| |
| |
| |
Hulst.
b. Verdedigingswerken.
1. wallen (1618) nog geheel met de grachten behouden.
2. Bagijnepoort (1704). Baksteenen gebouw met rechten waldoorgang met halfrond gewelf. Aan de landzijde is op de hardsteenen architraaf een opschrift ingebeiteld met het stichtingsjaar.
3. Dubbele poort (1771). Baksteenen gebouw met gebogen waldoorgang met halfrond gewelf. Aan de landzijde eene cartouche met het jaartal.
4. Gentsche poort (1780). Baksteenen gebouw met gebogen waldoorgang met halfrond gewelf. Aan de landzijde front met dubbele hardsteenen pilasters en hoofdgestel, waarboven een gemetselde attiek, bekroond door een hardsteenen wapen der Generaliteit tusschen wapentropeeën. Op de hoeken boven de pilasters hardsteenen wapentropeeën. Aan de stadszijde sluitsteen met jaartal in den poortboog.
5. Van de na 1795 geslechte forten buiten Hulst zijn de grachten en de wallen van de Moerschans nog deels bewaard.
| |
c. Pompen, enz.
1. Gentsche poort. Hardsteenen pomp (XVIII c).
2. Steenstraat bij A 13. Hardsteenen ingemetselde pomp met wapen van Holland (XVIII c).
3. Stoeppaal: Groote Bagijnenstraat C 229 (XVII A).
| |
d. Wereldlijke openbare gebouwen.
1. Landshuis, Steenstraat B 79 (1655 uitwendig geheel verbouwd XVIII b), thans Kantongerecht en Marechaussee- | |
| |
kazerne. Baksteenen gebouw van zeven vensters breed, waarvan drie in het vooruitgemetseld middenstuk, onder een breede houten kroonlijst met gesneden consoles. Op het dak een achtkant torentje met koepel en klok. Voor het midden van den gevel een hardsteenen bordes met zijtrappen, vier hardsteenen pilasters en een ijzeren hek, leidende naar de dubbele deur met hardsteenen omlijsting en gebogen kalf, waarboven eene groote hardsteenen cartouche met de wapens van de Generaliteit en Hulst. Boven de deur een hardsteenen balcon met ijzeren hek en eene houten omlijsting van het middenvenster. Naast den ingang twee ijzeren lantaarnijzers met de oude lantaarns.
Inwendig: in de benedenzaal rechts, thans Kantongerecht, een schouw met grijs marmeren kolommen, waarboven een houten hoofdgestel en een houten bovenstuk met hoekzuiltjes; in dit bovenstuk een schilderij op doek, allegorie van het recht (Deut. IX: 16) door J. Jordaens (1663). Aan de zijkanten geschilderde allegorieën.
In de bovenzaal rechts, met moerbinten en kinderbalkjes, thans door schotten in vertrekken verdeeld, eene schouw met terracotta kolommen en een gebogen houten hoofdgestel (XVIIc).
In den toren een klok, in 1643 gegoten door Johannes Burgerhuys, met uurwerk (XVII) en in den tuin een hardsteenen pomp (XVIII b).
2. Raadhuis, aan de Groote Markt (1455, verbrand 1484 en herbouwd 1528-1534), in 1830-1839 kazerne en hersteld 1844-1846. Van den toren (1539) is de lantaarn afgebroken in 1806. Natuursteenen voorpui van twee verdiepingen, 1528-1534, met eenvoudigen benedeningang (XIX b) en hoofdingang met deuromlijsting (XIX b) op een hardsteenen bordes, met moderne ijzeren leuning, waartegen drie groote hardsteenen wapens (± 1666) van Zeeland (gemerkt A W), Oranje en de Generaliteit (het laatste in een krans van hulstbladeren), af- | |
| |
komstig van den omgang van den kerktoren.
Bij den hoofdgevel aansluitende toren (1532) van natuursteen van ééne geleding, met consoles voor de (verdwenen) balustrade, en achtkanten bovenbouw (XIX a), de eerste geleding in baksteen met Ionische pilasters, de tweede en derde van hout, bekroond door een windwijzer (met dubbelen adelaar onder kroon).
Zijvleugel links van baksteen met zandsteenen banden; de top gewijzigd. In den gevel een dichtgemetselde poort.
Aan de rechterzijde, tegen den toren, is de Vleeschhal, later Waag, aangebouwd van natuursteen, ééne verdieping hoog en door een schuinoploopenden muur met den toren verbonden. Poort met rondboog en geprofileerden toog, rustende op kleine draagsteenen (XVI b).
Tegen het Waaggebouw is een groote, geschonden, hardsteenen wapensteen van Vlaanderen geplaatst, overeenkomende met de wapensteenen in het bordes.
Inwendig: in de raadzaal portretten van Prins Maurits, op paneel (XVII A) door Mierevelt?, Graaf Hendrik van Nassau Siegen († 1641), op doek (op den achtergrond gezicht op de stad), Hollandsche school ± 1640, Jacob van der Meer van Berendrecht († 1661), Hollandsche school, op doek, René van Chalons, copie XVII naar portret XVI d, op paneel, Prins Willem II, (1626-1650), jeugdportret door G. Honthorst?, Philips Willem graaf van Buren, op paneel door Mierevelt? en gezicht op Hulst door Cornelis de Vos uit Hulst (1628), op doek.
In de secretarie geschilderde ijzeren kist met slotwerk (XVII c) op houten geschilderden schamel (midden XVII).
Schilderij: H. Sebastiaan op doek (XVII B), als schoorsteenstuk, Vlaamsche school, waarschijnlijk copie.
In de benedenzaal kaart van Hulsterambacht door D.W.C. Hattinga (1767) en kaart door D.W.C. Hattinga (1767), naar
| |
| |
eene kaart door H. Pierssens uit 1679.
Klokje, in 1648 gegoten door Johannes Burgerhuys, afkomstig van het Landshuis.
In den toren (1532) een kamer met steenen stergewelf met druipers. De ribben rusten op opengewerkte druipers. Hierin het archief en eenige oudheden: brandijzer (XVII); merktang (XVI), kaart door W.T. Hattinga (1760) en twee hellebaarden (XVII).
3. Doelens. Een zilveren keten van negen schalmen met gothisch krulwerk met vogel (XVI) en negen schilden (XVII B) van den St. Joris doelen en een verguld zilveren keten met vogel (XVII B), bevinden zich in het Nederlandsch museum te Amsterdam (cat. nos. 57 A en B).
| |
e. Kerkelijke gebouwen.
1. De H. Willebrorduskerk, Groote Markt, simultaankerk, wordt het eerst vermeld als kapel in 1108 en als kerk in 1270. Zij is na den brand in 1468 herbouwd en door branden geteisterd in 1562, 1663 en 1876 (toren afgebrand). Nieuw koor met binnensten kooromgang door Mr. Everaert van Antwerpen en Reynier van Ympeghen (1462), gewijd 1474; schip herbouwd (1481-1482) met thans grootendeels verdwenen westportaal (1482-1484) door Mattheus Keldermans, bijgestaan door Mr. Herman (de Waghemakere uit Antwerpen). Na 1515 is het koor vergroot door aanbouw van kapellen.
In 1515-1517 leidt Mr. Dominicus (de zoon van Herman de Waghemakere) het werk van twee kapellen en in 1529/1530 zijn zes kapellen aangebouwd. Den 7 Maart 1530 zijn de drie schepen verhoogd onder Mr. W. van Zassen. De toren is herbouwd na den brand van 1562 volgens het ontwerp van Jaspar den timmerman van Antwerpen en de thans verdwenen steenen spits was gebouwd door Bernardus Maas uit Aalst (1666);
| |
| |
voor de hiervan afkomstige wapens zie bij d 2. De in 1876 verbrande toren is 1876-1878 vernieuwd door P.J.H. Cuypers.
De kerk kwam in 1645 aan de Hervormden en in 1806 werd het koor met het dwarspand en de zuidelijke kapel van het schip aan de Katholieken afgestaan. Zij is thans nog als simultaankerk in gebruik.
De kerk is een baksteenen gebouw, bekleed met bergsteen en bestaat uit een schip vanzes traveeën met zijbeuken en twee tegen de transeptarmen aangebouwde kapellen, een dwarsbeuk en een koor van drie traveeën en 5/8-sluiting, met dubbele zijbeuken en een kooromgang met drie 5/8-gesloten kapellen (XVI b). De steunbeeren zijn in den buitensten zijbeuk geplaatst. De buitenste zijbeuk van het koor was oorspronkelijk van het dwarspand gescheiden. De rechthoekige kapellen terzijde van het koor zijn gewijzigd. De oude toestand blijkt uit de doorgebroken muurvakken tusschen koor en dwarspand en uit eenen plattegrond der kerk door W.T. Hattinga (1760) in het gemeentearchief. Aangebouwde sacristie, aan de noordzijde van het koor, waarboven zangkoor en toren op het vieringkruis.
Uitwendig. Schip van zes breede traveeën met breede spitsboogvensters, minder spits dan in het koor en transept, met aanzetten van luchtbogen tusschen de vensters. Westfront met resten van het portaal, waarvan alleen de geschonden achterwand behouden is; de rest is in 1841 afgebroken. De achterwand vertoont een geprofileerden rondboog met vier tot den dorpel boven den doorgang doorgetrokken stijlen en maaswerk in de hoekvelden. Onder den dorpel een geprofileerde door een halven rondboog gesloten doorgang tusschen twee nissen met maaswerk.
Boven het portaal een spitsboogvenster, van den top gescheiden door eene waterlijst, waarin eene console voor een pinakel
| |
| |
van een ontworpen balustrade.
In den top drie en daarboven een rondbogig gesloten venster met maaswerk. De beeren aan het front zijn tot in den top doorgevoerd en eindigen daar in overhoeksche pinakels. Dergelijke pinakels zijn aangebracht op den top en in het midden van de met hogels versierde schuine gevellijn en deze zijn tot in den topgevel doorgetrokken.
De gevels voor de zijbeuken hebben elk een hoog spitsboogvenster tusschen twee waterlijsten en daarboven een klein venster. Deze gevels loopen van de zijmuren der zijbeuken schuin op tot de beeren naast het middenfront.
De gevel herinnert aan de gevels der dwarsbeuken van de St. Pancraskerk te Leiden en de St. Magdalenakerk te Goes.
In den doorgang: oude deuren met cassettenversiering.
De voorgevels van de dwarsbeuken hebben een hoog spitsboogvenster, waaronder een eenvoudigen ingang uit 1806.
Het koor heeft eene doorloopende plint en een waterlijst onder de met maaswerk voorziene spitsboogvensters. Luchtbogen, deels nog met hogels, steunend tegen steunbeeren, die de diepte hebben van den buitensten zijbeuk, schragen de hooge muren. In de muren vindt men de draagsteenen voor eene niet uitgevoerde, of verdwenen balustrade; de hoekbeeren eindigen in pinakels.
Inwendig. Schip en zijbeuken, het koorschip en de binnenste kooromgang zijn gescheiden door geprofileerde spitsbogen op kolommen, met kapiteelen met dubbelen bladrand verbonden door strikken, en met achtkantig basement. In de hooge beuken zijn onder de vensters dubbele nissen uitgespaard, met balustrade in het koor en aanzetten hiervoor in het schip. De kolonnetten van het hooge schip gaan op van de kapiteelen onder de spitsbogen.
De beide zijbeuken van het koor zijn thans onderling gescheiden door geprofileerde spitsbogen, waarvan de profileering
| |
| |
doodloopt tot in de schachten der kolommen, overeenkomende met de hoekkolommen van de drie veelhoekige kapellen.
De toren op de kruising wordt gedragen door zware pijlers, afkomstig van een ouderen bouw (XIV).
Koor met zijbeuken en kapellen, dwarspand en zijbeuken en kapellen van het schip zijn overdekt door steenen kruisgewelven. Het schip is door eene vlakke zoldering afgedekt; de aanzetten wijzen op een onuitgevoerd plan tot overwelving, ook van het schip.
Het bij de Katholieken in gebruik zijnde gedeelte der kerk is in 1892 gepolychromeerd.
Aanbouwen. De twee kapellen aan het schip en de sacristie zijn overdekt door steenen kruisgewelven, rustende op draagsteenen met half-figuren; het zangkoor is overdekt door een kruisgewelf, rustende op draagsteenen met de vier evangelisten.
Aan de oostzijde der sacristie eene achtkante uitgebouwde traptoren en daarnaast een gedichte ingang. De sacristie is XIX B vergroot door aanbouw van een vertrek.
Van de twee bij het schip behoorende kapellen behoort de zuidelijke bij de R.K kerk en deze is met den dwarsbeuk van de Ned. Herv. kerk door muren afgeschoten; de oostelijke kapel is bij de Hervormde kerk. Deze kapel diende vroeger als, diakenenkamer, thans als consistoriekamer, en is door een schot afgescheiden.
1. De ned. herv. kerk bezit:
Rijk gesneden eikenhouten preekstoel met boogpaneelen en kopjes (midden XVII). Een der paneelen is gemerkt C C. Boven het klankbord (XVIII d) is een door putti gehouden bord (XVIII d) geplaatst met opschrift (Psalm 100, v. 4).
Aan den preekstoel bevinden zich een koperen lezenaar (XVII c) en een twee-lichtsarm (midden-XVII).
Eikenhouten doophek met gesneden kopjes (midden-XVII).
| |
| |
Balusters met ballen (XVII d). Hieraan twee koperen lichtarmen.
Orgelgalerij met balusters (XVII c) en onderbouw met vier engeltjes (XVIII d) en orgelkast met twee beelden en aan de binnenzijde beschilderde deuren (XVIII d).
Regeerings- e.a. banken met snijwerk. Aan de zuidzijde een met rugpaneelen (XVII c) en een met achterwand (XVII b) en voorbank (XVII c). Aan de noordzijde een met wapens van Holland, de Generaliteit en Hulst en de jaartallen 1658 en 1664 en eene (XVII c).
Een bank is gebouwd om een der kolommen (noordzijde), met paneelwerk (midden XVII).
Gegraveerde zerken: 1506 (man met schild), 1514 (man met spreukband), 1539 (abdis), 1541 (man en vrouw), 1553 (geraamte en beeldwerk) en z.j. (vrouw), priesterzerken: 1503 en 1551, zerk met man, vrouw en schild (1623) en verschillende zerken met wapens (1479-1731).
Drie koperen kronen met vier schildjes, waarvan twee (1659) en een (XVII c.)
Zes koperen lichtarmen (XVII B).
Twee psalmborden, ovaal (XVIII d).
Vier gladde zilveren bekers (XVIII B). Keuren: S, Middelburg, halve maan; drie achtkante gegraveerde zilveren schotels (1753), met gegoten rand, vereerd bij de vernieuwing van het pachtcontract van de kerktienden door de stad.
2. De r.k. kerk bezit:
Eikenhouten preekstoel (XVIII B) met dubbele trap, met borstbeelden der evangelisten; de kuip rustend op een Christusbeeld. Boven het klankbord in hout gesneden stralenbundel uit een wolk schietend.
Houten crucifix (XVIII B).
Verschillende versierde zerken (XVI en XVII), meest bedekt.
| |
| |
In de kerk zerk van W.T. Hattinga en echtgenoote (1764 en 1786), ingelegd met wit marmer. Buiten de kerk naast het looppad bij de zuiddeur zerken (1510), negen (XVI) met evangelisten in de hoeken, en zerken met wapens (1652, 1670 en 1690); bij de noorddeur gothische gegraveerde zerk met figuur en evangelisten (1534), twaalf gothische zerken (XVI A), zerken met wapen (o.a. 1629, 1655, XVII A, 1619 met vier kwartieren) en zerk met 8 kwartieren (1634).
Houten beeld van Maria met kind (XVIII b) met twee zilveren kronen en staf, gekleed. Oude mantel (XVIII A) met borduurwerk (afkomstig uit de schuilkerk).
Schilderijen (in de pastorie): Emausgangers, op paneel (± 1630) Aanbidding der wijzen, op doek (± 1700). Vlaamsche school onder invloed van P.P. Rubens.
De Kruisafneming, op paneel, oude copie naar het middenstuk van het altaar der O.L.V. kerk te Antwerpen.
Christus aan het kruis, op doek, Vlaamsche school onder invloed van P.P. Rubens en A. van Dijk, wellicht copie.
Memorietafel (XVII A) met later hierin geplaatst opschrift uit 1892.
Gedreven, verguld zilveren monstrans (1640 of 1646) met achtkant geschulpten voet, nodus met kopjes, luna met gedraaide kolommen, beeldjes (Petrus en Paulus) en vleugelstukken, toren-opbouw, waarin St. Willebrordusbeeld. Later bijgevoegde edelsteenen.
Reliekkruis met zilver belegd, geslagen (XVIII b).
Kazuifel met hoog borduursel op rood kruis op moderne stof (XVIII c) met dalmatiek, koorkap en velum.
Drie geborduurde alben (XVIII B).
Klok, in 1822 gegoten door Aubert et Gaulard.
Fragment van de klok in 1563 gegoten door Adriaen Spijker (medaillon met Maria-beeld); de overige klokken verbrandden in 1663.
| |
| |
Kleedkast Lod. XVI (XVIII d).
4. Refugie van het klooster ten Duinen, Steenstraat A 14, thans particuliere woning met modernen gevel. Oorspronkelijk gebouw (XV B) waarschijnlijk breeder. Van den ouden bouw zijn nog aanwezig de zijgevel met lagen van baksteen en natuursteen met trapgevel (linkerhelft intact) ende achtkante traptoren achter het huis van bak- en bergsteen, zes geledingen, de vijfde geleding overkraagd op een boogfries. Latere balustrade. Beneden dubbel-kozijn met tralies.
Inwendig. Op de verdieping boven rechts een gothische schouw met geprofileerde wangen. De vloer onder de schouw is verlaagd. In den kelder tongewelven.
5. Refugie van het klooster Baudelo (XVI A) achter de Markt, in 1584 hospitaal, thans pensionaat St. Jozef. Hoofdgebouw met twee zijtrapgevels en vleugel midden aan de achterzijde, eveneens met zijtrapgevel. In den hoek van hoofdgebouw en zijvleugel een traptoren met achtkanten bovenbouw, in het hoogste gedeelte overkraagd op spitsboogjes. De top is afgebroken. Het gebouw is geheel bepleisterd en nieuw afgedekt. Windvaan met klimmenden leeuw.
| |
f. Gebouwen van liefdadigheid.
1. Gasthuis (XVI B), Gentschestraat B 20 en 23, in 1645 verbouwd tot particuliere woningen. Zijtrapgevels in baksteen, met geprofileerde dekplaten en lijsten met plint, banden en hoekblokken in natuursteen. De zijgevel aan de Beestenmarkt, heeft toegemetselde steenen kruiskozijneen en in den top een steenen vensteromlijsting met diamantkoppen (± 1645).
| |
g. Particuliere gebouwen.
A. Laat-gothisch.
1. | Steenstraat 6, hoek Pierssenstraat. Zijtrapgevels met drie
|
| |
| |
| zandsteenen waterlijsten in den top en zandsteenen hoekblokken. Overhoeksche pilasters op draagsteenen en figuren van verglaasde steenen in het metselwerk (XVI B). De trapgevels aan de straatzijde zijn thans schuin afgedekt. Voorgevel gewijzigd met Lod. XVI portiek met festoen (XVIII d) en achter het huis latere aanbouw; twee koperen kloppers (XVII A). |
B. Renaissance.
1. | Groote Markt B 53 en 54, zijtrapgevels (XVII b). In B 53 vier staafankers met jaartal (1632). |
2. | Steenstraat B 57. Trapgevel (1646), gecement met waterlijsten, mooi topanker, oeil de boeuf met beeldwerk, cartouche met jaartal (1646). |
3. | Lange Bellingstraat C 24 en 25, zijtrapgevels (XVII A) met aanzetten van pinakels. De voorgevels zijn gesausd en geverfd. |
4. | Steenstraat B 66. Trapgevel, (XVII A) gesausd. |
5. | Groote Markt C 86. Trapgevel, gesausd, vensters met halfronde togen op de eerste verdieping (midden-XVII). |
C. Lodewijk gevels.
1. | Groote Markt C 88. Lage gevel met houten deuromlijsting met gebogen kalf. Gesneden deur. Oude ruitjes van mangaanglas (XVIII c). |
2. | Gentsche straat C 7. Gevel (XVIII d) met kroonlijst Lod. XVI, gepleisterd. Geprofileerde hardsteenen deuromlijsting met festoenen in de zwikken. Balkon. |
3. | Houtmarkt C 148. Fries met ranken van stucwerk onder de kroonlijst (XIX a). |
4. | Steenstraat A 15 (XIXa). Kroonlijst Lod. XVI met gesneden cassetten en blokjes en fries van ranken in stucwerk. Hardsteenen plint. Geprofileerde hardsteenen deuromlijsting en ramen met koofversiering. Stoephek; metalen leeuwenkop. |
| |
| |
Fragmenten van buitenarchitectuur.
1. | Gentsche poort. Gemetselde hekposten met hardsteenen vazen (XVIII d). |
2. | Westdijkstraat. Houten portiek Lod. XVI (XVIII c). |
3. | Ankers met jaartal: Groote Bagijnenstraat C 219 (1639). Groote Markt B 55 (1643) en Gentsche straat C 18 (1647) en sierankers (XVII): Gentsche straat B 44 en C 14.
Stoeppaal: Groote Bagijnestraat C 229 (XVII A). |
Molen, Molenstraat (1792) met steen: wapen van de Generaliteit en twee sluitsteenen met jaartal; op de kap jaartal.
|
|