Verdwalen, ver van huis, ver van het spiedend oog der dorpen,
in weilands groene grassenzee: traag, trager de witte wolken tellen.
De gaten. De witte gaten in een uitspansel van Pruisisch blauw,
verknipt weerspiegeld in de sloten en met kroos omkranst.
Ach, al die godvergeten middernachtelijke uren, al die wijn. Al dat staren
door een raam dat als een witte lijst omheen de uitgewiste tuin zit. All that jazz
(vanuit het zwarte gat Ten Hole teemt een tenor
iets wat op Monk in Paris lijkt).
All those jarretelles. In de besproete spiegel op de patio. Kijk hoe
een jonge vrouw naar voren neigt, een lok herschikt, een lip herstift. Zodoende,
zonder het te weten, de perfectie breekt. Dàt is de ware élégance, zei je,
tussen koerende doffers, toen je haar nog krulde, in de plooien van het land.
Te Nukerke.
Te Nukerke bassen immer de honden in de wijkende dag. Keert zich
het bokkig hoornvee om en om in de stallen, op zoek naar de slaap.
Nog even. En sneeuw
sneeuwt het uitzicht dicht. Wolken en watten. Wie nu geen huis heeft -
|FRANS DESCHOEMAEKER|
FRANS DESCHOEMAEKER (Kortrijk, 1954) is dichter. Zijn zesde dichtbundel, Onder de barnsteenroute. 23 variaties op een thema van Lars Gustafsson verscheen eind 2011 bij het Poëziecentrum te Gent. Hij woont in de Vlaamse Ardennen, op een boogscheut van Ten Hole 16 te Nukerke, waar nog steeds de vierkantshoeve met rieten dak uit 1720 staat, die Hugo Claus van 1964 tot 1970 bewoonde.