat de redactie, en niet het bestuur, bepaalt wat wel en niet in de Kroniek wordt opgenomen. De ‘biografen’ tegen wie mevrouw Vestdijks artikel was gericht zullen uit zich zélf niet bij de Kroniek aankloppen nu zij zelf een regelmatige publikatie zijn begonnen over persoon en werk van Vestdijk. In dit juni-nummer staan de resultaten van de essayprijsvraag van de Vestdijkkring: een essay van Harry Bekkering (‘Over wie heeft Vestdijk het eigenlijk?’) waarin hij aan de hand van Vestdijks essays over de dichter E.A. Robinson en Du Perrons Het land van herkomst probeert aan te tonen dat Vestdijk indirect veel over zich zelf schrijft, dat veel essays veel autobiografischer zijn dan men zou denken. Wam de Moor publiceert zijn voortgezette onderzoek naar de ‘leerlingen’ van Vestdijk nadat hij er al eerder een boek over geschreven had. Mogen we De Moor geloven dan is er bijna geen schrijver in Nederland die níét beïnvloed is door Vestdijk. Gerrit Borgers komt nog eens terug op het stuk van mevrouw Vestdijk over de Vestdijkbiografie: het zou veel beweringen en weinig argumenten bevatten. Een tijdschrift dat ik niet kende en dat er veelbelovend uitziet
blijkt al aan het tiende nummer toe te zijn: DE KUNSTLIEFHEBBER. Het is het minst luxueus uitziende tijdschrift dat zich denken laat, maar dat is geen bezwaar. Het is weliswaar een tijdschrift voor ‘teksten en tekeningen’, de tekeningen zijn in de meerderheid. De oplage kan niet hoog zijn, want de pagina's zijn fotokopieën. Er staat werk in van bekende en onbekende tekenaars: Aart Clerckx, Charlotte Mutsaers, Thomas Koolhaas, Oey Tjeng Sit, Hans Schabracq, Peter Hermanides, Jos Houweling en vele anderen.
Het tijdschrift wordt samengesteld door Karel Meijers en Pieter Hermanides. De laatste maakt verrassend aardige tekeningen met onderschriften op de manier van Glen Baxter. Hermanides' stijl is heel anders, maar ideeënrijk en uiterst verzorgd getekend. Karel Meijers doet wat aan Willem van Malsen denken, maar het kan ook zijn dat hij juist pastiches maakt, want in DE KUNSTLIEFHEBBER hangt een prettig humoristische sfeer. Nummer één bestond nog slechts uit vier pagina's, nummer tien al uit zesendertig, wat erop wijst dat het tekenaars aantrekt. De KUNSTLIEFHEBBER is onder meer te koop bij de Athenaeum Boekhandel in Amsterdam en kost f6, - (Adres: Banstraat 60, Amsterdam). Het vierde nummer van LITERATUUR (juli-agustus) is ook weer op tijd verschenen, en dat is een goed teken. Het bevat een interview van Rudolf Geel met Gerrit Kouwenaar, niet over zijn poëzie, maar over zijn onlangs herdrukte romans in één deel. Kouwenaar schreef ze dertig jaar geleden en had het gevoel werk van iemand anders te lezen. Geel betreurt het dat de dichter niet meer romans heeft geschreven. E. van der Heijden schrijft onder de titel ‘Reves testament’ over Moeder en zoon en Oud en eenzaam en gelooft Reve op zijn woord dat hij in deze boeken ‘wel alles gezegd heeft’. Van der Heijden gaat weer eens in op de vraag of Reve een romanticus of decadent is, een melige vraagstelling, want het wordt eens tijd dat Reve als iemand wordt beschouwd die meer verschillen dan overeenkomsten met deze stromingen vertoont en meer op zich zelf staat dan men wil. LITERATUUR heeft ook een rubriek ‘Nieuws’ waarin stukjes staan met de gruwelijke kopjes als ‘September-Boonmaand’ (vgl. ‘Woensdag-gehaktdag’) en ‘Reinaert-optocht Hulst. Literatuur als recreatie? In DE GIDS (juni /juli) schrijft Th. Kuiper-Wijhenke over haar herinneringen aan een
echtpaar waarvan de boeken alleen nog in antiquariaten te vinden zijn: Carel en Margo Scharten-Antink. Het zijn rozige herinneringen in een meeslepende oude-damesstijl. Over haar bezoek aan Florence, waar de familie toen woonde: ‘Die maand oktober is voor mij geweest één verwonderd, gelukkig genieten in het huis aan de Via Timoteo Bertelli; ik vond er de sfeer terug van die eenheid in leven en werken uit Laren. Buiten de wereld, besloten in elkaar (...) maar gezeefd door die sfeer van samen-denken, voelen, werken, daar in die kamer, boven, waar hun schrijfbureaus vis-à-vis tegen elkaar geschoven stonden.’ De afdeling buitenlandse literatuur gaat over het actuele surrealisme. Of de twee verhalen van Eva Hofman daar ook bijhoren weet ik niet, ze maken een vreemde, verdwaalde indruk. In nummer 2 van OPTIMA (Cahier voor literatuur en boeken) staat uiterst maniëristisch proza van Dick Schouten en een nieuwe speurtocht van Ernst Braches, dit keer naar de achtergronden van Thomas Manns Der Tod in Venedig. En de rubrieken van Boudewijn Büch en Frans A. Jansen. In Engeland bestaat een tijdschrift dat zich nog specifieker met oude boeken bezighoudt: de ABMR (Antiquarian Book Monthly Review) waarin, bij voorbeeld in het juli-nummer, boekhandelaren herinneringen ophalen aan de schrijvers die bij hen boeken kochten. In ABMR ook een artikel over Samuel Johnson omdat hij tweehonderd jaar geleden overleed. (52 St. Clements Street, Oxford OX4 1AG). Het tweede nummer van de Amerikaanse editie van FMR (july, 1984) bevat een lang stuk van Umberto Eco over een achtste-eeuws schitterend geïllustreerd manuscript, een reportage over het huis van de Italiaanse schrijver d'Annunzio en een artikel met prachtige reprodukties over de schilderes Romaine Brooks. Maar weer kopen dus, f 22,-.
CP