Eiken doophek (XVII, voor eenige jaren uitgebreid), met koperen voorzangerslezenaar (XVII). Een fragment van het vroegere orgel: een geverfde gesneden bekroning (XVIII A) hangt tegen den westmuur van het middenschip.
Eiken (voormalige) schepenbank (XVII A, geverfd).
Voormalige kerkvoogdenbank (XVIII c) met gesneden overhuiving, (geheel geverfd). Fragmenten van eiken schotwerk (XVII, alles geverfd), in de banken van het koor.
Grafmonument (XVI B, zeer beschadigd) van toetssteen voor Jehan de Ligne, graaf van Aremberg, bestaande uit een tombe in een nis, overhuifd door een rondboog. Op elk der boogsteenen een wapen aan de voorzijde en een aan den dagkant; tegen den achterwand van de nis een opschrift in omlijsting en een alliantiewapen.
Grafzerken (grootendeels onder de banken verborgen), een (1599, met wapens), een (1600, met wapen), een (1601, met wapen), een (1602-1606, met wapen), een (1604, met wapens), een (XVIIa) in den zuidarm, een (1636, met wapen), een (1647, met wapens en putti) in den zuidarm, een (1660, met wapen).
In den zuidelijken dwarspandsarm een verhooging, waarop twee grafzerken; de een van 1647 met wapens, putti en doodsemblemen, de ander (XVIIa) met cartoucheornament.
Twee psalmborden (± 1700).
Drie klokken, één gegoten door Petrus de Dorme(?, Douwe?) in 1410(?), de beide andere in 1817 door Petit en Fritsen.
De toegang tot het kerkhof wordt aan de Markt gevormd door een ijzeren hek tusschen twee hardsteenen pijlers (XVIIIb).