Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland
(1915)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendc. Grenspaal.Op den weg naar Harmelen, bij de brug over den Rijn, grenspaal (XV d) met gothisch basement. | |||||||||||||||||
d. Burgerlijke openbare gebouwen.1. Kazernestraat. De voormalige kazerne. Groote poort | |||||||||||||||||
[pagina 397]
| |||||||||||||||||
met gemetselde pilasters. Eenvoudige poort op het binnenplein. Steen (1790).
2. Het voormalige kasteel, thans militair kleedingmagazijn, gebouwd in 1160, later meermalen gewijzigd, is een gedeeltelijk door water omgeven vierkant gebouw met binnenplein, en vier hoektorens, van welke nog slechts de onderbouw over is (bij drie met een nieuwen mantel bekleed). Vlakke voorgevel met vooruitspringend middenstuk. Boogfries over de geheele breedte. Moderne ramen en poortingang, waarboven een nisje. In den doorgang een tongewelf. De overige gevels gemoderniseerd. In den onderbouw, gedichte schietgaten en, inwendig, tongewelven.
3. Het gemeenlandshuis bevat een schoorsteenmantel (XVII d) met schilderstuk en een gesneden gangbank (± 1700).
4. Het voormalige stadhuis, thans kantongerecht, is een baksteenbouw met natuursteenen banden, in 1889 uiten inwendig gerestaureerd. Op het laat-gothische benedendeel (1501, blijkens jaartal), waartegen een schandpaal staat en dat met gebeeldhouwde maskers versierd is, een latere verdieping - geheel doorbroken door een breed venster (1601, blijkens jaartal aan de binnenzijde) - met rijken top (1614, blijkens jaartal), waarin een Justitiabeeld (nieuw, evenals de latei van de deur, met gebeeldhouwde kraagsteenen door Retera, 1898). Tegen den oostwand een zeskante traptoren (bovendeel en spits nieuw) met deur (waarin: 1599) en klopper. Inwendig: groote zaal (gerestaureerd), waarin deur met wapen in het bovenstuk, tochtportaal met eiken Justitiabeeld (1610) en schouw met caryatiden. IJzeren halsband met kettingen.
5. Het (nieuwe) stadhuis bevat een schilderij (XVI d): Beleg van Woerden in 1575, een steenen wapenschild, af- | |||||||||||||||||
[pagina 398]
| |||||||||||||||||
komstig van de gesloopte Leidsche poort, eenige wapens van de stad enz.
6. Infirmerie. Guirlande boven de deur. Oeil-de-boeuf met guirlande in het fronton (XVII c).
7. A 349. Voormalige stadsherberg. Stadswapen (XVIII a) boven den ingang. | |||||||||||||||||
e. Kerkelijke gebouwen.1. De ned. herv. kerk (H. Petrus), baksteenbouw (XV), die een ouderen, begonnen in 1207, vervangt, is gedeeltetelijk afgebrand in 1600 en 1672, hersteld in 1673 en inwendig gerestaureerd in 1903 onder leiding van H. Jesse. Zij bestaat uit eenen westtoren (onderbouw, ten deele ommetseld, van ± 1400, bovendeel vernieuwd na brand van 1600), een driebeukig schip met langs den toren doorgetrokken zijbeuken, en een 5/10 gesloten choor, ter breedte van het middenschip, waaromheen de zijbeuken zijn voortgezet als omgang. De muur tusschen choor en omgang is gedeeltelijk afgebroken in 1912. Inwendig: zuilen van bak- met banden van bergsteen (doch gepleisterd) en houten tonwelf in schip en choor, halve tongewelven in de zijbeuken. In het choor een sedile, in den noordwand van den omgang een gedicht poortje. Aanbouwen: aan den zuidkant, kapel van twee verdiepingen (thans stovenhok), beneden met steren boven met netgewelf. De verdieping heeft een deur, uitkomend in de kerk. Aan den noordkant: tegen den chooromgang, een kapel met kruisgewelven, en tegen den zijbeuk een latere uitbouw van twee traveeën. In den toren een kruisribgewelf. De kerk bezit: Choorhek, doophek en preekstoel (alle ± 1680). Twee koperen lezenaars (1717). Orgel (1768) met snij- en stucwerk. | |||||||||||||||||
[pagina 399]
| |||||||||||||||||
Witmarmeren grafsteen (1717) voor den kapitein-ter-zee Schaap in den zuidmuur van den chooromgang. Twee zerken (XVIII en 1739). Vier gegraveerde zilveren bekers (1677). Twee zilveren blaadjes en een groot blad (1803). Twee zilveren offerbusjes (1803). Twee klokken, de eene gegoten in 1675 door Petrus Hemony, de andere in 1711 door Claas Noorden en Jan Albert de Grave te Amsterdam.
2. De luthersche kerk (1646, blijkens jaarankers, vergroot 1661-1662 door het bijtrekken van de consistoriekamer, in 1792 inwendig verbouwd en van een gewelf voorzien), bestaat uit een schip, gedekt door een tongewelf, en twee zijbeuken, gedekt door lessenaardaken. Een bijbehoorende kapel is in 1792 tot kerkeraadskamer ingericht. Zij bezit: Gesneden preekstoel (± 1673). Twee koperen doopbogen, dito lezenaar (1770) en zandlooperhouder. Bijbel (druk van 1701) met zilveren klampen en medaillon (1770). Memoriebord (1677, hersteld 1867). Zilverwerk: doopbekken (1616); kelk op achtkanten voet met maaswerk, kan met gedreven deksel (1736), broodmand (XVIII b), avondmaalkroes. Zegelstempel (XVII a). In de consistoriekamer, portretten van Luther en Johannes Pistorius, het laatste (XVII d) door Johannes Rusting.
3. Het moderne Franciscanenklooster aan het Lange Groenendaal bezit: Zilveren, later vergulde kelk met drijfwerk (± 1600), afkomstig uit het klooster te Weert. Schilderij: St. Franciscus op het sterfbed (XVII). | |||||||||||||||||
[pagina 400]
| |||||||||||||||||
f. Gebouwen van liefdadigheid en onderwijs.
| |||||||||||||||||
g. Particuliere gebouwen.
| |||||||||||||||||
[pagina 401]
| |||||||||||||||||
A 237, aan den weg naar Bodegraven, heeft een steen (1693). Een hofstede, aan den weg naar Harmelen, met laag afhangend dak, heeft 1676 in de ankers. |
|