Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel I. De provincie Utrecht
(1908)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 85]
| |||||||||||||
ging Batavodurum en van het latere Dorestat, in de negende eeuw herhaaldelijk geplunderd en verwoest. De vondsten berusten thans grootendeels in het museum te Leiden, een gouden haarband (XI) in het Rijksmuseum te Amsterdam. | |||||||||||||
b. Verdedigingswerken, burchten.1. Van het kasteel (als castrum Dorestate vermeld VII d, verbouwd XV c, d, tot ruïne vervallen XVII c, d) staat nog: een muurfragment met onderbouw van ronden muurtoren (XIII); een vierkant donjon met overblijfselen van ton- en koepelgewelven, waarbij een op ribben (XIII a) en een ten deele achtkante toren, beneden met koepelgewelf, verdieping met achtdeelig gewelf in het midden op pijler gedragen (beide XIII), daarboven verdieping met stergewelf, schouw en kraagsteenen met het embleem van bisschop David van Bourgondie (tondeldoos), vierde en vijfde verdieping, thans één, met schouw en oud schietgat. De drie laatste verdiepingen XV. Trap, ten deele met spiraalvormig gemetseld gewelf. Alles baksteen. Moderne houten spits. Van de in 1442 begonnen ommuring der stad is nog over: de Runmolenpoort (XV), thans onderbouw voor den molen ‘Rijn en Lek’. | |||||||||||||
c. Pompen.Twee (hardsteen) 1759, op de markt. | |||||||||||||
d. Burgerlijke openbare gebouwen.Het raadhuis, gebouwd in 1662, eenigszins verbouwd in 1808. Men bewaart er Romeinsche en Frankische oudheden; romaansche sleutels; kannetjes en steengoed, waarbij een met wapen van Johan van Buchel (1600); twee eenvoudige hellebaarden; houten beker van het St. Jozefsgilde (1678); lijst met geschilderde wapens van regeeringspersonen tot 1782. | |||||||||||||
e. Kerkelijke gebouwen.1. De ned. herv. kerk (St. Jan Baptist), waarin in 1366 een kapittel werd opgericht, is een driebeukige kruiskerk van bak- | |||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||
steen met ruim gebruik van zandsteen, welker choor (dat een omgang heeft gehad) in het laatst der XVe eeuw is afgebrand. Steenen welven in N. zijbeuk en transept, overigens hout. Behalve het, oudere, deel van het Z. zijschip is de kerk grootendeels tweede helft XV. De onvoltooide westtoren dagteekent van 1486. De kerk bevat: Eenvoudigen eiken preekstoel, omstr. 1792 en banken (XVII d). Drie koperen kronen (1723); twee lezenaars (± 1700 en 1792) en dubbelen luchter (XVIII d). Orgel (XVII a, b); klein orgel op een galerij met positief (XVI a, b). Gebeeldhouwde zerk (XV); dito 1514 (in den muur gemetseld), 1529 (fragment) en 1590; voorts zerk met wapens Sender-Nellesteyn; zerk van 1783 en koperen grafplaat, 1804; zes regentenborden (1706-1775) en eenige fragmenten. Schilderij met ontwerp van den toren. Twee gegraveerde zilveren avondmaalsbekers (1614). In den toren vier klokken: van 1506 door Willem van Wou; van 1515; van 1519 door H.v. Burch en van 1717 door J.A. de Grave.
2. De r.k. kerk (1818) bezit: (in de pastorie) eenige laatgothische beelden (XV en XVI); eenige schilderijen, o.a. Bruiloft van Cana en twee triptykvleugels (XVI); (in de kerk) een zilveren ciborie (XVII d); dito monstrans (XVIII c); dito kelk (XVIII a); zilveren bekleeding eener tabernakeldeur (XVIIc); twee gedreven zilveren vrouwebeelden en expositietroon (XVIII c); dito godslamp (XVIII c), wierookscheepje en wierookvat (XVII d); twee dito lijsten voor canonborden (XVIII d); kazuifel met borduurwerk (XVIII c); twee koperen kronen (midden XVIII); zes armluchters (XVIII c. d) en zes kandelaars (XVII d). | |||||||||||||
f. Gebouwen van liefdadigheid.sint-ewouds- en sint-elisabethsgasthuis, gesticht in 1400 door Willem van Abcoude. Twee beelden op het toegangshek (± 1700), achtkant kloktorentje (± 1700), overigens gemoderni- | |||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||
seerd. De voormalige kapel is thans eetzaal. Het gasthuis bezit 21 geschilderde portretten, waaronder oude copieën naar portretten van den stichter en Jacob van Gaesbeek († 1459); een kinderportret (1643); een mansportret (1635); een graaf van Nassau Rochefort, heer van Zuilenstein. Schilderij: het H. Avondmaal, met portret van den stichter (XVII). | |||||||||||||
g. Particuliere gebouwen.Behalve eenvoudige trapgevels (XV en XVII) ter zijde van verschillende woonhuizen, zijn op te merken:
|
|