nog raad weet, een kind aan het woord om conclusies te formuleren. Dat vindt Devillé een hoopvol signaal voor de toekomst. De 99 stilzwijgende figuranten in Angst, die muur van mensen, die permanente bezetting van het podium, illustreren de verstarring die onze maatschappij verlamt maar tegelijk nodigen ze uit stil te staan bij en te reflecteren over de complexiteit van de situatie.
Braakland/Zhebilding, Hebzucht. (© Freek Verdonckt)
‘Zolang de actualiteit en haar oorzaken duren, duurt ook de relevantie van het stuk.’
Devillé en met hem zijn co-makers en -bedenkers, Els Theunis en Adriaan Van Aken, zijn niet van oordeel dat het theater, hoe geëngageerd ook, als opdracht en taak heeft het publiek wakker te schudden of een geweten te schoppen - wat Fo bijvoorbeeld en Brecht voor hem wel duidelijk beoogden -, maar ze hoeden zich voor scheve redeneringen en willen de actualiteit in een juist historisch perspectief zetten en er over doen nadenken. En humor kan helpen bij de reflectie omdat een passende relativering de dingen vaak in een juistere en bredere context kan zetten. Dat engagement is bij BZB geen hol begrip.
In mei 2010 werd Braakland/ZheBilding benoemd tot stadsgezelschap van Leuven. En als dusdanig wil het een duidelijke positie innemen in de stad. Door het maatschappelijke debat te voeden, inspiratie en verbeelding aan te reiken en nieuw talent te ondersteunen, door zijn rol in de samenleving en in deze stad vergroten. BZB wil met zijn creaties actief naar buiten treden zowel in als buiten de stad, zowel op een eigen speelplek als op onverwachte locaties, en steeds zijn toeschouwers uitdagen. Dit door niet enkel ‘hapklare’ voorstellingen te presenteren, maar ook onverwachte artistieke en inhoudelijke zijsprongen te maken. De samenleving botst op fundamentele vraagstukken. Theater biedt de kans de werkelijkheid vanuit een ander perspectief te bekijken, één dat diepte biedt, of opening. Kunst wordt hier niet beschouwd als kers op de taart, maar als gist, iets dat borrelt en doet rijzen.
De voorstellingen en projecten die BZB maakt, getuigen inderdaad van permanent engagement tegenover de wereld en de tijd waarin we leven. Elke productie begint met reflectie. Tekst en muziek komen vanuit deze actualiteitsreflectie tot stand. Met grote zorg voor waarachtigheid en kwaliteit. En dat loont. De prestigieuze Taalunie Toneelschrijfprijs voor zowel Lied (2006) als Hitler is dood (2009) toont dat prachtig aan. Nooit won een theatergezelschap twee maal zo snel na mekaar deze belangrijke prijs. En dan er is ook nog de nominatie voor de Vlaamse Cultuurprijs Podiumkunsten voor Kris Cuppens (2007) of de ZaMu-nominaties voor Geert Waegeman (2004 & 2005).
En toch... De subsidiepolitiek van deze regering noopt het gezelschap ertoe een fusie aan te gaan. Met, hoe kan het anders, het Genkse theatergezelschap De Queeste van Christophe Aussems. Een naam heeft het nieuwe gezelschap nog niet, maar de ambitie is duidelijk: hét theaterhuis worden van de as Leuven-Hasselt-Genk. Er was al intensieve samenwerking rond Angst en Hebzucht, en er was een continuering gepland voor het nog te maken derde deel van het drieluik (Hoop) dat in december van dit jaar in première gaat. Er was dus al een grote artistieke en inhoudelijke verbondenheid, maar ook een grote affiniteit op vlak van organisatiecultuur. Beide gezelschappen beseften dat ze eigenlijk hetzelfde aan het doen waren: nieuwe voorstellingen maken die zich verhouden tot de maatschappij, de wereld, de stad. En er is ook complementariteit. Zoals ze zelf aangeven: Braakland is sterk in creatie en community building, de Queeste in community-based theater en talentontwikkeling. En de beide teams klikken wonderwel in mekaar.
Samen vormen ze straks een nieuw theaterhuis op de as Leuven-HasseltGenk, die een slagkrachtig theater verdient. Door de krachten te bundelen, willen de partners dit gebied duurzaam verstevigen met een sterk project. Daarbij wordt ook expliciet ingezet op samenwerking met andere lokale spelers, op alle mogelijke echelons: programmering, publiekswerving, publiekswerking, ervaringsuitwisseling. Voor dit project vonden ze wel steun bij de cultuurminister, die van de burgemeesters van de drie steden hadden ze al. Zo wordt een stadstheater geïnstalleerd zoals er nog geen bestaat: een eigentijds ‘steden’-theater. In mei wordt het nieuwe theaterhuis voorgesteld, onder de nieuwe naam en met een nieuwe programmering. We zijn benieuwd.
# Stefan Vancraeynest is licentiaat in de Germaanse filologie met specialisatie dramatiek en dramaturgie. Hij werkte onder andere als adjunct-directeur cultuur voor de Stad Kortrijk en directeur van het Vlaams Centrum voor Amateurkunsten. Hij is gastdocent aan het RITS, werkte mee aan culturele programma's van de VRT Radio en is tevens toneelauteur, acteur en regisseur. Als redacteur bij Kunsttijdschrift Vlaanderen legt hij zich toe op podiumkunsten.