Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VI. De provincie Zeeland
(1922)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina V]
| |||||||||||||||||
Voorwoord.Bij Koninklijk Besluit van 10 Mei 1918, No. 66 is de Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst opgeheven en haar taak opgedragen aan Afdeeling A der bij hetzelfde Besluit ingestelde Rijkscommissie voor de Monumentenzorg. De taak dezer Afdeeling is: het samenstellen en uitgeven eener geïllustreerde beschrijving van alle in Nederland aanwezige gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van vóór 1850, die eenig belang hebben uit een oogpunt van kunst of geschiedenis. Aldus zal worden verkregen een handboek, waarin men over de aanwezigheid, de artistieke of historische waarde en den toestand der monumenten van geschiedenis en kunst uitvoerige inlichtingen kan vinden en tegelijkertijd een volledige en betrouwbare bron voor de Nederlandsche kunstgeschiedenis. Teneinde dit groote werk met meer kennis van zaken te kunnen volbrengen en een handleiding te scheppen, welke bij de in bewerking zijnde en de geprojecteerde geïllustreerde beschrijvingen nuttigen dienst zou verleenen, tevens ook om zoo spoedig mogelijk een overzicht te verstrekken van al wat het behouden waard is, ging men ertoe over eene ‘Voorloopige lijst’ der monumenten uit te geven, waarin gebouwen en met gebouwen samenhangende voorwerpen alleen kort worden vermeld. Het thans verschijnend zesde deel dezer lijst,Ga naar voetnoot1) bevattende de | |||||||||||||||||
[pagina VI]
| |||||||||||||||||
monumenten der provincie Zeeland, is het eerste, dat bewerkt is volgens de nieuwe, in de Afdeelingsvergadering van 6 Juli 1918 aangenomen regelen, waarbij de door medeleden gehouden revisie is afgeschaft en de wetenschappelijke verantwoordelijkheid van den bewerker gestipuleerd. Dit deel is samengesteld door den voorzitter der Afdeeling, Mr. Dr. J.C. Overvoorde, die de gegevens ervoor verzamelde, waarna deze bij bezoeken ter plaatse door hem met medewerking van de leden der Afdeeling J.A. Frederiks en J.J. Weve c.b.i. werden aangevuld en aan de monumenten getoetst. Aldus bezochten de heeren Frederiks en Overvoorde gezamenlijk de gemeenten op Schouwen en Duiveland, St. Filipsland, Tolen, Noord- en Zuid-Beveland en de volgende gemeenten op Walcheren: Aagtekerke, Domburg, Grijpskerke, St. Laurens, Middelburg (gedeeltelijk) en Serooskerke. De overige gemeenten van Walcheren: Arnemuiden, Biggekerke, Koudekerke, Nieuw- en St. Joosland, Oost- en West-Souburg, Oostkapelle, Ritthem, Westkapelle en Zoutelande, werden door de heeren Overvoorde en Weve bezocht. Deze beide heeren bezichtigden ook de monumenten in de gemeenten van Zeeuwsch-Vlaanderen. Een gedeelte van Middelburg, verder Veere en Vlissingen inventariseerde de heer Overvoorde alleen. De schilderijen in de gemeenten St. Maartensdijk, Scherpenisse, Baarland, Hulst en Middelburg zijn nader door Dr. C. Hofstede de Groot bezichtigd en beschreven, nadat deze de desbetreffende gegevens uit de literatuur had verzameld. De samensteller ondervond bij zijn arbeid de medewerking van de besturen van verschillende gemeenten en ook van vele particulieren, vertrouwd met haar locale geschiedenis en ontwikkeling. Alle namen hier op te sommen zoude te ver voeren, doch een bijzonder woord van erkentelijkheid moge hier worden gewijd aan de heeren P.D. de Vos, archivaris van Zierikzee, J. Hoogenboom, architekt te Renesse, A. Hollestelle, archivaris van Tolen en Perels, archivaris van Veere. Met de inlichtingen van den laatsten kon echter eerst in de toevoegsels en verbeteringen rekening gehouden worden. Vooral valt hier de medewerking te gedenken van Dr. W.S. Unger, archivaris van Middelburg en secretaris der Provinciale Zeeuwsche Schoonheids- en Archeologische Commissie, die niet alleen vele en | |||||||||||||||||
[pagina VII]
| |||||||||||||||||
zeer belangrijke gegevens verschafte over de monumenten in Middelburg en omgeving, doch ook de welwillendheid had de drukproeven van de andere gemeenten door te lezen en hierover zijne aanteekeningen te zenden. De secretaris der Afdeeling, Dr. E.J. Haslinghuis, verleende zijn hulp bij het nazien der drukproeven, ook om de eenheid van bewerking te verzekeren; de samensteller mocht verder steeds diens voorlichting ondervinden bij de vele moeilijkheden, waartoe de bewerking aanleiding gaf. Ook het lid der Afdeeling, L.A.J. Keuller c.i., liet zijn oog over de proeven gaan en verstrekte menigen nuttigen wenk.
De monumenten zijn in deze lijst gerangschikt volgens de gemeenten, in welke zij worden gevonden, en deze laatste in alphabetische volgorde geplaatst naar de spelling der ‘Woordenlijst’ van het Aardrijkskundig Genootschap. Binnen elke gemeente geschiedt de vermelding der monumenten volgens deze indeeling:
Aan de vermelding der monumenten zijn toegevoegd: eene opsomming hunner voornaamste onderdeelen, enkele historische gegevens, voor zoover die in voor de hand liggende literatuur werden gevonden en betrouwbaar geacht, en eene dateering, waar mogelijk aangegeven door een jaartal, en overigens door een eeuwcijfer, gevolgd door a, b, c of d, om een der vierendeelen eener eeuw aan te wijzen, of door A of B ter aanduiding van de eerste of tweede helft der eeuw. De plaatsaanduiding der onderdeelen van een gebouw geschiedt zooveel mogelijk door aanduiding der windstreek, waarop zij gelegen zijn, bij kerken echter steeds, als waren zij zuiver georiënteerd. Bij Hervormde kerken, die oorspronkelijk zijn gebouwd voor den | |||||||||||||||||
[pagina VIII]
| |||||||||||||||||
Katholieken eeredienst, is dit, voor zoover het zonder opzettelijk onderzoek mogelijk was, kenbaar gemaakt door den beschermheilige, aan wien zij waren gewijd, te vermelden. In afwijking van de bij de vorige lijsten gevolgde wijze zijn, overeenkomstig een Afdeelingsbesluit van 22 Februari 1921, de merken op zilverwerk uitvoerig vermeld; striktelijk geldt dit uiteraard slechts voor het zilverwerk, dat na gemelden datum werd geïnventariseerd, al zijn in enkele gevallen reeds vóórdien zilverkeuren omstandig opgenomen en medegedeeld. Ook de kunsthistorisch belangrijke grafzerken zijn uitvoeriger behandeld dan in de vorige lijsten pleegde te geschieden.Ga naar voetnoot1)
Een chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken, een register van kunstenaars en ambachtslieden, ingedeeld volgens de vakken, een register van geslachts- en persoonsnamen, en een topografisch register besluiten het boek. Zooals de titel aanduidt, draagt dit werk een voorloopig karakter. Voor op- en aanmerkingen houdt onze Afdeeling zich daarom dringend aanbevolen.
Afdeeling A der Rijkscommissie voornoemd,
De voorzitter: Mr. Dr. J.C. OVERVOORDE.
De secretaris: Dr. E.J. HASLINGHUIS. |
|