Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 43
(1994)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||
Beschouwend proza• Roger-A. BlondeauMercator van Rupelmonde, uitg. Lannoo/Tielt, 1993, reeks ‘Biografie’, 245 × 160 mm, geïll. met zw.-w.-foto's en tekeningen, 144 blz., gebonden 895 fr. - In 1994 is het 400 jaar geleden dat Gerardus Mercator (Gerard de Cremer) in het Duitse Duisburg overleed. Onderhavige publikatie is een handig boekje ‘om de lezer nader kennis te laten maken met Mercator’. Meer pretentie heeft deze uitgave wel niet, een goede inleiding, een bondige kennismaking, een vlot leesbare samenvatting van de al gepubliceerde gegevens. We krijgen een boeiend portret van een grote Vlaming, van een bekend humanist, van een beroemd cartograaf. Het werk is traditioneel biografisch en chronologisch opgevat. We reizen met Mercator mee door het zestien-de-eeuwse Vlaanderen en het Duitse Rijk en maken intussen summier kennis met het opkomende protestantisme en de reactie van de Rooms Katholieke Kerk ertegen en krijgen meteen een beknopte historische achtergrond. Ook geraken we natuurlijk vertrouwd met de toenmalige stand van de cartografische wetenschap en met de belangrijke aanvullingen van Mercator op dit gebied. Kortom een nuttig overzicht, in het Nederlands, als eerste kennismaking. JLM | |||||||||||||||||||||||
• Navin ChawlaMoeder Teresa. De geautoriseerde biografie, uitg. BZZTôH / 's Gravenhage, 1993, verdeeld door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147A, 2018 Antwerpen, geïll. met zw.-w.-foto's, 256 blz., paperback 690 fr. - De naam van Moeder Teresa roept onmiddellijk het beeld op van de fragiele vrouw in het bekende kleed, die zich bekommert om de armen in de sloppenwijken van Calcutta. Gewapend met een grenzeloos vertrouwen richtte Moeder Teresa een religieuze orde op die overal ter wereld de evangelische boodschap van liefde verspreidt en beleeft. Ze stichtte huizen voor armen, gehandicapten, wezen, leprozen, stervenden en meer recent Aids-lijders. Voor dit werk werd ze alom geprezen en bekroond met belangwekkende prijzen. In dit boek vertelt Navin Chawla (de auteur groeide op in India en studeerde in Londen en werkt tegenwoordig in New Delhi) met veel inzicht en warme betrokkenheid het verhaal van Moeder Teresa. Hij sprak met vele ‘getuigen’ en kreeg inzage in veel zeldzame documenten. Het resultaat is een intrigerende biografie over een van de meest bijzondere vrouwen van deze tijd. DVK | |||||||||||||||||||||||
• Roger NicholsDebussy. In de spiegel van zijn tijd, uitg. J.H. Gottmer/Haarlem, 1993, verspreid door Uitgeverijen Singel 262, Edelinckstraat 9, 2018 Antwerpen, geïll. met zw.-w.-foto's, 215 × 145 mm, 278 blz., genaaid 759 fr. - In dit boek volgt de publicist Roger Nichols de levensloop van Debussy aan de hand van herinneringen van tijdgenoten zoals b.v. Erik Satie. Debussy blijkt een eigenzinnig en hypergevoelig man te zijn geweest met een complexe persoonlijkheid. Hij bewonderde Wagner en Bach, hield van Shakespeare, Dickens en ook Poe. Hij hield van grapjes maar kon van de kleinste onbenulligheden over zijn toeren raken. Met huwelijkstrouw nam hij het niet altijd zo nauw en men sprak vaak schande van hem. Hij kon ellenlange discussies houden over ‘het leven’ maar vermeed over muziek te spreken. In dit boek komt Debussy te voorschijn als een ongrijpbaar, gecompliceerd en tegenstrijdig man die echter ook zeer charmant kon zijn en alleszins een enorme ‘persoonlijkheid’ was. Een interessant boek voor wie de ‘mens’ achter de begenadigde componist wil leren kennen. DVK | |||||||||||||||||||||||
• Alfons K.L. ThijsAntwerpen Internationaal Uitgeverscentrum van devotieprenten 17de-18de eeuw, uitg. Peeters, Bondgenotenlaan 153, 3000 Leuven, 1993, Miscellanea Neerlandica VII, geïll. met zw.-w.- en kleurenillustraties, 240 × 160 mm, 163 blz., genaaid - Vlaamse devotieprenten blijven blijkbaar een geliefd verzamel- en studieobject. Geregeld worden er tentoonstellingen georganiseerd en verschijnen in dit verband boeken en uitgaven. Ook Vlaanderen publiceerde in 1992 een themanummer rond dit onderwerp. Tevens werd er toen in Oudenburg een expositie in dit verband georganiseerd. Ook ter gelegenheid van Antwerpen Culturele Hoofdstad vond er in de bibliotheek van de UFSIA een tentoonstelling plaats over Vlaamse devotieprenten uit de 17de en 18de eeuw. De expositie toonde een resem van devotieprenten die getuigden van een uitzonderlijke kwaliteit. Terzelfder tijd verscheen een wetenschappelijke uitgave geschreven door specialist Prof. Dr. A. Thijs. In dit boek brengt de auteur een historisch overzicht van de Vlaamse en specifiek Antwerpse devotieprenten. Die prenten spelen een voorname rol in het propagandamateriaal dat tijdens de contrareformatie massaal werd voortgebracht. Dat de auteur dan ook uitvoerig op het tijdsbeeld ingaat, mag ons geenszins verwonderen. Interessant is zeker het hoofdstuk waarin de ruime verspreiding aan bod komt. De geschiedenis van de export naar verschillende Europese landen boeide ons enorm. Het boek werd met verschillende illustraties verfraaid. Een register maakt van de realisatie tevens een nuttig werkinstrument. Hopelijk verschijnen nog zulke boeiende uitgaven. JLM | |||||||||||||||||||||||
• Dick StafleuEn toch beweegt zij. Geschiedenis van de natuurkunde van Pythagoras tot Newton, uitg. Boom Meppel/Amsterdam, 1993, verdeeld door Denis & Co bvba, Sterckshoflei 28-30, 2100 Antwerpen, 125 × 200 mm, geïll. met zw.-w.-foto's en tekeningen, 206 blz., genaaid 590 fr. - De legende wil dat Galileo Galilei in 1633, na zijn veroordeling door de Inquisitie, zou hebben uitgeroepen, stampend op de aarde: ‘Eppur si muove’, wat wil zeggen: ‘En toch beweegt zij’. Onder die titel publiceerde Dick Stafleu een bijzonder boeiend overzicht van het natuurkundig denken door de eeuwen heen, geconcentreerd rond de gedachte van de bewegende aarde. Geleerden hebben zich, van de oudheid tot het eind van de 17de euw, suf gepiekerd over de vraag: draait de aarde als een planeet om de zon of vormt zij integendeel het rustende middelpunt van het heelal? Eeuwenlang, van Pythagoras (6de-5de eeuw voor Chr.) tot Buridanus (14de eeuw), over Plato, Aristoteles, Ptolemaios, Alhazen en Peregrinus, geloofde men dat de zon om de aarde wentelde en dat onze planeet niet bewoog. Nicolas d'Oresme schreef in de 14de eeuw: ‘de hemel beweegt en de aarde niet: God bevestigde de aarde, dat zij nimmermeer wankelt’. Niet dat de beweging van de aarde al die onachterhaalbare tijden onbesproken bleef, maar ze werd algemeen verworpen als in strijd met het gezond verstand (dat zegt dat de aarde stilstaat en dat de zon beweegt) én met de filosofie van Aristoteles (384-322 v.Chr.), die tot in de 17de eeuw aan de universiteiten als gezaghebbend onderwezen werd. Dat betekent niet dat die middeleeuwers dom waren, maar hun goede argumenten tegen het idee van de aardbeweging waren van theologische aard, ontleend aan de bijbel of de koran. In een tweede deel schetst dr. Stafleu de Copernicaanse revolutie, de omwenteling die de westerse wereld tot het inzicht gebracht heeft dat de aarde een bewegende planeet is. Aanvankelijk was die opvatting meer een geloofsartikel dan een vaststaand feit: stak er ook niet veel bedreigends in de stelling van een bewegende aarde? De aarde was immers de vaste grond onder het bestaan en is dat nóg, want als zij voelbaar beweegt, als bij een aardbeving, roepen de lui: ‘paniek’. Toch is een bewegende aarde voor ons een uitgemaakte zaak. Ons onderwijs is dermate effectief, dat niemand eraan twijfelt dat de aarde dagelijks om haar as, en jaarlijks om de zon beweegt. In zeven andere hoofdstukjes, van Copernicus tot Newton, over Brahe, Kepler, Galilei, Descartes en Huygens, hangt de auteur een beeld op van evenveel hoofdrolspelers die de hypothese geleidelijk aan in een aanvaarde theorie hebben omgezet. Over deze materie is vanzelfsprekend onnoemelijk veel gepubliceerd, maar deze ‘geschiedenis van de natuurkunde van Pythagoras tot Newton’ hoort in ons taalgebied in de bibliotheek van elke denkende en lezende man en vrouw thuis. L.D. | |||||||||||||||||||||||
• Marcel StormeDromen van gerechtigheid. Beschouwingen over Gerecht en Rechtvaardigheid, uitg. Lannoo/Tielt, 1991, reeks Aperto Libro, 140 × 230 mm, 144 blz., paperback | |||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||
495 fr. - De beschouwingen over gerecht en rechtvaardigheid, die Prof. Mr. M. Storme in de nieuwe essayreeks ‘aperto libro’ uitschreef zijn een mengeling van persoonlijke ervaringen van de rechtsgeleerde en verheven bedenkingen om de gerechtigheid te situeren in onze samenleving. Prof. Storme overloopt vooreerst enkele herinneringen uit zijn jeugd (oorlogsjaren) en uit zijn internationale rechtspraktijk als hoogleraar (Zuid-Afrika, China, Jordanië, Roemenië) en ik noteer met hem ‘wassend onrecht moet bij de aanvang worden bestreden, zoniet installeert men zich erin of hult men zich in het vreselijk en medeplichtig stilzwijgen van de goegemeente’ (p. 27). Even blijft hij stilstaan bij de ‘onrechtstaat’, waar eenieder, gewone burgers en gezagdragers, naar wegen zoeken om aan de tanden van het recht te ontsnappen. Dit belet niet te dromen van gerechtigheid, het uitgangspunt van Martin Luther King, voor wie het ook geen droom op zich zelf was, maar een droom, die hij bestendig voor ogen had om hem geleidelijk waar te maken. Immers de geschiedenis heeft aangetoond dat de droom van de gerechtigheid niet bestaat. Uit de bijbel leert de auteur ons dat gerechtigheid veeleer een handelen is dan een zijn en op het einde van zijn betoog stelt hij treffend ‘ik kan mij moeilijk ontdoen van het onweerstaanbaar gevoel dat de gerechtigheid ergens kan worden gevonden, waar de Hemel en de Aarde elkaar raken, want zoeken naar gerechtigheid is in wezen een religieuze daad’ (p. 130). Hij is gerechtig, die gerechtigheid bedrijft, of nog beter, die het onrecht bestrijdt. Hierbij zijn recht en gerechtigheid helaas niet steeds gelijklopend. Prof. Storme haalt diverse voorbeelden aan hoe de wetgever soms andere doelstellingen nastreeft dan die van de gerechtigheid. Hij neemt nochtans afstand van de uitspraak van de koetsier in Orson Welles' verfilming van Das Prozess van Kafka ‘There are no courts of justice, Sir, there are only courts of law!’ en ontleedt terecht hoe de internationale rechtscolleges te Luxemburg en te Straatsburg sprongen voorwaarts maakten op weg naar de gerechtigheid. Zijn stippelwerk op zoek naar de contouren van de gerechtigheid herneemt Marcel Storme begrijpelijkerwijze bij het negatieve ‘hoe meer men het onrecht bestrijdt, des te meer zal de rechtvaardigheidsidee toenemen’ (p. 100). Voor hem houdt gerechtigheid engagement in, maar ook bestemming en levensgevoel, ook rechtszekerheid, waarheid en gelijkheid: ‘gerechtigheid kan nooit geschieden zonder een waarheidsgetrouw onderzoek’ (p. 108) en hij voegt er profetisch aan toe ‘elke mens zal tegenover zijn medemens, alle mensen zullen tegenover alle mensen, slechts dan gerechtvaardigd zijn zo zij het brood en de gerechtigheid met elkaar delen’ (p. 115). In de laatste bladzijde blijft Marcel Storme stilstaan bij het dankwoord, dat Vaclav Havel op 15.10.1989, toen nog zonder uitreisvisum, liet uitspreken door de toneelspeler Maximiliaan Schell in de Sankt Paulskirche ter gelegenheid van de toekenning van de Vredesprijs op de Frankfurter Buchmesse en waarbij hij stelde dat ‘het woord’ recht en onrecht kan dragen. Hij komt aldus tot het besluit dat, waar dichters de intensiteit van ons levensgevoel uitdrukken, hierbij A.K. Rottiers citerend, juristen de bevoorrechte gidsen kunnen zijn op de weg naar de gerechtigheid. Marcel Storme's hoogstaand betoog blijft aldus een verre droom voor wie de bakens van het gerecht niet kan verplaatsen, maar een prangende realiteit voor wie van de gerechtigheid het mobiel van onze menselijke samenleving zoekt te maken. rmdp | |||||||||||||||||||||||
• Kathryn SmitsEen nieuwe kijk op de jonge Streuvels, uitg. Pelckmans, Kapelsestraat 22, 2950 Kapellen, 1993, reeks Studia Flandrica 4, 235 × 150 mm, 139 blz., genaaid 495 fr. - Van de in Nederland geboren en in Auckland (Nieuw-Zeeland) Duitse taal- en letterkunde docerende auteur, verscheen een opmerkelijke studie over de jonge Streuvels. Hierin vertrekt ze eens niet van de bestaande totaalvisies op leven en werk van de door haar sinds jaren bewonderde schrijver: de invloed van het noodlot, de rol van de natuur etc. Zij analyseert zijn vroegste werken (de jaren 1896-1898) en baseert zich hierbij op de uitvoerige en openhartige briefwisseling die Streuvels in die jaren met Emmanuel de Bom onderhield. Deze brengt mede de autobiografische elementen aan het licht, die bij de totstandkoming van deze verhalen een belangrijke rol hebben gespeeld. Vooral het verhaal Kerstavond, de novelle Lenteleven en Streuvels' eerste grote roman Langs de wegen nemen hierbij een centrale plaats in. Uit het onderzoek van Smits blijkt hoe zeer we moeten voorzichtig zijn met de uitspraken van Streuvels in zijn eigenlijke autobiografische geschriften: ‘zodra hij begint te schrijven, worden ook eenvoudige gebeurtenissen in zijn leven in fictie veranderd’. Wellicht was Streuvels zich niet altijd ten volle bewust van de draagwijdte van de metaforiek in zijn scheppend werk, maar in de hoger vermelde verhalen transponeert hij zijn eigen problematiek: de strijd die hij tegen zijn omgeving thuis moest voeren om zijn schrijverspersoonlijkheid te kunnen ontwikkelen, de ambivalente relatie met zijn vader, de onderdrukking van eigen emoties en wensen, de al even ambivalente gevoelens, na de dood van zijn vader, tegenover de bevoogdende moederwereld en anderzijds de idealisering van de familiale geborgenheid. Kathryn Smits ontleedt dat alles op scherpzinnige wijze vanuit de eigenheid van elk werk afzonderlijk. Zij wordt in haar visie gesteund en bevestigd door de briefwisseling met De Bom, tegenover wie Streuvels zich, ondanks hun vriendschap, eveneens in een steeds meer onafhankelijke positie gaat opstellen. Schrijven betekende voor Streuvels een vlucht uit de enge wereld van zijn omgeving, maar tegelijk ook een bevrijding uit zijn (psychische) problemen. In de titel van het boek is sprake van ‘een nieuwe visie’. Dit is het inderdaad. De auteur doet het zowel met overtuiging als wetenschappelijke nauwkeurigheid en schreef bovendien een bijzonder boeiend boek. Het is alsof de Streuvels-studie met deze publikatie nu - eindelijk - ècht kan beginnen. rvdp | |||||||||||||||||||||||
• Bob FrancisArmand Demeulemeester, uitg. Kunstforum, 9820 Schelderode, 1992, geïll., 225 × 140 mm, 64 blz., genaaid - Ter gelegenheid van de nieuwe Art Gallery Opsis, die K. Tommissen in Oostduinkerke opstartte, maakte ik kennis met het oeuvre van Armand Demeulemeester. De recent door het Kunstforum in Schelderode uitgegeven kunstpocket geeft er een goed overzicht van. Bij de kleurenillustraties komt de biezondere sterkte van de abstracte werken tot uiting. De schilder treedt naar voor als een autodidact, die de werkelijkheid wil veroveren door inspiratie. Zijn menselijk mystisch verlangen weet hij in harmonie te brengen met het gedachtengoed en het kleurenfauvisme van de Cobra-groep. Bij de schilder-mysticus, die Demeulemeester in de eerste plaats is, wordt de menselijke waardigheid niet afgebroken, maar met zijn grauwe tonaliteiten, afgewisseld met pasteltoetsen, slaagt hij erin een lyrisch effect te bekomen, alsof hij het hiernamaals in het bereik van zijn penseel heeft. Overal is religiositeit in het werk van deze kunstenaar te bespeuren. Ook waar hij de hedendaagse desintegratie van de ethische en esthetische waarden aanklaagt, vervult hij de toeschouwer met de liefde van de dankbaarheid, die zijn persoonlijkheid siert, en die in zijn gediversifieerd kleurengamma zo poëtisch tot uiting komt. De tekst van deze rondgang binnen de kunstenaar danken we aan Bob Francis. rmdp | |||||||||||||||||||||||
• Ph. Farcy & L. DepuydtGolgotha (1630) Anton van Dyck, uitg. Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21 B 1, 1000 Brussel, 1993, geïll., 240 × 150 mm, 12 blz., geniet. - Van Dyck schilderde Christus aan het kruis voor de Gentse Sint-Michielskerk. Het schilderij werd gerestaureerd in 1992 in het kader van het fonds voor het roerend cultureel erfgoed van de Koning Boudewijnstichting, die naar aanleiding hiervan een brochure uitgaf. Ph. Farcy verzorgde een korte levensschets van Antoon Van Dyck (1609-1641) en geeft een nauwkeurige beschrijving van het schilderij met de levende Christus in een geïdealiseerd schouwspel, waar Maria ontzag uitstraalt. Livia Depuydt bespreekt op nauwkeurige wijze de staat van het doek en de behandeling ervan, die in twee delen gebeurde nl. de conservatie en vervolgens de eigenlijke restauratie, die ze met grote vakkundigheid vervulde. rmdp | |||||||||||||||||||||||
• Ludo SimonsEen graf in Westende, uitg. Pelckmans, Kapelsestraat 222, 2950 Kapellen, 1993, 220 × 140 mm, 142 blz., genaaid 495 fr. - Dit boek dat terecht de ondertitel ‘literair-historische randschriften’ draagt, bevat 21 korte opstellen die de auteur geschreven en gepubliceerd heeft, toen hij nog conservator was van het AMVC (Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven). Zijn opstellen, meer dan eens herdenkings- of gelegenheidsbijdragen, bevatten geen literaire analyses op zich, maar ze belichten een aantal figuren vanuit feiten en gebeurtenissen, die vaker een verrassende kijk bieden op hun persoonlijkheid en hun werk. De behandelde auteurs overkoepelen, in chronologische orde, een stuk literaire geschiedenis van Anna Bijns tot Jotie T'Hooft. Tussenin is er onder meer aandacht voor vertrouwde namen als Hendrik Conscience, Domien Sleeckx, Julius de Geyter, Rosalie Loveling, Alfred Hegenscheidt, Stijn Streuvels, Felix Timmermans, Emiel Fleerackers, Jozef Simons, Gerard Walschap, Albert Westerlinck, als voor minder bekende als Juliaan Claerhout, Willem Gijssels, René Goris en Clovis Baert. De opstellen van Simons zijn telkens stevig gedocumenteerd, vlot en onderhoudend geschreven, met zin voor humor en zo nodig ironie. Tussen zwaardere (wetenschappelijke) studies door, brengt dit werk een aangename en deugddoende verpozing, terwijl het tegelijk instructief blijft. Het is | |||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||
verzorgd uitgegeven en het bij ieder opstel in facsimile afgedrukte document(je) verhoogt nog de cultuur-historische waarde. rvdp | |||||||||||||||||||||||
• Robin Lane FoxDe Bijbel: waarheid en verdichting, uitg. Agon, Amsterdam, verspreid door Uitg. Singel 262, Edelinckstraat 9, 2018 Antwerpen, 19932, vertaald uit het Engels door Tinke Davids, 220 × 150 mm, 507 blz., paperback 999 fr. - In dit boek gaat de Britse historicus in op de historische waarheid van de bjibel. Waar en wanneer werden de bijbelverhalen geschreven? Geeft de archeologie de bijbel gelijk? Lane Fox biedt via dit boek nieuwe inzichten aan. De auteur schrijft vanuit een atheïstisch standpunt en dat is wel een uitdaging om de tekst kritisch op zijn historiciteit te onderzoeken. Maar wat ik mis is die grondtoon die mij als gelovige zo diep beroert en die meetrilt telkens ik die verhalen, psalmen en visioenen overweeg waardoor ik van binnenuit die groeiende godservaring die doorheen de bijbel loopt kan meebeleven en beamen. Een boek dat de verdichting analyseert maar de ultieme ‘waarheid’ van de bijbel die in de persoonlijke betrokkenheid van de lezer schuilt waardoor hij opgeroepen wordt tot ommekeer, terzijde laat. DVK | |||||||||||||||||||||||
• Rik TorfsMensen en rechten in de kerk, uitg. Davidsfonds, Blijde-Inkomststraat 79-81, 3000 Leuven, 1993, 185 × 120 mm, Forumreeks nr. 12, 127 blz., genaaid 395 fr. - In de ‘Forumreeks’ van het Davidsfonds komen auteurs aan bod die de controverses niet uit de weg gaan. Rik Torfs (Turnhout, 1956) is licentiaat in de rechten en doctor in het kerkelijk recht, bovendien hoogleraar aan de K.U. Leuven. Rechten van de mens, ook in de kerk, is een thema dat vele gelovigen raakt. Torfs trekt de discussie open en pleit in dit boekje voor een warme, barmhartige, dynamische kerk. Hij laat voelen dat enkel een kerk die zich risicovol durft vernieuwen leefbaar is en toekomst heeft. Zo moet ook veel regelgeving opnieuw geïnterpreteerd worden wil deze werkzaam zijn vandaag. Als canonist behoudt Torfs uiteraard zijn ‘utopie in een binnenkerkelijk rechtssysteem dat een superieure vorm van harmonie weerspiegelt’. Geen harmonie van ‘melige gelukzaligheid’ maar veel meer zoiets als wat de dichteres Maria Vasalis noemt ‘een orde waar ruimte voor de chaos is’. DVK | |||||||||||||||||||||||
• Herwig ArtsWaarom moeten mensen lijden?, uitgeverij Davidsfonds, Blijde-Inkomststraat 79-81, 3000 Leuven, 130 × 205 mm, 143 blz., gebonden 445 fr. - Zou er vriendschap en liefde bestaan, indien er geen lijden was? Als ieders leven naar wens verliep, zou er nog meer egoïsme zijn. Door lijden groeit een verbondenheid met de mens, met God. Men ontdekt de kracht om te overleven; door dit overleven vindt men het geloof. Levensvragen waarvan diep in onszelf het antwoord ligt; door deze vragen komen wij bij het lijden van Christus. Men voelt soms een positieve evolutie van ongeloof naar geloof. Alleen zwaar beproefde mensen worden gesterkt in dit geloof en kunnen een steun zijn voor de anderen. Een boek dat tot nadenken stemt. Een aanrader voor velen. E.O. | |||||||||||||||||||||||
• Barend van Heusden / Els JongeneelAlgemene literatuurwetenschappen. Een theoretische inleiding, uitg. Het Spectrum/Utrecht, 1993, verdeeld door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147A, 2018 Antwerpen, Aula Letterkunde, 130 × 210 mm, 259 blz., paperback 695 fr. - Het actuele methodenpluralisme ten spijt proberen de auteurs toch één handboek over de algemene literatuurwetenschap uit te werken. Deze uitgave gaat in feite terug op een syllabus, wat de structuur van het boek ook duidelijk verraadt. Meer specifiek lijkt het ons dat de benadering zich niet heeft kunnen losmaken van een overwegend structuralistische approach. Positief is in ieder geval dat heldere definities en duidelijke tabellen de praktische bruikbaarheid in de hand werken. Ook de vele literaire fragmenten, waaran theoretische inzichten getoetst worden, brengen deze studie dicht bij het tekstgebeuren zelf. J.V. | |||||||||||||||||||||||
• R. Van DaeleLiteratuur en erotiek, uitg. Postuniversitair Centrum West-Vlaanderen Kulak, uitg. Peeters, Bondgenotenlaan 153, 3000 Leuven, geïll. met zw.w.-foto's, 240 × 160 mm, 110 blz., genaaid 445 fr. - Deze uitgave is een bundeling van voordrachten die in de cyclus ‘Hoe zit het nu weer?’ (KULAK, 1992-1993) over het onderwerp literatuur en erotiek aan bod kwamen. Meer specifiek worden vier belangrijke literaire werken vanuit deze invalshoek benaderd: Il Decamerone (door U. Musarra-Schrøder), The Canterbury Tales (door G. Latré), de verschillende versies van de Don Juan-mythe (door J. Herman). Een groot deel van deze publikatie is gewijd aan de erotische en scabreuze elementen in Van den vos Reynaerde (door R. Van Daele). De wetenschappelijke onderbouw staat de leesbaarheid zeker niet in de weg en nuanceert de traditionele beeldvorming over ‘grote’ literaire werken. J.V. | |||||||||||||||||||||||
• Hope PriceEngelen en hun invloed op ons bestaan, uitg. BZZTôH, 's Gravenhage, verdeeld door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147A, 2018 Antwerpen, 1993, 220 × 140 mm, 224 blz., paperback 590 fr. - Boeken over ‘engelen’ zijn blijkbaar in, er verschenen er verschillende waarbij zowel de betekenis, de functie, de historiek, de iconografie, het uitzicht... ervan werd beschreven. Het werk van Hope Price staat eigenlijk vol van getuigenissen, die o.a. hun bestaan en hun rol proberen aan te tonen. Hij laat eigenlijk veel mensen van alle leeftijden en met de meest uiteenlopende ervaringen aan het woord die, vooral door het bidden, ooit met engelen in contact kwamen. Zo vernemen we o.a. dat engelen dikwijls tussen komen bij gevaar, lijden en angst. Nadat ze hun taak hebben volbracht, verdwijnen ze abrupt. Ook over hun uitzicht weet de auteur heel wat te vertellen in zijn vlot geschreven en boeiend boek. Of de schrijver iedereen met zijn soms fantastische verhalen kan overtuigen, blijft een vraag! JLM | |||||||||||||||||||||||
• Frans BerkelmansStralende aanhef, uitg. Abdij van Egmond, Abdijlaan 26, 1935 BH Egmond-Binnen (Ned.), 1993, reeks Acantus dl. l, 225 × 160 mm, 80 blz., genaaid 600 Bfr. - Deze studie is gegroeid uit de opzet van de uitgever een handreiking te bieden ‘aan lezers die zich verlangen te voeden aan de geestelijke waarden die zij op het gebied van kunst en literatuur aanwezig weten’. De auteur analyseerde niet alleen de thematiek van de debuutbundel Kosmos (1940) van Ida Gerhardt, maar hij ontdekte tevens een wondere interne samenhang en compositie, die als in een notedop de hele wereld van de dichteres bevat en voorafbeeldt. In wijsgerige zin kenmerkt deze christelijke poëzie zich als neo-platoons. De mens heeft door zijn kenvermogen deel an de scheppende geest die het universum vervult. Het is zijn roeping daarin de kosmos te ontdekken en deze als kosmos te herscheppen. In dit merkwaardige essay vertrekt de auteur niet zozeer van wetenschappelijk onderzoek, maar van een intense leeservaring, die alle hier bovendien afgedrukte gedichten op heldere wijze commentarieert en in een zinvolle synthese bindt. Voor fijnproevers aanbevolen. rvdp | |||||||||||||||||||||||
• Carli Boshouwers & Annemarie Eijsvogels‘Als ic can’. Jozef Bossaert en zijn Open Atelier De Westerhelling, uitg. Stichting De Westerhelling, p/a C. Boshouwers-Biessels, Grameystraat 37, 6525 DN Nijmegen (NL), 1993, 310 × 220 mm. Geïll. met kleuren- en zw./w. foto's, 138 blz., genaaid, f 50. - Mooi huldeboek voor de Gentenaar Jozef Bossaert, broeder marist, graficus en van 1968 tot 1986 animator van De Westerhelling in Nijmegen. Hij organiseerde er 262 tentoonstellingen, evenveel culturele avonden en talrijke cursussen voor jong en oud. Heel veel belangrijke artiesten van alle disciplines uit de Nederlanden zijn daar voorbijgekomen. Het boek bevat in hoofdzaak het boeiende want zeer rijk gestoffeerde dagboek van de drukke activiteit in dit centrum, met een weelde van gegevens, beschouwingen, notities. Zo blijft de werking van deze grote kunstpromotor bewaard en werd voor hem dit boek als een typisch en voluit verdiend monument opgericht. fb | |||||||||||||||||||||||
• Marcus LeroyAfrika retour, uitg. Davidsfonds/Clauwaert, Blijde-Inkomststraat 78-81, 3000 Leuven, 1993, 220 × 145 mm, 250 blz., gebonden 645 fr. - Zonder literaire ambitie brengt de auteur, zelf een verantwoordelijk ontwikkelingshelper te velde, een ‘echt’ verhaal, in romanvorm, over de schemersfeer van de ontwikkelingshulp in een land, waarin we duidelijk Zaïre-in-ontbinding herkennen. Wie met het land en de materie een gevoelsbinding heeft vindt hier beslist een boeiend, vaak onthutsend en moedig getuigenis. A.V. | |||||||||||||||||||||||
• Johan AckaertDe gemeenteraadsverkiezingen, uitgave Davidsfonds, Blijde-Inkomststraat 79-81, 3000 Leuven, 1994, Actueel reeks, 208 × 128 mm, 160 blz., genaaid 395 fr. - Ackaert geeft in dit boek een handleiding over de ‘kleine politiek’, die tenslotte een belangrijk deel van ons doen en laten bepaalt. Hij behandelt niet alleen de spelregels, maar trekt de gemeentepolitiek open naar de nationale politiek en de merkwaardige ‘bokkesprongen’ bij stemmingen. A.V. | |||||||||||||||||||||||
• John de WitDe gevangenissen, uitg. Davidsfonds, Blijde-Inkomststraat 79-81, 3000 Leuven, 1994, Actueel reeks, 208 × 128 mm, 136 blz., genaaid 395 fr. - De auteur, journalist justitie, biedt in dit boek een inzicht in het gevangeniswezen: de verkrotte sfeer die er overvol heerst. Zijn aandacht gaat zowel naar de mensna-de-misdaad, die nood heeft aan begeleiding, tijdens en na de straf, als naar de beveiliging van de maatschappij. A.V. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||
• Chris VervlietHet nieuwe Zuid-Afrika, uitg. Davidsfonds, Blijde-Inkomststraat 79-81, 3000 Leuven, 1994, Actueel reeks, 208 × 128 mm, 138 blz., genaaid 395 fr. - Chris Vervliet, economist, verbleef jaren in Zuid-Afrika en is de aan gang zijnde evolutie van dat bewogen land van dichtbij blijven volgen. Hij schetst een boeiend beeld, historisch en actueel, van wat thans het postapartheid Zuid-Afrika aan het worden is, een heterogene maatschappij die met veel goede wil en langs de kronkels der tegenstellingen haar evenwicht aan het zoeken is. De auteur is gematigd optimist. Wat in Zuid-Afrika thans gebeurt kan het Westen niet koud laten, en er ligt ginds een kans voor heel zuidelijk en centraal Afrika. Een boek dat we ten zeerste aanbevelen, om vanuit een solidariteitsgevoel inzicht te krijgen in een complexe zaak. A.V. | |||||||||||||||||||||||
• M. Huig / D.F. Lunsingh Scheurleer jr.De Klassieke Oudheid, uitg. Het Spectrum/Utrecht, 1994, verspreid door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147A, 2018 Antwerpen, reeks Aula-Eeuwboeken, dl. 1, geïll. in kleuren en zwart-wit, 270 × 130 mm, 400 blz., paperback 995 fr. - Dit eerste deel van de (nieuwe) reeks ‘Aula-Eeuwboeken’ laat vermoeden dat de gehele reeks ‘naslagwerken’ werkelijk vernieuwend en heel boeiend zal zijn. In het totaal zijn 8 dln. gepland: Klassieke Oudheid - De Middeleeuwen - 15de - 16de - 17de - 18de - 19de en 20ste eeuw. Het is de bedoeling alle belangrijke ontwikkelingen en gebeurtenissen van een bepaalde periode telkens in één deel te vatten, zodat in een keer de politieke, sociale, economische en artistieke feiten en ontwikkelingen kunnen overzien worden. Onderhavig deel vangt aan met de prehistorie (tot 800 v.Chr.), bekijkt daarna de Grieken en Etrusken als ‘achtergronden’ en presenteert dan de geschiedenis per eeuw, vanaf de 8ste eeuw v.Chr. tot de 6de eeuw n.Chr. Van iedere eeuw bespreken de auteurs de politiek, de literatuur, de architectuur en de kunst en waar het past ook de filosofie, techniek en wetenschap, de economie, de sociale ontwikkeling, de muziek en de kerkgeschiedenis. Heel boeiend en verrassend is het aanwenden van talrijke voorbeelden (tekstfragmenten in vertaling van schrijvers en autoriteiten), waardoor het geschiedenisverhaal heel wat aan overtuigingskracht wint. We worden anderzijds ook aangenaam verrast door de rijke illustratie die bestaat uit kleurenfoto's en tekeningen (20), meerkleurige kaarten (8); zwart-wit foto's (16) en tekeningen (13). Achter in het boek vinden we de ‘tijdsband’ of de chronologie, afgedrukt over 15 blz., die de gebeurtenissen in kolommen groepeert: Algemeen - politiek - personen - economie - kunst & cultuur - wetenschap, religie & filosofie. Dit zeer aansprekend naslagwerk wordt ten slotte vervolledigd met een ‘personenregister’ (7 blz.) en een ‘zakenregister’ (8 blz.). Met belangstelling kijken we uit naar de andere delen van deze reeks. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Diverse auteursDe oevers van geluk, essaybundel, Zuid en Noord, p/a E. Oeyen, Hanebergstraat 75, 3581 Beverlo-Beringen, 1994, Korenbloemreeks nr. 2, 210 × 140 mm, 176 blz., genaaid. - Dit boek wil tegelijk een warme hulde zijn aan een gedreven dichter-publicist-advocaat-pacifist (en noem maar op). Maar het wil ook uitgebreide documentatie bieden over de persoon Raoul Maria de Puydt die vijftig is geworden. Een huldeboek én een essaybundel. Enkele auteurs confronteren het werk van De Puydt met enkele grote namen uit onze literaire wereld. Ingrid Lenaerts met Hugo Claus, Mark Meekers met Leonard Nolens, Edith Oeyen met Herman de Coninck, Johan van Delden bespreekt sociale en religieuze elementen en Willy De Bleser de persoon van de Puydt. Hervé J. Casier en Ugo Verbeke zorgen voor voor- en nawoord en Anne Six zorgt voor een indrukwekkende bibliografie. Een vriendenboek dus, maar toch wars van verheerlijking en vleierij. De dichter gaat onder het (weliswaar liefdevolle) scalpel en verrijst als een gedreven en authentiek dichter van het erotischsacrale, van het consequente pacifisme, van de religieuze ervaring. Een indringend beeld van een gepassioneerd dichter voor wie dichterlijke taal teken is van rijke innerlijkheid. DVK | |||||||||||||||||||||||
• Eddy van VlietPoëzie: een pleidooi, uitg. Poëziecentrum, Hoornstraat 11, 9000 Gent, 1994, 32 blz., 298 fr. - In een korte rede verwerkt Eddy van Vliet tientallen uitspraken van schrijvers van alle beschavingen en generaties over de betekenis en het impact van de poëzie. Uiteraard teveel om te citeren, alhoewel een aantal voltreffers blijven hangen. Aan u de keuze het gedicht te zien als een wapen zoals Pablo Neruda of een bevestiging dat hij leeft en dat hij niet alleen leeft bij monde van Remco Campert. U mag ook de mythe van de poëzie voorhouden als overbodige wartaal. In elk geval de auteur liet deze hoeveelheid op ons afkomen zonder zijn voorkeur op te dringen. rmdp | |||||||||||||||||||||||
• Gerard BodiféeIn beginsel. Elementen van een christelijk geloof, uitg. Pelckmans, Kapelsestraat 222, 2950 Kapellen, 1994, 227 × 145 mm, 78 blz., gebonden 450 fr. - Bij zijn inleiding stelt de auteur meteen het verschil tussen het redelijke ‘iets geloven’ en de bereidheid ‘in iemand te geloven’, waar het religieus geloof mee gelijk te stellen is. Bodifée zet zich ook sterk af tegen dogma's, de kerk als instelling, om op zoek te gaan naar de ware spiritualiteit van nederigheid en barmhartigheid. Vervolgens verkondigt Bodifée in twaalf korte hoofdstukken als in een catechismus - alhoewel de term hier biezonder slecht gekozen is - de bestanddelen van het christelijk geloof. Als men een zin leest als: ‘De materie is alles wat ondergaat, het leven is wat onderneemt, de ziel is wat onderscheidt’ dan weet men ook dat de auteur zijn gehele zoektocht van wetenschap naar geloof als een bijbel heeft vastgelegd en dat hij, zoals in het nawoord gesteld, zich laat meevoeren met de stroom. Bodifée brengt hiermee een unieke geloofsbelijdenis. rmdp | |||||||||||||||||||||||
Kinder- en jeugdboeken• Philip WilkinsonEen kijkje in Beroemde Gebouwen. Een blik in de prachtigste gebouwen ter wereld. Van kastelen en kathedralen tot paleizen en monumenten, uitg. Lannoo/Tielt, 1993, vertaald uit het Engels (Amazing Buildings), geïll. met veelkleurige tekeningen van Paolo Donati, 357 × 273 mm, 48 blz., gebonden 595 fr. - Voor al wie interesse heeft (jong én oud) voor beroemde gebouwen uit heden en verleden is dit een schat van een boek. Het toont in tekst en beeld hoe die gebouwen er van binnen en van buiten uitzien. D.m.v. ‘opengewerkte’ tekeningen kan je binnenin een kijkje nemen en bij de meeste onderdelen van zo een gebouw wordt dan een verklarende tekst gevoegd, zodat beeld en uitleg samenvallen. In een instructieve inleiding wordt verteld over de evolutie van het bouwen en over de metselaars. Aan ieder gebouw worden 2 blz. besteed en de laatste blz. van het boek bevat een persoonsnamen- en zaakregister. Er worden 21 gebouwen voorgesteld o.m. het Paleis van Minos, het Colosseum, een Maya-piramide, het Alhambra, de kathedraal van Chartres, het Keizerlijk Paleis in Peking, Teatro Olimpico (Vicenza), het paleis van Versailles, Houses of Parliament, de (oude) Opera van Parijs, het Kasteel Neuschwanstein, het Vrijheidsbeeld (Miss Liberty), het van Eetvelde-huis van Horta, de Opera van Sydney, de Sky-Dome in Toronto,... R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Cheryl OwenMijn natuurknutselboek, Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen, 1993, oorspronkelijke titel ‘My nature craft book’, vertaling van E.M. Lauret, 290 × 270 mm, geïll. met kleurentekeningen en -foto's, 96 blz., gebonden 595 fr. - Mijn natuurknutselboek beschrijft 35 fantasievolle en leuke projecten voor het werken met natuurlijke materialen. Van bij de inleiding wordt er reeds op het aspect veiligheid gewezen. Kinderen hebben de hulp nodig van volwassenen bij het uitvoeren van de projecten. Voor een knutselboek is dit uniek. De meeste knutselboeken besteden te weinig aandacht aan de veiligheid. Bovendien zijn de opdrachten erg eenvoudig gehouden en dus haalbaar zelfs voor erg jonge kinderen. Met eenvoudige middelen worden prachtige dingen geknutseld: bladstempels, collages met planten en zaden, brooddeeg, schelpfiguren, aardappelstempels, enz. Een steeds terugkerend gieterof egelfiguurtje vermeldt de benodigdheden per project. De instructies worden begeleid door heldere stap-voor-stap tekeningen en kleurenfoto's. Achteraan staan de nodige patronen op ware grootte afgebeeld. Een aanrader. D.V.d.B. | |||||||||||||||||||||||
• Babette Cole en Ron Van Der MeerHet Beestachtige Bijbelboek, uitg. Davidsfonds/ Infodok, 1993, Brabançonnestraat 95A, 3000 Leuven, 215 × 265 mm, met uitklapbare kleurenillustraties, 14 blz., gebonden 799 fr. - Het beestachtige bijbelboek brengt 6 verhalen uit het Oude Testament. Elk verhaal wordt aangebracht d.m.v. vier rijmende versregels. Onder een omklapbaar flapje vinden we de verwijzing naar het betreffende hoofdstuk uit het O.T. Deze verwijzingen hebben tot doel de nieuwsgierigheid van de lezer op te wekken en zo aan te sporen om het verhaal op te zoeken en het fijne er van te leren kennen. Wat deze uitgave uitermate leuk maakt, zijn de schitterende tekeningen. zo heeft God een ‘Big G’ op zijn gewaad, de profeet Elia zit temidden de conserven van ‘zijn merk’, we ontdekken martelarensoep of zien Daniël de leeuwen kriebelen. Humor te over dus, met als enige bedoeling het geheel luchtig te maken. Bovendien zorgen de openklappende figuren voor het nodige reliëf in het boek. Zo spuugt de walvis Jonas als het ware op het strand en krijgt Elia eten van een uitspringende raaf. Door het gebruik van de ‘trek- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||
strookjes’ komen verscholen figuurtjes verrassend in beweging. Een beestig leuke uitgave. D.V.d.B. | |||||||||||||||||||||||
• Karel VerleyenSchaduwen en sluipmoord, uitg. Davidsfonds/Infodok, Brabançonnestraat 95A, 3000 Leuven, 1993, omslagillustratie Wout Olaerts, 135 × 210 mm, 157 blz., genaaid 445 fr. - Karel Verleyen is onder de jeugdschrijvers een grote meneer. Zijn boeken zijn spannend en geëngageerd en de jeugd leest zijn verhalen gretig. Terecht. Ook dit boek is een knappe thriller in de goede zin van het woord. Wat John Flanders vroeger zo ongeëvenaard kon, kan Karel Verleyen ook. Maar bij deze laatste komt de spanning bovendien nog voort uit de confrontatie van waarden, van engagement voor een betere wereld tegenover anderen die zich laten drijven door winstbejag. Zijn taal en aanpak is fris en soms onverwacht. En het boek is zo geschreven, levendig en meeslepend, dat je het in één ruk uit zou willen lezen. Een echte aanrader voor de school- of jeugdbibliotheek, of een tip voor een leuk verjaardagscadeau. DVK | |||||||||||||||||||||||
• Robert SwindellsGetto van de angst, uitg. Davidsfonds/Infodok, Brabançonnestraat 95A, 3000 Leuven, 1993, omslagillustratie van Jacques Debroux, 135 × 210 mm, 127 blz., genaaid 445 fr. - Robert Swindells is een veelgelezen en bekroonde jeugdschrijver die met dit boek een prangend toekomstbeeld oproept. We kennen dit beeld uit SF-verhalen en films. Een verwaarloosd stadscentrum bevolkt door criminele bendes. Geweld, drugs, baldadigheden, onveiligheid. Een soort getto dat in bepaalde steden aanwezig is. Ook een versterkte voorstad waar de begoeden zich afschermen. Zoe komt uit dat beschermd milieu. Daz in het centrum, hij is vijftien en hij maakt er het beste van. Tot beiden elkaar ontmoeten en hun leven een andere wending neemt. Een boek dat het zeker zal doen bij heel veel jongeren vanwege zijn spannend gegeven en zijn originele aanpak. Zo wordt de gebrekkige taal van Daz ook typografisch weergegeven: zonder hoofdletters of leestekens, een beetje zoals in ‘Kartouchke’ van Luc Versteylen en dat geeft dit verhaal iets zeer authentieks. DVK | |||||||||||||||||||||||
• Els BertenSimon, uitg. Davidsfonds/Infodok, Brabançonnestraat 95A, 3000 Leuven, 1993, geïll. omslag van Kristien Aertsen, 135 × 210 mm, 91 blz., genaaid 399 fr. - De stoere kerel uit de klas waar iedereen naar opkijkt. De introverte maar superintelligente en gevoelige tegenpool. We kennen beide types en we vermoeden dat een (jeugd)boek over de vriendschap tussen beide al vlug op een sentimenteel gedoe uitdraait. Niets daarvan in dit boek. Het verhaal draait rond Simon, een teruggetrokken en superintelligente jongen en rond Peter die zich op een vreemde manier tot Simon aangetrokken voelt. Els Beerten schrijft met buitengewoon veel inlevingsvermogen dit boeiende jeugdboek. Wanhoop en verscheurdheid, maar ook tederheid en warmte komen aan bod. De taal is mooi en sfeervol. Een boek dat ongetwijfeld heel wat tieners boeien kan. DVK | |||||||||||||||||||||||
• John FarndonDe aarde ontdekken. De geheimen van de aarde in fascinerende proeven en ervaringen, uitg. Davidsfonds-Infodok, Brabançonnestraat 95A, 3000 Leuven, vertaling Jan Heyvaert, geïll. met vierkleurentekeningen en -foto's, 285 × 220 mm, 192 blz., gebonden 900 fr. - De aarde ontdekken onderzoekt allerlei vragen over de aarde en laat de jonge lezer zelf het antwoord ontdekken. Vragen zoals: Wat zit er in het midden van de aarde? Waarom drijven de continenten uit elkaar? Waarom kronkelt een rivier? Hoe ontstaan orkanen? enz. Het antwoord kan men zelf achterhalen aan de hand van experimenten en projecten in dit boek. Men maakt zoveel mogelijk gebruik van veilige huis-, tuin- en keukenspullen en zo wordt wetenschap iets leuks om te doen. Al kijkend, lezend en doend, kan men zich de experimenten, die stap voor stap gefotografeerd zijn, uitvoeren. De driedimensionale modellen die speciaal voor dit boek gemaakt zijn, wakkeren het verlangen naar kennis over de werking van onze planeet aan. Wetenschappelijke achtergrond van de verschillende proeven worden uitgelegd en verbanden worden gelegd met andere domeinen van de geologie en de geografie. Dit boek, dat het derde deel is in de reeks ‘Ontdekken’, waarin reeds vroeger zijn verschenen ‘Wetenschap ontdekken’ en ‘Natuur ontdekken’, is voor het hele gezin een opwindende kennismaking met de geheimen van de planeet Aarde. AvD | |||||||||||||||||||||||
• Marita de SterckSofie en Fatima, uitg. Davidsfonds/Infodok, Brabançonnestraat 95A, 3000 Leuven, 1993, met ill. van André Sollie, 145 × 220 mm, 58 blz., gebonden 345 fr. - Sofie en Fatima zijn twee vriendinnen, die uit een heel andere cultuur komen. Wat bijzonder is, is dat ze goed met elkaar kunnen opschieten. Fatima gaat bij Sofie logeren. Sofie vraagt haar een verhaal te vertellen. Met alle plezier en veel overtuiging vertelt Fatima over een menseneter die alles verslond en vreselijk stonk. Sofie is zo onder de indruk, dat ze er naar over droomt. Tot ze iemand hoort. Ze wekt Fatima omdat ze angstig is. Zou het een dief zijn of is het... Hun vriendschap groeit verder uit. Spannend verhaal, dat soms een beetje vaart mist. E.O. | |||||||||||||||||||||||
Partituren• Paul C. De BaereFluit modern. Stap voor stap, leergang fluitspel in drie volumes, uitgave ‘Fluitspel voor de XXo eeuw’, Zwarte Leertouwersstraat 47, 8000 Brugge, resp. 1990 (36 blz.), 1992 (30 blz.), 1993 (35 blz.), 210 × 295 mm, geniet. - De auteur laat in zijn methode doorschemeren dat de jonge fluitist, zelfs van bij de aanvang, het initiatief mag nemen om een voorliggende ‘muziektekst’ te laten leven. Zo wordt muziek pas boeiend. In het eerste boekdeel voorziet de auteur 111 oefeningen waarvan een twintigtal een vrij stevige moeilijkheidsgraad vertonen. In deel 2 last hij wat meer begeleidende tekst in bij de problemen. Voor de interpretatie doet hij een beroep op het inzicht van de leerling en het overleg met zijn leraar. Deel 3, geschreven voor leerlingen van hogere graad en conservatoriumstudenten, laat zeer veel speelruimte voor de interpretatie. Met dit werk laat C. De Baere een nieuw geluid horen in de persoonlijke ontwikkeling van de jonge fluitist. Aanbevolen methode voor jonge mensen die wat ‘eigenzinnig’ willen musiceren. G.D.C. | |||||||||||||||||||||||
• Jozef A.M. Van MaelePetit Morceau (op. 13), uitgeverij Digital Music Print Antwerpen, 1992. - Componist J.A.M. Van Maele bundelde een drietal werkjes voor piano. Het opus 13 ‘Petit Morceau’ spint rond een vrij klassiek thema in Es-groot, terwijl het ‘Dansje’ op. 12, getuigt van een subtiele speelsheid. In de ‘Bagatelle’ gaat de componist resoluut de chromatische toer op. G.D.C. | |||||||||||||||||||||||
Vlaamse discotheek• Joseph HaydnSonates voor fluit, piano en cello, uitg. Eufoda, Blijde-Inkomststraat 79-81, 3000 Leuven, 1993, CD met inlegboekje van 24 blz., nr. 01185, 795 fr. - Een CD uitgegeven door het Davidsfonds met elegante trio's voor piano, fluit en cello van J. Haydn. Jan de Winne, Guy Penson, Roel Dieltiens en Valérie Winteler spreken de taal van Haydn met een fris en levendig accent. Instrumenten als traverso en pianoforte worden door Haydn benut om tot een boeiende bijwijlen parelende dialoog te komen, terwijl hij van de soms begeleidende dan weer stuwende cello een stevige basis maakt. Dat hebben de uitvoerders goed begrepen en maken er een feestelijk gebeuren van. Het is absoluut de moeite waard om Haydn op zo'n originele manier te herontdekken. DVK | |||||||||||||||||||||||
• CD - Meisjeskoor en kinderkoor ‘De Ghespeelkens’Al mit den enghelen wille wi singhen, o.l.v. Jo Remans en Nicole Everaerts, i.s.m. Annemie Neuhard (harp), Bart Cromheeke (dwarsfluit), Adriaan Jacobs (klavier), te bestellen bij het koor p.a. Christine Jansens, Molenstraat 181, 2683 Reet, 600 fr. - Met deze Kerst-C.D. bewijzen ‘Die Ghespeelkens’ de degelijkheid van hun stemmenmateriaal en de fijngevoeligheid van hun dirigente. De ‘Zeven Oud-Vlaamsche Kerstliederen’ van Mgr. Van Nuffel zijn pareltjes in hun genre en worden als pareltjes voorgedragen. De kerstliederensuite van J. Van der Roost ‘Ecce mundi Gaudia’ wordt vertolkt door de ontluikende stemmen van het kinderkoor. De componist heeft een subtiele partituur van fluit en harp bij deze kerstliederen geschreven met prachtige parafrasen in ‘Van vreugde ons aller kinderkes zingen’, met veel bezieling vertolkt door B. Cromheeke, fluit en A.M. Neuhard, harp. Het romantisch klinkend ‘Kerstverlangen’ van L. Duvosel wordt met warmte gezongen en omweven door een fijne klavierbegeleiding door A. Jacobs. Met ‘A Ceremony of Carols’ van B. Britten betreedt het koor het domein van de eigentijdse muziekliteratuur. De samenklank, de fijn-genuanceerde solopartijen, de ritmisch-denderende ‘This little babe’ met haar indrukwekkende apotheose, het mediterende ‘In freezing night’, het ritmische sterk gecadenseerde ‘Adam lay i-bounden’ maken van deze partituur een zeer genietbare belevenis. G.D.C. | |||||||||||||||||||||||
Catalogi• Maurits Smeyers e.a.Naer Natueren ghelike. Vlaamse Miniaturen voor Van Eyck, uitg. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||
Davidsfonds, Blijde-Inkomststraat 79-81, 3000 Leuven, geïll. met 34 kleurenreprodukties en 2 kaarten, 240 × 165 mm, 127 blz., genaaid 395 fr. - Vanaf 8/9 tot 7/11/93 vond in de Romaanse Poort in Leuven de tentoonstelling ‘Tover van de middeleeuwen. Vlaamse miniaturen voor Van Eyck’ plaats. Ter gelegenheid van die expositie verscheen naast een wetenschappelijk boek ook een keurige en voor het ruime publiek toegankelijke uitgave onder de titel ‘Naer natueren ghelike’. Het handig boekje werd samengesteld door verschillende auteurs die werkzaam zijn bij het studiecentrum van de Vlaamse miniaturisten van de K.U.L. Deze universiteit werkte trouwens met de stad Leuven en het Davidsfonds samen om de tentoonstelling te organiseren. De publikatie herwaardeert terecht een vergeten periode van de Vlaamse kunst. Inderdaad werd er tot nu toe in veel literatuur enkel aandacht besteed aan de Vlaamse kunst vanaf de Vlaamse Primitieven. Met de hoger vermelde expositie en uitgave wordt nu nadruk gelegd op de periode van het einde van de 14de/begin 15de eeuw. Plots krijgen we een schat aan nieuwe gegevens. We vernemen meer over het intellectuele, economische en artistieke klimaat, over de vernieuwende iconografie, over de trage weg naar een realistische kunst... Daardoor kunnen we gerust stellen dat de Vlaamse kunst in die tijdspanne geen flauw afkooksel van de Parijse kunst was, maar wel degelijk als volwaardig kan beschouwd worden. Dit betekent meteen dat de hoogstaande produkten van de vroege Vlaamse Primitieven (zoals de Meester van Flémalle en Jan van Eyck) niet uit het niets ontstonden, maar wel op een bepaalde basis kunnen steunen. We kunnen ons alleen in deze fraaie en qua inhoud boeiende uitgave verheugen en de wens uitdrukken dat nog meer dergelijke publikaties verschijnen. JLM | |||||||||||||||||||||||
• Religieuse Tendensen in de hedendaagse kunstUitg. Kerk in de Stad, Antwerpen, 1993, geïllustr., 297 × 208 mm, 44 blz., geniet. - Ik kan mijn ogen niet geloven. Opnieuw een tentoonstelling met catalogus over religieuse kunst. Het initiatief van Kerk in de Stad Antwerpen 93 kan ons maar verheugen. Op de 18 exposerende kunstenaars kunnen alleen Armand Demeulemeester, Luc Hoenraat, Roger Raveel, Dan van Severen en Hilde van Sumere getuigen van een ‘oeuvre’ met religieuse inslag. Het lijstje van 18 kan wellicht nog aangevuld worden door o.m. Norbert De Clercq, die de kruisweg van de basiliek van Koekelberg schilderde en onlangs in het casino van Beringen exposeerde, en met Antoine Mortier, die in het Brusselse metrostation Yzer als eerste kunstenaar een ‘piëta’ verwezenlijkte. Ik moge dan ook de hoop uitdrukken dat op de volgende Vlaamse kerkdagen wij te gast zullen zijn op een groots opgezette tentoonstelling over religieuse kunst, die alle lovenswaardige initiatieven bundelt. rmdp | |||||||||||||||||||||||
• Joseph Willaert. Recent werkMuseum voor Moderne Kunst, 8500 Oostende, 1993, geïllustreerd, 160 × 115 mm, geniet en losbladig, 400 fr. - Ja, dat is een catalogus! Weliswaar in doosvorm, maar een opvallende catalogus van het recent werk dat het Museum voor Moderne Kunst te Oostende in de lente 1993 wijdde aan het nieuw werk van Joseph Willaert. Het kort voorwoord vat de nieuwe elementen aldus samen: ‘De periode met integratie van reële voorwerpen is voorbij, het nieuwe werk is zuiver schilderkunstig’. ‘Picturale effecten vermijdt hij, het werk is tot een duidelijk eenvoudig beeld gereduceerd’. De catalogus bevat een postkaart in kleur van elk van de 25 tentoongestelde werken. Alhoewel oude thema's zoals ijskreemkar, klaslokaal of koffiemolen aanwezig zijn in een andere vormgeving, waar de witte kleur dominerend is, komen heel wat nieuwe voor het eerst ten tonele. De religieuse thematiek in ‘Wierookvat in slingermolen, ‘Slaapkleedje in hemelvaart’ en ‘Schouwspel’ liet bij mij een diepe indruk na. Ook zijn landschappen kregen een vernieuwd elan mee zoals in ‘Landschap in knal’ of in ‘Zwaluwen’ en ‘Parlez-moi d'Amour...’ Dit is schilderkunst van hoog niveau. rmdp | |||||||||||||||||||||||
• René TurkryProsper De Troyer. Uit Privé-bezit. 26.12.1880-01.06.1961, uitg. ABB-Galerij, Centrale Regio, Diestsestraat 269, 3000 Leuven, 210 × 296 mm, geïll. met kleurenreprodukties, 40 blz., genaaid. - De nieuwe ABB-galerij uit Leuven haalt werk van Prosper De Troyer uit privé-bezit om haar nieuwbouw in te huldigen. Op selectie van E. Boon werd dit oeuvre samengebracht in een catalogus met als begeleidende tekst het artikel van René Turkry, dat in 1954 in het destijds prijzenswaardige tijdschrift ‘De Periscoop’ verscheen en dat een alomvattend beeld geeft van leven en werk van deze kunstenaar, die aan alle kunststromingen van zijn tijd vlijtig mee deed, maar slechts sporadisch erin uitblonk. Naast enkele korte getuigenissen bevat de catalogus een twintigtal kleurenreprodukties (vergelijk - niet - met de monografie door Lannoo in 1980 uitgegeven). Van de 67 tentoongestelde werken behoort een groot deel tot de familiecollectie. rmdp | |||||||||||||||||||||||
• Maurice BoelVertikalisme uit de jaren '50, Uitg. Group 2 Gallery Brussels, 1993, geïll. 305 × 220 mm, 32 blz., geplakt. - De tentoonstelling ‘Vertikalisme uit de jaren '50’ in de Group 2 Gallery Brussels diept een oudgediende van de abstracte schilderkunst op, Maurice Boel, die ik in de jaren zestig in het visserskwartier van Oostende ontdekte en wiens lijnen en vlakken als ingehouden emoties blijvend herkenbaar zijn. Teksten van Jeannine Toebosch en Wim Toebosch zijn een hulde aan een kunstenaar, die zich in Parijs in het gezelschap van de aloude kubisten zou afzetten tegen het bloeiende Vlaamse expressionisme van die tijd en in zijn geometrische abstracties de warmte van zee en strand laat weerklinken. Michel Seuphor vergelijkt de vertikalen van Boel met orgelpijpen. Hij voegt er aan toe dat het koloriet scherp afsteekt tegen de delicate grijze achtergrond en indrukwekkend is door zijn aristocratisch karakter, dat een hartverwarmende verfijning brengt. Voor de tachtigjarige Boel maakt het fotomateriaal dat aan deze catalogus wordt toegevoegd er tevens een huldeboek van, dat terecht in de bibliotheek mag bewaard blijven. rmdp | |||||||||||||||||||||||
• Kruisweg van de StilteUitgave V.V.V. Klein-Brabant-Scheldeland, 1993, geïll., 300 × 210 mm, 20 blz., geniet. - Armand Demeulemeester is een religieus gedreven kunstenaar, die in 1979 in opdracht van de monniken van de Sint-Sixtusabdij te Westvleteren een kruisweg schilderde. Deze kruisweg hangt in het slot van het trappistenklooster en kon voor het eerst in 1993 door het publiek bewonderd worden tijdens de Pinksterdagen in het kerkje van het vissersdorp Mariekerke aan de Schelde-oever. De begeleidende catalogus geeft bij elk van de twaalf staties een meditatietekst. De kruisweg begint met het laatste avondmaal, waar in een ontredderde sfeer elk van de twaalf apostelen-monniken zijn angstgevoel tot uiting brengt, en eindigt met de verschijning van Maria Magdalena, als eerste missionaris. Geen klassieke kruisweg, maar een zoektocht door angst naar de bronnen van de stilte. rmdp | |||||||||||||||||||||||
• Sacrale Kunst in Vlaanderen na 1945Uitg. Nationaal Hoger Instituut & Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Mutsaerdstraat 31 A1, 2000 Antwerpen, 1993, geïll., 205 × 205 mm, 48 blz., geniet. - Naar aanleiding van de Vlaamse kerkdagen 1993 werd in het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten een tentoonstelling geopend over de sacrale kunst in Vlaanderen na W.O. II die een vijftigtal werken omvatte met namen als Jan Cox, Felix De Boeck, Armand Demeulemeester, René Guiette, Jan Vaerten, Harry Elström, Hilde van Sumere. Een schamele catalogus in zwart-wit offsetdruk moet deze expositie begeleiden. Het is niet begrijpelijk hoe door gebrek aan doorstroming en coördinatie er geen samenwerking met het C.V.K.V. kon tot stand komen, daar waar Dr. L. Schoonbaert een schitterend overzicht van de religieuze beeldende kunst in Vlaanderen tussen 1963 en 1993 bracht in nr. 245 van het tijdschrift Vlaanderen met zwart-wit foto's van een totaal andere kwaliteit. Is religieus Vlaanderen nog te groot? rmdp | |||||||||||||||||||||||
• Cor Engelen & Mieke MarxMiddeleeuws Erfgoed, uitg. Kunstkring Spijker, Hoogstraten, 1993, geïll. 250 × 250 mm, 112 blz., genaaid. - De kunstkring Spijker uit Hoogstraten pakte ter gelegenheid van haar zevende tentoonstelling uit met middeleeuwse heiligenbeelden onder de titel ‘Namen voor beelden - beelden voor namen’. Het betreft een honderdtal stukken, zowel polychromen als albastenbeelden, maar ook glasramen, edelsmeedkunst en retabels. Ons middeleeuws erfgoed, waarvan terecht gesteld wordt dat het bijdraagt tot de identificatie van onszelf. Ik deel de fierheid van dit merkwaardig initiatief. De rijk geïllustreerde catalogus is alfabetisch samengesteld met de namen van de heiligen, gaande van Adelheid tot Willebrord. Telkenmale een korte beschrijving met feestdag, attribuut, patroon, namen en literatuur. Didactisch bijgevolg een biezonder interessante doorsnee en samenvatting, waarvoor Cor Engelen alle lof toekomt. Ik zou zelfs durven opteren voor het woord ‘naslagwerkje van onze heiligen’. Voor de leesbaarheid had men nog wat strenger moeten zijn met de lay-out en per heilige een blad voorzien, maar deze opmerking blijft bijkomstig voor het geheel van de gemaakte keuze. Het verheugde me ook dat de organisatoren niet kozen voor de meest bekende beelden om de heiligen voor te stellen. Hun keuze bevat pareltjes van de middeleeuwse kunstambachten. Ik wil er toch enkele voorbeelden van aanhalen: het albasten allerheiligenpaneel (4), de lindehouten Cosmas (33), de eiken Drogo (41), de twee reliëfs met Genoveva van Parijs, Johannes de | |||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||
Doper en Agnes en Silvester (49), de Corpus Christi (58), de polychromen Johannes onder het Kruis (65), de Sint-Joris te paard (67), de kalkstenen Lodewijk IX (73), de eiken St.-Maarten (82) en het paneel met de veertien noodheiligen (100). Dergelijke waardevolle tentoonstellingen zouden voor uitwisseling in aanmerking moeten kunnen genomen worden, zodat de ons omringende landen mee kunnen genieten van dit erfgoed. rmdp | |||||||||||||||||||||||
• Ludo Bekkers, Marcel Boon, Jaak Fontier e.a.Kunst in de metro. Brussel. Twintig jaar monumentale kunst, uitg. Gemeentekrediet, Dienst Communicatie-Tentoonstellingen, Pachecolaan 44, 1000 Brussel, 1993, geïllustreerd, 297 × 249, 184 blz., genaaid. - De catalogus, die in 1982 werd gewijd aan de ‘Kunst in de metro’ bevatte de bijdrage van 35 kunstenaars. Naast een korte levensschets komt een kleurenreproduktie van het kunstwerk en een toelichting van elk van de kunstenaars over de groei van hun werk. Deze catalogus besloeg aldus 35 × 4 blz. en werd in 1987 aangevuld in de vorm van een addendum met 10 × 4 blz. De nieuwe uitgave omvat het werk van 53 kunstenaars en merkwaardig genoeg staat het monumentale schilderwerk van Joseph Willaert in het Clemenceaustation, dat reeds een paar maand geleden is ingehuldigd, er nog steeds bij als project en blijft het aldus onbesproken. Ook deze derde uitgave is reeds achterhaald! Er zijn duidelijk een aantal zwakke werken aan de lijst toegevoegd, voornamelijk aan Franse zijde, zoals Flausch, Cordier en zelfs Moeschal, terwijl tenoren van Vlaamse zijde zoals Livia Canestraro, Stefaan Depuydt en Hubert Minnebo er ontbreken. Ik vermoed spijtig genoeg voor het taalevenwicht. Deze uitgave is volledig nieuw van vormgeving en na een eerste deel over de geschiedenis en de bouw van de metro, worden de kunstwerken in de metro op een beredeneerde manier besproken. Aldus is gepoogd een zinnige indeling in stromingen na te streven. Deze hoofdmoot heeft Jaak Fontier voor zijn rekening genomen, waarbij alle artiesten met een fijnzinnige kijk op leven en werk voorgesteld worden. Een verzorgde lay-out zet het geheel in de bloemetjes, alhoewel dit boek voor mij op blz. 132 kon afgesloten worden. Aan de fundamentele bijdrage van Jaak Fontier was niets meer toe te voegen. rmdp | |||||||||||||||||||||||
Varia• Hans Fonk, Herman MasthoffObjekt. Wonen in stijl 1993. Interieur Jaarboek met alle adressen in Nederland en België, 1992, uitg. Elmar bv/Hans Fonk/Amsterdam, verspreid door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen, 290 × 220 mm, geïll. met kleurenfoto's, 258 blz., gelijmd 390 fr. - Object is aan zijn tweede jaargang toe en geeft een overzicht van wat de Nederlandse en Belgische markt op het gebied van huis- en tuininrichting te bieden heeft. Aan de hand van (korte) artikels en uitgebreid illustratiemateriaal worden we binnengeleid in de wereld van de actuele huisdecoratie. En dat daarbij de (financiële) steun van fabrikanten en leveranciers niet kan gemist worden, wordt al bij een eerste oogopslag duidelijk. De adverteerderslijst telt meer dan 60 namen! In het totaal zijn er 40 artikels opgenomen, waarin de diverse facetten van wooninterieur aan bod komen (Ruimte en daglicht, Kleur bekennen, Het vurig middelpunt (haarden), Hemels (bedden), Waterdragers (zwembaden), Hard en Handgemaakt (tegels), Kranig (sanitaire kranen), Culinaire condities (keukens), My home, my castle (beveiliging), De vier jaargetijden (tuinarchitectuur), Interieurstoffen, enz. Deze artikels zijn meestal maar een paar bladzijden lang en laten voor de rest de ruimte beschikbaar voor het illustratiemateriaal. Ook worden in een aantal artikels ‘personaliteiten’ geïnterviewd i.v.m. hun visie op het interieur: kunstverzamelaar en decorateur Axel Vervoordt ('s Gravenwezel), prins Charles van Engeland, Peggy Guggenheim (New York-Venetië), Patrick Frey (producent van interieurstoffen), e.a. Het boek sluit af met een adressenlijst (55 blz.!) van fabrikanten/leveranciers, ingedeeld volgens hun activiteiten: b.v. aardewerk, antiek, badkamers, bedden/dekbedden, binnenhuisarchitecten, bloemen en -decoraties, decorateurs, decoratie en kunstschilders, glasontwerpen en -objecten, haarden, hekwerken, interieurverzorgers, lijsten, enz., enz., waarin vooral Nederland, maar ook België goed aan bod komt. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Godfried Van de Meulebroeke (red.)Terugblik op Tiegem, (uitg. V.Z.W. St-Arnoud, p/a Westdorp 3, 8573 Tiegem, 1992, geïll., met zw.-w. foto's, 275 × 225 mm, 268 blz., gebonden 950 fr. (+ verzendingskosten). - Dit lijvig boek werd samengesteld door Lili Vanden Dorpe. Godfied Van de Meulebroeke, oud-burgemeester van Tiegem en thans schepen van Anzegem, zorgde voor het tekstgedeelte. Er zijn al heel wat ‘fotoboeken’ over dorpen en steden verschenen, in alle mogelijke formaten en samenstellingen. Dit boek munt echter uit door aan de ene kant de boeiende teksten over de vele facetten van het leven in Tiegem (het in de verre omtrek toch goed bekende dorp in de Zuidvlaamse heuvelstreek) en aan de andere kant door de royale illustratie die vaak waardevolle historische documenten laat zien. Het dorp is sedert de fusies van gemeenten in 1976 opgegaan in Anzegem en het boek roept dan ook het verleden op, wat duidelijk in de titel ‘Terugblik...’ ligt opgesloten. Tiegem is vooral bekend geworden door het feit dat het dorp omstreeks 1040 de geboorteplaats van St.-Arnold is geworden. Arnold werd monnik in de St.-Medardusabdij in Soissons (Fr). Met de jaren werd Tiegem een welbekend bedevaartsoord met een grote volkstoeloop. Het St.-Arnolduspark met het St.-Arnolduskapelletje is dan ook een begrip in de streek. In het boek wordt dan ook vaak gerefereerd naar die volksdevotie. Verder richt Van de Meulebroeke de schijnwerper op de St.-Arnolduskerk, de kerkschatten, stoeten en processie, gemeentehuizen, burgemeesters, secretarissen, pastoors, hoeven, kunst & cultuur, oorlog en vrede, enz. Ook een aantal bekende Tiegemse kunstenaars worden door de auteur in woord en beeld opgeroepen: de componist en taalkundige Alfons Moortgat (Opdorp 1881 - Tiegem 1974), Modest Huys (Olsene 1874 - Zulte 1932), Valerius de Saedeleer (Aalst 1867 - Etikhove 1941), Lieven (Kortrijk 1894-1962) en Firmin (Kortrijk 1896-1977) Colardyn. Al bij al is het boek een waardige hulde voor het mooie dorp en het roemrijke verleden ervan. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Paul IbouArt Symbols. International collection symbols and logos of museums, galleries, art & design exhibitions and cultural manifestations, designed by leading designers and famous artists, uitg. Interecho Press International, Kasteel Hof van Lyere, Hofeinde 2, 2240 Zandhoven, 1992, 220 × 297 mm, 240 blz., gebonden 2.000 fr. - De grootste en belangrijkste designbureaus uit Zuid- en Noord-Amerika, Azië, Australië en geheel Europa of samen meer dan 600 specialisten in logodesign & corporate identity, uit meer dan 80 landen, betuigen permanent hun concrete medewerking aan de internationale designboeken van Interecho-Press en het ITC. Deze boeken worden in Japanse en Engelse edities wereldwijd verdeeld o.a. door de Japanse distributiegroep Nippon Suppan Hanbai Inc., met hoofdkantoor in Tokyo en met verkoopskantoren in Atlanta, Düsseldorf, Hong-Kong, Houston, London, Los-Angeles, New-York en Taipei. De Nippon groep beschikt over minimum 30.000 vaste verkoopspunten in Japen en in de wereld, met een sterk georganiseerd verkoopsnet. Interecho Press verzorgt de distributie en verkoop in de Benelux. Groep Interecho met haar divisies: Interecho Press (uitgeverij) en het ITC (International Trademark Center), is uitgegroeid tot een internationaal erkende & gespecialiseerde uitgeverij in logoboeken en neemt geregeld deel aan buitenlandse boeken- en designbeurzen in de USA, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, enz. Groep Interecho is ontstaan uit de initiatieven van ‘Vorm in Vlaanderen’ (Flanders Creativity) die met haar ‘Vorm’ jaarboeken, magazines, kranten enz. startte in '81. In maart 1985 werd de vzw Groep Interecho opgericht en tot op heden werden reeds een tiental titels gepubliceerd en staan er nog diverse andere belangrijke initiatieven op het programma. Groep Interecho wordt geleid door art-director, uitgever Paul Ibou (actief in de branche van het boek & design sinds 1954 en zelfstandig als grafisch vormgever sinds 1961). ‘Art Symbols 1’ is het eerste deel van een nieuwe reeks boeken die zowel op het niveau van design als van kunst kunnen worden gesitueerd. Het boek bundelt een selectie van ruim 200 logo's en symbolen die gebruikt worden door musea, kunstgalerijen, culturele centra, verenigingen en design- en kunsttentoonstellingen over heel de wereld. Deze logo's en symbolen zijn afkomstig van bekende designers en/of kunstenaars uit een 35-tal landen, of in bepaalde gevallen, van de instellingen zelf, uit alle continenten. (Deel 2 in dezelfde reeks zal een collectie logo's bevatten uit de wereld van theater, opera, ballet, performances, dans & muziek en verschijnt nog in 1993. ‘Art Symbols 1’ kreeg een inleidende tekst van de befaamde Nederlandse designer Prof. Wim Crouwel, huidig directeur van het Boymans-van Beuningen Museum in Rotterdam. Het woord vooraf ‘Is kunst design? Of is design kunst?’ werd geschreven door designeruitgever Paul Ibou, samensteller van de Interecho reeksen en dit boek. Het werk bevat een index van zowel de opdrachtgevers als van de designers/kunstenaars van de betreffende logo's en symbolen. De logo's, in groot formaat, beslaan telkens een hele pagina. De tekst is | |||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||
in het Engels, Frans en Japans. Met de reeks ‘Art Symbols’ wil Interecho Press naslagwerken presenteren die tot de verbeelding spreken van alle kunstliefhebbers, kunstenaars, designers, reclamespecialisten, behoeders en beheerders van het eigentijds cultuurpatrimonium. Met logo's en symbolen die niet alleen het vernuft van de creatieve ontwerper weerspiegelen, maar ook een reëel gezicht geven aan musea, galerijen, happenings, en zo een communicatiebrug slaan tussen artistieke initiatieven en het grote publiek. Dit originele perspectief maakt ‘Art Symbols’ nieuw in het genre en een ‘must’ voor de liefhebber van het design- of kunstboek. | |||||||||||||||||||||||
• Reginald De Schrijver - Roger DillemansWegwijs Cultuur, uitg. Davidsfonds, Blijde-Inkomststraat 78-81, 3000 Leuven, 1992, 240 × 150 mm, 840 blz., genaaid 980 fr. - Hoewel de doelstellingen van de Wegwijsreeks, waartoe ook dit boek behoort, heel hoog zijn (een wegwijzer zijn in ons complex bestaan maar tevens een hefboom tot verheffing van de gewone man en vrouw tot meer mensbeleven en schoonmenselijkheid), heeft dit boek i.m. die ruimschoots gehaald. Het trekt duidelijke wegen in het bijna ondoorzichtelijke bos van ons cultureel bestel en het is een bijna onuitputtelijke bron van informatie geworden. De lezers die dit boek zullen raadplegen, zullen niet teleurgesteld worden en meestal meer vinden dan ze dachten nodig te hebben. D.m.v. een uitgebreid trefwoordenregister (25 blz.), een inhoudstafel (12 blz.) en een index (2 blz.) wordt het (toch dikke!) boek erg gebruiksvriendelijk. Die massa informatie is ingedeeld in negen hoofdstukken, telkens onderverdeeld in een aantal trefwoorden - in een oogopslag terug te vinden in de index - zodat men probleemloos zijn weg vinden kan in het boek. De negen hoofdstukken (we geven tussen haakjes telkens een paar trefwoorden erbij als voorbeeld van de rijke inhoud) zijn: levenskunst (wooncultuur, kleding en mode, titels en decoraties,...), onze wereld (wereldbeeld & wereldbeschouwing, democratie, ideologieën,...), godsdienst en wereldbeschouwing (wereldgodsdiensten, de kerk in België, sekten, de vrijmetselarij,...), kunst (literatuur, muziek, film, podiumkunsten, beeldende kunsten, architectuur, antiek en kitsch,...), sociaal-cultureel leven (vrijwilligerswerk, culturele fondsen, sportinfrastructuur,...), kinder- en jeugdcultuur (onderwijs en cultuuroverdracht,...), culturele instellingen (onderwijs, wetenschappelijke instellingen, uitgeverijen [waarin ook verwezen wordt naar tijdschriften (blz. 619-620) en waarbij ‘Vlaanderen’ ook een plaatsje had verdiend!], taalgebruik (AN en taaie fouten, spelling, woordenboeken,...), Vlamingen en andere Belgen (Vlaamse Beweging, Waalse cultuur, buitenlanders). Heel veel behandelde onderwerpen worden afgesloten met een (selectieve) bibliografie ‘voor wie meer informatie wenst’. De meeste artikels zijn in een vlotte en duidelijke taal gesteld, waardoor de informatie voor de (meeste) volwassenen breed toegankelijk wordt. Meer dan honderd auteurs schreven mee aan de teksten. Onderhavige uitgave is een ‘tweede, volledig herziene editie van de oorspronkelijke uitgave die in 1986 verscheen en sinds jaren was uitverkocht. Deze uitgave verdient een even groot succes...! R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Hugo Stevens e.a.Robert De Man, uitg. in eigen beheer (Olmenstraat 53, 8010 Oostkamp), geïll. met zw.-w.- en kleurenillustraties, 300 × 210 mm, z.p., genaaid 600 fr. - Deze monografie over kunstschilder Rober De Man met bijdragen van Hugo Stevens, Richard Lauwers en Ward Demuyt is een echt kunstboek geworden. Aan de hand van vele foto's - want je moet vooral kijken naar de schilderijen van deze kunstenaar - krijgen we een overzicht van het oeuvre van deze Westvlaamse schilder. Hij werd geboren in Roeselare op 18 mei 1949 en kreeg een opleiding aan de Stedelijke Academie in Brugge en vervolgens aan het St.-Lucasinstituut van Gent. Invloeden van het fauvisme, vooral in de krachtige omtrekslijnen, en van Constant Permeke zijn niet weg te denken. Wat die laatste betreft geldt het niet zijn techniek van schilderen - De Man ontwikkelde een specifieke pasteltechniek met fijngevoelige kleurbeheersing - maar weleer de onderwerpen en de monumentaliteit. Daarmee raakte De Man de eigenheid van ons Vlaamse volk met zijn werkkracht en met zijn gevoeligheid. Het geheel oogt trefzeker, koestert hartstocht en accentueert het sociaal gebondene. Dat zijn schilderijen een duidelijke band met het expressionisme oproepen kan niemand loochenen. Naast zijn aandacht voor de landwerkers en arbeidersgezinnen, penseelt hij ook poëtische landschappen. Ze lijken een mengeling van invloeden van Permeke en van Chagall, bedekt met een sluier van zijn eigen persoonlijk karakter. Naakten en religieuze werken vullen zijn onderwerpen aan. Het oeuvre van Robert De Man bleef figuratief. Dit is geen negatieve kritiek, louter een formele vaststelling. Dit oeuvre was trouwens onlangs nog te bewonderen in ‘De Garemijnzaal’ van de Brugse stadshallen. JLM | |||||||||||||||||||||||
• Roger D'Hulst e.a.De Kruisoprichting van Pieter Paul Rubens (N/F/E/D), uitg. Roularta Books, Roeselare (te bestellen bij Monumenten en Landschappen, Zandstraat 3, 1000 Brussel), 1992, 330 × 250 mm, 200 blz. ca. 230 kleuren- en 20 zw.-w.-reprodukties, garengenaaid, gekartonneerd, 2.250 fr. - Tot de fraaiste verworvenheden van Antwerpen 93 behoort alleszins de definitieve afwerking van de al twintig jaar durende restauratie van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Het hele gebouw werd aangepakt inclusief het meubilair, de glasramen, het orgel (er kwam een barokorgel bij), het beeldhouwwerk en natuurlijk ook de schilderijen van Rubens. Aan de restauratie van De Kruisoprichting werd een boek gewijd. Het werd geschreven door de specialisten die bij de restauratie (sinds 1978) betrokken waren. Hubert von Sonnenburg, directeur van het Metropolitan Museum van New York, begeleidde als buitenlands specialist de restauratie. Hij leidt het boek in met het historische verhaal rond de restauratie. Roger D'Hulst, voorzitter van de Rubenscommissie, schreef een biografie en de bekende ere-conservator van het Rubenshuis, Frans Baudouin, brengt het verhaal van De Kruisoprichting, ‘een mijlpaal in de kunstgeschiedenis der Nederlanden. Als het ware met een paukenslag en klaroengeschal introduceerde Rubens een nieuwe, krachtige, kleuren contrastrijke stijl, vol leven en beweging: de barok.’ Willem Aerts en Jos Van den Nieuwenhuizen vertellen de peripetieën van het schilderij vanaf de Franse revolutie tot aan de nu afgesloten restauratie. Madeleine Manderyck volgde het lot van de Rubens-schilderijen in de opeenvolgende herinrichtingen van het Interieur van de kathedraal. De eigenlijke restauratie werd uitgevoerd door het Kon. Instituut voor het Kunstpatrimonium. Liliane Masschelein schrijft over het uitgevoerd vooronderzoek: toestand van hout en verflaag, fysisch fotografisch onderzoek, diagnose van de bewaringstoestand, microscopische, microchemische, spectroscopische en chromatografische analyses, kunsthistorisch onderzoek. Nicole Goetghebeur en Régine Guislain-Witterman, de restaurateurs van de picturale laag, brengen technisch verslag uit van hun buitengewoon geslaagd werk van een ongeëvenaard hoog gekwalificeerd niveau. Het boek reveleert talrijke details in het schilderij die je in de kathedraal niet zelf zou ontdekken, - daar onderga je gewoon de luister en de heerlijkheid van het geheel. K.v.D. | |||||||||||||||||||||||
• Mark van GijsegemFotografie in Oost-Vlaanderen, uitg. Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen, Gent, 1992, 250 × 250 mm, 192 blz., 185 zw.-w.- en 19 kleurenreprodukties, gebonden 1.100 fr. - Dit boek verscheen in een reeks waarin de vorige nummers gewijd waren aan kunstambachten, grafiek en affichekunst. Dit keer komt de fotografie aan de beurt. De Gentse kunsthistoricus, docent aan de Gentse academie en academie-directeur (Wetteren) Mark Van Gijsegem is de auteur van het boek dat in een eerste deel een historisch overzicht geeft van de Oostvlaamse bijdrage tot de fotografie van vorige eeuw tot WO 2, waarna de fotografie in Oost-Vlaanderen na 1945 uitvoerig wordt behandeld. Voor het eerste deel werd nieuw onderzoek verricht in Oostvlaamse stadsarchieven, de RU Gent, de Academie voor Schone Kunsten van Gent, het socialistische AMSAB-archief, verschillende musea en privé-archieven. Het is een boeiend overzicht geworden, deskundig geïllustreerd ook met, zoals reeds aangestipt, zeer terechte aandacht voor vooral de jongste generatie van fotografen. De selectie die de auteur maakte verantwoordt hij zorgvuldig in zijn woord vooraf. Hij gewaagt van ‘een Oostvlaamse school van beeldjournalisten (...die) de fotografie gebruiken zoals de journalist zijn essay schrijft’. Het is een formulering die een vorm is van te verregaande bescheidenheid. Als er op dit ogenblik enkele belangrijke jonge fotojournalisten uit Oost-Vlaanderen blijken te komen is dat stellig te danken aan de oriëntatie van de opleiding aan de Gentse akademie. Het is een goede zaak dat hogere kunstopleidingen een eigen oriëntatie hebben. Om het bij de fotografie te houden, - voor de fotojournalistiek is die (inderdaad) de academie van Gent, voor vrije artistieke fotografie de academie van Antwerpen, voor toegepaste fotografie (mode, reclame, industrie etc.) de Sint-Lucasscholen van Schaarbeek en Gent. Dat interessante fotojournalisten (zoals bijv. Carl De Keyzer, Michiel Hendryckx, Lieve Colruyt, Filip Claus, Patrick De Spiegelaere) Oostvlamingen zijn is het resultaat van het feit dat studenten naar de school gaan die dichtst bij huis ligt en niet (zoals in Engeland en Duitsland) naar de school met een bepaalde specialisatie. De kwaliteit van onze fotojournalistiek is, dacht ik, overwegend te danken aan de opleiding in de academie van Gent. Een boeiend, mooi en goed leesbaar | |||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||
boek. Het zit ook in een frisse layout (Vandekerckhove & Co, Gent) waarin de illustraties goed tot hun recht komen. (Heb voor mezelf geconstateerd hoe de foto's van Dirk Braeckman die ik ken van de grote originele formaten in kleine boekreprodukties plotseling een grotere intensiteit, intimiteit krijgen.) Dit overzicht van de fotografie in Oost-Vlaanderen geeft meteen een beeld van wat er aan actuele fotografie wordt gemaakt en dat is alleszins geruststellend. K.v.D. | |||||||||||||||||||||||
• Gerd de LeyKlassiek citatenboek, uitg. Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen, 1992, 220 × 150 mm, 783 blz., gebonden 995 fr. - Gerd de Ley heeft reeds sinds geruime tijd naam en faam verworven met de samenstelling van citatenbundels. Ook dit boek zal bijdragen tot zijn lof als citatenverzamelaar, want dit boek bevat weer een schat van treffende formuleringen, uitspraken, gedachten van honderden al of niet bekende auteurs ‘van de oudheid tot 1900’. Met ‘klassiek’ in de titel bedoelt de auteur niet uitsluitend de klassieke oudheid: zijn criterium om tot opname van een citaat te besluiten was dat de auteur ervan overleden moest zijn sedert zowat een goeie dertig jaar. Behalve de ‘klassieke’ auteurs (uit Griekenland, Rome en het Oosten) vinden we er ook vertegenwoordigers uit alle Europese landen (Vlaanderen en Nederland inbegrepen) voor zover ze beantwoorden aan het criterium: in het totaal zowat 2.500! Wie uitspraken van jonge auteurs zoekt, verwijzen we naar het ‘Modern Citatenboek’ van dezelfde auteur en uitgeverij: beide boeken samen vormen ten andere ‘de meest uitgebreide citatencollectie die er op de markt is’, schrijft de auteur met terechte fierheid in het voorwoord van voorliggend boek. De citaten staan per auteur (in alfabetische volgorde) en niet per onderwerp gerangschikt. Bij iedere auteur staan de levensjaren vermeld, alsook zijn ‘aard’ (filosoof, auteur, historicus, avonturier, fabeldichter...). Bij ieder citaat wordt de ‘bron’ opgegeven. Wie echter toch een citaat zoekt i.v.m. een bepaald onderwerp, kan terecht in het uitgebreid trefwoordenregister (106 blz. lang). Naast de rubriek ‘Auteurs van A tot Z’ (623 blz.) is er ook een afdeling ‘Spreekwoorden, bijbel- en talmoedcitaten’ (35 blz.) opgenomen. De spreekwoorden zijn per volk gerangschikt (van Abessijns... tot... Zwitserse spreekwoorden) en bij de bijbelcitaten staat telkens de vindplaats vermeld. Al deze specificaties tonen duidelijk aan dat er professioneel werd gebloemleesd en gebruiksvriendelijk werd verzameld. Qua aard en/of inhoud van de citaten kunnen we dit stellen: naar ieders smaak en voor elk wat wils. Bloedernstige noteringen en beweringen, naast humoristische, sarcastische, erotische en zelfs scatologische. Met dit naslagwerk heeft Gerd de Ley een mooi exemplaar aan zijn reeds meer dan 100 bloemlezingen toegevoegd. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Adrienne DesmetDe vingerhoed in het Kunstambacht, uitg. Drukk. Vercruysse, Diksmuidseheirweg 36, 8200 St.-Andries-Brugge, 1992, met voorwoord van Stefaan Vandenberghe, medewerker Gruuthuse Museum Brugge, zw.-w.- en kleurenfoto's, 300 × 230 mm, 239 blz., gebonden 2.950 fr. - Vingerhoeden is niet een onderwerp, waarbij je direct aan het schrijven van een boek zou denken en toch is onderhavig werk het mooie bewijs dat ook de vingerhoed - weliswaar in al zijn facetten - een degelijk onderwerp voor een boek kan zijn en zeker als men de vingerhoed als object van het kunstambacht wil bespreken. Na een grondige uitleg over de delen van een vingerhoed en het verschil tussen een werk-vingerhoed en een luxe-vingerhoed worden in hoofdstuk 3 de diverse materies besproken waaruit vingerhoeden gemaakt worden (metaal, fauna- en floramaterie, kunststof, glas...). Hoofdstuk 4 is gewijd aan de hoogtepunten uit de geschiedenis van de vingerhoed in Duitsland, Nederland, Engeland en Frankrijk. Daar er ook vingerhoeden in edele metalen vervaardigd werden, was het gebruik van ‘stempels’ bij de vervaardiging van deze voorwerpen een veel voorkomend feit. Daarmee kan men de authenticiteit van het object en zijn maker identificeren. Het 6de en laatste hoofdstuk behandelt de vingerhoed als handelsobject en geeft verder het technisch apparaat bij deze boeiende studie. Het verhaal van zo een (vroeger althans) dagelijks gebruiksvoorwerp mag dan boeiende lectuur zijn, het boek zal zeker bij velen aantrekkingskracht putten uit de ongemeen rijke en overvloedige illustratie. Wat de auteur aan beeldmateriaal verzameld heeft, grenst aan het ongelooflijke en verdient dan ook alle lof. Die kleine naaituigen laten ongekende en zelfs onvermoede schatten van kunstwerkjes bewonderen in diverse technieken en motieven. Alleen al als kijkboek heeft dit werk zijn bestaansrecht verdiend. Ten zeerste aanbevolen aan alwie (als hobby of beroep) met ‘naald en draad’ én vingerhoed te maken heeft. Bij dit alles is het daarom des te meer te betreuren dat er niet meer aandacht aan de taal besteed werd (inconsequent gebruik van c/k, spellings- en taalfouten). R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Rob ClaasenWereldgeschiedenis. Een fascinerend verslag van de geschiedenis van de mensheid, uitg. Fibula/Unieboek, Houtem en Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen, 1991 (2e herziene druk), 300 × 210 mm, met kleurenillustraties, 260 blz., gebonden 595 fr. - Tweehonderd zestig bladzijden is misschien niet veel voor het schrijven van de ‘geschiedenis van de mensheid van de vroegste prehistorie tot de Golfoorlog van 1991’ en toch heeft het boek me niet ontgoocheld. Het is zoals de ondertitel vermeldt (slechts) een verslag, waarbij ‘jaartallen zoveel mogelijk vermeden zijn’ (zoals de informatie op de achterkaft vertelt: wil men daarmee meer lezers lokken?). Alles is nogal beknopt gehouden, maar is daarom nog niet echt onvolledig. Als je daarbij weet dat elke bladzijde minstens één, veelal twee illustraties bevat, begrijp je dat de tekst toch erg beknopt werd gehouden. Anderzijds moet het gezegd: de tekst leest vrij vlot en bevat zeker het essentieelste uit de behandelde periode. Vandaar dat ik het boek zou willen omschrijven als een evenwichtig, samenvattend overzicht van de wereldgeschiedenis, dat zich uitstekend leent om de ‘versluierde’ kennis van de geschiedenis op te frissen. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een paar bladzijden die de Lage Landen in het voorbije hoofdstuk situeren. Pluspunten van het boek zijn zeker de royale kleurenillustraties (veelal van historische documenten en historische kaartjes tussendoor) waarmee het boek doorspekt is en de chronologische tabellen met politieke en culturele feiten over 10 bladzijden achterin het boek afgedrukt. Het register telt 4 blz. De geïnteresseerde leek én zeker de scholieren zullen hun voordeel doen met dit boek. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Maarten Klein & Marjan VisscherHandboek Verzorgd Nederlands, Spellingsregels, Schrijfadviezen, uitg. Martinus Nijhoff Uitgevers/Groningen, 1992, verspreid door Wolters/Leuven, Blijde-Inkomststraat 50, 3000 Leuven, 245 × 170 mm, 398 blz., gebonden 1.790 fr. - De auteurs hebben beroepshalve met de Nederlandse taal te maken: Maarten Klein is hoofddocent taalkunde, verbonden aan de Kath. Univ. in Nijmegen, en Marjan Visscher is directeur van een taaladviesbureau. Ze weten dus zeer goed waarover ze schrijven en ze zijn er daarbij in geslaagd een erg praktisch, goed hanteerbaar boek te realiseren, waarbij ze - naar eigen zeggen - zich niet enkel richten ‘tot journalisten, ambtenaren of docenten, maar ook tot de niet-professionele taalgebruikers die hun schriftelijk taalgebruik tot in de punten en komma's willen verzorgen.’ Daarom hebben ze extra aandacht besteed aan het ‘gebruiksgemak’ van het boek. En inderdaad d.m.v. een heldere inhoudsopgave voorin (11 blz.), een zeer uigebreid register achterin (23 blz.) en een gesmeerd lopend doorverwijzingssysteem in de tekst zelf zijn ze daarin zeer goed geslaagd. Daarbij vervult dit boek ook bijzonder goed zijn taak als vraagbaak voor grammaticale kwesties o.m. door middel van het ‘Grammaticaal compendium’ (65 blz.). De twee captitale hoofdstukken zijn uiteraard de spellingsadviezen (128 blz.) en de stijlverschijnselen (88 blz.). Bij de bespreking van de spellingsproblemen geven de auteurs telkens heel veel voorbeelden en ze aarzelen zelfs niet om quasi complete lijsten op te geven (vb. bij het de of het-probleem van zelfstandige naamwoorden). In deel 2 ‘Stijlverschijnselen’ bespreken ze ‘een groot aantal niet-individuele stijlproblemen’, geselecteerd ‘op grond van wat “ze” aan fouten gevonden hebben in dag-, week- en maandbladen’. Zo hebben ze het over de overeenkomst in getal tussen onderwerp en PV, inversie, samentrekking van woordgroepen en zinnen, beknopte bijzinnen, het gebruik van ‘om’, volgorde binnen de werkwoordelijke groep, de betrekkelijke voornaamwoorden, het gebruik van hun of hen, contaminatie, pleonasme, hebben of zijn?, als of dan?, omdat of doordat?, het voegwoord ‘nadat’, en de ontkenning. Een volgend en zeker niet minder praktisch onderdeel van het boek is de ‘Woordenlijst en lijst van buitenlandse aardrijkskundige namen’ (ca. 60 blz.). In de ‘Woordenlijst’ worden (alle) Nederlandse woorden opgenomen waarin een spellingsmoeilijkheid voorkomt en daarbij werd uitsluitend de voorkeursspelling gebruikt. Van de opgenomen werkwoorden worden de hoofdtijden vermeld en bij de zelfstandige naamwoorden werd de meervoudsvorm en het verkleinwoord bijgevoegd. M.i.... bladzijden die gauw ‘beduimeld’ zullen zijn! De lijst met aardrijkskundige namen vermeldt van iedere landnaam tevens het bijvoeglijk naamwoord en de naam van de inwoner. Voor taalferventen werd ook nog de lijst met ‘geraadpleegde literatuur’ afgedrukt. Het register omvat 24 bladzijden en d.m.v. ‘vetjes’ en ‘mager’ gedrukte lemmata vinden we direct wat we zoeken. Dit is een zeer goed ‘taalboek’ en op het ge- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||
bied van gebruiksvriendelijkheid is dit een topper! R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Annemiek IJsselmuidenKlassieke Muziek. Van traditie naar trend, uitg. BZZTôH, 's Gravenhage, 1992, i.s.m. EMI Music Holland BV en Classic Record Shop, met CD (LC 0542) gratis geleverd bij het boek, 200 × 125 mm, 144 blz., paperback, 199 fr. (in de Free Record Shop-Winkels). - Dit boekje wil een hulp zijn voor wie ‘klassieke muziek’ wil leren kennen en smaken. Uit andere recensies op deze bladzijde zal duidelijk worden dat er ‘een nieuwe bron’ ontdekt is door de boek- en muziekhandel: populariserende werkjes (vergezeld van een CD) maken die inspelen op de huidige revival van de belangstelling voor klassieke muziek. De vragen op de kaft van dit boekje (Was Mozart de John Lennon van de 18de eeuw? Hoe werd Liszt een 19e-eeuwse (sic) Parijse popster?) wijzen duidelijk in die richting. De producenten van dit boekje hebben het professioneel willen doen en hebben een beroep gedaan op Annemiek IJsselmuiden die zelf pianiste en muziekdocente is en aldus de klassieke muziek promoot via eigen concerten, cursussen en publikaties. Deze auteur heeft het boekje vooral informatief en praktisch willen houden: klassieke muziek... waar beginnen? wie was de componist van dat graaggehoord stukje muziek en in wat voor tijd leefde hij? wat betekenen die cijfer- en lettercombinaties op de tekstboekjes bij de CD's en muziekcassettes? Wat betekenen al die Italiaanse termen bij de aankondigingen van een radioprogramma met klassieke muziek? en dergelijke (praktische) vragen meer... worden in dit boek beantwoord. De muziekgeschiedenis wordt op 10 bladzijden verteld: vanaf de Middeleeuwen (600-1425) tot en met de moderne stijlen (vanaf 1910). Het ontstaan van het orkest en de klassieke concerten is het volgende onderwerp (waarbij de dirigent, de soorten concerten en de instrumenten niet vergeten worden). Over zo een 58 blz. stelt de auteur ‘haar’ Top-40 van de klassieke componisten samen, duidelijk in het besef dat zo een keuze kwestie van persoonlijke smaak is. Bij iedere componist wordt een lijstje met ‘aanraders om te beluisteren’ meegegeven. Naast de ‘volbloed’ klassieken (Vivaldi, Bach, Mozart...) verschijnen ook Eric Satie, Carl Orff, Gershwin, Shostakovich. In het volgende hoofdstuk wordt de ‘muzikale geheimtaal’ (cijfer- en letterkodes op CD en muziekcassette) ontcijferd en worden de muzikale termen (als allegro, veloce, meno...) verklaard. Erg boeiend m.i. is de lijst met ‘bijnamen’ waarmee tal van composities worden aangeduid (vb. Kreutzersonate = vioolsonate 9 van L. van Beethoven), alsook de ‘vijftalenlijst’ (N-E-D-F-It.) van de muziekinstrumenten (vb. fagotbassoon-Fagot-basson-fagotto) en de lijst van ‘meertalig verschenen meesterwerken’ (vb. Schubert: Forellenkwintet Op. 114, Die Forelle, The trout en La Truite). In het laatste hoofdstuk zet de auteur beroemde dirigenten, instrumentale en vocale solisten en orkesten in lijsten vast. De index verwijst naar personen en zaken. De bijgeleverde CD bevat 12 (afgeronde) muziekfragmenten waarbij in het Appendix uitleg wordt gegeven. De uitgekozen stukken zijn: Vivaldi, Vioolconcert in A, RV347; Händel, The Messiah: All we like sheep have gone astray; Mozart, Klarinetconcert in A, KV 622; Beethoven, Symfonie nr. 5 in cis; Paganini, Caprice nr. 24 in a voor soloviool, Rachmaninov, Paganini Rapsodie; Wagner, Siegfried: Heil dir, Sonne!; Ravel, Pianoconcert in G; Bartok, Concert voor orkest en Orff, Carmina Burana: O Fortuna. Samengevat: een ‘rijk’ boekje dat best als een cursus klassieke muziek kan doorgaan voor wie ‘met klassiek wil beginnen’ en/of al begonnen is! R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Chris CrakerKijk op Klassiek. Een handige gids voor wie snel wil leren genieten van klassieke muziek, uitg. A.W. Bruna Uitgevers BV/Utrecht, i.s.m. Sony Music, 1992, verspreid door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen, 245 × 140 mm, 146 blz., paperback 795 fr. - Inspelend op de actuele belangstelling voor klassieke muziek wil ook dit boekje (zie andere recensies op deze bladzijde) een helpende ‘hand’ reiken aan de (beginnende) luisteraars van klassieke muziek. Dit gaat hier gepaard met een ‘luisteroefening’ van achttien beroemde werken uit het klassieke repertorium, samengebracht op de bijgeleverde CD. Het betreft werk van Vivaldi, Bach, Händel, Mozart, Beethoven, Mendelssohn, Brahms, Tsjaikovski, Rachmaninov, Chopin, Dvorak, Prokofjev, Debussy, Elgar, Mahler, Wagner, Puccini en Gershwin; een keuze die toelaat een inzicht te geven in de diverse klassieke stijlen. Na het antwoord op de vraag ‘Wat is eigenlijk klassieke muziek?’ verklaart de auteur een aantal termen uit het vakjargon (het orkest, de dirigent, strijkkwartet, pianotrio, kamermuziek, de ouverture, symfonie, symfonische suite, menuet, trio, sonate, melodie, modulatie... om maar enkele termen te noemen). Na de beknopte bespreking van de muziekfragmenten op de CD presenteert de auteur ‘de 50 beste componisten aller tijden’, ingedeeld volgens periode of school: Barok, klassieke periode, romantiek, Franse muziek (Berlioz, Fauré, Debussy, Ravel), Engelse muziek (Elgar, Delius, Williams, Walton, Britten, Tippett), nationalistische muziek (Janacek, Smetana, Dvorak, Bartok, Kodaly, Moessorgski, Prokofjev, Stravinsky, Rimski-Korsakow, Sjostakovitsj, Sibellius, Grieg, Gershwin, Copland) en de Tweede Weense School (Schönberg, Webern en Berg). Omdat klassieke muziek en opera onlosmakelijk zijn, weidt de auteur eventjes uit over vier grote operacomponisten (Rossini, Puccini, Verdi en Wagner). De hoofdstukken 7, 8 en 9 behandelen eigenlijk een aantal nevenfacetten: de beste (actuele en historische) uitvoerenden en de instrumenten van het orkest. Hoofdstuk 6 heeft als titel ‘Welke muziek zetten we op en wanneer?’ en somt muziekfragmenten op die passen ‘bij het ontwaken, tijdens cocktailparties, tijdens de middag, bij dineetjes: vooraf... tijdens en na afloop...’. Dit hoofdstuk ontsiert m.i. dit boek: zo een keuze is té subjectief, soms zelfs lachwekkend en degradeert klassieke muziek tot ‘background music’ en ‘opvulsel voor dode (= stille) momenten’! Jammer. Handzaam is wel het register op namen en begrippen. Het gevaar van dit en andere dergelijke hulpboekjes voor het beluisteren van klassieke muziek bestaat er in dat men via lokkende titels het wil doen voorkomen alsof onderlegd luisteraar van klassieke muziek worden als van zelf gaat, als men maar die boekjes bezit. Ook hier komt het genoegen pas na de inspanning en hoe meer de lezer zich zal weten eigen te maken van de inhoud van die boekjes, des te meer zal hij inderdaad ‘leren genieten van klassieke muziek’. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Chris CrakerKijk op Opera. Een handige gids voor wie snel wil leren genieten van operamuziek, uitg. A.W. Bruna Uitgevers BV/Utrecht, 1993, verspreid door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen, gecombineerd met CD, 245 × 140 mm, 128 blz., paperback 795 fr. - De Engelse auteur (de oorspronkelijke titel van het boek luidt: Get into Opera) zegt in zijn inleiding duidelijk wat zijn bedoeling is met dit boekje: hij wil mensen die van plan zijn naar de opera te gaan of die er thuis (via CD- of video-opnames) willen naar luisteren/kijken, meer laten genieten van operamuziek door de mythes en het mysterieuze rondom de opera uit de wereld te helpen. Daarbij stelt hij voorop dat een live-uitvoering nog altijd het beste is, maar gezien de vaak té hoge drempel van de operahuizen (té hoge kostprijs van het toegangsticket, het zich onwennig voelen in het operahuis) wil hij via dit boek een helpende hand reiken aan diegenen die thuis naar opera willen luisteren. Eerst geeft de auteur uitleg bij het jargon van de opera (wat is opera, opera seria, buffa, grand-opéra, kameropera, aria, recitatief, bel canto, koloratuur?...). Daarna bespreekt de auteur (beknopt) de muziekfragmenten - de toptien voor beginners - die op de CD staan: Porgi amor, Qualche Ristoro (Mozart, Le Nozze di Figaro), Figaro's aria (Rossini, Il barbiere di Siviglia), Una futiva lagrima (Donizetti, L'élisir d'amore), Celeste Aida (Verdi, Aida), De'miei bollenti spiriti (Verdi, La traviata), L'amour est un oiseau rebelle (Bizet, Carmen), Het Pelgrimskoor (Wagner, Tannhäuser), Si mi chiamano Mimi (Puccini, La Bohème), Un bel di (Puccini, Madama Butterfly) en Summertime (Gershwin, Porgy and Bess). Een waarlijk mooie (zij het subjectieve, dus aanvechtbare) keuze, waarmee een ‘beginnend’ operaluisteraar kan overtuigd worden. In een volgende deel gaat de auteur dieper in op de componisten en hun opera's die in de toptien werden voorgesteld. Telkens volgt ook een reeks ‘aanbevelingen’ voor wie meer werk van de behandelde componist wil leren kennen. In een vierde hoofdstuk worden nog 23 andere operacomponisten (beknopt) voorgesteld, vanaf de late barok (Händel) tot in onze eeuw (Britten). In het 5de hoofdstuk richt de auteur het voetlicht op zijn (en wellicht tevens van vele anderen) lievelingszangers: Pavarotti, Domingo, Carreras en Kiri Te Kanawa, van wie hij vindt dat ze o.m. onschatbare diensten aan de revival van de opera op onze dagen hebben geleverd. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van zangers/zangeressen en dirigenten die vaak op CD-opnames voorkomen. Tot slot stelt de auteur (op één bladzijde) de beroemdste operagezelschappen en theaters voor. Gebruiksvriendelijk is zeker ook het register over 4 bladzijden dat verwijst naar alle namen van componisten, zangers, dirigenten, opera's in het boek vermeld. Met de auteur hoop ik dat door de lectuur van dit boek vele (nieuwe) operafans mogen gevormd worden! R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Willem Aerts (red.) e.a.Het Bisschoppelijk Paleis te Antwerpen. Geschiedenis en restauratie, uitg. van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Antwerpen, 1993, 280 × 210 mm, paperback, 63 illustraties, 80 blz., 250 fr. - Het provinciebestuur van | |||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||
Antwerpen stelt in een nieuwe publikatie de geschiedenis van het Bisschopshuis voor. Dit mooie classicistische gebouw prijkt sinds enige tijd weer in al zijn luister aan de Schoenmarkt. De inleiding biedt een bondig overzicht van de geschiedenis van het gebouw en zijn relatie tot de stad. In het eerste hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de bouwgeschiedenis. De auteur schetst de evolutie van het complex dat achtereenvolgens dienst deed als refugehuis van de Sint-Bernardusabdij van Hemiksem (ca. 1303-1570), als Bisschoppelijk Paleis (1570-1795), als prefectuur (1795-1814) en als provinciaal gouvernementshotel (1815-1983). Bijzondere aandacht wordt besteed aan de verbouwing van 1778-1781 onder leiding van Engelbert Baets. Het classicistische paleis dat invloeden van de Lodewijk XVI-stijl vertoont, behield in de volgende eeuwen grotendeels zijn uitzicht. Tijdens de restauratie- en renovatiewerken noteerden de archeologen de aanwezigheid van tal van archeologische sporen. Die geven vooral informatie over de materiële cultuur van de verschillende bewoners. Ook de bouwgeschiedenis wordt erdoor geïllustreerd. Het derde hoofdstuk geeft een blik in het restauratie- en renovatiedossier dat in opdracht van de Regie der Gebouwen in 1986 werd samengesteld. In 1990, tijdens de ruwbouwfase kocht de Provincie het complex weer aan en kreeg het gebouw gedeeltelijk zijn oorspronkelijke functie van het bisschopshuis terug. Weldra zal de Bisschop van Antwerpen er zijn intrek nemen met zijn administratie. De provincieraadzaal en de aanpalende historische salons werden ingericht als congresruimte. Het laatste hoofdstuk is integraal gewijd aan het provinciaal archiefdepot in de Geefsstraat. Dit neoclassicistische gebouw uit 1851-1852, met een revolutionair ijzeren binnenskelet, was in gebruik genomen tot in december 1944. Na de inslag van een V2-bom in de nabije omgeving werd het archiefdepot ontruimd. Na jarenlange leegstand is het gebouw thans gerestaureerd en heeft het opnieuw een bestemming gekregen. K.v.D. | |||||||||||||||||||||||
• Eric Lambrechts en Luc SaluPhotography and Literature. An international bibliography of monographs, Mansell Publishing Ltd. A Cassell Imprint, Villiers House, 41/47 Strand, London WC2N 5JE, England, 1993, 250 × 195 mm, 296 blz. - Een wetenschappelijke gespecialiseerde bibliografie als deze kan thans blijkbaar alleen bij een Britse uitgeverij en in het Engels. Meteen is ook de kwaliteit van dit werk aangegeven: het heeft een internationaal niveau. Deze bibliografie over fotografie en literatuur is interessant om verschillende redenen. Theoretici hebben gewezen op het literaire karakter van fotografie, waarmee gezegd wordt dat fotografie inhoudelijk expressie is, een narratieve kwaliteit bezit (‘photography is a language’). Fotografie is beschreven als een vorm van theatrale regie, wat wieweet de auteurs van de modieuze geënsceneerde fotografie op een idee heeft gebracht. Anderzijds is fotografie natuurlijk ook belangrijk voor het boek, de publicistiek in het algemeen. Er is a.h.w. een generieke verwantschap tussen het drukwerk en fotografie, het multipliceerbare medium dat overigens ook van uit zijn ontstaansgeschiedenis veel te danken heeft aan de druktechnieken van vorige eeuw. Kort: dat schrijvers gefascineerd werden (en worden) door fotografie is voor de hand liggend en maakt deze bibliografie, die uitmunt door volledigheid, bijzonder kostbaar. Ze gaat terug tot de uitvinding van de fotografie (1839-1991) en signaleert meer dan 3.900 titels uit ongeveer 20 talen. Werden opgenomen: literaire werken (romans, poëzie) die geïllustreerd zijn met foto's waarbij de naam van de fotograaf vermeld is; boeken over het fotografische oeuvre van schrijvers (zoals Zola, Shaw, Simenon); kunsttheoretisch werk over de relatie tussen literatuur en fotografie: boeken met portretten van schrijvers van bekende fotografen; tenslotte ook boeken met foto's van voor de literatuur belangrijke steden en landschappen. Dit is een boeiende bibliografie die vol verrassingen zit. Het is met name weinig bekend hoe vele schrijvers op een heel serieuze manier met fotografie zijn bezig geweest: van A.C. Doyle tot W.F. Hermans, van Lewis Caroll tot Stijn Streuvels... Een belangrijk werk dat tot stand gekomen is van uit het fonds van de bibliotheek van het Antwerpse Museum voor fotografie, waar co-auteur Luc Salu titularis is. K.v.D. | |||||||||||||||||||||||
• Anne PearsonGriekenland, uitg. Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen, 1993, reeks ‘Ooggetuigen’, i.s.m. het British Museum, geïll. met kleurenfoto's, 285 × 220 mm, 64 blz., gebonden 450 fr. - De reeks ‘Ooggetuigen’ bestaat uit informatieve gidsen ‘waarin een boeiende kijk wordt gegeven op de wondere wereld van mensen, dieren, planten en dingen om ons heen’. Onderhavig boek nu is in de eerste plaats een rijk geïllustreerd ‘kijkboek’, waarin de textuele bijdragen eerder tot een minimum zijn beperkt en door die beknoptheid enkel een zeer elementair beeld geven van de Grieken in hun geschiedenis. Wel staat bij iedere foto een uitgebreide legende die het plaatje duidelijk omschrijft. Maar ‘Alexander en de hellenistische periode’ in minder dan 20 regels willen afwerken is vanuit ‘historisch’ standpunt niet meer ernstig. Het gehele boek telt daarbij maar 4 kaartjes. Het waardevolle van het boek ligt dan ook vooral in de fleurige illustratie die echt kwistig over de bladzijden is verspreid. Vaak verrassende foto's van niet alledaagse historische relicten. Instructief is ook de doorsnede-tekening van het Griekse huis (p. 28-29), maar de foto van Richard Burton in de film Alexander de Grote (1956) op p. 63 vind ik totaal overbodig. Overbodig zijn ook de afbeeldingen op blz. 2, 3 en 4, want die komen stuk voor stuk verderop in het boek (in hun context) terug. Hieruit blijkt nog maar eens dat het de samensteller(s) van dit boek vooral om de illustraties te doen was, onder het motto ‘praatjes bij plaatjes’. Het boek belooft m.i. méér dan het geeft, zeker als men de zin op de kaft op zijn waarde gaat toetsen: ‘Ontdek de wereld van de Oude Grieken - hun mythe (sic) en legenden, helden en goden en de rijke erfenis van hun beschaving’. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Evert van DijkKalligraferen & letteren, uitg. Gaade b.v. / Unieboek b.v. / Houten, verspreid door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen, 1992, 240 × 116 mm, geïll. met zw.-w. en kleurenreprodukties van kalligrafische werkjes, 64 blz., genaaid 450 fr. - Dit boekje gaat nader in op het spel met letters in het geheel van de kalligrafie. Het wil de (ietwat gevorderde) kalligraaf op weg helpen om d.m.v. knippen, snijden, tekenen, scheuren, tamponeren en stempelen telkens weer andere letters op het papier te toveren. Dat daarbij de vormgeving van groot belang is, spreekt voor zich en toont meteen het ‘vakmanschap’ van de kalligra(a)-f(e). Achtereenvolgens worden de letters als silhouet (stempels, tamponneren), in reliëf (met ribkarton, filligraan, lovertjes,...) en als ruimtelijk werk (in karton, hout,...) besproken en aan de hand van illustratieve voorbeelden duidelijk gemaakt. Dan volgen een aantal ‘alfabetten’ om te snijden, te kalligraferen (minuskel, kapitalen, unicaal, textura en humanistisch cursief). Het laatste hoofdstukje is gewijd aan ‘letters in kleur’. Al bij al een boeiend en zeer instructief werkboekje voor gemotiveerde kalligrafen! R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Publikaties van de Vlaamse OverheidUitg. Min. van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Coördinatie, administratie Kanselarij en Voorlichting, Boudewijnlaan 30, 1210 Brussel, 1993, 230 × 165 mm, 188 blz. paperback 120 fr. - De vorige editie van deze gids verscheen in 1992 onder de naam ‘Overheidspublikaties’. Onderhavige gids is bijgewerkt tot 1 oktober 1993 en hij vermeldt achtereenvolgens de publikaties van de Vlaamse regering, van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de Vlaamse openbare instellingen (Bloso, Kind en Gezin, OVAM, enz.) Daar deze publikaties handelen over een heel gamma van onderwerpen (o.m. kunst & cultuur, economie, milieu, onderwijs, openbare werken, sport, technologie en toerisme) zal deze gids voor velen belangrijke informatie bevatten. In het totaal zijn 1400 publikaties geregistreerd. Het betreft niet alleen boeken, tijdschriften, brochures en folders, maar ook kaarten, audiovisuele produkties (video's, dia's, films) en educatieve computersoftware. Telkens wordt het besteladres vermeld. Heel wat publikaties zijn gratis te verkrijgen, zoniet wordt de prijs meegedeeld. Deze gids zelf kan besteld worden door overschrijving van 120 fr. op rek. 091-2201002-04 t.n.v. Dienst Pers, voorlichting en ontvangst, Boudewijnlaan 30, 1210 Brussel. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• J.H.J. Van de PolIn goed Nederlands, SDU Uitgeverij/'s Gravenhage, 1993, verspreid door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen, 200 × 110 mm, 207 blz., gelijmd - Dit boekje is een heus taalboek dat heel concrete informatie en regels over ons Nederlands bevat. Het voert dan ook terecht de ondertitel ‘Overzichtelijke taalgids met actuele voorbeelden uit de krant, voor op het werk, op school en thuis’. D.m.v. een register van 7 blz. (= 14 kolommen) vind je makkelijk wat je zoekt. Heel interessant zijn de vele voorbeelden bij elke regel. De compacte afmetingen van het boekje maakt het daarbij ook nog handzaam in gebruik. Het werkje omvat 5 delen: 1. spellingkwesties, 2. gebruik van de leestekens, 3. het schrijven van zakelijke teksten (o.m. alinea's, zakelijke brief, sollicitatiebrief, het artikel, het verslag, de circulaire, de uitnodiging,...), 4. taal- en stijlfouten en 5. alfabetische lijst van probleemgevallen (17 blz.), waarin op heel wat frequente twijfelgevallen pasklare antwoorden worden gegeven (vb. antiquaar/antiquair - met (be)hulp van - blijkbaar/schijnbaar - corps/korps - lacune/lagune - verplicht/ | |||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||
verplichtend - enz.) Een boekje om steeds binnen handbereik te hebben. Jammer dat de (gelijmde) bladen zo makkelijk loskomen! R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Otto Glastra van LoonMozaïek van de Muziekgeschiedenis, Uitg. Sesam/Baarn, 19923, verspreid door Uitg. Westland, Th. van Cauwenberglei 201, 2900 Schoten, 6 dln. in cassette, geïll. met zw.-w. foto's, tekeningen en muziekvoorbeelden, 190 × 120 mm, 5 × 368 blz. en 1 × 400 blz., paperback 1.390 fr. - Er zijn ‘muziekliefhebbers’ voor wie de muziek die zij horen meer dan voldoende is. Zij hebben geen ‘extra’ uitleg bij de melodie nodig. Er zijn anderen voor wie informatie over werk en componist een bijkomende dimensie geeft aan hun muziekbeluisteren. Voor die laatsten is onderhavige serie een must! En voor de kostprijs (à rato van 1,6 fr./blz.) moeten ze het zeker niet laten. Deze 3de bijgewerkte druk zal ook voor scholieren en studenten in de muziekgeschiedenis een welgekomen naslagwerk zijn. De auteur (†1986) was zelf musicus en dirigent van diverse orkesten en koren en van de Nederlandse Opera. Later werd hij bij Philips Phonographische Industrie benoemd tot Klassiek Programma directeur. Dit alleen maar om te zeggen dat hij weet waarover hij schrijft. De serie bestaat uit 6 delen en behandelt de (wereld)muziekgeschiedenis van 3000 (1ste deel) tot heden (6de deel). In het totaal 2.240 pagina's waarin de diverse ontwikkelingen, stromingen en stijlen in de muziek aan bod komen, naast heel veel informatie over componisten, instrumenten, orkesten en uitvoerende musici. De 6 delen zijn daarbij ruim geïllustreerd. Het deel 6 bevat een uitgebreid register, zodat men vlug vinden kan, wat men zoekt. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Peter Smets e.a.Grote geïllustreerde gids voor België en het G.H. Luxemburg, uitg. Lannoo/Tielt en Touring Club/Brussel, 1993, geïll. met kleurenfoto's van Daniël Leroy, kaarten en stadsplattegronden, 290 × 165 mm, 283 blz., gebonden 1.495 fr. - Het redactieteam (13 personen) is erin geslaagd een erg volledige toeristische gids voor de beide landen samen te stellen, waarmee men daguitstappen of vakanties boeiend en verrijkend kan voorbereiden en/of stofferen. Niet alleen de platgetreden toeristische centra worden beschreven, maar ook de kleine ‘sterren’ aan het toeristisch firmament krijgen de nodige aandacht, telkens in woord en beeld: voor dit boek werden meer dan 750 nieuwe foto's gebruikt. Naast die drang naar volledigheid is de praktische inrichting van het boek een ander pluspunt: de plaatsen worden in alfabetische orde behandeld, deelgemeenten worden besproken onder de naam van de fusiegemeente, de informatieve teksten worden overzichtelijk uitgewerkt (geschiedenis, bezienswaardigheden, musea, evenementen, recreatie), in de rand van de bladzijden wordt ‘praktische informatie’ (provincie, geografische streek, oppervlakte, inwonersaantal, deelgemeenten, postnummer, adres en telefoon van Dienst van Toerisme, enz.) afgedrukt. Tussen de beschrijving van de gemeenten door worden ‘Regio-fiches’ opgenomen: raamartikeltjes waarin alle geografische streken worden besproken (vb. Midden-Limburg, Maasland, Veurne-Ambacht,...) Die streken worden achterin nog eens samengevat op een regiokaart. Handig is ook het register dat verwijst naar de 13 topografische kaarten achterin en d.m.v. coördinaten vind je makkelijk elke plaats op de kaarten (1:250.000) terug. Het ‘lintje’ als bladwijzer is eveneens een handig accessoire. Minder positief moeten we het formaat en het gewicht (1,6 kg) van het boek beoordelen. Dit brengt met zich mee dat het boek het best thuis of in de wagen geraadpleegd wordt, want het in de hand houden tijdens de bezoeken kan echt niet de bedoeling zijn? Twee delen (A-L) en M-Z) zouden (spijts een hogere aanschafprijs) handiger zijn. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Marnix en Marjan van LichtenvoordeVreemde woorden van de jaren negentig, uitg. Michon/Helmond, 1993, verspreid door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147A, 2018 Antwerpen, 190 × 120 mm, 79 blz., paperback 250 fr. - Het ruime contact (persoonlijk of via de media) op onze dagen met anderstalige volkeren brengt met zich mee dat heel wat ‘vreemde’ woorden in ons Nederlands door allerlei groepen taalgebruikers aangewend worden. Het gevolg daarvan is nogal eens dat we elkaar niet meer volledig begrijpen en dat sommigen - tot vrolijkheid van anderen - sommige vreemde woorden in verkeerde situaties gaan gebruiken (vb. solliciteren i.p.v. informeren). Dit handzame boekje biedt voor dergelijke spraakverwarring een oplossing. Alfabetisch gerangschikt worden honderden vreemde woorden (die niet meer uit onze dagdagelijkse taal te bannen zijn) beknopt, maar toch helder verklaard. Het handig formaat van het boekje laat toe het steeds bij de hand te houden en snel te (kunnen) raadplegen. Aanbevolen... maar misschien zullen sommige gebruikers twijfels hebben bij de (goeie) uitspraak van een voor hen onbekend vreemd woord. Misschien kan bij een aantal woorden de uitspraak tussen haakjes bijgevoegd worden (vb. screenen, joint venture, die-hard...). R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Jelle Aalbrecht e.a.Uitspraakvademecum, uitg. Garant, Tiensesteenweg 83, 3010 Leuven/Kessel-Lo, 1993, deel 2 uit de reeks 4 ‘als je veel moet praten’, 240 × 170 mm, geïll. met foto's en tekeningen, 64 blz., genaaid 285 fr. - Omdat we een correcte uitspraak - vooral in deze tijd van verregaande slordigheid op velerlei gebied - belangrijk vinden, willen we graag dit erg praktische (school)boekje via deze kolommen aanprijzen in de hoop dat vele leerkrachten er kennis mee maken en er in hun lespraktijk voordeel mee kunnen doen. Ook niet-schoolmensen met interesse voor een goede uitspraak zullen er een goed hulpmiddel in vinden. Alle klanken van het Nederlands worden systematisch theoretisch behandeld (klinkers, tweeklanken, medeklinkers) en bij iedere klank volgt een reeks oefeningen, eerst met losse woorden, daarna in zinsverband. De diverse mondstanden worden met tekeningen en foto's verduidelijkt. De klanken worden met fonetisch schrift (op een handige inlegkaart afgedrukt) weergegeven. Daarna wordt aandacht besteed aan de ‘onderlinge beïnvloeding’ van klanken, aan de niet uitgesproken letters in woorden en aan de woordklemtoon. Tot slot een literatuurlijstje. R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Erica van Rijsewijk,Juist woordgebruik. Woorden die worden verward, Prisma Taal, 180 × 118 mm, 93 blz., paperback 150 fr. - Felix van de Laar, Foutloos spellen. 1000 vaak verkeerd gespelde woorden, Prisma Taal, 180 × 118 mm, 124 blz., paperback 150 fr. - Riemer Reinsma, Vergroot je woordenschat. Moeilijke woorden en hun betekenis, Prisma Taal, 180 × 118 mm, 95 blz., paperback 150 fr., verspreid door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 149a, 2018 Antwerpen. - Prisma Taalboekjes bieden waar voor hun geld en zijn daarbij erg handig in gebruik. Juist woordgebruik plaatst (in alfabetische volgorde) woorden naast elkaar waarbij we als modale taalgebruiker soms wel twijfelen, omdat sommige woorden sterk op elkaar lijken. Vb. klant, cliënt, patiënt / brutaal, vrijpostig, vrijmoedig, impertinent / compliment, complement / effectief, efficiënt / flap, achterflap, achterplat, omslag / flat, appartement, studio, penthouse / zuil, pijler, pilaar, kolom /, enz. De uitleg is beknopt, maar accuraat. Het tweede boekje Foutloos spellen geeft in beknopte regels het essentiële van de Nederlandse spelling weer en vestigt de aandacht op 1.000 woorden die vaak verkeerd gespeld worden. Die worden ondergebracht in vier rubrieken (waarin ze alfabetisch worden gerangschikt): zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en deelwoorden, de overige woordsoorten (bijv. naamwoorden, bijwoorden, uitdrukkingen) en Latijnse uitdrukkingen. Een test? Advocado of avocado / Afganistan of Afghanistan / allure of alure / immiteren of imiteren / begrootte of begrote kosten / buiig, buï of buïig / gedistingueerd of gedistingeerd / flateus (-euse) of flatteus (-euze) / a priori of apriori / bonefide of bonafide? Vergroot je woordenschat is een taalboekje dat al ‘spelend’ de woordenschat van de lezer wil uitbreiden, d.w.z. het bevat alfabetisch gerangschikt een groot aantal zgn. moeilijke woorden, waarbij telkens 2 of meer betekenissen staan afgedrukt waaruit je moet kiezen. De oplossingen vind je achterin het boekje! Zo worden ook de diverse ‘stijlen’ waartoe woorden behoren getest, alsook de synoniemenkennis, het gebruik van het juiste lidwoord, het passend zinsverband, de uitspraak (vb. klemtoon). In ‘raamartikeltjes’ wordt aandacht gevraagd voor o.m. het ontstaan van woorden, het gebruik van verklarende woordenboeken, eufemismen, klanknabootsingen, enz. Prettig en leerrijk! R.D. | |||||||||||||||||||||||
• Truus Huisman / Ruud van der LeestVideo zelf bedenken, zelf maken. Videovaardig voor de basisschool, uitg. Bekadidact/Cantecleer, de Bilt, 1993, verdeeld door uitg. Westland, Th. van Cauwenberglei 101, 2900 Schoten, 225 × 185 mm, geïll. met zw.-w.-foto's en tekeningen, 74 blz., genaaid 595 fr. - Leerkrachten die de bijzonder handig geworden video-camera als creatief element in de klas willen hanteren blijven dikwijls op hun honger. Interessant in dit verband in dit boekje. Pedagogisch goed overwogen worden interessante ideeën voorgesteld en geconcretiseerd. Vertrekkende van het leerdoel wordt een thema in scènes uitgewerkt en verhelderend met tekeningetjes en foto's geïllustreerd. Hierbij worden de makers aangezet tot kritische analyse en eventuele bijsturing. De auteurs sturen hierbij duidelijk aan op een eigen interpretatie, in de overtuiging dat alleen een videoproject dat uitgaat van de eigen leef- en werksituatie echt bevredigend kan zijn. In het eerste deel wordt aangebracht hoe met de klasgroep een verhaaltje in scène kan worden gezet (vb. een leerling komt te laat en sluipt stiekem de school en de klas binnen). | |||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||
Hierbij wordt ook de technische kant stap voor stap aangepakt. Het tweede deel geeft suggesties om met de verworven videotechniek zelf lesmateriaal te maken (vb. huisdieren, veilig verkeer, dag en nacht). In het derde deel gaat men observeren en registreren wat op de school zelf gebeurt (vb. kringgesprek, viering, projectweek, sportdag). Hoewel het boekje zich richt tot de basisschool is het, uiteraard mits aanpassing van de thema's, best bruikbaar in de eerste graad van de middelbare school. Realistisch is dat de auteurs niet uitgaan van de veronderstelling dat de ploeg beschikt over een royaal budget. (Hoeveel scholen hebben een eigen camera!) Veel ouders en grootouders zijn zonder meer bereid hun camera (die niet zelden in de kast ligt te overjaren) voor het goede doel in bruikleen te geven. En waarom ook niet die ouders en grootouders zelf betrekken bij het project? Een leuke en verruimende gedachte. Het moet kunnen! J.V.M. | |||||||||||||||||||||||
• Marita de Sterck en Marc van BavelLeeswijzer 16-18 jaar, uitg. Davidsfonds/Infodok, Brabançonnestraat 95A, 3000 Leuven, 1993, reeks Educatief, geïll. met boekenkaften, 240 × 160 mm, 175 blz., paperback 599 fr. - Eerder verscheen de Leeswijzer 14-16 jaar. Deze publikatie richt zich nu tot een iets ouder schoolpubliek. De opbouw van het boek is verfrissend in die zin dat de literatuur opgesplitst wordt in een aantal velden die als zodanig in andere bloemlezingen of didactische werken niet voorkomen (bijv. Film en roman, Mediatisering van de literatuur, Romans over en uit andere culturen, Factie en fictie). Ook de geanalyseerde literatuur is opvallend recent (Leo Pleysier, Rita Demeester, Lieve Joris). Ieder hoofdstuk wordt afgerond met een stimulerende leeslijst die vaak contextgericht is. Methodologisch biedt het boek niets nieuws; de voorgestelde analysemodellen zijn evenwel didactisch bruikbaar. J.V. | |||||||||||||||||||||||
• Eric LuteijnVan Kaap Hoorn naar Mount McKinley. Unieke Nederlandse expeditie van pool naar pool. Uitg. M&P, Weert, verspreid door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147A, 2018 Antwerpen, 1993, geïll. met kleurenfoto's, 285 × 215 mm, 144 blz., gebonden 995 fr. - Zes jonge Nederlanders, één vrouw en vijf mannen, hebben hun ‘jongensdroom’ verwezenlijkt. In zes maanden tijd trokken ze van Kaap Hoorn op het uiterste zuidpunt van het Amerikaanse continent naar Mount McKinley in het uiterste noorden. De expeditie voerde hen dwars door alle klimaten over uitgestrekte vlaktes, sneeuw, ijs en regenwoud. Via onder andere Patagonië, het Andesgebergte, de jungle van Columbia, Panama en de Rocky Mountains naar Alaska, een tocht van ruim dertigduizend kilometer. Dit dagboek werd een meeslepend verslag van een ongetwijfeld pakkend avontuur. D.V.d.B. | |||||||||||||||||||||||
• J. UlensGeschiedenis van de Nederlanden. Historisch-bibliografische wegwijzer / Boek 3, Garant Uitgevers nv, Tiensesteenweg 83, 3010 Kessel-Lo, 1993, 240 × 170 mm, 173 blz., genaaid 480 fr. - Het verleden van de Lage Landen is een rijk verleden. Betrouwbare informatie vinden over de geschiedenis van de Nederlanden is echter niet altijd gemakkelijk. Voorliggende historisch-bibliografische wegwijzer wil de geïnteresseerden een betrouwbare toegang verschaffen tot de kennis van dit verleden. Het is een uniek instrument om zich te oriënteren in het grote aanbod van publikaties over de geschiedenis van België, Nederland en Luxemburg. De auteurs bieden een selectie van studies die voor een ruim geïnteresseerd publiek toegankelijk zijn. Het boek beperkt zich hoofdzakelijk tot publikaties die verschenen tijdens de laatste drie decennia. Volledigheid werd daar uiteraard niet bij beoogd. Een nuttig instrument dat voorziet in een leemte. Leerkrachten geschiedenis en iedereen die zich wil verdiepen in ons verleden zullen er dankbaar gebruik van maken. G.S. | |||||||||||||||||||||||
• Philippa ScottZijde, Uitg. Cantecleer bv, De Bilt, 1993, verdeeld door uitg. Westland, Th. van Cauwenberglei 101, 2900 Schoten, oorspronkelijke titel ‘The Book of Silk’ (Thames & Hudson, Londen), geïll. met kleuren en zw.-w.-foto's, 320 × 250 mm, 255 blz., gebonden 2.490 fr. - Zijde staat in onze maatschappij nog steeds en terecht voor luxe, schoonheid, raffinement, elegantie... Deze stof heeft de mensheid nu al ruim vijfhonderd jaar geboeid en geobsedeerd. Het is dan ook goed dat er (eindelijk) een allesomvattend boek over dit onderwerp verscheen. Philippa Scott behandelt de verschillende facetten van zijde: de oorsprong en de geschiedenis in het verre oosten, het gebruik van zijde in de oudheid, het overbrengen naar Europa, de hoogtepunten ervan in het westen, de bloeitijd ervan in de verscheidene werelddelen. Het is vooral een cultuur-historisch boek dat ons een duidelijk beeld van zijde door de eeuwen heen bezorgt en dit doorgetrokken tot onze huidige samenleving. In bijlagen maken we vooral kennis met de technieken, met specifieke termen, met musea, met richtlijnen voor het verzamelen en met een uitvoerige bibliografie. Een register sluit dit fraai uitgegeven boek af. JLM | |||||||||||||||||||||||
• Guido Tack e.a.Bossen in Vlaanderen. Een historische ecologie, uitg. Davidsfonds, Blijde-Inkomststraat 79-81, 3000 Leuven, 1993, geïll. met foto's van Georges Charlier en tekeningen en kaarten (Sin Aerts), 330 × 225 mm, 320 blz., gebonden 2.950 fr. - Het wordt stilaan een traditie dat het Davidsfonds in zijn boekenpakket ook enkele luxueuze werken te koop aanbiedt. In 1993 konden we ons het volumineuze en fraai verzorgde lees- en kijkboek ‘Bossen in Vlaanderen’ aanschaffen. Wie denkt een zuiver biologische en ecologische studie aan te treffen, komt verkeerd uit. Het schitterend geïllustreerde werk biedt vooral een historische kijk op de Vlaamse bossen vanaf de prehistorie tot nu. Zo worden we geconfronteerd met de bosevolutie, met het ontginnen, met het gebruik van het hout, met de fauna en flora, met de invloed op het landschap, met de jachtactiviteiten... Meteen maken we kennis met heel wat beroepen en hun specifieke ambachtelijke woordenschat, met het beheren en aanplanten van bossen door de eeuwen heen en worden een aantal voorbeelden concreet besproken. We kunnen de auteurs, de fotograaf en de uitgever alleen feliciteren met zo'n realisatie. JLM | |||||||||||||||||||||||
• Jean-Claude Corbeil & Ariane ArchambaultBeeldwoordenboek. Visual dictionnary. Dictionnaire visuel. Bildwörterbuch, Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen, 1993, 190 mm × 290 mm, geïllustreerd in kleuren, 957 blz., gebonden 2.995 fr. - Het nieuwsoortige beeldwoordenboek mag geenszins verward worden met encyclopedieën of taalkundige woordenboeken. Het beeldwoordenboek verbindt beelden met woorden. Het beschrijft niet, maar benoemt en het geeft enkel zelfstandige naamwoorden, vergezeld van het genus. De illustratie speelt de sleutelrol. Daarom besteedden de samenstellers zoveel aandacht aan het beeldmateriaal, dat ze met behulp van computertechnieken perfect aanbieden. De redactie vertroetelt de kijker: hij ‘ziet’ de betekenis van de term die hij opzoekt en hij moet daar dan ook volop in gesteund worden. Het beeldwoordenboek is op terminologie georiënteerd. Corbeil en Archambault zetten de produktie op naar thema's (28), onderwerpen (600), specifieke voorwerpen en kenmerken van voorwerpen. Drie jaar lang pleegden taal- en vakspecialisten overleg over het hoe en wat van de publikatie. Het naslagwerk richt zich tot iedereen, want de samenstellers brachten in hoofdzaak voorwerpen uit het alledaagse leven bijeen. Een duidelijke handleiding, een viertalig register en gekleurde tabs op de paginaranden, verwijzend naar de thema-overzichten helpen de gebruiker vlot doorheen de beeldmassa. Alleen jammer dat het voorwerp ‘boek’ (of krant, tijdschrift,...) en de daarmee verbonden terminologie (als bladzijde, kantlijn, titel, letter, woord, zin, regel, alinea,...) niet in dit overigens handige en leerrijke boek zijn opgenomen. RA | |||||||||||||||||||||||
• Henk BumaReishandboek Zuid-West Engeland, uitg. Elmar/Rijswijk, 1993, verdeeld door Standaard Uitgeverij, Belgiëlei 147A, 2018 Antwerpen, reeks: Elmar reishandboek, geïll. met kleuren- en zw.-w.-foto's en kaartjes, 125 × 215 mm, 251 blz., genaaid 690 fr. - Tot Zuidwest-Engeland horen de graafschappen Wiltshire, Dorset, Somerset, Devon en Cornwall. Hoe je de streek kunt bereiken wordt beschreven in het eerste hoofdstuk. Naast een hoofdstuk waarin nogal wat aandacht wordt besteed aan het land, landschap en bevolking, komt ook de geschiedenis ruim aan bod. Vervolgens worden de kunst, cultuur en staatsinrichting besproken. De bouwkunst gaat vanzelfsprekend over kerken, kastelen en landhuizen. Het typisch Britse dorp met de kerk, de pastorie en het kerkhof, de cottages, pubs en inns wordt echter niet vergeten. Volgt een hoofdstuk over slapen en eten, het laatste beslist niet onbelangrijk voor wie het Verenigd Koninkrijk wenst te bezoeken. Ten slotte het meest uitgebreide en voornaamste deel van een reishandboek: de graafschappen worden grondig doorgelicht. De deskundige uitleg over de gebouwen of natuurmonumenten wordt ruim geïllustreerd met kaarten, plattegronden en fotomateriaal. Achteraan vinden we in alfabetische volgorde nog heel wat louter praktische informatie en een register met trefwoorden en aardrijkskundige namen. Een uitgebreid reishandboek met heel wat nuttige randinformatie. Handig en interessant. D.V.d.B.. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 264]
| |||||||||||||||||||||||
De recensies werden geschreven door:
| |||||||||||||||||||||||
Ingezonden werk
| |||||||||||||||||||||||
Zoekertjes
|
|