Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] De Gemoedsrust. Wijze: 'k Laat den Sultan, welgemoed, enz. Ach! wat is het leven zoet, Als men geen begeerte voedt Dan naar 't geen men kan bekomen, IJdle wenschen, dwaaze droomen, Kwellen nooit dat stil gemoed; 't Is vrij bis. Wangunst komt hem nooit op zij; Hij leeft altijd weltevreden, Door stille zeden, bis. Zie daar buurman Jan Tabak, Wint hij niet, op zijn gemak, Schoon niet rijk in huis of landen, 't Sober kostjen met zijn handen, Vrolijk met een leêgen zak, Ja, bis. Hoe 't ook op en ondergaa, Hij is altijd wel te vreden, Door stille zeden. [pagina 12] [p. 12] Daarentegen Piet de vrek, Heeft altijd een groot gebrek, Altijd nijdig op zijn buuren, Kan van onrust naauwlijks duuren, Roert altijd zijn' lasterbek, Hij snaauwt, bis. Daar hij buldert, knort en graauwt; Nijdig, morrend en te onvreden, Door laage zeden. Vrienden kiest den stillen vreê, Zij voert lieve blijdschap mêe, Zij doet lang en vrolijk leeven, Haar is 't waare heil gegeeven, Arm vernoegd en rijk gedwee, Is zij, bis. Staêg van bange zorgen vrij, Altijd blijd en wel te vreden Door stille zeden, bis. A.F.Sz. Vorige Volgende