Droom en werkelijkheid
Gaandeweg werd ook in de ‘Dichtung’ dieper geboord, zoals blijkt uit de bekentenissen van Jean-Jacques Rousseau en Goethe. Coleridge ging in zijn Biographia literaria op zoek naar de kern van het literaire wezen, wat hij uitdrukte in zijn beroemde ‘Suspension of disbelief’ (1817), ‘a semblance of truth’, ‘het willen geloven in’ en ‘het toelaten van’ de verbeelding. Zo creëerde Mary Shelley in de 19de eeuw Frankenstein (1818;1831) waarvan ze het construct als resultaat van haar verbeelding benadrukte. Hoe konden we het ons inbeelden?
Nu stellen we ons de vraag: wie is de robot? Humanoid van Max Aguilera-Hellweg confronteert ons met het historische keerpunt dat de fictie van Blade runner (1982) door de werkelijkheid wordt ingehaald. Een zekere ‘Bina 48’, een sprekende buste, beantwoordde haar verzorgster als volgt: ‘Ik beleef een kleine existentiële crisis. Ben ik levend? Besta ik echt?’ De Japanse androïde robot heet nu ‘Yume’, hetgeen in het Japans ‘droom’ betekent; een verre echo van Calderon de la Barca's La vida es un sueno. We zijn dan beland bij wat Dorian van der Brempt (De Morgen, 9/05/2017) hoopt: ‘Ik droom van een beweging waar dromende doeners een nieuw boek schrijven’.
Zo komen we terug bij de ‘verbeelde waarheid’. Pleit Torfs voor een waarheid zoals die bij uitstek in de literatuur aanwezig is? Een waarheid die over alle feiten heen, nep of waar, dieper ligt en ons menszijn een ware ethische dimensie geeft?
# Martine de Clercq is emeritus gewoon hoogleraar Europese en Vergelijkende literatuurwetenschap en prorector van de KU Brussel. Haar doctoraat handelde over Samuel Beckett en haar onderzoek spitst zich toe op het motief van de stad in de literatuur.