Volk. Jaargang 2(1936-1937)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] Anton van de Velde: Madrid Mijn broer schiet bij de rebellen naar de volksbuurt te Madrid. Komt hij thuis, dan kan hij vertellen hoe 't ginder in Spanje zit. Mijn zwager vecht bij de rooden met 'n Russisch snelvuur-geweer, met kogels van Fransche joden; Amerika levert het smeer. Mijn broer draagt 'n Heilig-Hart-prent aan 'n touwtje (ze ruikt wat rans); mijn zwager, die niets van Spaansch kent, bidt 'n Vlaamschen rozenkrans. Mijn broer zendt winterwanten; die zijn naar Vlaandren gericht, maar zij varen langs Alicante naar de Puerta waar m'n zwager ligt. Die antwoordt met ‘zalig nieuwjaar’, en stuurt nog wat dadels mee, want Onze lieve Vrouw del Pillar en de oorlog - dat zijn er twéé! Mijn broer heeft 'n week gezwegen, wij wisten niet hoe of wat, maar hebben hem thuis gekregen alsof de dood in hem zat. [pagina 113] [p. 113] Ze hadden wat bar gevochten daar in de luizenbuurt, totdat ze 'n berrie vlochten; hij had naar de sterren getuurd. Z'n linkerpoot moet hij missen - de rest gaat nog tamelijk goed, maar niemand kan raden of gissen: wààr haalt hij dat roode bloed? Na zeven dagen zwijgen begint hij te spreken: Ik schoot om m'n handen warm te krijgen... Maar die zwager van jou - is dood. 2.1.'37 Vorige Volgende