[nummer 281]
Woord vooraf
Meer dan enig ander natuurlijk element speelde de zee een bepalende rol in de geografische, politieke, economische en socio-culturele ontwikkeling van Vlaanderen. Nu eens als voedselleverancier, dan weer als transportmiddel, inspiratiebron zonder weerga voor kunstenaars allerhande, bron van ontspanning en toeristisch vermaak of - spijtig genoeg al te vaak ook - als afvaldepot.
Hieraan een tentoonstelling wijden was geen sinecure. De omvang van het gegeven, de veelheid en verscheidenheid van documenten en voorwerpen veroordeelden de initiatiefnemers bijna op voorhand tot grote onvolledigheid. Dit themanummer van Vlaanderen, als aanvulling en catalogus bij de tentoonstelling gepubliceerd, bewijst het: de onderwerpen in negentien bijdragen behandeld, hadden wellicht stof voor evenveel aparte tentoonstellingen kunnen leveren.
Waarom in Oudenburg, zal de lezer en de bezoeker zich ongetwijfeld afvragen...
Lang geleden, tijdens de Duinkerke II transgressie, stierven de golven van de Noordzee bij hoogtij aan de voet van het Romeinse castellum in Oudenburg. Toen nog leek deze vestiging door zijn ligging voorbestemd om een prominente rol te spelen in het verdere verloop van de geschiedenis van de Vlaamse kustvlakte.
Dat het die verwachtingen slechts heel gedeeltelijk kon inlossen, was niet enkel te wijten aan de desintegratie van het Romeinse Rijk en het vertrek van het Romeinse garnizoen in het begin van de 5de eeuw. Meer nog wellicht waren de zeeregressies en de latere dijkenbouwers hiervoor verantwoordelijk, waardoor onze grillige kustlijn een tiental kilometer meer in noordwestelijke richting vaste vorm kreeg en Oudenburg verstoken bleef van een direct contact met het open water en de potentiële economische activiteit hiermee verbonden.
Maar wanneer het grillige spel van ebbe en vloed, transgressie en regressie met dijken was bedwongen, werden kanalen gegraven: Brugge-Oostende, Plassendale-Nieuwpoort... en lag Oudenburg ten slotte toch weer aan zee.
Wij danken al wie aan deze vijftiende zomertentoonstelling in het Oudenburgse Abtsgebouw heeft meegewerkt: het tijdschrift Vlaanderen en de auteurs van de negentien wetenschappelijke bijdragen die de meest verscheidene aspecten van de relatie tussen zee, aarde en mens behandelen; de bruikleengevers die welwillend vaak waardevolle stukken ter beschikking hebben gesteld.
De realisatie van de tentoonstelling berustte zoals steeds bij de Dienst Cultuur en de Technische Dienst van de stad zorgde voor een keurige technische uitvoering, waarvoor eveneens onze dank en waardering.
Romain Roose Schepen voor Cultuur