Vormen. Jaargang 3(1938-1939)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De vraag Waarom, Heer, liet Gij wassen in mij die groote zee, als niet bij mij zou passen haar jubel en haar wee? O water, sterke dammen omsinglen uwen vloed, oeroude berkestammen bezingen wat gij doet of niet kunt doen, gebonden door 't noodlot, als gij zijt, en machteloos bevonden met bodemloozen spijt. Wilt gij de zon omarmen, ontworden in haar gloed? Of stil in menschenarmen, in 't kloppen van dat bloed de begeleiding hooren en 't antwoord op de vraag: waarom ik werd geboren, wat mij bedrukt gestaag. Vorige Volgende