Overzicht der vóór- en vroeghistorische oudheden.
Aardewerk (Romeinsch).
Gevonden te Roswinkel (gem. Emmen). |
Gemmen (Romeinsch).
Gevonden te Lieveren (gem. Roden). |
Grafheuvels.
In de gemeenten Anloo, Beilen, Diever, Eelde, Fries, Gieten, Odoorn en Vledder. |
Grafkelders [Kleine hunebedden, oorspronkelijk geheel met aarde overdekt].
In de gemeenten Anloo, Dwingeloo en Emmen. |
Hunebedden.
In de gemeenten Anloo, Assen, Borger, Diever, Emmen, Fries, Havelte, Norg, Odoorn, Roden, Rolde, Sleen en Zuidlaren. |
Kampen [Terreinen, meestal van onregelmatigen vorm, door een of meer aarden wallen en droge grachten omgeven].
In de gemeenten Anloo, Emmen en Rolde. |
Kano.
Gevonden te Kolderveen (gem. Nijeveen). |
Kerkhof [Aaneenschakeling van grafheuvels].
Bij Klenke (gem. Oosterhesselen). |
| |
Kuilen [Diepten van verschillenden omvang, die oudtijds dienden voor volksvergaderingen, of waarin aanwijzingen zijn gevonden, dat zij tot schuilplaats van menschen of bewaarplaats van voorraden zijn gebruikt].
In de gemeenten Anloo, Borger en Rolde. |
Landweren of Wildgraven [Een of meer aarden wallen met droge graehten, aangelegd volgens rechte, gebogen of hoekige lijn, soms aansluitende bij een schans].
In de gemeenten Borger, Odoorn en Rolde. |
Legerplaatsen [Terreinen, door aarden walletjes in rechtof driehoekige perken verdeeld].
In de gemeenten Beilen, Dwingeloo, Emmen en Odoorn. |
Lijken.
Gevonden bij Weerdingerveen (gem. Emmen). |
Sandalen.
Gevonden te Weerdinge (gem. Emmen). |
Schansen [Kunstmatige aarden hoogten, meest omgeven door een of meer droge graehten].
Bij Wittelte (gem. Diever) en bij Balloo (gem. Rolde). |
Voetpaden (houten).
In de gemeenten Emmen, Odoorn en Smilde. |
Voorwerpen van verschillenden aard (vaatwerk enz).
Gevonden in de gemeenten Anloo, Assen, Beilen, Borger, Dalen, Diever, Dwingeloo, Eelde, Emmen, Fries, Gasselte, Gieten, Havelte, Norg, Nijeveen, Odoorn, Oosterhesselen, Peize, Roden, Rolde, Ruinen, Sehoonebeek, Sleen, Smilde, Vledder, Westerbork, Zuidlaren en Zweeloo. |
Waterburchten [Aarden hoogten, omgeven door een of meer natte graehten, en soms bovendien door een of meer aarden wallen].
Te Klenke (gem. Oosterhesselen) en Wittelte (gem. Diever). |
|
|