Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendPalemig.e. De kapel (H. Barbara) bestaat uit een enkelvoudige halfachthoekig gesloten baksteenen ruimte met (steenen?) segmentgewelf op pilasters; het ten deele nog mergelsteenen koorgedeelte (XVII c) van het oorspronkelijk bedehuisje werd later (XVIII of XIX A) vergroot en gesloten met een topgeveltje, waarin een (herplaatste) steen met chronogram: 1668; vierkant dakruitertje. De kapel bevat een eenvoudig houten altaar (XVII), een houten beeld van de H. Barbara (XVIII) en twee adoranten (XVIII). | |
Schaasberg.c. Op den hoek van de Hoofdstraat en de Brugstraat een gesmeedijzeren wegkruis (XVIII A; copie?) op drievoet; het voetstuk gevormd door twee molensteenen.
e 1. De r.k. kerk (H.H. Petrus en Paulus), in 1914 hersteld en uitgebreid met een drieledig kruiskoor door den architect Jan Stuyt, is een met 5½° noordelijke afwijking georiënteerd gebouw, opgetrokken van baksteen met zandsteenen details en met kruisribgewelven overkluisd. Het | |
[pagina 405]
| |
oude deel der kerk bestaat uit: een éénbeukig schip (1649-1686) van vier traveeën, gevolgd door één travee (rest van het vroegere koor), waarmede, zoo aan de noord- als aan de zuidzijde, met de as N.-Z., een lagere 5/8-gesloten zijkapel (1699) in gemeenschap staat; aan de westzijde van het schip een vierkanten toren (1699), welks achthoekige spits een oud ijzeren kruis draagt. Uitwendige steunbeeren en inwendige zware vierkante pilasters schragen en dragen de zware gordelbogen der steenen kruisgewelven, wier zware ribben, in groote ronde, met de wapenschilden der heeren van Schaasberg versierde, sluitsteenen samenkomen. Natuursteenen rondboogvensters; ingangspoortje met wapensteen (1699) aan het noordelijk zijkoor; vloer van Naamsche tegels met marmeren sterren. De kerk bezit: Ronde hardsteenen doopvont (XVII d) op balustervoet. Eiken preekstoel (± 1700); in de rondboogpaneelen op doek geschilderd: de Evangelisten. Afgesleten grafzerk der grafelijke familie van Schaesberg (XVII). Houten Madonnabeeld (XVIII a). Acht schilderijen (XVII, doek): een Piëta (XVII B, naar van Dijck); H. Catharina van Alexandrië (XVII d); twee voorstellingen van den H. Carolus Borromeus, waarvan eene onder Italiaanschen invloed; H. Bartholomeus; H. Mattheus (XVII c); H. Petrus; H. Paulus. Verguld zilveren stralenmonstrans (XVII, gewijzigd). Vier paar gegoten koperen kandelaars (XVII B), zes paar gedreven dito's (XIX a); twee eenvoudige zesarmige koperen kaarsenkroontjes (XIX A). Collectebakje (XVIII); staande klok Lodewijk XV; houten paaschkaars-baluster (XIX a?). Twee klokken, waarvan een in 1733 gegoten door Georgius du Mery, en een in 1834 gegoten door de Gebr. J.B.N. en F.A. Gaulard te Tongeren. Op het kerkhof: hardsteenen kruis (XVIII), waarop een | |
[pagina 406]
| |
kleine Calvarie en ‘memento mori’; een tiental grafkruisen (1710-1811); eenige fragmenten van beeldhouwwerken, o.a. een zeer beschadigde Calvarie (XVIII). De pastorie (± 1700, blijkens chronogram herbouwd in 1806) is een eenvoudig (thans gecement) baksteenen gebouw onder schilddak; vensters en deur met hardsteen omraamd. 2. Op den Karmelberg: De kapel (XVII b) van O.L. Vrouw, bekend als het ‘Leen-Kapelke’, van kalksteen opgetrokken, met zware kruisribgewelven, bestaat uit één travee en een door een boog gescheiden 5/8-gesloten koortje; in baksteen vernieuwde deuromlijsting en nieuwe geveltop; gevelsteen met het wapen-van Schaesberg - van Wachtendonck. Houten Madonnabeeldje (XVIII).
g 1. Van het kasteel schaesberg (XVI en XVII) staan nog slechts de muren overeind, op den (zuid-oostelijk gelegen) vierkanten hoektoren grootendeels nog de houten gefatsoeneerde spits. Het beslaat een rechthoekig, door natte grachten omgeven oppervlak, van de kasteelhoeve over een steenen brug toegankelijk door een hardsteenen Dorisch gevelpoortje (± 1650); hierachter een vierkant pleintje, waar zich oostelijk en noordelijk een toegevoegde (thans bijna geheel vernielde) bogengalerij (± 1650) verhief, westelijk en zuidelijk nog de twee verdiepingen hooge vleugels van het kasteel oprijzen (onderscheidenlijk XVI c en XVII A), met een achthoekig ingangs- en traptorentje (1571) in den binnenhoek; de kapverdieping op den westvleugel besloten tusschen twee breede en hooge topgevels, waarvan de zuidelijke grootendeels is ingestort; de uitspringende hoektoren (± 1650) telt vier verdiepingen. Het gebouw is opgetrokken van baksteen, met rijke toepassing van natuursteen voor deuromlijstingen, kruis- en tusschendorpelvensters, rondgaand fries met beeldhouwwerk, banden en hoekblokken; erker (XVI c) met slechts schietgaten; rijk gebeeldhouwde schouwen (nog twee van de twaalf | |
[pagina 407]
| |
over); onderkeldering, waarvan de gewelven gedeeltelijk zijn ingestort. De goed onderhouden kasteelhoeve (± 1650), eveneens door grachten omgeven, bestaat uit drie van baksteen opgetrokken vleugels aan een langwerpigen hof; met hardsteen omblokte tusschendorpelvensters en deuren; breed voorfront tusschen twee forsche, vierkante hoektorens en met torenvormig verhoogde middenpoort, vroeger met valbrug; de gefatsoeneerde torenhelmen met leien bekleed; boven de poort een steen met chronogram: 1650. 2-10. Hoofdstraat 12, eenvoudige gevel (XVIII), ingang met bovenlicht en deur Lodewijk XVI met koperen klopper en knop; inwendig eiken trap (XVIII d); nr. 14, sluitsteen: 1723; nr. 25, gevelsteen (XVIII); nr. 27, sluitsteen met hoef, tang en hamer; nr. 29, sluitsteen met I.H.S. en 1791; boerderij nr. 49, gemetseld jaartal 1781; nr, 89, sluitsteen: 1761; nr. 91, sluitsteen: 1800; nr. 96, gemetseld jaartal 1780; nr. 113, sluitsteen: 1780. 11. Brandhofstraat 4, eenvoudige baksteenen gevel met top (XVII) en met hardsteenen kozijnen. 12-13. Schaesberg-Kam; hoeve met het ankerjaartal 1810; huis met gevelsteen: 1721. | |
Strijthagen.g. Het kasteel strijthagen bestaat uit twee rechthoekige, met mansardedak gedekte, twee verdiepingen hooge huizen, die met één gemeenschappelijken hoekkant rechthoekig aan elkaar sluiten. Het grootere, (thans) vijf vensters breede, twee vertrekken diepe huis, uiterlijk twee verdiepingen hoog, is van baksteen met mergellagen opgetrokken en ontstaan uit de verbouwing (± 1700?, XVIII en XIX) van een middeleeuwsch (?) kasteel, waarvan de 1,75 M. zware hoofdmuren zijn gebezigd; de vensters hebben hardsteenen kozijnen; de hoofdingang met vroeg-Lodewijk XV bovenlicht ligt aan een tweevleugelige hardsteenen bordes- | |
[pagina 408]
| |
trap met (smeedijzeren) leuning (XVIII c). Inwendig drie verdiepingen hoog (de vloer der tweede verdieping doorsnijdt de bovenvensters); vestibule met marmeren vloer; marmeren schoorsteenmantels; eiken trap met smeedijzeren leuning Lodewijk XVI; salon met stucpaneelen. Het kleinere, iets lagere, drie vensters breede baksteenen gebouw (XVIII), twee verdiepingen hoog, heeft aan de voorzijde een door natuursteenen blokpilasters en gebogen middenfronton gevormde schijnrisaliet, met natuursteen omlijste vensters Lodewijk XV met ooren en trapjes-strekken; het bevatte de keukens en boven denkelijk vertrekken voor personeel. De voormalige kasteelhoeve, ten deele XVII d (169? in de ankers), heeft een vierkante verhoogde poort (vroeger met valbrug), waarin nog zes schietgaten, en gedekt door een mansarde-tentdak (XVIII d) met ontredderd uurwerk. Aan een van de twee bij het kasteel behoorende groote vijvers ligt de half vergane Strijthager korenmolen (XVII?), een watermolen, waarin een nog gaaf houten molenwerk. |
|