Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
(1917)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendBennekom.De ned. herv. kerk in 1857 herbouwd, in 1906 hersteld, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip met latere zijbeuken (XV c); een modernen aanbouw; en eenen toren (beneden XIV, later verhoogd), waartegen overblijfselen van een traptoren met gemetselde wenteltrap. In den noordwand van het schip enkele lagen tufsteen. Inwendig: steenen netgewelven over de zijbeuken, gestucadoorde zoldering over het schip. Op een kraagsteen aan den noordkant: 1542. Onder in den toren een fragment van een wijwaterbakje. De kerk bezit: Grafzerken: XVI (fragment), 1600, 1601, 1612, 1663 (?) Twee klokken, eene in 1613 gegoten door Falck van Neurenberg, en eene in 1650 door Peter en Henrick van Trier. | |
[pagina 68]
| |
Van het kasteel Hoekelum is nog slechts een deel van den gewelfden onderbouw (XV), alsmede de daarboven gelegen zaal met stucversiering en -plafond, Lodewijk XVI, over. | |
Ede.De ned. herv. kerk (H. Barbara), gebouwd XV b-c (een oudere parochiekerk reeds 1216 genoemd), na het afbranden (1420) der vorige, en in 1636 wederom door brand geteisterd, is een aan den noordkant beraapt baksteenen gebouw, bestaande uit een schip met zuidbeuk (van den niet herbouwden noordbeuk zijn de gedichte scheibogen zichtbaar); een dwarspand met traptoren (XV c) aan den noordoostkant en sacristie aan den zuidoostkant; een 5/8-gesloten choor (XV b); en eenen toren, grootendeels van tufsteen (XV c), verhoogd XVII c in baksteen, met in 1886 herstelde spits. Steenen kruisribgewelven. In het choor netgewelven, alsmede schalken gelijk te Elst. Ten N. en ten Z. van de sluiting een ampullennis. De toren heeft op de hoeken van de tweede en de derde geleding voetstukken en overhuivingen voor beelden. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1674) met twee koperen lezenaars (1756 en 1765), dito zandlooperhouder en doopbekkenhouder (XVIII c). Gesneden banken en doophek (1674), gedeeltelijk afgebroken voor het orgel. Orgel (1845) door Schwarze uit Anholt. Gesneden balk (1674) aan de orgeltribune. Grafzerken (XVI-XVIII). Rouwbord (1761). Vier koperen kronen (1791); koperen kandelaar (1765). Twee zilveren bekers (XVIII d). Drie klokken, eene in 1636 gegoten door Peter van Trier, Johan Philipsen en Willem Evers; eene in 1733 door de Grave en N. Muller te Amsterdam, eene in 1734 door N. Muller. | |
[pagina 69]
| |
In de consistoriekamer een gesneden eiken kast (XVII d) en een eiken kist (XVII c). | |
Lunteren.De ned. herv. kerk (H. Antonius), in 1878 vernieuwd, heeft van de oude, in 1566 tot parochiekerk verheven en in 1571 ingewijd, slechts de choorsluiting en den toren (XVc, hersteld 1908) met achthoekigen traptoren over. Tegen den toren draagsteenen voor beelden. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Twee klokken, eene in 1775 gegoten door Alexius en Henricus Petit, en eene in 1836 door Petit en Fritsen. In de kerk een wijzerplaat met beeldje (XVIII), als te Barneveld. | |
Otterloo.De ned. herv. kerk, een geheel gepleisterd gebouw, in 1832 belangrijk hersteld, heeft een schip (XIV, in 1865 verhoogd); een driezijdig gesloten choor (XV d), beide overdekt met een houten zoldering; en eenen op twee dwarsmuurtjes tegen den westwand van het schip opgetrokken toren (XVI a). De kerk bezit: Zandsteenen doopvont (XII B), thans gebruikt als bloemenbak in den tuin van een kerkvoogd. Eiken preekstoel (XVII d) met koperen lezenaar (XVIII). Eiken doophek en -banken (1680), en betimmering (XVII d). Hardsteenen zerk (1623). Twee koperen kroontjes (stijl XVII). Twee klokken, in 1680 gegoten door Joh. Fremy. |
|