Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel X. De provincie Noord-Brabant
(1931)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 257]
| |
in 1845, een groote bronzen casserole, thans in het museum van het Provinciaal Genootschap te 's Hertogenbosch.
e. De r.k. kerk (H. Hubertus), in 1796 tot parochiekerk verheven, is een gebouw (XV) van baksteen, waarvan het bovengedeelte in 1825 is vernieuwd en bestaat uit een schip met driezijdige koorsluiting, thans gedekt door een vlak, gestucadoord tongewelf, en eenen baksteenen toren (XV) van drie geledingen, waarvan de middelste met rechthoekig gesloten en de bovenste met spitsbogige nissen versierd. Vernieuwde ingang. Achtkante spits. De kerk bezit: Houten zuilenaltaar (XVIII B) met vier beelden: H. Maagd, H.H. Johannes, Petrus en Paulus en een schilderstuk op doek. Eiken preekstoel (XVIII B). Eiken biechtstoel (XVIII B). Houten beeld: H. Catharina (XVIa). Zeven houten beelden (XVIII B): H.H. Hubertus, Antonius, Jacobus, Johannes, Franciscus, Ambrosius en Barbara. Houten beeldgroep: H. Maagd en H. Anna (XVII B), buiten de kerk tegen den westelijken muur. Koperen kaarsenkroon. | |
Mil.e. 1. De r.k. kerk (H. Willibrordus) in 1326 tot parochiekerk verheven, in 1824 gesloopt en vernieuwd, in 1877 nieuw gebouwd, bezit: Verguld-koperen monstrans (XV B, het voetstuk en twee beeldjes der zijvleugels in 1875 vernieuwd). Zilverwerk: reliekhouder (XVIII A): een geslagen zilveren front tegen een houten kern, gedreven ciborie (XVIII B), ten deele verguld, twee ampullen met ampullenblad (XVIII B), wierookvat met scheepje (XVIIId). | |
[pagina 258]
| |
Rood- en geelkoperen godslamp (XVIIId), met rijke versiering.
2. Van de O.L. Vrouwe Kapel (± 1450, reeds in 1743 een ruïne en in 1903 verder ingestort), een baksteenen gebouw, oorspronkelijk gevormd door een schip van twee gewelfvakken en een driezijdige koorsluiting, zijn nog aanwezig de west- en noordwanden en twee zijden van de sluiting, tot de hoogte der koorvensternissen. De kapel was, blijkens de overblijfselen van muurschalken, gewelfd.
g. Het voormalig kasteel de alde driel is een gebouw van baksteen, om een binnenplein en met een voorhof, te zamen omgeven door een gracht, die aan de ingangszijde ten deele is gedempt, ter vervanging van de (afgebroken) brug. Aan de noordzijde van het binnenplein de verbouwde woning, met trapgevel aan de oostzijde en in muurankers het jaarcijfer 1763. Inwendig eenige eenvoudige betimmeringen (XVIII B). De ombouwde voorhof heeft vijf poorttoegangen (XVII B) tusschen baksteenen pilasters met bekroning van bergsteen. De hoofdpoort (vernieuwd) heeft pilasters van baksteen met profielbanden en te weerszijden een trapgeveltje (XVII B).
g. molen: ten N. van het dorp een ronde bovenkruier (1847). |
|