Te gast
Kristiaan Borret
De Vlaamse Cultuurprijs voor Architectuur 2012-2013 werd toegekend aan Kristiaan Borret (1966), sinds 2006 de stadsbouwmeester van Antwerpen. In 2003 reeds kreeg de stadsarchitect van Eeklo, Filip De Pau, de Vlaamse Cultuurprijs. Opnieuw gaat de onderscheiding niet naar een architectonisch oeuvre maar naar een persoon die de opdracht heeft om de kwaliteit van gebouwen en stedelijke ruimte te bewaken.
Borret studeerde burgerlijk ingenieur-architect (KU Leuven). Na zijn studies was hij werkzaam als stedenbouwkundige in het Projectteam Stadsontwerp onder leiding van Marcel Smets van de KU Leuven. Sinds 1996 is hij verbonden aan de Vakgroep Architectuur en Stedenbouw van de Universiteit Gent (vanaf 2002 deeltijds). Hij was ook lid van de interdisciplinaire onderzoeksgroep GUST (Ghent Urban Studies Team) en het Labo S&S. Van 2002 tot 2006 had hij een opdracht in de privésector als afdelingshoofd ruimtelijke planning bij het bedrijf Technum. Hij publiceerde in meerdere vaktijdschriften en was verschillende malen redactielid van het Jaarboek Architectuur Vlaanderen, een uitgave van het VAi. Zijn parcours situeert zich tussen theorie en praktijk, tussen beleid en ontwerp, tussen publieke en privé-sector.
Het Nederlandse idee van een ‘bouwmeester’ kreeg een Vlaamse invulling toen in 1999 bOb Van Reeth werd aangesteld als eerste Vlaamse Bouwmeester. In Gent discuteert men nog steeds of een bouwmeester wel wenselijk is terwijl Antwerpen het ambt instelde in 2006. Wachten tot de bouwaanvraag binnen komt om vervolgens een vergunning te geven of te weigeren is voorbij. De taak van een stadsbouwmeester en zijn equipe is om zoveel partners die betrokken zijn binnen het bouwproces, samen te brengen aan het begin van de rit. Deze formule van werken wil afstappen van een strak en rigide sectordenken. Het bouwproces is zo complex geworden met zoveel partners dat samenwerking vanaf het begin van essentieel belang is om soms tegengestelde belangen met elkaar te kunnen verzoenen.
Een draagvlak laten ontstaan bij complexe projecten is een moeilijke opdracht maar is de enige weg om ervoor te zorgen dat er kwaliteit wordt bekomen. Belangrijk om te vermelden is dat niet enkel stedelijke diensten beroep kunnen doen op Borret en zijn equipe maar ook verzelfstandigde stedelijke organisaties als het Havenbedrijf of de AG Vespa (Autonoom Gemeentebedrijf Vastgoed en Stadsprojecten Antwerpen). Ook projectontwikkelaars en sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen zijn deskundigheid inroepen. De opdracht van een stadsbouwmeester is niet ontwerpen, wel iedereen op één lijn krijgen en dit om de leefbaarheid van onze steden in de breedste zin te verhogen. Een beleid moet erop gericht zijn toekomstige conflictsituaties zoveel mogelijk te vermijden. ‘Hij is het klankbord: een onafhankelijke gesprekspartner met een onderbouwde mening, maar niet te beroerd om andere standpunten over te nemen’, stelt de jury. ‘Laveren tussen zoveel partijen vraagt tactisch inzicht, geduld en luisterbereidheid. Veel mensen die met hem te maken kregen, vinden dat zijn rol van onschatbare waarde was en een kwalitatieve sprong in het ruimtelijk beleid van de stad betekende.’
■ Kristiaan Borret [© Miriam DeVriendt]
De zorg voor de publieke ruime is essentieel omdat dit voor Borret het bindend element, zelfs het wezen is van stedelijkheid. Een mooi voorbeeld is de bouw van de nieuwe Jeugdherberg door Toerisme Vlaanderen. Naast een voortreffelijk gebouw van architect Vincent Van Duysen ontstond een nieuw stedelijk plein. Hierdoor zijn er winnaars op elk niveau.
Op de vraag of hij binnen de nieuwe bestuursploeg nog nieuwe aandachtspunten kan aanbrengen, was hij formeel (DS 14 oktober). Voor de rand van Antwerpen, de 20ste-eeuwse gordel, is er nog geen ruimtelijke visie ontwikkeld. Een dringende aangelegenheid om Antwerpen in zijn geheel te kunnen benaderen op beleidsniveau.
De prijzen zeggen vaak ook iets over de jury. Met de keuze van Borret wilde die ongetwijfeld het signaal geven dat de aanstelling van een stadsbouwmeester een goede beleidskeuze is geweest en dat het nieuwe bestuur er beter aan doet de ingeslagen weg te continueren. Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege volgde het advies van de jury: ‘Mijn cultuurbeleid gaat versnippering te lijf. Kristiaan Borret doet dit door architectuur niet als een alleenzaligmakend paradigma te beschouwen maar als een instrument om onze ruimte in al haar facetten te verbinden. Door stedenbouwkundigen, nutsbedrijven, ontwerpers, investeerders, bewonersgroepen samen te brengen, maakt hij een draagvlak voor soms moeilijke bouwprojecten.’
|MARC DUBOIS|