[Nummer 6 - 23 juni 1984]
Maatstaf
De tweede ronde
Bzzlletin
De Revisor
tirade
Hollands maandblad
De Gids
Nieuw Wereldtijdschrift
Raster
Een 106 pagina's tellend nummer van HOLLANDS MAANDBLAD viert zijn vijfentwintigste verjaardag, die door oprichter en redacteur K.L. Poll ingeluid wordt met ‘De beginselen 1959-1984’. Die beginselen zijn in 1959 ooit verwoord in een stuk dat beweerde het midden te willen houden tussen alles wat er op Gods aarde bestond - en dat is nu, blijkens de vierregelige toevoeging van K.L. Poll, nog steeds zo. Toch een mooi nummer van HOLLANDS MAANDBLAD dat een doorsnee geeft te zien van wat er in die vijfentwintig jaar allemaal in verschenen is: essays van J. Brugman over het universitair bestel, van J.J.A. Mooij over elites en hoe we daar verkeerd mee omgesprongen zijn, van J.P. Guépin over goede bedoelingen en averechtse gevolgen, omdat mensen hun bedoelingen niet kennen. W.F. Hermans schrijft over een reis naar Syrië dat van mij nét een pagina eerder had mogen ophouden. Gedichten van Leo Vroman, Willem Jan Otten, Eva Gerlach, Jos Kunst en Kees Ouwens, D. Hillenius, Karel van Het Reve en J.J. Peereboom, ze ontbreken er niet. Merkwaardig stuk van Bastiaan Bommeljé die voor deze verjaardag van HOLLANDS MAANDBLAD het mombakkes heeft aangetrokken van een 99-jarige die niet geïnteresseerd is in welke vorm van moderne kunst dan ook. Lijkt me een uitermate geschikt iemand voor een kabinet of zoiets. ‘Een bescheiden voorstel’ van H. Brandt Corstius is minder lollig bedoeld: daarin wordt voorgesteld dat ieder die de vijfendertigjarige leeftijd bereikt, vrijwillig zelfmoord pleegt. Dat doen we in bep. opz. toch allemaal vanzelf al? RASTER 29 begint met een boeiende uiteenzetting van Dick Raaijmakers over een filmproject uit 1930 van iemand die zich van de naam Cassius bedient: de val van de Italiaanse dictator en fascistenleider Benito Mussolini, een film die nooit werd voltooid. Raaijmakers vertelt hoe letterlijk de val van Mussolini, in graden berekend, verfilmd is en hoe die film
werkt met, en gebaseerd is op de eerste echte ‘talkie’ van Laurel en Hardy, de film Nightowls uit 1930. Ook Raaijmakers' The Soundman is weer op deze films van Laurel en Hardy en Cassius gebaseerd. Mooi in RASTER verder de door Cyrille Offermans vertaalde ‘Denkbeelden’ van Walter Benjamin: De schrijver ‘zegt nooit meer dan hij gedacht heeft. Zodoende komt zijn schrijven niet hemzelf, maar alleen de dingen die hij te zeggen heeft ten goede.’ In RASTER gedichten van Rein Bloem, J.F. Vogelaar en Gerrit Kouwenaar. Maar het intrigerendst is het verhaal ‘Niccolai Maal Gogol’ van Felix Philipp Ingold, dat half handelt over Gogol.
BZZLETIN neemt behalve beschouwend werk ook wel eens fictie op. Dit keer van Maarten 't Hart. Het verhaal heet ‘Huwelijk rijmt op gruwelijk’ en als Maarten 't Hart zo wil dichten, moet dat mogen, vind ik. Dirk Kroon schrijft in BZZLETIN een analyse van de poëzie van Vasalis, dat, zoals vaker in BZZLETIN het geval is, zich eerder verliest in schoonschrijverij van een plan waar ik nauwelijks naar wil reiken, dan in verhelderende verklaring: ‘Louter pijn dus: een beeld van de pijn die in het dagelijks leven vleugellam maakt.’ Of: ‘Bij dit samenkomen gaan het mannelijke en het kinderlijke in elkaar over.’ Hetzelfde geldt in BZZLETIN voor het artikel van Botto v.d. Berg over Canetti dat al begint met: ‘Bij de naam van Canetti vraagt men zich af of het Italiaans is of Spaans.’ Ik vraag me bij de naam van Canetti dat niet af, maar wel of ik het eens ben met wat ik van hem gelezen heb of niet. Eenzelfde BZZLETIN-zin staat op het eind van dit artikel van Botto v.d. Berg: ‘Drang naar religie en een tegenwerking. Streven naar de totale eenheid van de religieuze ervaring en daartegen een verzet dat de emancipatie inhoudt van het menselijke. Dat is het dialectisch spanningsveld waarin het schrijven van Canetti zich voltrekt.’ Is dat nou allemaal wel zo BZZLETIN? Ook het tweede nummer van LUST EN GRATIE, lesbisch cultureel tijdschrift, heeft een beetje last van het woord ‘ziel’ en van innerlijke belevingen, maar de invalshoeken in LUST EN GRATIE zijn origineler.
Noor van Crevel bij voorbeeld heeft het, als ze over de ziel spreekt, over tuinieren en wat vrouwen in de literatuur daar over te zeggen hebben gehad. Niet alleen Vita Sackville West had een tuin. In LUST EN GRATIE verder een verhaal van Ineke van Mourik ‘De borsten van mevrouw Lozinski’, dat aardig is, hoewel de titel ervan het mooist is; een vertaald verhaal van Nathalie Sarraute; tekeningen die een ietwat voorzichtig zijn, abstract of niet; en een inleidend stuk van Elly de Waard over Emily Dickinson, dat polemisch bedoeld moet zijn, want waarom zou de Waard anders, ondanks haar gelijk, zo galmen? DE GIDS moet het in de aflevering van mei bijna geheel hebben van de rubrieken ‘Kroniek & kritiek’ en ‘Buitenlandse literatuur’.
G.J. Durlacher, docent sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, stuitte op een verloren gewaande propagandafilm over Theresiënstadt, wat onweerstaanbaar zijn eigen herinneringen aan zijn tocht door de kampen boven haalde. In een nawoord reconstrueert hij de ‘cynische comedie’ van deze filmproduktie, waarvan hij bij toeval op de enig niet vernietigende copie stuitte. En ten slotte het mooiste in DE GIDS: het eerste deel van ‘Vuur en beschaving’ door J. Goudsbloem. Een onderzoek naar ‘de domesticatie van vuur als een beschavingsproces’. Een uitermate boeiend onderwerp: ‘Het leren hanteren (van vuur) is daarom óók een les in voorzichtigheid en consideratie. Dat mensen zich dit hele complex (van met vuur omgaan) hebben kunnen eigen maken is te danken aan het feit dat zij opgroeien in samenlevingen die al een bepaald niveau van vuurbeheersing hebben bereikt, zodat zij van jongs af aan vertrouwd zijn geraakt met de in hun samenleving aanwezige standaarden van kennis en vaardigheid, van rust en moed ten opzichte van vuur.’ Een onderzoek dat nieuwsgierig maakt naar de volgende afleveringen ervan in DE GIDS. In het vertrouwen dat het niet uitloopt op een standpunt ten aanzien van de kruisraketten. Want meningen hébben we zelf, en conclusies trékken we zelf.
DM