| |
Zutfen.
b. Verdedigingswerken.
Overblijfselen van den ouden stadsmuur (XIV-XV), ten deele met weergang en boogfries, vindt men rondom de geheele oudere stad, aan beide zijden van de Berkel. Op het Hagepoortplein eenige opengebroken spitsbogen.
Waltorens: Een achter de Bornhovestraat; twee (XIV) achter het Armenhagen, in den meest westelijken waarvan een koepelgewelf; de Borgoensche of Martinetstoren (1467) bij de Waliënkazerne; overblijfselen van torens (XV) achter de Diezerstraat en achter de pastorie, achter de Nieuwstadkerk en op Baggeroord.
Poorten.
1. | De Drogenapstoren is een in 1444 gebouwde, in 1465 gedichte poort, welke in 1889 hersteld en tot watertoren ingericht is. Achtkante toren met nieuwe spits, op een vierkant onderstuk, dat een omgang met kanteelen en boogfries heeft, en op de hoeken achtkante spietorens (grootendeels vernieuwd). Inwendig sporen van een kruisgewelf. Steenen trap in den muur uitgespaard. Uurklok (XV), afkomstig uit de voormalige Laarpoort. |
| |
| |
2. | Overblijfselen van de voorpoort (XVI A) der oude Nieuwstadspoort (XIV), grootendeels opgeruimd in 1894, het overige hersteld in 1906. Spaarbogen aan de binnenzijde. |
| |
3. | De Berkelruïne, overblijfselen van een waterpoort (XIV B) met drie bogen over de Berkel, een weergang en twee hoektorens. Gerestaureerd in 1888.
De hiervoor gelegen ‘Berkelbogen’ zijn de ± 1840 verlaagde en versmalde bogen van een gordijn (XVI d). Hierin twee gedenksteenen (1631 en 1632). |
| |
4. | Van de Nieuwe Nieuwstadspoort wordt het zandsteenen fronton op het binnenplein van het Raadhuis bewaard, en een wapensteen (1616) in het stedelijk Museum. |
In den kademuur langs den IJssel twee gedenksteenen: een (1668) tegenover IJsselkade 17, en een bij de kraan (1669).
| |
d. Burgerlijke openbare gebouwen.
1. Het raadhuis wordt thans gevormd door eenige panden aan de Lange Hofstraat, die het oude Raadhuis (XV, doch XVIII b geheel verbouwd) uitmaakten (zie d 2), waartegen in 1716 een gebouw met den gevel naar 's-Gravenhof gezet werd. Dit laatste heeft een ingang met omlijsting naar gipsafgietsels van den oorspronkelijken. Inwendig: gesneden eiken wenteltrap (XVIII a); geboetseerde plafonds (XVII b/c) in de raad- en in de trouwzaal, houten deurbekroning (XVIII a) en drie kronen (Empire) in de raadzaal; overblijfselen van een balkenzoldering op hardsteenen consoles. Op de archiefkamer een steenen schouw (± 1700).
Aan de binnenplaats nog een topgevel (XVI, vernieuwd) met getoogde middendorpels.
2. De Boterhal (1450-1452) als Vleeschhal gebouwd, en deel uitmakend van de Raadhuisgebouwen, XVI-XVII
| |
| |
schepenbank, XIX a ten dienste der Arrondissementsrechtbank ingericht en vertimmerd) heeft een in 1896 geheel herbouwden gevel in laat-gothischen stijl, en, inwendig, een ten deele oude open kap van eikenhout.
3. Het Wijnhuis, gebouwd 1616-1619 naar ontwerp van Emond Hellenraet, in 1863 gesloopt, daarna herbouwd door D.J. Itz, thans ingericht tot Stedelijk museum (zie h 1), Waag, Politiebureau enz. heeft in den zijgevel een ingang met laatgothische omlijsting van Namensche steen (nog uit het vorige gebouw afkomstig), waarvoor een portiek met balcon (1660, ten deele vernieuwd 1903). Voor het midden van den voorgevel, ter plaatse van den ouden toren ‘Vreden’, staat:
de Wijnhuistoren (benedendeel 1627, verhoogd 1637-1641) met dubbele trap en bordes, waaronder een rijk gebeeldhouwde zandsteenen portiek met koppen en cartouches (1618), geflankeerd door eenvoudiger poortjes. Hoogerop gedenksteenen (1627). Twee andere steenen (XVII a) met opschriften zijn thans ingemetseld in den stadsmuur achter het Gymnasium.
In den toren een kruisribgewelf en een klokkenspel van zesen dertig klokken, waarvan drie-en-twintig in 1644-1646 door F. en P. Hemony te Zutphen, eene in 1674 en zes in 1677 door P. Hemony te Amsterdam, drie in 1731, eene in 1732, en eene in 1824 (deze door Petit en Fritsen) gegoten. Overblijfselen van een uurwerk, in 1645 door J. Sprakel vervaardigd.
4. In de Arrondissementsrechtbank hangt een schilderij (XVII a): Salomo's oordeel, door J. van Swinderen.
| |
e. Kerkelijke gebouwen.
1. De ned. herv. St. Walburgs- of Groote Kerk, ter plaatse eener in 1105 gewijde kerk, die reeds een vorige (XI d afgebrande) verving, en die XIII A geheel verbouwd is, in 1446
| |
| |
door brand geteisterd. XV d vergroot door verlenging der dwarsarmen en door verbreeding der beuken, is een 1890-1908 uitwendig, en sinds 1902 inwendig onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers gerestaureerd gebouw van baksteen, met gedeeltelijke tufsteenbekleeding van den noordwand, bestaande uit een schip (XIII A) met twee langs den toren doorgetrokken zijbeuken (± 1500 ter vervanging van smallere), even hoog als het schip; een dwarspand (XIII, verlengd naar het N. in 1492, naar het Z. in 1499, blijkens jaartallen op de schildmuren); een driezijdig gesloten choor met omgang en krans van kapellen (XIV B) tusschen de steunbeeren; en eenen beneden met tufsteen bekleeden toren (XIII, het bovendeel na den brand van 1446 herbouwd, en in 1482 van contreforten voorzien) met houten borstwering (1518), houten lantaarn en open koepel (beide 1633, na het afbranden der spits in 1600) en met een tufsteenen traptoren, die in 1547 verhoogd en met beeldwerk verfraaid is. Onder het choor zijn in 1898 sporen van de crypt (XII?) gevonden, die in 1389 vermeld wordt, doch wier gewelf in 1595 ingeslagen is. Aanbouwen: Raadskapel (1393-1420, gerestaureerd 1910) in het verlengde van het choor en hierbij met twee traptorens aansluitend; tegen de zuidoostelijke wanden van den chooromgang de ‘Librye’ (1561-1563); tegen den oostwand van den zuidelijken dwarsarm een gerfkamer (± 1500) met langs den traptoren bereikbare verdieping (‘Olde Librye’); ten Oosten hiervan het ‘Rekenkamerken’ (1544); tegen den westwand van den zuidelijken dwarsarm een gebouwtje (± 1500); en tegen den noordwand van het schip een portaal (XV B). Afzonderlijke daken over schip, beuken, dwarsarmen, choor en omgang. Venstertraceeringen, pinakels en balustraden vernieuwd. Aan de noordzijde nog eenige oude spuwers. Beeldhouwwerk (XV) aan de torenbeeren. Madonnabeeld (XV, gerestaureerd 1893) in het noordportaal.
Inwendig: twee zesdeelige ribgewelven (XIII) over den middenbeuk, stergewelven over de
| |
| |
verlengingen van het dwarspand, een ribloos kruisgewelf (XVI) over de ‘Librye’; overigens kruisribgewelven, ook over de aanbouwen en (1534) in den toren. In het schip nog enkele romaansche pijlers en colonnetten (XIII). Triforium tegen den westwand van den toren. Gebeeldhouwde draagsteen (duivel) onder een wijwatervat. Gedenksteenen (1395, 1446, 1600, 1620, 1637). De kerk bezit:
Koperen doopvont, in 1527 door Gielis van den Eynde te Mechelen gegoten, met rijke bekroning: doop in den Jordaan onder een baldakijn, tegen welks contreforten heiligenbeeldjes (enkele vernieuwd in gips) staan.
Eiken deurtje (XVI) van een muurkast bij de consistoriekamer.
Eiken preekstoel (XVII d, trapleuning ten deele nieuw).
Koperen lezenaarsblad (XV).
Fragmenten van gesneden banken (XVII a).
Orgel (1644 door Badens, hersteld 1816, 1818 en 1906).
Offerbalk met opschrift (1625).
Epitaaf (1625); grafmonument (1706, gerestaureerd 1906).
Grafzerken: een (XIII a?), talrijke zerken XV-XVIII, waaronder verschillende XVI c.
Een aantal gebeeldhouwde graf- en votiefsteenen (gehavend) met voorstellingen: Pietà (1431), Pietà (XV B), fragment (XV) van een Gregoriusmis, Kruisiging (1478), Laatste Oordeel (XVd), vereering van Maria (1503), twee wapens (1506), Calvarieberg (1544), overgebracht uit de kruisgang van het Dominicanenklooster.
Pijler-, gewelf-, en muurschilderingen (XIV-XVI, gerestaureerd XVIII d en XIX A).
Drie gildeborden (1610).
Gesmeed ijzeren hek (XVIII b) voor de noordoostelijke kapel.
Gesmeed ijzeren kroon (XV B): z.g. ‘Grafkroon’.
Twee zilveren bekers (1660), twee dito bekers (1663), twee dito kannen (1819), een dito schotel (1820).
| |
| |
Vier klokken, waarvan eene in 1460 gegoten door Johannes en Willem Hoerken, eene in 1521 door Segewinus Hatyseren, en twee in 1657 door F. Hemony.
In de gerfkamer een Renaissance-muurkastje.
In de ‘Librye’: opgeklampte deur, oude tegelvloer, beeldhouwwerk tegen de pijlers, achttien lessenaars (XVI c) met snijwerk en ijzeren kettingen voor de boeken, eiken muurkast (XVI a), boekenkast (1718); gebrandschilderd ruitje (1652), vier Keulsche kannen (XVII), plattegrond der kerk (1681 door J. van Gelder). Verzameling van wiegedrukken, en drukken (XVI en XVII).
In de ‘Olde Librye’: oude tegelvloer, tafel (XVI a, onderstel ten deele XV), gesneden eiken muurkast (XVI b), ijzeren cassette (XV), ijzeren kist (XVII).
2. De ned. herv. Broeren- of Predikheerenkerk, oorspronkelijk behoorende bij het Dominicanenklooster (zie e 5), is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip met smalle zijbeuken (XIV a) en een driezijdig gesloten choor (XV). Houten dakruiter (XVII). Zuidportaal (XVIII d). Luchtbogen. In den noordbeuk zijn later, na het dichtmetselen der bovenlichten van het middenschip, vensters gebroken. Kruisribgewelven op uitkragingen, ook boven de zuilen. De kerk bezit:
Twee muurnissen, waaronder een omgekeerde bekroning (XV), en, om een ervan, een omlijsting (XVI).
Grafzerken 1579, 1620 (twee), 1635, 1636, enz.
Gedenksteen (XVII) van het ‘Viergekroonde Gilde’.
Twee zilveren bekers (XVII) en twee (1715), bewaard bij het zilver der St. Walburgskerk.
Klok, in 1761 gegoten door Christian Wilhelm en Christian Voigt, vergoten in 1917, alsmede een kleine klok zonder opschrift.
3. De Evangelisch-Luthersche gemeente bezit het volgen de zilverwerk:
| |
| |
Doopbekken (1736).
Beker (XVIII b), kleinen beker (XVIII).
Kan met deksel (1780), kleine kan en schotel (XVIII).
Offerbus (1694); busje met gegraveerd deksel (XVIII A, geschonken 1871).
Bord (1694).
Verder vijf tinnen collecteschalen (XVIII); een dito kan (1751) en een dito bord.
In de consistoriekamer twee koperen wandarmen (XVII).
4. De r.k. of Nieuwstadskerk (H. Johannes de Dooper, oorspronkelijk H. Nicolaas), reeds vóór 1272 vermeld, in 1601 hersteld, in 1795 tot broodbakkerij, later tot magazijn ingericht, in 1808 aan de Katholieken afgestaan, toen door Francken, en wederom in 1913 hersteld, is een baksteenen gebouw, waarvan het oorspronkelijk eenbeukige schip (XIII B), naar het O. verlengd en met een zuidbeuk (XIV c), en vervolgens met een noordbeuk (XV B) uitgebreid is, welke beide even hoog als het schip opgetrokken zijn, waarna een 5/8-choorsluiting aan het middenschip toegevoegd is. Toren (beneden XIII d, later verhoogd, de spits in 1607 verbrand en daarna hersteld, het bekronende open koepeltje in 1914 afgebroken). Opschrift (1601) boven den westingang. Ingebouwde torentrap Inwendig: kruisribwelving, in den zuidbeuk de vakken door breede gordelbogen gescheiden. Tegen den torenmuur een steen met gebeeldhouwden kop (XVII) en opschrift. De kerk bezit:
Vier koperen kronen (XVII).
Verguld zilveren monstrans (XV d, in 1886 gerestaureerd).
Verguld zilveren miskelk (± 1500, cuppa nieuw).
Zilveren crucifix (1625).
Zilveren, ten deele vergulden boekband (± 1500).
Drie klokken, waarvan eene in 1462 gegoten door Gobelinus Moer, en eene in 1565 vergoten door Wilhelm Wegewart.
| |
| |
5. Van het Dominicanen klooster (zie e 2), gesticht in 1293, grootendeels verwoest in 1572, daarna herbouwd, zijn nog, ten deele in den ouden toestand, over:
a. Het refectorium, in 1602 tot Latijnsche school, later (de verdieping) tot concertzaal, in 1896 tot kazerne en thans tot Rijkslandbouwwinterschool ingericht. Langwerpig baksteenen gebouw (XVI a, gerestaureerd 1896) met op den beganen grond een smalle gang, evenwijdig aan de straat, alsmede een vertrek, beide overdekt met kruisribgewelven. In het laatste een steenen schouw (XVI).
b. Muurwerk en overwelfde kelders (XIII) van het dormitorium.
c. Een gewelfvak, een gewelfaanzet en eenige andere sporen van de kruisgang, tegen den noordwand van de Broerenkerk (zie e 2).
6. Van het voormalig Franciscanessenklooster (1408), thans Isendoorn-kazerne, is nog slechts over een stuk van den noordmuur met een dichtgemetseld venster (XV).
7. Eenige overblijfselen van het voormalig Agnietenklooster of Adamanshuis (gesticht 1398), thans Militair kleedingmagazijn, bevinden zich aan de panden Oudewand 31 en 33, o.a. de sluiting en de steunbeeren der kloosterkerk (gewijd 1415).
8. Begijnenklooster, zie f 5.
| |
f. Gebouwen van liefdadigheid.
1. Het Bornhof, gesticht 1320 door Borro, kanunnik der St. Walburgskerk, in 1611 tot Oude-mannen- en vrouwenhuis ingericht, in 1876-1888 geheel verbouwd, heeft een poort met wapenschilden tegen de pilasters, opgehakt opschrift en bekroningen (de twee beelden nieuw). Het gesticht bezit:
Twee beschilderde doeken met opschriften (1761 en 1811).
Drie geschilderde portretten (XVII a).
| |
| |
Zilverwerk: beker (1711); schotels (1720), twee groentelepels (1730), achttien revolvermessen (1730) en twee zoutvaatjes (1697).
2. Het Oude en Nieuwe Gasthuis, in 1625 vereenigd en naar het voormalige Heer Hendrikshuis of St. Catharinaklooster overgebracht, heeft een gepleisterde klassieke poort (1789), in wier fries een opschrift met jaartal. Het bezit een portret (XVII d) van den steensnijder Jac. de Beaulieu door den Zutfenschen schilder Derk van Loonen.
3. Het gebouw der Ned. herv. diaconie in de Spiegelstraat, gesticht in 1626 als Armen- en Weeshuis der Ned. Herv. Gemeente ter plaatse van het nieuwe Gasthuis (1442), heeft in de vergaderkamer een schoorsteen met opschrift (1762, vernieuwd 1861). Op de binnenplaats een zeer vergaan beeld van St. Joris.
4. Het Burgerweeshuis bevat nog een kamer met een stuczoldering als in het Raadhuis; schoorsteen met spiegel in een omlijsting; schoorsteenstuk; lambrizeering en behangsel (alles XVIII a). Schoorsteenplaat (XVII d).
5. Van het voormalige Burgerweeshuis (voorheen Begijnenklooster, thans Hospitaal der Koloniale Reserve) is een steen met opschrift (1667), afkomstig uit de in 1885 gesloopte poort, over.
6. Het Gebroeders Bakkersweeshuis, gesticht in 1850, is gevestigd in het middendeel van een huis met baksteenen gevel (XVIII a), versierd met pilasters. In de regentenkamer een kooflijst van stuc (XVIII a); mahoniehouten buffetkast (ten deele XVIII d); dito tafel en twaalf stoelen (XIX a). Op de bovenverdieping een eiken betimmering (XVIII a).
| |
| |
Aan de achterzijde een tuin, van 's -Gravenhof gescheiden door een fraaien koepel en twee hoekpaviljoenen. De koepel is inwendig met schelpen (nu bijna alle verdwenen) en mozaiek bekleed. Ter weerszijden overblijfselen van rocaille-werk (ontworpen XVIII a door den Zweedschen architect Horleman). IJzeren hek (XVIII a).
7. In de kapel (1850) van het St. Elizabethsgesticht een ingemetselde steen (1605), vermeldend de stichting van drie (XIX b verkochte) armenhuisjes.
8. Het moderne Ruitershofje heeft boven in de poort een gedenksteen betreffende de stichting (1571) en vernieuwing (1787), afkomstig uit het oude gebouw in de Gasthuisstraat.
| |
g. Particuliere gebouwen.
A. | Laat-gothisch.
1. | Zaadmarkt 109. Baksteenen trapgevel (1549 blijkens steen) met zandsteenen lijsten en banden. Trappen door ezelsruggen afgedekt. Toplijnen volgens Tudorboog. Ronde en overhoeksche pinakels tegen trappen en top. In het benedendeel (ten deele gewijzigd): terugliggende velden, door korfbogen gedekt. Ankers. In den achtergevel vier gedichte smalle vensters, waarvan twee met gemetselden middendorpel. |
2. | Beukerstraat 44. Overeenkomstige gevel. In den top: 1557. |
3. | Spiegelstraat 13. Topgevel (XVI A). Baksteenen kruiskozijnen met getoogde middendorpels; beneden luiken, boven glas in lood. Overdekte hijschbalk. Achtergevel dito. |
4. | Vaaltstraat 3. Topgevel XVI c, beneden gewijzigd XVII). met ontlastingsbogen. Tandlijst onder den top. |
|
| |
B. | Renaissance.
5. | Houtmarkt 73. Gevel (XVI d, gewijzigd XVIII d) met
|
|
| |
| |
|
| over twee verdiepingen opgaande, terugliggende en door korfbogen gedekte velden, gescheiden door pilasters, waartegen gemetselde halve zuilen. Driehoekige frontons boven de vensters. Festoenen. Rechte kroonlijst. |
6. | Sprongstraat 13. Gevel (XVII a) met in- en uitgezwenkte kanten, afgedekt met een door vierkante pinakels onderbroken rollaag. Topanker. Overdekte hijschbalk. |
7 en 8. | Barlheze 53 en 55. Gepleisterde gevels in den trant van den vorigen. |
9. | Lange Hofstraat 26. Gepleisterde trapgevel (XVII a) met togen over de vensters. Topleeuw op pilaster, waaronder een engelkopje. Ankers: (16)14. Pothuisje. |
10. | Houtmarkt 70. Trapgevel (1615), benedendeel gewijzigd en vernieuwd, rijk met bewerkte zandsteenen banden versierd. Pilasters in drie orden tegen de drie verdiepingen. Korfbogen over de vensters der eerste verdieping. Driehoekige vensterfrontons. Gebeeldhouwde versieringen, cartouches met opschriften. Ankers. |
11. | Groenmarkt 5. Gepleisterde trapgevel (1629 in den top). Gebogen fronton met topleeuw. Vleugelstukken. Zandsteenen sluitsteenen van (verwijderde) vensterbogen. Hijschbalk. Ankers. |
12. | Groenmarkt 7 en 9. Twee, beneden gewijzigde, gevels (XVII b), die oorspronkelijk een geheel uitmaakten, blijkens rangschikking der vensterbogen. Pilasters. Nr. 7 heeft een anker No. 9 (1631) een topleeuw. |
13. | Laarstraat 48. Topgevel (1632 in de ankers) met in- en uitgezwenkte kanten, afgedekt met door pinakels onderbroken rollaag. Hijschbalk. |
14. | Beukerstraat 81-83. Topgevel (XVII b) met in en uitgezwenkte zijkanten. |
15. | Sprongstraat 16. Trapgevel (1641 in de ankers) met zandsteenen afdekkingen. Steenen kruiskozijnen. |
16. | Pelikaanstraat 4a. Gepleisterde topgevel (1639 in den
|
|
| |
| |
|
| top). Gebroken fronton. Vleugelstukken. Benedendeel gewijzigd: poort (XVIII). Sporen van venstertogen. Achtergevel met togen en sporen van den ouden toestand.
Naast dit huis een rondboog op Dorische pilasters en met sluitsteen: leeuwenkop. |
17. | Waterstraat 38. Gevel (XVII b) met pilasters tegen de bovenverdieping. Gepleisterde zijgevel met trappen en hijschbalk. |
18. | Nieuwstraat 36. Gecemente gevel (XVII b, verminkt). |
19. | Sprongstraat 6. Topgevel (1645). Gebeeldhouwde vleugelstukken. Versierde vensterfrontons. |
20. | Houtmarkt 84. Trapgevel met gebogen fronton (1660) en gebeeldhouwde vleugelstukken. Ontlastingsbogen. Twee tweedeelige vensters met gemetselden middendorpel. Onder den top een oeil de boeuf. Sieranker. |
21. | Groenmarkt 2. Trapgevel (1660 in den top). Hijschbalk. |
22. | Waterstraat 26. Gevel (XVII) met kroonlijst, waaronder consoles, Lodewijk XV. |
23. | Nieuwstraat 40. Topgevel (1665 blijkens steen) met inen uitgezwenkte zijkanten. |
24. | Lange Hofstraat 3. Trapgevel (1671 blijkens steen) met gebeeldhouwde vleugelstukken. Rijke ankers. Achtergevel met trappen. Overblijfselen van een achtkanten traptoren. Inwendig: gesneden houten schouw (XVIII a). Marmeren schoorsteen met spiegelomlijsting (XVIII c). |
25. | Laarstraat 118. Gepleisterde trapgevel. Ankers: 1680. |
26. | Molenbeekstraat, naast Nr. 1. Gepleisterde tuitgevel (1681 blijkens ankers) met gebeeldhouwde aanzetten. Verguld-koperen windvaan: meermin. |
27. | Kuiperstraat 17. Gepleisterde gevel. Top (XVII d) met omlijsting van een oeil de boeuf. |
|
| |
| |
C. | Lodewijk-stijlen.
28. | Halterstraat 20. Gepleisterde gevel met hoog-opgaande pilasters in 't midden. Versierde deurtravee, Lodewijk XIV. |
29. | Halterstraat 22. (Israëlietische school). Gevel met houten deuromlijsting (XVIII A). Gegoten ijzeren hekbaluster voor de deur. Inwendig: portaal met stucplafond en draperie-houden-de engelen. Trapleuning. Gestucte versiering der lantaarn, alles Lodewijk XIV. |
30. | Beukerstraat 48. Hooge topgevel (XVIII a) met ingezwenkte zijkanten en houten top. Oeil de boeuf. |
31. | Sprongstraat 7. Topgevel (1724) met ingezwenkte zijkanten. |
32. | Laarstraat 24. Topgevel (XVIII a) als de vorige. Deur (XVIII c). |
33. | Lange Hofstraat 11. Gevel (XVIII a) met arkeluitbouw gelijkstraats. Inwendig: schoorsteenstuk (XVII B). |
34. | 's-Gravenhof 6. Gevel (XVIII a). Houten kroonlijst met gebeeldhouwde consoles. Deuromlijsting met bovenlicht, Lodewijk XIV. Gesmeed ijzeren hek met twee ingangen en gebeeldhouwde zandsteenen pijlers, waarop siervazen. In het tuinhuis: fragmenten van een betimmering en een schoorsteen, Lodewijk XIV. |
35. | Waterstraat 34-36. Gevel (XVIII b) met opgaande pilasters en arkel op twee Ionische zuilen. Wapen boven den arkel. In Nr. 34 een kamer met betimmering en stucplafond (XVIII b). |
36. | Zaadmarkt 88. Gevel (XVIII d) met versierde middentravee. Kroonlijst. Inwendig: in de voorkamer een behangsel met tafereelen (± 1800). Schoorsteennis met stucversiering (XVIII d). Hierachter een pakhuis met ten deele oude eiken kap. In het gedeelte tusschen deze twee huizen een kamer met overblijfselen van een beschilderd tongewelf, vloer van roode estriken, muurkastje met omlijsting (XVII), twee kruiskozijnen en drie fragmenten van wapenruiten (1628). |
|
| |
| |
|
37. | Beukerstraat 56. Gevel met deur- en raamomlijsting (XVIII d). |
|
Fragmenten en details.
1. | Proosdijsteeg 2. In den zijgevel twee nissen (XIV A) met gekoppelde driepasbogen. |
2. | Frankensteeg 13. In den zijgevel een dergelijke nis, waarin een venster is gebroken. |
3. | Oude wand 26. In den achtergevel (XV) drie spitsboognissen met baksteenen zuiltjes en gekoppelde spitsbogen. De top afgedekt door een ezelsrug. |
4. | Rijkenhagen 17 Aan de achterzijde een over de Berkel uitgebouwde arkel op vier houten leeuwen (XVI B) als dragers. |
5. | Rijkenhagen naast Nr. 47. Ankers (XVII). Cartouche (1664) onder een vensterfronton. |
6. | Nieuwstraat 3. In de kroonlijst: 1671. |
7. | Groenmarkt 12. Zandsteenen deuromlijsting (XVIII a). |
8. | Lange Hofstraat 17. Houten top, Lodewijk XIV. |
9. | Oudewand 28. Deuromlijsting, Lodewijk XIV. Kroonlijst en vensteromlijstingen, Lodewijk XVI. |
10. | Zaadmarkt 91. Deuromlijsting (XVIII a). Eiken trap, Lodewijk XIV. |
11. | Kuiperstraat 1. Versierde deurtravee (XVIII a). Schoorsteen (XVIII a) met schilderij, get. J. Barckhuys. |
12. | Oudewand 17. Deuromlijsting, Lodewijk XVI. Twee ijzeren stoephekjer XVIII c. |
13. | Houtmarkt 51. Overblijfselen van oude pannenbedekking met ‘monniken en nonnen’. |
Details van interieur.
1. | Houtmarkt 44. Gestucte zoldering (1616) als in het Raadhuis, over een insteekkamer. |
2. | Laarstraat 21. Schoorsteenstuk (XVII). |
| |
| |
3. | Oude Wand 25. Stucplafond (± 1750). Stucplafond, Lodewijk XVI (geverfd). |
4. | Groenmarkt 14. Stucplafond (XVIII c). Gedrukt papieren behangsel, Empire. Marmeren schoorsteen, Lodewijk XV. Op de bovenverdieping een behangsel (XVIII a), als in het Burgerweeshuis. |
Stoeppalen.
Voor Houtmarkt 68., twee hardsteenen palen met beeldhouwwerk (XVI b).
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld:
Korte Hofstraat 2 (1548), Turfstraat 4 (drie steenen: 1579), Barlheze 33 (1620), Houtmarkt 82 (1658), Barlheze 23 (1663), Achterhoven tusschen 24 en 36 (XVIII).
Ankers:
Pelikaanstraat 8 (1621), Vaaltstraat 1 (1647), Laarstraat 136-148 (1630).
Gesmeed ijzeren armen voor uithangborden: Raadbuissteeg 1 en Laarstraat 94.
Oude verlaatbakken: o.a. Kuiperstraat 2.
| |
h. Musea en particuliere verzamelingen.
1. Het Stedelijk museum in het Wijnhuis bevat o.a.: een panderstaf (1502), twee bodestaven met de jaartallen 1573 en 1574, doch ten deele XVI a), aardglobe van 1604, fragment van een eiken schepenbank (XVII c), bouwfragmenten enz. Catalogus (1916), samengesteld door Jvr. C. Engelen.
2. Verzameling Ypey. Chineesch blauw (familiebezit).
|
|