knarsetandend toezien hoe sommige uitgeverijen van wanbetaling en auteursbedrog een huisstijl maakten. Ook met de auteursrechtenmaatschappijen zoals Reprobel, Sabam, Sofam en Sacd-Scam verliepen de gesprekken stroef. Deze vennootschappen werkten allesbehalve transparant en gaven de indruk eerder bekommerd te zijn om eigen besognes dan om die van hun leden. In het kielzog van deze perikelen was er het schandalige manco dat België een van de weinige Europese landen was waar geen billijke leenrechtvergoeding bestond ter compensatie van gederfde inkomsten door bibliotheekwerking. Er was voor de VAV nog veel werk aan de winkel.
Werkcongres van de VAV in 2011 in Antwerpen. (© VAV)
Prijs voor de meest auteursvriendelijke uitgever. (© RR)
Te meer omdat - lang door schaamte verborgen - de schrijnende armoede van een aantal prominente oudere Vlaamse auteurs als schandvlek zichtbaar werd. Cultuurminister Bert Anciaux zorgde voor enig soelaas door de uitbetaling van een pensioenbonus en een eregeld. Maar zijn opvolgster, Joke Schauvliege, schafte de regeling meteen weer af. Intussen begonnen auteurs, vertalers en illustratoren de weg naar de VAV te vinden. Door infoloketten en individuele dienstverlening kregen ze advies en bijstand bij problemen waarmee ze beroepshalve geconfronteerd werden. Natalie Ariën die Isabelle Schoepen opvolgde als stafmedewerkster, werd in dezen het aanspreekpunt.
In december 2009 vond in deSingel in Antwerpen een eerste werkcongres plaats. De bijeenkomst (tegelijkertijd studiedag, discussieforum en netwerkmoment) zou een jaarlijkse druk bijgewoonde traditie worden.
Eind 2010 presenteerde de VAV de resultaten van een onderzoek naar het inkomen van haar leden. Onderzoekster Loes Chielens legde ontluisterende cijfers voor. Auteurs en vertalers zijn hoogopgeleid en verdienen per werkuur vaak minder dan ongeschoolde werkkrachten: het werd duidelijk dat zij de onderbetaalde grondstofleveranciers van de boekensector zijn.
De onderzoeksresultaten wapenden de VAV in de strijd voor een correct modelcontract, een billijke leenrechtvergoeding en een vlot toegankelijke subsidieregeling voor auteurslezingen. Het opnemen van een zichtbare rol in gremia zoals het BoekenOverleg (hier zitten alle partners uit de boekensector rond de tafel) en in de Strategische Adviesraad voor Cultuur vergrootte de slagkracht. Lidmaatschap bij het Conseil Européen des Associatons de Traducteurs Littéraires en het European Writers' Council en samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Letterkundigen leidden tot een internationale inbedding.
Met de Vlaamse Uitgeversvereniging werd na lang palaveren een modelcontract bedongen. Dat was mooi op papier, maar spoedig zou blijken dat niet alle uitgevers er correct mee omgaan.
Eind 2012 verscheen eindelijk het Koninklijk Besluit dat het leenrecht regelt, andermaal een pyrrusoverwinning want de leenrechtvergoeding ligt merkelijk lager dan die in de buurlanden. De effectieve uitbetaling laat bovendien nog steeds op zich wachten.
Wat wel een mooie oplossing kreeg, was het dossier voor gesubsidieerde auteurslezingen. Vanaf begin 2013 zou het VFL, en niet langer de Stichting Lezen, deze materie behartigen. In nauwe samenspraak met de VAV heeft het VFL een vlot lopende, laagdrempelige en transparante regeling voor auteurslezingen op poten gezet.
Tussendoor, in januari 2011, belandde de VAV ook in een ‘Clavisstorm’. Uitgeverij Clavis onthield jarenlang tientallen auteurs en illustratoren de centen waarop ze recht hadden. Schrijfster Rian Visser had het lef dit op haar blog aan te klagen. De VAV betrok vervolgens de pers, bundelde de klachten en ging het debat met de Clavisleiding aan. Quasi alle gedupeerden die de VAV hun dossier toevertrouwden, kregen uiteindelijk waar ze recht op hadden.