Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 43(1994)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Wek me in de morgendauw Wek me in de morgen het lichaam omzoomd. En kinderen planten dromen Rond de grenzen van de spelende aarde. (alleen de moeder weet dit waken) Wek me in de morgen. Zo ook is dit relaas het noemen van vergeten doden: Het vroegtijdig vermoeden van veilig en leven zijn. Een amper schuilen in de velden van de zomer. Wek me in de morgen. Maar open is de huid. En opnieuw en steeds opnieuw. De huid van Mechelen. Dauw ligt rakelings op de Dijle. Spierwit. In zijn nerven: als messen op de tong. Wek me in de morgen. Maar waarheid wordt de kinderdroom. Vager nog dan vaag in de sporen van de jager. En kinderen planten dromen In het kleed van de zwetende winter. Wek me in de morgen. Wek me in de morgen. Dan zal ik voelbaar aan de oevers van mijn ogen De duiven voeden op het ledikant van de slapende stad. Zie dan hoe drieduizend broze huizen Kwetsbare wimpers worden in de warmte van De nachtelijke sneeuw. Onaangeraakt door mensenhuid. Zuiver als zingend water. uit: ‘De huid van Mechelen’ Rob Goswin 20 [1971], nr. 120, p. 258. Vorige Volgende