| |
Uit het leven van kunsten en letteren
Gelieve uw berichten voor deze rubriek te sturen aan het Redactiesecretariaat van het tijdschrift ‘Vlaanderen’, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6, 8700 Tielt.
Om in aanmerking te komen voor publikatie in het volgend nummer 243 (nov.-dec. 1992) moeten de berichten ons bereiken vóór 1 november 1992. Met dank voor uw medewerking.
| |
• Aalst
Uit het programma van het Centrum Netwerk (De Ridderstraat 28, 9300 Aalst) stippen we aan: op 17/10 om 20.30 u brengt Lieven Tavernier, auteur-componist-gitarist-zanger, samen met Niels Decaster (viool) en Bruno Deneckere (gitaar) een anderhalf uur durend concert. Prijs: 350/315 fr.
| |
• Antwerpen
I.s.m. de Marnixring organiseert het A.N.Z. in oktober overal in het Vlaamse land zangavonden met de bedoeling de samenzang opnieuw in de belangstelling te brengen en te stimuleren met de uitgave van een nieuw liedboek ‘Vlaanderen Zingt Samen’. Bij de samenstelling van deze nieuwe uitgave werd uiteraard rekening gehouden met de evolutie van het nederlandstalige lied. Naast het oud-Nederlandse lied, het Vlaamse romantische lied en de gekende strijdliederen, bevat dit liedboek ook nieuwe liederen en komen de kleinkunstliedjes, die stilaan tot het vast liedrepertoire zijn gaan behoren, in deze uitgave aan bod. Deze boeiende liedjesverzameling met 130 titels moet een muzikale gids zijn voor elkeen die opnieuw samen wil zingen en wordt daarom uitgebracht onder de titel: ‘Vlaanderen Zingt Samen’. Het liedboek ‘Vlaanderen Zingt Samen’ wordt in de actiemaand oktober uitsluitend verspreid via de plaatselijke zangavonden van de Marnixring. De liedboekprijs bedraagt slechts 150 fr. en verleent de koper tevens toegang tot een zangavond naar keuze. Wie alvast een liedboek wil bestellen, doet dit door 150 fr. + 50 fr. verzendingskosten over te maken op rekeningnummer 645-5092740-81 met de vermelding ‘Vlaanderen Zingt Samen’. Begin november wordt er werk gemaakt van de verspreiding. Voor datum, plaats en uur van de Zangavonden verwijzen we naar de plaatselijke pers en/of de plaatselijke Marnixring.
- | Het Jaarboek van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen 1991 is verschenen met de volgende inhoud: Eric De Bruyn, Het Madrileense Tafelblad: een iconografische benadering; Leo Wuyts, Bij de iconografie van twee Rubensschilderijen: De Bewening van Christus en Christus op het stro; Dr. Katelijne Van der Stighelen, Van ‘marchant’ naar ‘vermaert conterfeyter’: het levensverhaal van Cornelis de Vos; Dr. Jean-Pierre De Bruyn, Erasmus II Quellinus (1607-1678): addenda en corrigenda II; Jean Luc Meulemeester, Twee feestelijke huldigingen van kunstschilder Jozef Suvée in Brugge; Dirk Pauwels, Rafael en de Fornarina (1842), een historisch genrestuk van Nicaise De Keyser (1813-1887). Kanttekeningen, theoretische en kritische reflecties bij een der ‘parels’ van het Antwerpse Salon van 1843; Siska Beele, Nicaise De Keysers schilderijencyclus in de Antwerpse museumvestibule: archivalia omtrent een academisch project; Els Maréchal, Verslag van de Educatieve Dienst. Het Jaarboek is in het museum te koop voor 300 fr. Bestellen: 300 fr. (+ 100 fr. verzendingskosten). Storting van de som op het postchecknummer 000-0019172-63 van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten - Patrimonium, Plaatsnijdersstraat 2, 2000 Antwerpen. Met vermelding: Jaarboek 91 en naam en adres van afzender. |
- | In het Museum van Hedendaagse Kunst (MUHKA), Leuvenstraat 32, 2000 Antwerpen (tel. 03/238.59.60) wordt tot 15/11 de tentoonstelling ‘Woord en Beeld in de Belgische Kunst van A tot Z’ getoond. Woord en beeld lijken wel incompatibel. Enkel in ‘populaire’ cultuuruitingen, zoals reclame en stripverhaal (bv. het klassieke ‘Kuifje’ van Hergé), lijkt er zoiets als een samenwerking tussen de twee te bestaan. Het woord behoort traditioneel immers tot het domein van de taal en de literatuur, het beeld tot dat van de beeldende kunst. Taal en kunst hebben echter een aantal dingen met elkaar gemeen; ze zijn bijvoorbeeld allebei een spel met betekenissen en conventies. Volgens traditionele opvattingen is de verhouding tussen taal en kunst doorgaans complementair: de kunst illustreert de tekst, de tekst veklaart de kunst. In het eerste geval doelen we op de zogenaamd ‘literaire’ kunst, in het tweede denken we aan de kunstgeschiedenis, -filosofie en -kritiek. Het is met betrekking tot dit laatste dat de Amerikaanse auteur Tom Wolfe in 1975 ironisch spreekt van ‘het geschilderde woord’; daarmee doelt hij op de woekerende theorie die geleidelijk aan de plaats inneemt van het kunstwerk zelf. Nochtans gaat ook de traditionele kunstliefhebber op zoek naar de titel alvorens het kunstwerk in kwestie aandachtig te bekijken. Het woord onder het schilderij is dus blijkbaar van groot belang. Het woord in het schilderij wordt door sommigen nog steeds ervaren als een hond in een kegelspel. De tentoonstelling ‘Woord en Beeld in de Belgische kunst van a tot z’ is gegroeid vanuit de vaststelling dat het samengaan van tekst en beeld in de moderne en hedendaagse Belgische kunst een vaak voorkomend fenomeen blijkt te zijn. Ze wil de
|
| |
| |
| bezoeker een speels en didactisch overzicht (‘van a tot z’) bieden van de uiteenlopende wijzen waarop Belgische kunstenaars de laatste vijftig jaar woord en beeld in hun werk aan elkaar koppelden. Om elke hiërarchie te vermijden werden de werken alfabetisch gerangschikt volgens de eerst leesbare letter op het werk zelf (links bovenaan te beginnen). Deze absurd logische indeling zorgt voor de nodige verrassingen, maar zegt tegelijk iets over de zin en onzin van rationele classificaties. Meer dan honderd kunstenaars zijn met één of meerdere werken vertegenwoordigd. |
- | Monumenten worden voortdurend bedreigd! Niet alleen door hun natuurlijk verouderingsproces, door atmosferische en klimatologische omstandigheden, maar ook en vooral door toedoen van de mens: nalatigheid, brand, diefstal en vandalisme. Vooral het roerend kunstbezit van kerken is daar vaak voorwerp van. In samenwerking met de Raad van Europa organiseert het Bestuur Monumenten en Landschappen een colloquium om op internationaal niveau de jongste technische evoluties inzake beveiliging te toetsen aan de noden van de Europese monumentenzorg. Bedoeling is zowel monumentenzorgers en beveiligingsdeskundigen samenbrengen om mogelijkheden en toepassingen grondig te bespreken, als ervaring en know-how uitwisselen. Om de theoretische bevindingen te confronteren met de praktische situatie wordt de deelnemers de keuze uit enkele plaatsbezoeken geboden. Het colloquium over ‘Beveiliging van monumenten en hun kunstbezit tegen misdaad en moedwillige beschadiging’ heeft plaats in het Congrescentrum Elzenveld, Lange Gasthuisstraat 45 te Antwerpen, van 3 tot 6 november 1992. Deelneming kost 5.000 fr. en gebeurt via inschrijving bij het Bestuur Monumenten en Landschappen, t.a.v. mevr. A.M. Leijssen, Zandstraat 3, 1000 Brussel. Gelijktijdig wordt in het Congrescentrum Elzenveld een vakbeurs georganiseerd. Deze beurs toont een aantal recente beveiligingssystemen en is voor iedere geïnteresseerde toegankelijk. |
| |
• Antwerpen/Keulen
In het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (Leopold de Waelplaats, 2000 Antwerpen, tel. 03/238.78.09) loopt van 19/12/92 tot en met 7/3/93 de tentoonstelling ‘Van Bruegel tot Rubens. De Antwerpse schildersschool 1550-1650’. Dagelijks toegankelijk van 10-17 u, op woensdag tot 21 u (maandags gesloten). Toegangsprijs: 200, 120 of 80 fr. De Spaanse overheersing van de Lage Landen, de Reformatie, de beeldenstorm, de Contrareformatie, tenslotte de afscheiding van de Noordelijke Nederlanden, is een periode van groot publiek belang voor onze landen en met enorme gevolgen. Maar het is ook een belangrijke periode in de Vlaamse schilderkunst, die de tijd van Rubens, Jordaens en Van Dijck omvat. De Vlaamse schilderkunst was, met Antwerpen als centrum, toonaangevend in de Europese schilderkunst. De tentoonstelling ‘Van Bruegel tot Rubens’, een initiatief van het Walraff-Richartz Museum in Keulen en tot stand gekomen in samenwerking met het Kunsthistorisches Museum in Wenen en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, geeft met 150 kunstwerken een zo volledig mogelijk beeld van die periode. Altaarstukken, portretten, stillevens, genre- en dierenstukken, architectuurschilderijen, historiestukken en kunstkabinetten van meesters als Frans Floris, Maarten de Vos, Pourbus, Snijders, Bruegel, Teniers, Rombouts, Mor, Van Dijck, Rubens en vele anderen, bijeengebracht uit collecties van Washington tot Sint-Petersburg, vaak nog nooit aan het publiek getoond, zijn van 19 december '92 tot slechts 17 maart '93 in Antwerpen te bezichtigen. De tentoonstelling ‘Von Bruegel bis Rubens. Das goldene Jahrhundert der flämischen Malerei’ is van 4/9 tot 22/11/92 te bezichtingen in het Wallraff-Richartz Museum in Keulen. (Tel. 00-49-221-221.26.66) Openingstijden: di.-do. van 10-20 u - vr.-zo. van 10-18 u - maandags gesloten.
| |
• Arnhem
‘Images’ staat voor het internationaalfestival voor beeldend, objecten- en poppentheater, dat van 5 tot en met 15/11 op diverse locaties in Arnhem gehouden wordt. Dit Festival heeft zich als een zelfstandige stichting gevestigd in Velp. De organisatie ervan is in handen van Henk Boerhof, artistieke en zakelijke leiding; Marina Coster, programmering eigentijds repertoire; Louis Helmer, programmering traditioneel niet-Europees repertoire; en Barbel Geijsen, coördinatie. Het bestuur van de stichting bestaat voorlopig uit Hubert Atjak, adjunct-directeur van het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam, Liesbeth Brandt Corstius, directeur van het Gemeentemuseum in Arnhem en Rob Baron van Ittersum, werkzaam bij de ABN/AMRO Bank. Tien dagen lang zullen theatervoorstellingen te zien zijn, die tot de top van het beeldend, objectenen poppentheater behoren van het land waaruit ze afkomstig zijn. De belangrijkste produkties van deze podiumkunst, zowel traditionele als eigentijdse produkties, uit binnen- en buitenland, komen aan bod. De schouwburg is met drie zalen - de Grote en de Kleine zaal en de Oude Foyer - het centrale punt van het festival. Verder zullen andere activiteiten zoals masterclasses, workshops of coprodukties met bijvoorbeeld film, beeldende kunst, muziek of dans, ertoe bijdragen dat ‘Images’ een ontmoetingsplaats wordt: publiek, programmeurs van theaters die beroepsmatig aanwezig zijn en theatermakers uit binnen- en buitenland kunnen bij deze gelegenheid van gedachten wisselen en kennismaken met elkaars produkties, waardoor internationale uitwisseling kan ontstaan. Buitenlandse groepen die in Nederland nog niet bij het publiek bekend zijn, presenteren zich ter gelegenheid van het festival en hebben daarna de mogelijkheid meerdere voorstellingen in het land te geven. Info: Stichting Internationaal Theaterfestival, Arnhemsesteenweg 358, 6881 NK Velp, Postbus 82, 6800 AB Arnhem.
| |
• Barcelona
Op 20 april 1993 zal het 100 jaar geleden zijn dat kunstschilder Joan Miró in Barcelona werd geboren en een onlangs opgerichte Fundació Joan Miró organiseert daarvoor een overzichtstentoonstelling van 20/4 tot 30/8/93. Om de viering luister bij te zetten werden een aantal kunstenaars uitgenodigd een poster te ontwerpen als een hulde aan Miró: Karel Appel, Enzo Cucchi, Jan Dibbits, Barry Flanagan, Jiri Kolar, Claes Oldenburg, Panamarenko, Giulia Paolini, Mimmo Rotella, Antonio Saura, Ray Smith, Frank Stella en Antoni Tàpies.
| |
• Brugge
De Provincieraad van West-Vlaanderen richtte de vzw Monumentenwacht West-Vlaanderen op. Concreet komt het erop neer om via jaarlijkse grondige inspectie door een team van vakkundige monumentenwachters de toestand van de monumenten te rapporteren. Dit systeem moet toelaten dat tijdig de nodige herstellingen en/of instandhoudingswerken door de eigenaars kunnen worden uitgevoerd, zodat verdere schade voorkomen wordt en dure restauraties vermeden. Een team van monumentenwachters werd intussen aangesteld en bestelwagens ter beschikking gesteld. Ook in andere provincies worden dergelijke monumententeams opgericht.
- | De socio-culturele vormingsinstelling Moritoen organiseert schrijfcursussen van 26 sept. tot 5 juni 1993, telkens op zaterdag van 10 tot 12.30 u en van 14 tot 16.30u in het Moritoenhuis, Eekhoutstraat 46, 8000 Brugge (tel. 050/33.63.09 of 33.69.43). Er is een basisjaar (proza, poëzie, essay en journalistiek); tweede jaar: keuze tussen twee paketten: proza/poëzie of journalistiek/essay. Slechts 20 inschrijvingen worden aanvaard tegen 8500 fr. per cursus. |
- | Van 18/9 tot 30/11 loopt in het Gruuthusemuseum, Dijver 17 (tel. 050/33.99.11) en gedeeltelijk ook in de aangrenzende O.-L.-Vrouwekerk de prestigieuze tentoonstelling ‘Lodewijk Gruuthuse, mecenas en Europees diplomaat’, uitgebouwd door een wetenschappelijke werkgroep (o.l.v. hoofdconservator V. Vermeersch) die bestond uit Dr. M. Martens, mevr. H. Lobelle-Caluwé en de heren W. Le Loup en S. Vandenberghe. Lodewijk van Gruuthuse overleed in 1492. Hij was een belangrijk Brugs edelman die vooral naam verwierf als diplomaat van de Bourgondische hertogen. Daarbij was hij kunst en kunstenaars zeer genegen en trad vaak als mecenas voor hen op. Hij stelde een schitterende bibliotheek samen en deze zgn. Gruuthusebibliotheek wordt dan ook dé blikvanger op de tentoonstelling. Diverse nationale en internationale bibliotheken (o.m. de Bibliothèque Nationale de Paris, de British Library van Londen) verlenen hun medewerking door Gruuthuse-handschriften uit te lenen. Daarin zijn de miniaturen van onschatbare kunst- en historische waarde. De expo is dagelijks toegankelijk van 9.30 tot 17 u. De toegangsprijs bedraagt 120 fr. (voor het museum) en 60 fr. (voor de kerk). Gezinskaart telkens het dubbele. De uitgeverij Stichting Kunstboek (Blankenbergsesteenweg 14, 8000 Brugge, tel. 050/31.23.52) publiceert in aansluiting bij de tentoonstelling een kunstboek met dezelfde titel, geschreven door zes specialisten. Het telt 208 blz. en verhaalt niet alleen het bewogen leven van Lodewijk van Gruuthuse, maar beschrijft tevens de Gruuthusebibliotheek. Het is geïllustreerd met talrijke (vaak paginagrote) kleurenfoto's. |
| |
• Brussel
De tentoonstelling Avant-Garde in België 1917-1929 is een gezamenlijk project van het Museum voor Moderne Kunst te Brussel en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. Ieder museum biedt een globaal overzicht van de beeldende kunst uit deze periode. Aangezien Brussel en Antwerpen tevens de voornaamste centra van de avant-gardekunst waren, werden de beide tentoonstellingen ook in die zin uitgewerkt. In de tentoonstelling te Brussel worden daarom specifiek Brusselse accenten gelegd waarbij vooral de nadruk ligt op de bewe- | |
| |
ging rond het tijdschrift ‘7 Arts’ en de eerste activiteiten van de Belgische Surrealisten. Aan de hand van documenten uit de verzamelingen van de Archives d'Architecture Moderne, zal ook een schetsmatig overzicht van de Moderne Beweging in de architectuur worden getoond. In dezelfde zin wordt de tentoonstelling in Antwerpen uitgebouwd met bijzondere aandacht voor de activiteiten rond de tijdschriften ‘Het Overzicht’, ‘Ça ira’ en ‘Lumière’. Naast het historische uitgangspunt heeft de opdeling in twee verschillende maar tevens volledige tentoonstellingen ook andere voordelen. De bezoeker kan immers in twee etappes en vanuit twee verschillende invalshoeken een groot aantal kunstwerken zien vooraleer tentoonstellingsmoeheid kan optreden en zonder dat het overzicht verloren gaat. In de tentoonstellingen worden vooral de avant-gardestromingen opgenomen zoals ze zich in België aandienden na de Eerste Wereldoorlog; met name Dada, de tweede golf van het Futurisme, Zuivere Beelding en de abstracte stromingen evenals aspecten van het Expressionisme, de beginperiode van het Surrealisme en de radicale fractie van het Modernisme. Iedere tentoonstelling omvat naast een rijk documentair gedeelte een 200-tal kunstwerken van alle kunstenaars die actief bij de avant-garde betrokken waren, met uitgebreide ensembles van de belangrijkste
protagonisten. Gelijktijdig met de tentoonstelling wordt een rijk geîllustreerd boek gepubliceerd waarin alle aspecten van de beeldende kunst van deze periode in wetenschappelijke teksten worden behandeld. Er wordt werk getoond van M.-L. Baugniet, V. Bourgeois, Jan Cockx, A. Daenens, F. De Boeck, L.H. De Koninck, P. De Troyer, Marthe Donas, M. Eemans, P.-L. Flouquet, J.-J. Gailliard, F. Jespers, O. Jespers, P. Joostens, J. Kiemeneij, J. Leonard, K. Maes, R. Magritte, E.L.T. Mesens, J. Peeters, V. Servranckx, F. Van Den Berghe, E. Van Dooren, G. Vantongerloo en H. Wolfs. De tentoonstelling loopt van 18/9 tot en met 13/12 in het Museum voor Moderne Kunst, L. De Waelplein, 2000 Antwerpen; dagelijks open van 10 tot 17 u, gesloten op maandag (in Brussel ook op 1 en 11/11). Toegangsprijs 150 fr. (met reductie: 120 fr.), 80 fr. (begeleide schoolgroepen). Info: Brussel: tel. 02/508.32.11, fax 02/508.32.32 en Antwerpen: tel. 03/328.78.09, fax 03/248.08.10.
- | In het kader van de Open Monumentendag 1992 geeft het Bestuur Monumenten en Landschappen een nieuwe reeks publikaties uit onder de titel M&L-cahier. Het eerste nummer is getiteld ‘Glas in Lood’. Info: Pers en Voorlichting, Zandstraat 3, 1000 Brussel, tel. 02/209.27.36, fax 02/209.27.05. |
- | In de galerij van de Kredietbank, Grote Markt, 1000 Brussel, wordt van 20/10 tot en met 20/12 de tentoonstelling ‘Mangbetu’ opgezet. Elke dag toegankelijk van 11-18 u, gesloten op maandag. Vrije toegang. De Mangbetu's zijn een volk uit het Noordwesten van Zaïre en aan de hand van 107 sculpturen, voorwerpen en juwelen maken we kennis met hun beeld- en sierkunst. Als criteria werden gehanteerd bij de selectie van de objecten: kunstwaarde en zeldzaamheid. De stukken werden in bruikleen gegeven door Belgische verzamelaars. Meestal trotseren ze nu voor het eerst het publiek. Zeker is dat de bezoeker te maken krijgt met authentieke meesterwerken van de Afrikaanse kunst. Dr. H. Burssens van de R.U.G. stond in voor de categorie. |
- | Als een herdenking van de 500ste verjaardag van de eerste reis van Christoffel Columbus naar Amerika organiseert het Algemeen Rijksarchief (Ruisbroekstraat 2, 1000 Brussel) de tentoonstelling ‘Beelden van de verovering van Spaans-Amerika in de 16de eeuw’, die loopt van 22/10/92 tot en met 20/3/93. De toegang is gratis en de openingsuren zijn 8.30-16.30 u op weekdagen en op zaterdag van 8.30-12 u en van 13-16 u. Gesloten op zon- en feestdagen. Op 12 oktober 1492 zet Christoffel Columbus, die een weg naar Indië zocht via het westen, voet aan wal op San Salvador (Guanahani), een eiland van de Bahamas. Daarna ging hij nog aan land op andere eilanden van de Antillen. Aan deze gebeurtenis wijdde het Algemeen Rijksarchief reeds een eerste tentoonstelling van 6 januari tot 14 maart 1992 onder de titel ‘Christoffel Columbus uit Genua’. De huidige tentoonstelling brengt beelden van de ontdekking van Mexico en Peru, gebieden die bestuurd werden in naam van keizer Karel V, koning van Spanje en vorst van onze provinciën. Vanaf 1520 maken Azteekse voorwerpen deel uit van de koninklijke verzamelingen op het paleis van Brussel. Het Rijksarchief bewaart een gedetailleerde inventaris uit 1545 van de juwelen van de keizer met een beschrijving van 125 gouden en zilveren voorwerpen en 141 halssnoeren in goud en edelstenen waarvan een aantal waarschijnlijk voortkomen uit het losgeld dat geëist werd voor de vrijlating van de Inca Atahualpa in 1533. De eerste evangelisatieperiode van Mexico start in 1523 met de aankomst van drie Gentse franciscanen, van wie er één, Pieter van Gent, bij de vijftig jaar in Mexico woonde en de catechismus in het Nahuatl vertaalde. Deze tentoonstelling biedt ruim aandacht aan de cartografische documenten die het Amerikaanse vasteland in Europa bekend zullen maken. Mochten deze beelden van de 500ste verjaardag van de
‘ontdekking’ van Amerika ons bewust maken van de verdwijning van miljoenen ‘Indianen’, naam die aan de inwoners gegeven werd door Christoffel Columbus en de volgende ontdekkingsreizigers. Er is een catalogus beschikbaar tegen 150 fr. (±100 blz.). |
- | De Vlaamse Vereniging in het Paleis voor Schone Kunsten (Koningsstraat 10, 1000 Brussel, tel. 02/507.85.10) presenteert in oktober nog twee avondvoorstellingen: op di. 20/10 om 20.30 u: Plan K. The Fall of Icarus, een dansvoorstelling met 9 acteurs op muziek van Michael Nyman; op 30/10 treedt het wereldvermaard Hilliard Ensemble op, gespecialiseerd zowel in renaissance- en barokmuziek, als in hedendaagse muziek. Dirigent is Steven Jackson en het ensemble werd uitgebreid met 2 solostemmen, 11 musici en 18 koristen. De lunchvoorstellingen van oktober zijn: op 13/10: Erik Spinoy ingeleid door Hans Vandevoorde; 20/10: The lover van Harold Pinter; 27/10: Monika Van Paemel ingeleid door Hugo Bousset. In november: 10/11: Fidelio naar Ludwig van Beethoven met Frank Groothof en Erna Sassen; 17/11: Betty Mellaerts met vrouwenpoëzie; 24/11: Zeven Deuren van Botho Strauss, gebracht door Arca (einde om 14.10 u). December telt eveneens vier lunchvoorstellingen die telkens beginnen om 12.40 u: 1/12: Kamiel Vanhole en Charles Ducal (auteurs); 8/12: De Nieuwe Snaar: William met Geert Vermeulen, Jan en Kris De Smet; 15/12: Het Liedboek door Dree Peeremans en op 22/12: Johan Padan en de ontdekking van Amerika van Dario Fo, met Charles Cornette en de Internationale Nieuwe Scène. Tickets: 100 fr. |
- | In het Paleis voor Schone Kunsten (info: 02/507.85.10 of 02/507.85.15) kan men tot 20/11 de tentoonstelling ‘Portretten van Papier’ bezoeken. Het is een kijken leestentoonstelling. Verwezen wordt naar het gefotografeerde portret, naar het geschreven zelfportret en naar de commentaren hierop. Schrijvers, fotografen en commentaren vormen samen 12 combinaties: Jean-Marie Berckmans, Marc Cels en Bart Van Egeren; Gie Bogaert, Pascale Van Den Broeck en Marc Reynebeau; Gilbert Grauws, Patrick De Kuysscher en Jooris Van Hulle: Luuk Gruwez, Filip Claus en Georges Wildemeersch: Kristien Hemmerechts, Lieve Blancquaert en Betty Mellaerts; Stefan Hertmans, Herman Selleslags en Hugo Bousset; Pol Hoste, Patrick De Spiegelaere en Jean-Pierre Rondas; Tom Lanoye, Carl De Keyzer en Gust Gils; Monika van Paemel, Gerard Dauphin en Jos Borré; Leo Pleysier, Kristien Buyse en Dirk Christiaens; Kamiel Vanhole, Johan Jacobs en Mark Schaevers; Eriek Verpale, Michiel Hendryckx en Hugo Brems. Elke fotograaf maakt een kleine fotoreportage van de schrijver. Deze schrijft een zelfportret met de foto's als uitgangspunt. Hij baseert zich m.a.w. op de visie van een andere kunstenaar bij het schrijven over zichzelf. Tenslotte kruipt een zogenaamde ‘buitenstaander’ in het vel van het kijk- en leespubliek. Hij stelt zich vragen over pakweg pose, authenticiteit en de gekozen invalshoek. Het eindresultaat is vaak, hoeft het gezegd, nogal verrassend. Er wordt ook een catalogus gepubliceerd. Deze wordt ingeleid door protrettenliefhebber Herman De Coninck. Gratis toegang. |
- | De Orgelkring Brussel (Aduatiekersstraat 58, 1040 Brussel; tel. 02/733.09.81; secretariaat Domstraat 8, 1602 Vlezenbeek, tel. 02/532.50.80) organiseert een Internationale Orgelweek van 18 tot en met 25/10. Het programma ziet er uit als volgt: 18/10: (16 u) St.-Michielskathedraal (St.-Goedelevoorplein, Brussel): Hans Van Nieuwkoop en de Scola Cantorum St.-Laurenskerk (Alkmaar, Nederland), o.l.v. H. Timmerman, Grote Orgelmis, J.S. Bach-19/10: (20.15 u) O.-L.-Vrouw-Kerk (O.L.-Vrouw-voorplein, Laken): Edward Davey (Pretoria, Zuid-Afrika), Werken van C. Franck, S. Grove (wereldcreatie) i.s.m. Kunstspectrum Meise - 20/10: (20.15 u) St.-Pieterskerk (Kard. Mercierplein, Jette): Jozef Sluys (Brussel) + Koperensemble + Koor m.m.v. P. Voet, P. Dejaeghere, J. Van Neste, D. Vanhaegenbergh, L. Neirinck, G. Vermandere, Werken van Fl. Peeters, A. Meulemans, J. Jongen, L. De Meester, E. Tinel - 21/10 (20.15 u) Kerk van het St.-Michielscollege (St.-Michielslaan, Etterbeek): Jane Wats (Londen), Werken van C. Franck, F. Mendelssohn, J. Bonnet, A. Guilmant, M. Dupre, Fl. Peeters, Ch. Tournemire - 22/10: (20.15 u) St.-Lambertuskerk (H. Hartplein, St.-Lambrechts-Woluwe): Jose Luis Gonzalez Uriol (Saragossa), Spaanse muziek: A. de Cabezon, C. de Arauxo, J. Cabanilles - 23/10: (20.15 u) St.-Pieterskerk (Dekenijstraat, Ukkel): Lucienne Antonini (Avignon) + Gregoriaans Koor van Leuven o.l.v. F. Mariman, Werken van L. Marchand, F. Couperin, C. Saint-Saens, J. Alain,
|
| |
| |
| M. Durufle i.s.m. ‘Renaissance de l'Orgue’ - 24/10: Orgelwandeling: (10.30 u) Koninklijke Bibliotheek Albert I (Keizerslaan 4): Organist: Raphaël Wiltgen, Klavecinist: Guy Van Waas, Werken van Fr. Kropfreiter, H. Roelstraete, H. Haselböck - (11.30 u) Protestantse Kerk (Koninklijke Kapel): Organist: Allen James m.m.v. Dominique Mols (sopraan), Werken van C. Loret, M. Reger, J. Rinck - (12.30 u) St.-Jakob op Koudenberg (Koningsplein): Organiste: Marie-Andrée Morisset-Balier (Rouen), Trompet: Michel Morisset, Werken van P. Tchaikovsky, S. Prokofiev), C. Franck, L. Vierne, E. Chausson - (15.00 u) Koninklijk Muziekconservatorium (Bijgebouw Karmelietenstraat 51): Organist: Kamiel D'Hooghe, Werken van J.P. Sweelinck, J.S. Bach, J. Van Landeghem, H.F. Micheelsen - (16.00) O.L.V. ten Zavelkerk (Regentschapsstraat): Organist: Jozef Sluys, Werken van A. Van den Kerckhoven, G.G. Nivers, J.S. Bach - 25/10: (16.00 u) Sint-Michielskathedraal: Werner Jacob (Nürnberg), Werken van J.S. Bach. Toegang: 250 fr. Orgelwandeling: 500 fr. of 120 fr. per concert. Vermindering voor +65 en -21: 200 fr. - orgelwandeling: 400 fr. of 100 fr. per concert. Geen plaatsbespreking; kaartenverkoop bij ingang, 1 uur voor het concert. |
| |
• Deinze
Het Museum van Deinze en de Leiestreek zet in het najaar 1993 een retrospectieve Franz Courtens op. Prof. Cl. Van Damme publiceert daarbij een monografie over de kunstenaar. Bezitters van werk van Franz Courtens worden uitgenodigd om contact op te nemen met mevr. Veerle van Doorne, conservator, Lucien Matthyslaan 3-5, 9800 Deinze (tel. 091/86.00.11) i.v.m. een eventuele uitlening van dat werk voor die tentoonstelling.
| |
• Gent
Nog tot 15/11 kan men een bezoek brengen aan de dubbeltentoonstelling in het Museum voor Sierkunst (Jan Breydelstraat 5, 9000 Gent, tel. 091/25.66.76) die volledig gewijd is aan glas. De eerste tentoonstelling schetst het verhaal van het Finse kunstglas in de 20ste eeuw. Een mooi verhaal van samenwerking tussen kunstenaars-ontwerpers en industrie in een aantal glasateliers van wereldfaam zoals Karhula-Iittala, Nuutajärvi, Riihimaki, e.a. Reeds voor de onafhankelijkheid in 1917 volgde Finland van nabij de internationale discussie over toegepaste kunst en stond het in nauw contact met Duitsland en Frankrijk, terwijl ook de Centraaleuropese glaskunst van rond de eeuwwisseling, waarin de idee van sociale verantwoordelijkheid vervat lag, zijn invloed liet gelden. De jaren 30 en 40 waren een periode van fervente emancipatie in de geschiedenis van de Finse glaskunst, toen de samenwerking tussen de industrie en de ontwerpers, die hun opleiding in toegepaste kunst hadden genoten, resultaten begon op te leveren. De stijl evolueerde van functionalisme, met nadruk op praktische en volkse vormen, naar een organisch ontwerp dat de eigenschappen van het materiaal op steeds meer originele wijze gebruikte. Functionalisme hield een poging in om het ontwerp los te maken van het kopiëren van historische stijlen om zich te concentreren op de relatie tussen vorm en doel en op een goedkope produktie. Internationale wedstrijden en tentoonstellingen voor de Tweede Wereldoorlog (Parijs: 1900, Barcelona: 1929, Parijs: 1937, New York: 1939, Triënnale Milaan: 1936) zullen het Finse Glas wereldfaam bezorgen. De jaren 50 worden beschouwd als het gouden tijdperk van het Finse ontwerp en de Milanese Triënnales (51, 54 en 57) als het toneel van een verblindend, overweldigend succes. Tapio Wirkkala's ‘Kantarelli’-vaas en Timo Sarpaneva's ‘Orkidea’ zijn symbolen van de na-oorlogse renaissance van de Finse
toegepaste kunsten. Andere grote namen zijn Kai Franck, Saara Hopea, Uokka Eskolin, Nanny Steel, Gunnel Nyman en Göran Höngell. De winnaars van de Triënnales werden nationale helden. Schoonheid voor elke dag, is het nieuwe credo. De eerste gebruiksvoorwerpen die het nieuwe design vertegenwoordigen waren de ‘Tupa’-glazen van Kai Franck. Ook de stapelbare glazen van Saara Hopea zijn uitstekende voorbeelden van praktische esthetica. De produktie van kunstglas alleen was niet winstgevend. Met de ‘I’-kollektie bracht Timo Sarpaneva een ontwerp van hoge kwaliteit voor huishoudelijk glas. Gebruiksglaswerk was reeds in haar vroege jaren een kenmerk voor de produktie van Nanny Still. Zij is o.m. de ontwerpster van het ‘Viiru’-geperst glazen gerei, een praktische ontbijtset met een zuivere lijn. De jaren '60 brengen aanzienlijke veranderingen. Automatisering vormde de trent bij het ontwerp van produkten en produktieplanning. De massaproduktie ontwrichtte de produktie op kleine schaal. De hevige kleuren, eenvoudige vormen en grote motieven van de pop art werden in het glaswerk overgenomen. De jaren 70 zijn jaren van verandering. Om nieuwe klanten te lokken werden de glasfabrieken tot toeristische attracties gemaakt. De nieuwe Humppilafabriek is hier een modelvoorbeeld. Onder haar succesprodukten: de ‘Fantasia’-reeks en de ‘Talonpoika’ (boer). In de jaren 70 en 80 duiken met de nieuwe glasbeweging nieuwe namen op. De band kan gelegd worden met de internationale Studioglasbeweging. Kunstvoorwerpen maken een opvallend deel uit van de produktie van de glasfabrieken in de jaren 80. Oiva Toikka met o.m. zijn collectie kubussen is vandaag ongetwijfeld de meest vooraanstaande. Anderen zoals Timo Sarpaneva met ‘Lasiaeka’ blijven verrassen: het verband tussen skulpturen, gevormd door het inkerven en slijpen van enorme glasblokken, en de glasindustrie ligt enkel in het materiaal.
Jorma Vennola met ‘Hiljainen kyla’ (rustig dorp), Markku Salo met ‘Luotsin unet’ (dromen van een piloot) of Kerttu Nurminen en Olavi Nurminen met zelfportretten en ‘Poutapulvi’ (cumulus) tonen het buitengewone kunnen van de huidige generatie Finse glasmakers. De tweede expositie toont glas van de Italiaanse kunstenaar David Palterer. Sinds 1900 is er ruime aandacht besteed aan zowel de vormgeving als aan het functionalisme van glas. De Art Deco en het modernisme uit het interbellum hebben in die zin krachtige glaswerken laten produceren. Pas in de jaren 50 kreeg het skulpturale glaswerk nieuwe aandacht door o.m. schitterende glasreacties uit de Italiaanse en Skandinavische glasateliers. De jaren 80 lieten een ganse nieuwe benadering zien: glazen kunstwerken waarvan het artistieke en beeldend karakter duidelijk de bovenhand heeft boven het funktionele. Uit de glaswerken van Sottsass, Zanini en later van Sipek en Palterer spreekt een groot gevoel voor kleur, speelsheid en plasticiteit. Hoewel dit glas nog als een functioneel object kan aangezien worden zijn de overige eigenschappen zo dominant aanwezig dat hier inderdaad sprake is van kunst. De verregaande frivoliteit die uit het werk van David Palterer naar voren komt, maakt zijn oeuvre dan ook uitzonderlijk verschillend van dat van andere artiesten. Dat alleen al rechtvaardigt een tentoonstelling. Open van dinsdag tot en met zondag van 9.30-17 u (gesloten op maandag). Toegangsprijs 80 fr. (+ reducties). Er is een catalogus beschikbaar.
- | In de Gele Zaal, Nonnemeersstraat 26, kan men op 14/10 het Quatuor Danel beluisteren. Ze brengen een programma van hedendaagse Russische composities. Op 29/10 is Boucounta Ndiyae, de Senegalese meester van de Xalam te gast met traditionele Senegalese muziek. Telkens om 20.30 u. Van 21/10 tot 20/1/93 doceert Costa Petridis in de Gele Zaal een lessenreeks over de traditionele sculptuur van Zwart-Afrika, een reeks van 10 lessen. Info: 091/35.37.00, fax 091/33.55.76. |
- | Als nieuwe start voor de vroegere ‘Dubbelconcerten’ werden in Gent de Gentse Stadsconcerten georganiseerd met een zeer gevarieerd aanbod van programma en uitvoerende musici. Het programma 1992-93 loopt van 13/10 tot 24/4/93 in het totaal 9 concerten waarvoor een toegangsprijs van 1600 tot 4800 fr. gevraagd wordt (losse kaarten van 200 tot 600 fr.). Plaatsbespreking: Info-ticket, Veldstraat 82, 9000 Gent, tel. 091/25.77.80). Het programma vermeldt: 13/10: Concerto Köln - vokaal ensemble Currende; Dirigent: René Jacobs, Solisten: V. Cangemi, C. Watkinson, A. Scholl, D. Van Der Walt en C. Reinhart; G.F. Händel: Messiah - 12/11/ Nieuw Vlaams Symfonieorkest; Dirigent: Patrick Peire, Viool: Mikhail Bezverkhny; Rossiniana: Britten, espighi en Paganini - 26/11/ Zeger Vandersteene: Tenor, Levente Kente: Piano; Franz Schubert: Die schöne Müllerin - 11/12: Les Hautbois et Musettes de Poitou; Dirigent: Paul Dombrecht; Kerstkoncert: De Lalande, Corette, De Boismortier, De Clermbault, Rebel, Leclair - 14/1/93: Filharmonisch Orkest van Vlaanderen; Dirigent: Alexander Dimitriev; Ludwig von Beethoven: Symfonie nr. 8; Dimitri Sjostakovitsj: Symfonie nr. 8 - 17/2/93: Barokensemble ‘Concorde’; P. Malfeyt: fluit, P. Pierlot: Viola da gamba, G. Penson: Clavecimbel; A. Vivaldi: concerto - 12/3/93: Filharmonisch Orkest van Vlaanderen; Dirigent: Jo Ann Faletta, Silvia Traey: Piano; Prima La Donna: J. Fonteyn, M. De Falla, N. Rimsky-Korsakof-1/4/93: I Musici; G. Paisiello, L. Boccerini, T. Giordani, A. Rolla, G. Rossini; Virtuose Italiaanse muziek - 24/4/93: BRTN-Filharmonisch orkest; Dirigent: Avi Ostrovsky; G. Mahler: Symfonie nr. 1; R. Wagner: Wesendoncklieder. |
- | Onder het motto ‘Voor een minder vertekend beeld...’ organiseert Amarant, centrum voor artistieke confrontatie, Hoogpoort 50, 9000 Gent (tel. 091/33.03.24) opnieuw tal van cursussen kunstgeschiedenis in diverse Vlaamse steden en dit van oktober 1992 tot januari 1993. Naast het globale kunsthistorische kader zijn er voor volgend seizoen niet minder van 10 nieuwe initiatieven gepland: een lessenreeks over ‘Film’ als kunstvorm - een inleiding tot de ‘Toegepaste kunsten’, geënt op het nieuwe Museum voor Sierkunst te Gent - ‘Afrikaanse kunst’ vanuit Afrikaans perspectief - een cursus over het fenomeen ‘Museum’ - een
|
| |
| |
| overzicht van de ‘Hedendaagse architectuur’ - een eigenzinnige benadering van ‘Motieven in de fotografie’. |
- | Amarant geeft naast de inmiddels ruim verspreide kunstkrant ‘De Witte Raaf’ nu ook een tijdschrift uit dat zich specifiek richt tot de direct betrokkenen uit de kunstwereld. De wat enigmatisch aandoende titel ‘±40A5’ slaat op het aantal bladzijden en het formaat. Tweemaandelijks wordt binnen een bestek van ongeveer 40 bladzijden een overzicht gegeven van wat er beweegt op het gebied van wedstrijden, workshops en symposia, beurzen en stipendia, overheidsinitiatieven en het sociaal statuut, allemaal zaken waar artiesten, kunstpromotoren en organisatoren mee te maken hebben. Op die manier wordt heel wat nuttige informatie, aan de geïnteresseerden op een duidelijke en overzichtelijke wijze aangeboden. Soms is er van die informatie wel iets in de dagelijkse pers te vinden, of in de meer gespecialiseerde, maar een coherent aanbod op dat vlak bestond niet, met ‘±40A5’ werd een hiaat gevuld. De uitgave van een nulnummer in mei jongstleden en de zeer ruime verspreiding ervan bij de doelgroep kende reeds heel wat instemmende respons. Zowel van de individuele kunstenaar als vanwege allerlei groeperingen en instanties kwamen positieve reacties en ook de overheid toonde haar belangstelling. ‘±40A5’ is enkel via abonnement te verkrijgen bij vzw Amarant, Hoogpoort 50, 9000 Gent (400 fr. voor zes nummers, abonnees van De Witte Raaf en leden van Amarant genieten van biezondere voorwaarden). |
| |
• Gent/Antwerpen
De vereniging ‘Flanders Antiquity’ organiseert een professionele en praktijkgerichte opleiding antiek met als docenten een uitgelezen groep van antiquairs, conservators, verwoede verzamelaars, experten, veilingmeesters en restaurateurs, waarbij de theoretische uiteenzettingen steeds goed gedocumenteerd worden, met voorbeelden d.m.v. diaprojectie en antieke voorwerpen in de les aanwezig. Demonstratie, observatie en dialoog tussen de spreker en de cursist staan centraal. Men werkt in groepen van ca. 25 personen. De basisopleiding is gespreid over twee cyclussen van 1 jaar. Tijdens het eerste jaar, bestemd voor mensen zonder voorafgaande opleiding, verwerft de cursist de historiek, de stijlen, de technieken, de materies, kortom de grondbeginselen van de kunstgeschiedenis en antiek. Het tweede jaar, voor gevorderden, is voornamelijk gewijd aan het leren zien van kwaliteit en themata als vals of echt, prijsevaluatie, copie of authentiek, verantwoorde of slechte restauratie. Het derde specialisatiejaar laat de cursist(e), die de basisopleiding volgde en zich verder wil specialiseren, toe zich te verdiepen in de materies die hem (haar) het nauwst aan het hart liggen, zoals: meubelen en sculpturen, schilderijen en grafiek, faïence, porselein en glas, textiel, wandtapijten en Oosterse tapijten. De cursussen richten zich tot alle kunstminnenden, zonder beperking van leeftijd en ongeacht de vroegere opleiding. De cursussen worden in Gent (Het Pand) en Antwerpen (Salons De Laet) gegeven. Cursusgeld per cyclus voor één jaar: 52.000 BF. Voor informatie en inschrijving: Vaderlandstraat 13, 9000 Gent (tel. 232.65.19).
| |
• Hasselt
De Stedelijke Academie voor Schone Kunsten, Kunstlaan 12, 3500 Hasselt (011/22.78.32) nodigt uit tot de tentoonstelling van de leerlingen van het atelier ‘Industriële Kunst’, die nog toegankelijk is tot 31/10, op dinsdag, donderdag en vrijdag van 18.30-21.30 u, woensdag van 14-21.30 u en op zaterdag van 14-17 u.
| |
• Herenthout/Drongen
Onder de titel ‘Gregoriaans kan je leren’ organiseert het Centrum Gregoriaans, Zelle 8, 2270 Herenthout, een Cursus Gregoriaans gedurende zes cursusdagen: 31/10, 28/11, 19/12/92, 23/1, 20/2 en 20/3/93. De cursus vindt plaats in de Oude Abdij van Drongen. Er zijn vijf studiemodules: 1. Inleiding Gregoriaans (voor beginners), 2. Praktische kennismaking met het graduale triplex (brede basiskennis), 3. Vervolgcursus, 4. Gregoriaans voor muziekstudenten en 5. Hogere Cursus (vanaf 1993/94). Prijzen schommelen van 3000 fr. per persoon tot 5000 fr. Info en inschrijving: Concertvereniging der Kempen, Lierseweg 81, 2200 Herentals (rek. nr. 860-0046778-06), tel. 014/51.23.36 van ‘Centrum Gregoriaans in Herenthout’.
| |
• Kasterlee
Onder de titel ‘Drie maal drie’ werd door het Frans Masereelcentrum n.a.v. het 20-jarig bestaan een kunstdoos uitgegeven. Het Frans Masereel Centrum in Kasterlee werd in 1972 opgericht als internationaal centrum voor hedendaagse grafiek. Deze instelling van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Kunst, kreeg een belangrijke opdracht. - een werkgemeenschap zijn voor gevestigde en toekomstige grafici; - bijscholingscursussen organiseren onder leiding van grafische kunstenaars die naam hebben gemaakt in hun artistieke beroep; - tentoonstellingen van grafisch werk organiseren en aldus bijdragen tot een ruimere verspreiding van deze kunsttak. Gedurende 20 jaar heeft het Masereel Centrum uitstekend deze opdracht volbracht. En om de 20ste verjaardag te vieren, wordt een doos met grafische prenten uitgegeven. Hiervoor werd een beroep gedaan op de medewerking van negen beeldende kunstenaars, die elk hun eigen techniek gebruiken: Fred Bervoets, Franky Cane, Albert Daniëls, Enk De Kramer, Nico Lannoo, Ingrid Ledent, Veerle Rooms, Hilde Van den Heuvel en Linda Vinck. De oplage van deze in linnen gebonden doos, waarvan de officiële presentatie plaatsvindt rond 15/10/92, bedraagt 100 genummerde en gesigneerde exemplaren waarvan 80 exemplaren bestemd zijn voor verkoop (genummerd met arabische cijfers). De prijs is vastgesteld op 25.000 fr. per doos (met negen prenten). Bestellen kan door overschrijving op rekening nr. 091-224004-17 van het Frans Masereel Centrum, Zaardendijk 20, 2460 Kasterlee (tel. 014/85.22.52).
| |
• Kortrijk
N.a.v. het 25-jarig bestaan wil Interieur, de tweejaarlijkse beurs van het eigentijdse wonen, Europese aandacht trekken: Interieur wil de toonaangevende Europese firma's van moderne meubelen, verlichting en woontextiel een podium bieden. Daartoe werden buitenlandse designer-adviseurs uitgenodigd. Deze ‘biënnale van de wooncreativiteit’ loopt van 15 tot 25 oktober e.k. in de Hallen. Naast de presentatie van een select gezelschap van de design-firma's werd er ook gewerkt aan een Ideeënbeurs met daaraan verbonden een wedstrijd (prijzenpot: ca. 1,5 miljoen frank) waarvoor maar liefst 579 ontwerpers intekenden (uit 22 verschillende landen). Hun werk - van kitsch tot meesterwerk - valt in de Hallen te bewonderen. Info: Interieur, Groeningestraat 37, 8500 Kortrijk, tel. 056/22.95.22.
- In samenwerking met V.I.Z.O. en 5 Culturele Centra is van 3 tot en met 25/10 in de Benedengalerij, C.C. Kortrijk, Hazelaarstraat 7, 8500 Kortrijk de tentoonstelling ‘Schoon servies’ te zien. Daarin tonen 13 hedendaagse Vlaamse keramisten serviezen. De kunstenaars kregen de opdracht een origineel servies te ontwerpen en uit te voeren op een ambachtelijke manier. Er worden creaties getoond van: Achiel Pauwels, Piet Stockmans, Mieke Everaet, Lode Van Houtte, Marf, Jan Vander Elst, Willy Langmans, Gerda Steegmans, Frank Van Houtte, Luc Versluys, Jan Winkels en Ludo Thys. ‘De Elf’ (Ick Reuvis, Iggy Verhulst en El Hoeben) tekenen voor een originele tentoonstellingsarchitectuur. Deze belangrijke tentoonstelling, een experiment op de raaklijn tussen design en kunstambacht, start in primeur te Kortrijk en loopt daarna nog in de Culturele Centra van Berchem, Bornem, Hasselt en Strombeek-Bever. Elke dag van 14-18 u (gesloten op maandag). Er is een kleurencatalogus beschikbaar.
| |
• Leuven
Traditiegetrouw organiseert WeL (Universitaire Werkgroep Literatuur en Media) opnieuw een cursus Creatief schrijven. Er zijn twee cursussen: Cursus I: vanaf 15/10 27 donderdagavonden (20-23 u) met als programma: inleiding tot schrijftechnieken van de diverse genres, journalistiek, hoorspel, tvspel, filmscenario e.a. Cursus II: voortzetting van I en enkel voor wie I heeft gevolgd: vanaf 12/10 27 maandagavonden (20-23 u). Kostprijs: 6000 fr. per cursus teksten en abonnement op WeL incluis. De cursussen vinden plaats in 't Stuc (Ed. Van Evenstraat 2d, 3000 Leuven. Info en inschrijving: tel. 016/22.93.24. Aantal deelnemers is beperkt.
- | Het Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond, dat dit jaar zijn negentig jarig bestaan viert, wil een teloorgegane traditie terug nieuw leven in blazen en organiseert van 26 tot 28 november 1992 een Algemeen Nederlands Studentencongres te Leuven. Studentenvertegenwoordigers uit Vlaanderen en Nederland zullen er mekaar vinden en in verschillende werkgroepen discussiëren over o.a. de toekomst van het Nederlands als onderwijs- en wetenschapstaal, de samenwerking op gebied van het hoger onderwijs en de impact van Europa en de EG op deze problematieken. Elke werkgroep zal ingeleid worden door een autoriteit dienaangaande. Op de slotdag is er op het stadhuis van Leuven een Academische Zitting waar vertegenwoordigers uit de Vlaamse en Nederlandse politieke, academische en socio-culturele wereld op uitgenodigd worden. De Ministers van Onderwijs van Vlaanderen en Nederland zullen hier het woord voeren. Voor dit project wordt nauw samengewerkt met het Ministerie van Onderwijs en het Algemeen Nederlands Congres. Het K.V.H.V. zoekt naar financiële steun om het project te kunnen verwezenlijken en om een zo breed mogelijk studentenpubliek te kunnen aanspreken. Daartoe wordt een steuncomité opgericht: wie 500 fr. of meer stort op rekening nr. 431-0177711-74 van het K.V.H.V.
|
| |
| |
| wordt lid van dit steuncomité, krijgt een persoonlijke uitnodiging voor de Academische Zitting en het verslagboek van het Congres. |
- | In de Abdijstraat 7, 3001 Heverlee (tel. 016/23.15.32) werd een nieuwe kunstgalerij geopend onder de naam ‘Vertigo Modern Art Gallery’ waar de hedendaagse kunststromingen aan bod zullen kunnen komen. Vertigo wil geen modieus gerichte kunstgalerij zijn, wel een ontmoetingsplaats voor de huidige generatie kunstenaars en degenen die open willen staan voor deze confrontatie. De geïnteresseerde bezoeker mag zich in Vertigo bijgevolg niet verwachten aan modieuze kunstenaars die om één of andere onduidelijke reden toevallig goed in de markt liggen, wel artiesten die reeds naam maakten in eigen land en die op de drempel staan van een internationale carrière. Het drempelverlagend imago willen de initiatiefnemers benadrukken door de toepassing van o.m. soepele betalingsmodaliteiten en een haast studentikoze opendeurpolitiek, uiteraard met het nodige respect voor de kunstenaar en zijn werk. Vertigo beperkt zich vrijwillig tot 6 zeswekelijkse tentoonstellingen per jaar. Aan groepstentoonstellingen wordt vooralsnog niet gedacht, mede door de vrij beperkte ruimte waarover de galerij in de Leuvense binnenstad beschikt. Als eerste kunstenaar werd een beroep gedaan op Rafaël Gorsen wiens werk te duiden valt als ‘rembrandtiaans kubisme’. Tot 15/10. Open van dinsdag tot zaterdag, 11-18 u. |
- | In de gerestaureerde salons van het Stedelijk Museum Vander Kelen-Mertens (Savoyestraat 6, 3000 Leuven, tel. 016/22.69.06; fax 016/21.18.00) vindt nog tot 29/11 de tentoonstelling ‘Haute-nouveauté’ - 300 jaar modecreaties (1600-1900)’ plaats. Toegankelijk van dinsdag tot zaterdag van 10-17 u op zon- en feestdagen van 14-17 u. Toegangsprijs: 150 fr. (met reductiemogelijkheden). Er is een catalogus voorhanden. Doorheen de eeuwen distantieerde de burgerij zich in kleding en gewoonten. Kleding had een belangrijke sociale functie. Het was een subtiel middel om zich te manifesteren en rijkdom te illustreren. Het streelde de menselijke ijdelheid. De gedrevenheid om als eerste de laatste mode te volgen veroorzaakte vaak concurrentie en naijver. Niemand bleef ongevoelig. De vraag naar nieuwigheden was groot. Dikwijls ging het om kleine details. De laatste modesnufjes, de zogenaamde haute-nouveauté, drukten hun stempel op nieuwe stijlen en gewoonten. De grote inventiviteit die hierbij aan boord werd gelegd, vindt zijn weerslag in een unieke verzameling 19de-eeuwse modeprenten. Hier werd de extravagantie en de fantasie tot op de top gedreven. Voor de oudere periodes zijn kostbare kledingstukken, taferelen en portretten de voornaamste getuigenissen van nieuwe modeverschijnselen. Zij illustreren de toegepaste mode die in het straatbeeld verscheen. In portretten werden de kleinste details waarheidsgetrouw weergegeven. Ook de onderkleding komt in deze tentoonstelling aan bod. Hoewel minder aan sociale controle onderhevig, evolueerde de onderkleding samen met de bovenkleding. En ook hier bleven de franjes niet achterwege. Het historisch kader van de salons en de tijdelijk ontworpen interieurs leggen verbanden bloot tussen kleding en zijn ‘natuurlijke’ omgeving. Bepaalde stijlkenmerken vindt men overal terug, zowel in de kleding als in het interieur. Deze correlaties zijn nog onontgonnen terrein
waar vele vragen open blijven. Haute-nouveauté is een evolutie van smaak en stijl. Een geschiedenis van mode, toegespitst op kleding, zonder de ruime context uit het oog te verliezen. Een boeiend verhaal dat aantrekkelijk en didactisch wordt voorgesteld. |
- | Om in te spelen op een vraag van het lezerspubliek naar boeken die een hulp bieden bij het begrijpen van de huidige tijd heeft het Davidsfonds een nieuwe reeks gestart met als titel ‘Actueel’. Het opzet ervan is om de lezer in 120 pagina's over één bepaald onderwerp tegelijk deskundige en toegankelijke, overzichtelijke en nieuwe informatie te verschaffen. Door de hoge verschijningsfrequentie - minstens zes boeken per jaar - en de mogelijkheid om in te tekenen via een abonnementsformule, kunnen alle mogelijke thema's aan bod komen én kan de actualiteit op de voet worden gevolgd. De eerste twee boeken richten de schijnwerpers enerzijds op de situatie van de landbouw bij ons en anderzijds op de Amerikaanse presidentsverkiezingen en het Amerikaans politiek systeem. Leo Schrooten, landbouwjournalist en -kenner bij uitstek, brengt in De nieuwe boeren bekende en vooral nieuwe gegevens samen over de landbouw nu: van het inkomensverschil tussen de Vlaamse en de Waals boer tot het inkrimpend landbouwareaal, van milieuvriendelijke mest en levende insektenverdelgers tot de ‘opdringerige’ landbouwpolitiek in Brussel, van de verrassende know-how binnen de hoevemuren tot de blijvende afhankelijkheid van de natuur... De Amerikaanse verkiezingen van Hans Bruyninckx, teaching assistant in Colorado State University, maakt de lezer dan weer wegwijs in 's werelds grootste verkiezingsgebeuren. Wie kiest voor wie? Hoe belangrijk zijn de Primaries? Hoe komt het dat iemand met meer stemmen toch niet altijd het fel begeerde ticket voor het presidentschap binnenrijft? Welke rol spelen media en televisiedebatten? Hoeveel kost de verkiezingskermis en is er een rechtstreeks verband tussen de beschikbare middelen en het resultaat? Prof. L. Reychler, hoogleraar Internationale Betrekkingen aan de K.U.Leuven, zal het boek toelichten. Info: Davidsfonds/Uitgeverij,
Blijde-Inkomststraat 79-81, 3000 Leuven, tel. 016/22.18.01; fax 016/22.25.32. |
- | De concertvereniging van het Lemmensinstituut heeft voor het seizoen 92-93 (sept.-dec.) andermaal een rijkgestoffeerd muziekprogramma uitgebouwd. Voor oktober stippen we aan: 15/10: E. Ysaye Ensemble o.l.v. Guido De Neve en Christel Kessels; 22/10: Kameropera ‘The Medium’ van G. Menotti door het Ensemble Hedendaagse Muziek en de Klas Lyrische Kunst Lemmensinstituut o.l.v. Piet Swerts in een regie van Jos Verlinden; 29/10: Liedrecital door Werner van Mechelen, bas-bariton en Marc Deckers, piano. November telt ook drie concerten: 12/11: Symfonisch Orkest Lemmensinstituut o.l.v. Edmond Saveniers, met Sabine Warnier, dwarsfluit; 19/11: Vier op 'n rij: Bart Spanhove, Geert Van Gele, Paul Van Loey en Joris van Goethem met ‘Virtuose blokfluitmuziek’; 26/11: Psalmenconcert door Koor en Orkest Lemmensinstituut o.l.v. Edmond Saveniers met Jan Caals, tenor, en Werner Van Mechelen, bas-bariton. Op 18/12 brengen de Vocale en instrumentale Ensembles Lemmensinstituut o.l.v. Erik van Nevel een Kerstconcert. Al deze concerten vinden plaats in de Concertzaal Lemmensinstituut, Herestraat 53, 3000 Leuven om 20 uur. Info: Lemmensinstituut, Herestraat 53, 3000 Leuven, 016/22.08.03. |
| |
• Leuven/Gent
In een redactie van H. van Gorp en D. de Geest verscheen ‘Even boven het evenwicht. Gedenkboek Armand van Assche’, dat door Uitgeverij Acco, Tiensestraat 134-136, 3000 Leuven, rek. 330-0105978-11) uitgegeven wordt (160×240 mm, 296 blz., 1295 fr.). Op 27 augustus 1990 overleed, geheel onverwacht, Armand van Assche. Met hem verdween niet alleen een verdienstelijk dichter en literair criticus, maar eveneens een gewaardeerd wetenschapper en docent, een minzaam collega en vriend. Een man die, met zijn eigen dichterlijke woorden, ‘even boven het evenwicht’ leeftde. Met dit gedenkboek wil men de nagedachtenis van Armand van Assche eren. Daartoe worden, in een eerste deel, vijf van zijn belangrijkste bijdragen gebundeld op het terrein van de literatuurdidactiek en de empirische literatuurstudie. In een tweede deel komen een aantal collega's uit Vlaanderen en Nederland aan het woord. Zij pogen de erfenis van Van Assche voort te zetten, met opstellen die handelen over literatuuronderwijs, empirische literatuurwetenschap (het gedrag van lezers) en cultuuroverdracht. ‘Even boven het evenwicht’ vormt aldus een belangrijke bijdrage op het domein van de literatuurdidactiek en de empirische literatuurstudie én de vertaling van die wetenschappelijke inzichten naar de didactische praktijk. De uitgeverij Poëziecentrum, Hoornstraat 11, 9000 Gent (tel. 091/25.22.25) publiceert n.a.v. het overlijden van Van Assche de posthume uitgave van de bundel ‘Voorgevoel’ (56 blz., 498 of 698 fr. voor gebonden uitgave). Bij het overlijden van de dichter lag de onafgewerkte bundel ‘Voorgevoel’. ‘Voorgevoel’ is ook de titel van het eerste gedicht in de bundel. Heeft Van Assche een voorgevoel gehad van zijn plotse, vroege dood? Je kunt ‘Voorgevoel’ vanuit die optiek lezen: de dood is overal onderhuids aanwezig. Maar de dichter probeert in de eerste plaats de leegte
te bezweren met scherven poëzie. Wat krampachtig en vermoeid tracht hij hevige momenten persoonlijk leven associatief op te bouwen tot een fragmentair geheel. Hij maakt een ‘vuurdans rond de leegte’ om vat te krijgen op het mysterie, het sacrale. En op de ‘vorm’, die hij op het spoor is, maar niet meer zal bereiken. Armand Van Assche (1940-1990) debuteerde in 1973 als dichter met ‘De chemie van de dauw’, waarvoor hij in 1974 de Prijs van de Stad Tielt kreeg. Later volgden nog ‘Even boven het evenwicht’ (1978) en ‘Cel’ (1982). Van Assche schreef ook kinderpoëzie. In 1976 werd zijn gedicht ‘De zwanen’ bekroond met de Prijs voor Kinderpoëzie van Altiora; de bundel ‘De zee is een orkest’ (1978) leverde de Antwerpse Provinciale Prijs voor Jeugdliteratuur voor de periode 1977-1980 op. In 1985 verscheen ‘Haartjes op mijn arm’.
| |
• Meise
De Werkgroep Kunstonderwijs (W.K.O.) geadresseerd op de Brusselsesteenweg 64, 1860 Meise (02/269.17.88) verzet zich in een perscomuniqué tegen het feit dat de Vlaamse Executieve nog minder leerlingen en minder lestijd in het deeltijds Kunstonderwijs wil. Volgens berichten uit regeringskringen zou het leerlingenaantal in het Deeltijds Kunstonderwijs, d.w.z.
| |
| |
de Academies voor Beeldende Kunsten en de Academies voor Muziek, Woord en Dans, spectaculair gestegen zijn. Er zouden vorig schooljaar met name ca. 13.000 leerlingen meer zijn geteld dan daarvoor. Na contact met meerdere instellingen en de overheid blijkt echter dat men de leerlingen per studierichting en niet hoofdelijk heeft geteld. Aangezien meerdere leerlingen 2 of zelfs 3 studierichtingen volgen heeft dit een dubbele telling voor gevolg. In realiteit is er dan ook een lichte daling van het aantal leerlingen. De Vlaamse Executieve voorziet een verhoging van het inschrijvingsgeld. Zowel de jongeren die dan 2000 fr./schooljaar zullen betalen als de volwassen leerlingen die zelfs 6000 fr. zouden moeten neertellen worden aldus in beginsel gedemotiveerd voor het volgen van ons onderwijs dat reeds duur is vanwege de hoge kostprijs van bv.: muziekinstrumenten, toebehoren en partituren of dansuitrusting. Bovendien heeft de Vlaamse Raad het D.K.O. bij de hervorming in 1990 in (te) strenge structuren en reglementeringen gegoten om het zgn. als ‘onderwijs’ te catalogeren. Blijkens de bezoldigingsregeling is het D.K.O. van het secundair niveau. Dergelijk onderwijs dient dus kosteloos te zijn. Daarbij voorziet de Gemeenschapsminister van Onderwijs bijkomend een afslanking van het lesurenaantal. Momenteel is gepland dat de instellingen die Muziek en Woord inrichten slechts 90% (muziek: alle graden, woord: middelbare en hogere graad) van de voorziene lesuren waarop zij recht hebben voor deze studierichtingen, zouden kunnen inrichten. Dit niettegenstaande de ‘nieuwe structuur’ nog niet volledig is doorgevoerd, hetgeen op zich al extra lestijden voor het inrichten van de verplichte nevenvakken vergt. De nu reeds veel te krappe lestijd voor het hoofdvak (bv. instrument, voordracht,...) zal met deze maatregel nog korter worden. De ernst en de kwaliteit van het kunstonderwijs komen daarmee op de helling te staan. Reeds in 1987 had de
Werkgroep gewaarschuwd voor de te hoge kostprijs die de ‘nieuwe structuur’ met zich meebracht. De toenmalige beleidsverantwoordelijken hebben zich echter bereid verklaard de rekening te zullen betalen en de vernieuwingen ten gronde te evalueren. De realiteit blijkt op beide vlakken echter anders. Kwaliteitsbewaking, financiële en praktische haalbaarheid en de doelstelling van het Deeltijds Kunstonderwijs, dat op vrijwillige basis en naschools wordt gevolgd dienen in een soepele structuur en reglementering te worden vervat. Deze dient vanuit een veel bredere maatschappelijke discussie tot stand te komen dan tot op heden het geval is.
| |
• Nederzwalm
De vzw Kunsthof ten Doeyer organiseert in oktober e.k. een cursus kalligrafie voor gevorderden met als docente Joke van den Brandt. Data: 6 zaterdagvoormiddagen: 3, 10, 17 en 24 okt. en 14 en 21 november. Kostprijs 4500 fr. cursusboekje inbegrepen. Info en cursusplaats: Kunstcentrum Hof ten Doeyer, Beekmeersstraat 9, 9636 Zwalm-Nederzwalm.
| |
• Nieuwpoort
Het Beauvarlet-Koor (Bruggestwg 67, 8433 Mannekensvere, telefoon 058/23.66.56) heeft opnieuw een drukke activiteitenkalender opgebouwd, waaruit we volgende manifestaties opsommen: zat. 31/10: concert met het Requiem van G. Fauré en motetten rond dood en eeuwig leven in de St.-Walburgakerk in Veurne; hetzelfde concert op 21/11 in de St.-Jean-kerk te Namen. Op 17/12 is het koor te gast in de Potterie-kerk in Brugge met een kerstconcert en op 20/11 eveneens een Kerstconcert in Antwerpen (samen met Die Ghespeelckens). Ditzelfde concert wordt ook in Nieuwpoort gehouden op zat. 26/12. Op 2 jan. 1993 verzorgt het koor een Nieuwjaarsconcert in Knokke. Ignace Thevelin tekent voor de algemene leiding. Het koor biedt ook 3 CD's te koop aan ‘Christus der ist mein Leben’ (625 fr.), ‘Koralen van J.S. Bach’ (625 fr.) en ‘Romantiek en Renaissance’ (500 fr.). De drie CD's samen: 1600 fr. Verzendingskosten 75 fr. Het passende bedrag storten op rek. nr. 712-9700367-62 van het Beuvarletkoor.
| |
• Oudenburg
Wie nog niet de gelegenheid vond om in het Abtsgebouw (Marktstraat 25) de tentoonstelling ‘De hemel op aarde. Vlaamse devotieprenten uit de 17de en 18de eeuw’ te bezoeken, kan dat nog tot en met 2/11, dagelijks van 14-18 u. Als catalogus voor die expositie werd gebruik maakt van het Vlaanderennummer met dezelfde titel (meijuni 1992). Aan de hand van een uitgebreide privé-verzameling probeert deze expositie een overzicht te bieden van de produktie van Vlaamse devotieprenten in de 17de en 18de eeuw. De geschiedenis van de devotieprenten gaat eigenlijk terug tot in de middeleeuwen. Overbekend zijn de Vlaamse miniaturen in getijdenboeken. Op de tentoonstelling zijn enkele van die luxueuse handschriften aanwezig, uit de verzameling van de Gentse en Leuvense universiteit, de Brugse stadsbibliotheek en de Kon. Bibliotheek in Brussel. Weinigen weten dat die miniaturen ook los werden verkocht, om ze in te kleven in handschriften. Brugge bezat als enige stad een ambacht van miniaturisten. Oudenburg speelde in dit verband een niet onbelangrijke rol. De Sint-Pietersabdij bestelde verschillende verluchte handschriften. Hier mag de naam van abt Rafael Mercatel († 1508), bastaardzoon van Filips de Goede, niet ontbreken. In bepaalde steden moesten zelfs maatregelen worden genomen om de verkoop in goede banen te leiden. Met de uitvinding en groei van de drukkunst veranderde veel. Nu werden de prenten op grote schaal gerealiseerd. De kostprijs verminderde. Wel werden ze soms ingekleurd. In het begin kleefden de drukkers ze tussen de tekst. Ook daarvan is er een voorbeeld op de tentoonstelling evenals enkele voorbeelden van zeldzame blokboeken te bewonderen. De techniek van de prenten veranderde eveneens. Na de houtsnede kregen we de koper- of burijngravure, de ets en in de 19de eeuw de staalgravure. De grootste bloei valt te situeren in de culturele-religieuze sfeer van de 17de en 18de eeuw. Het is de tijd van de contrareformatie waar
met heel wat propagandamateriaal de Rooms-Katholieke kerk geherwaardeerd werd. Vele kloosterorden stimuleerden die devotieprenten door ze uit te geven, te laten drukken of te verspreiden. Tevens mogen we niet vergeten dat massa's grote kunstenaars (Rubens, Van Dyck, Wiericx, Van Merlen, Galle...) dergelijke specimens ontwierpen of graveerden. In die zin alleen werden het soms stillistische pareltjes. Ook in de expositie wordt op die periode de meeste nadruk gelegd. Verder besteedt de tentoonstelling ook aandacht aan de verschillende technieken, die in een educatief zaaltje worden toegelicht. Ook de iconografie komt aan bod. De verschillende thema's in de prenten worden geïllustreerd aan de hand van de literatuur uit die periode en ook aan de hand van enkele belangrijke sculpturen die de iconografie helpen toelichten. Een aantal erudiete auteurs (R.U.G., K.U.L., U.F.S.I.A., stadsbibliotheek Brugge, prentenkabinet Antwerpen, Sint-Pietersabdij Steenbrugge...) schreven een fraai geïllustreerde catalogus, die in de toekomst als naslagwerk kan dienen.
- En wie eenmaal in Oudenburg is, kan er gebruik van maken om in Ettelgem in de gerestaureerde Romaanse kerk de tentoonstelling F.R. Boschvogel te bezoeken, dagelijks toegankelijk van 14-18 u in de periode van 3/10 tot 23/10. F.R Boschvogel (ps. van Frans Ramon) is in Aartrijke geboren op 22.9.1902, zodat hij thans 92 jaar is geworden. Hij is de auteur van een aanzienlijk aantal historische boeken en verhalen. Hij publiceerde ook verzamelingen van sprookjes, jeugdboeken en toeristische uitgaven. Voor de BRT schreef hij luisterspelen. In de tentoonstelling toont men zijn compleet oeuvre (in eerste uitgaven, meestal) en heel wat documenten, waaronder handschriften van deze methusalem van de Westvlaamse schrijvers.
| |
• Oostende
Gezien de ruime belangstelling wordt de tentoonstelling ‘Modernism in Painting’ tot 19 oktober verlengd. Ook de unieke collectie van Movado, ‘Museum Watch’ zal tot deze datum in het P.M.M.K. kunnen worden bezocht. ‘Modernism in Painting’ kende inmiddels 15.000 bezoekers. Met deze verlenging wordt vooral op scholen en groeperingen gemikt. Er bestaat een reële kans dat de tentoonstelling volgend jaar in Taiwan zal worden getoond. Het museum is dagelijks van 10-18 u geopend. Gesloten op dinsdag. Voor geleide bezoeken liefst 14 dagen op voorhand telefonisch reserveren op het nummer 059/50.81.18.
- De Forum Gallery / Contemporary Art, Romestraat 20, 8400 Oostende, opent - in supplement van galerijactiviteiten - een multipleshop waar permanent grafiek en multiples van bekende meesters (van Alechinsky tot Warhol) te koop aangeboden worden. Geregeld zal er ook aandacht gevraagd worden voor kunstenaars van bij ons. Zo zijn er nog tot 19/10 recente multiples in porselein van Piet Stockmans te zien.
| |
• Raversijde/Oostende
Onder de hoede van het Provinciaal Bestuur van West-Vlaanderen werd het voormalig domein van Prins Karel uitgebouwd tot een toeristisch recreatiepark onder de titel ‘Memoriaal Prins Karel’. Het koninklijk domein in Raversijde, verworven door Koning Leopold II en na diens dood geërfd door koning Albert, komt na de dood van Albert in handen van Prins Karel, die de gronden door aankoop en ruiling steeds verder uitbreidt. Uiteindelijk beslaat het domein 17 ha. Vanaf 1950 tot begin '70 worden alle gebouwen opgeknapt en krijgen veelal een bestemming als stapelplaats voor de ontelbare verzamelobjecten van de Prins. Het aanbrengen van (valse) steunberen brengt in de gebouwen enige eenheid. Opvallend is de beschildering van de constructies. Vooral de kleuren van de villa Bastien, uitgevoerd in blauw en rood, met een uiterst ingewikkeld kleurenpa- | |
| |
troon aangebracht op het dak, intrigeren de voorbijkomende wandelaars. Door het ontbreken van de nodige arbeidskrachten takelen de constructies echter af. Even is er beroering wanneer de Prins op 19/01/1980 zijn domein te koop stelt, als reactie op onteigeningsplannen vanwege de stad Oostende. Uiteindelijk wordt op 12/12/1981, het domein aangekocht door de Belgische staat. Het Ministerie van Openbare Werken, Bestuur der Waterwegen, koopt het noordelijk gedeelte voor een som van 44 miljoen. Het zuidelijk deel wordt voor eenzelfde som verkocht aan de Dienst van het Groenplan. Prins Karel behoudt het vruchtgebruik. Hij overlijdt echter op 1 juni 1983. Na zijn dood worden alle gebouwen op last van de erfgenamen ontruimd. In 1986 besliste het Ministerie van Openbare Werken de restanten uit beide wereldoorlogen te behouden. Mits de nodige maatregelen om de duinen maximaal te beschermen worden deze overblijfsels, samen met de villa Bastien als ‘Openluchtmuseum Atlantikwall’ geïntegreerd in het toekomstig ‘Toeristisch Recreatiepark Raversijde’. De
andere villa's, waarvan de restauratie en aanpassing door de Regie der Gebouwen met de meeste zorg werd uitgevoerd, werden omgevormd tot een ‘Memoriaal Prins Karel’. Het zuidelijk deel van het domein blijft voorbehouden als natuurzone. Het Provinciebestuur van West-Vlaanderen heeft zich bereid verklaard de inrichting en uitbating van het TRP op zich te nemen. Om de nodige faciliteiten voor de bezoekers te voorzien heeft hetzelfde Provinciebestuur reeds een aantal onteigeningsmaatregelen getroffen, die de uiteindelijke oppervlakte van het toekomstig ‘Toeristisch Recreatiepark Raversijde’ aanzienlijk zullen uitbreiden. Op deze gronden is sedert april 1992 een archeologische campagne gestart om de resten van de middeleeuwse Walraversijde bloot te leggen. Walraversijde was een middeleeuws vissersdorp dat een bloeiperiode kende in de 15de eeuw en ten onder ging tijdens de troebelen in de 16de eeuw. Het werd volledig verlaten tijdens het beleg van Oostende in 1601-1604. Het is de bedoeling dat de resultaten van de opgravingen op een degelijk verantwoorde manier aan het publiek zullen voorgesteld worden in het kader van het Toeristisch Recreatiepark Raversijde. Het memoriaal wil de herinnering aan Karel, graaf van Vlaanderen, levendig houden. Het omvat drie gebouwen: de Vlaamse Zaal waarin een didactisch-biografische tentoonstelling werd ondergebracht, het Paviljoen van de Prins dat zo getrouw mogelijk heringericht werd, en de Goffinet Villa. Z.M. de Koning, Z.K.H. prins Albert, de Civiele Lijst van de Koning, het Archief van het Koninklijk Paleis en openbare instellingen en privé-personen droegen, door het ter beschikking stellen van stukken, tot de realisatie bij. Het domein is in de zomerperiode uitsluitend voor voetgangers toegankelijk. Groepen kunnen, na afspraak, het hele jaar door een begeleid bezoek aan het memoriaal brengen. Contactadres: Memoriaal Prins Karel, Duinenstraat 147, Oostende-Raversijde, tel. 059/70.22.85.
| |
• Roeselare
De Landelijke Gilden uit de streek van Roeselare vieren op 6/12/92 hun 100-jarig bestaan o.m. met de organisatie van een kunsttentoonstelling met als thema ‘Landbouw in de Kunst’. Landbouw omvat een breed spectrum en er wordt dus uitgekeken naar een grote variatie van onderwerpen: paarden, runderen, schapen, varkens, landerijen en hoeven, teelten en het bijhorende werk, zoals oogsten van graangewassen, vlas... het rooien van aardappelen, bieten... M.a.w. alle onderwerpen i.v.m. het boerenleven. Kunstenaars die wensen deel te nemen aan deze tentoonstelling (zowel met schilderijen, aquarellen, tekeningen en/of beeldhouwwerk) nemen contact op met het Secretariaat van de Landelijke Gilden, p.a. Pennoenstraat 8, 8800 Roeselare (tel. 051/20.36.91: vragen naar Michel Vulsteke) voor meer info en inschrijvingen. De tentoonstelling zal plaats vinden in de ‘Oude Posterij’, Ooststraat, 8800 Roeselare van 5 tot en met 13 december e.k.
- De Koninklijke Stadsharmonie (p/a Luc Lapeire, Lindenlaan 4, 8800 Roeselare, tel. 051/20.09.30) is 125 jaar geleden gesticht en viert dit jubileum met luister. Op 14/11 kan men terecht in de zaal Pax voor het Jubileumconcert door de Harmonie. Op zondag 15/11 luisteren de feestvierende muzikanten de Jubileummis in de St.-Michielskerk op. Op 4/12 wordt het feestjaar besloten met een concert door de Muziekkapel van de Gidsen in de H. Hart-kerk.
| |
• Sint-Amands-aan-de-Schelde
Ter gelegenheid van de Open Monumentendag jl. werd voor het eerst in het Provinciaal Emile Verhaerenmuseum te Sint-Amands het portret van Emile Verhaeren getoond, omstreeks 1895 gefotografeerd door de beroemde Franse kunstschilder Edgar Degas. Deze nieuwe aanwinst voor het museum - in feite een hoogwaardige reproduktie die de originele foto sterk benadert - werd door het Provinciebestuur van Antwerpen aangekocht bij het International Museum of Photography at George Eastman House, Lochester, New York. Omstreeks 1890 raakte kunstschilder Edgar Degas (1834-1917) gefascineerd door de fotografie en maakte van vele van zijn vrienden merkwaardige foto's o.a. van Mallarmé waarop ook Renoir te zien is, gezeten in een fauteuil, terwijl in een spiegel Degas zelf met zijn camera te merken is en ook Mevrouw Mallarmé en haar dochter. Degas gebruikte hierbij negen olielampen en vroeg zijn gasten een kwartier onbeweeglijk in de camera te kijken. Degas had heel wat sympathie voor de dichter Emile Verhaeren (1855-1916) die met veel lof over het werk van Degas en van zijn tijdgenoten had geschreven. Het is dan ook meer dan een eenvoudig snapshot dat Degas van zijn vriend Verhaeren maakte. Het is een uiterst interessante foto geworden, typisch voor de manier van fotograferen van Degas. Een bijna onwezenlijk licht en mysterieuze schaduwen omringen op de foto Verhaerens expressieve blik, die recht op de camera gericht is. Een beschrijving van deze merkwaardige foto is te vinden in het boek van Robert A. Sobieszek over de fotografische meesterwerken uit het fotografiemuseum George Eastman House in New York, onder de titel ‘Masterpieces of photography from the George Eastman House collections’ verschenen in 1985. Vanaf 16 september is het museum alleen op zaterdag en zondag open en dit tot en met 31/10. De openingstijd is telkens van 12-19 u. Er is geen toegangsgeld. Info: Secretariaat, J. Van Droogenbroeckstraat 59A, 2980
Sint-Amands-aan-de-Schelde.
| |
• Sint-Niklaas
De kunstactiviteiten in het C.C. van St.-Niklaas zijn andermaal royaal uitgebouwd. Het theater-programma brengt o.m. twee eenakters van Hugo Claus: ‘De Getuigen’ en ‘Moratorium’, gespeeld door het Theater Dinska Bronska op 20/10 in het Museumtheater om 20 u (kaarten: 03/777.39.39); op 27/10 is in de Stadsschouwburg Fred Delfgaauw te gast met ‘De Terugreis’. Onder de noemer ‘De Klassiekers van het C.C.’ worden een reeks klassieke concerten aangeboden: in de Stadsschouwburg treden op 17/10 (20 u) in het kader van het Festival van Vlaanderen het blokfluitensemble ‘Vier op een rij’ op met werk van J.S. Bach, H. Purcell, A. Vivaldi e.a. Op 23/2/93 om 20 u in de Feestzaal van het Stadhuis treedt het gloednieuw ensemble Piacevole op met het programma ‘Van Barok tot Avant-Garde’. Op 8/3/93 (20 u) volgt een Orgel- en Zangrecital met Ton Koopman (orgel) en Guy De Mey (zang) in de Kerk Tereken. Ook de dichtkunst werd niet vergeten, daarvoor staat het programma ‘Poëzie op Zondagmorgen’ borg. Deze reeks bleeft in het seizoen 1992-1993 reeds de 18de jaargang. Ook nu wordt het publiek vergast op een uitgelezen reeks voordrachten over poëzie. Dichters, academici, recensenten, woordkunstenaars en musici brengen hun kijk op poëzie voor een publiek van fijnproevers. Zondagmorgen in de Witte Zaal van de Cipierage, een begrip voor literatuurminnend Sint-Niklaas. De programma's vangen telkens aan om 10.30 u en zijn gratis toegankelijk. Programmaoverzicht: Leen Vermeiren: Jonge sla in september, 8 november 1992 - Charles Ducal: over eigen poëzie, 6 december 1992 - Luuk Gruwez: over eigen poëzie, 10 januari 1993 - Kristiaan Versluys: De poëzie van de stad, 7 februari 1993 - Europees Poëziecentrum: Wereld zonder einde, 7 maart 1993.
| |
• Sint-Truiden
In het Provinciaal Museum voor Religieuze Kunst, Begijnhof 59, 3800 Sint-Truiden (tel. 011/68.87.79) is nog tot 18/10 de tentoonstelling ‘Faithfully Yours’ te bezichtingen. Hierin staat het lijden van de mens centraal. Als leidmotief werd geopteerd voor de kruisweg, die niet enkel als religieuze, maar ook als humane thematiek voortleeft in de kunst van de 19de en 20ste eeuw. In samenspraak met het Seminarie voor Plastische Kunsten van de Rijksuniversiteit van Gent werden uit de moderne en actuele kunst een aantal religieuze en niet-religieuze werken geselecteerd die een relatie leggen tussen de kruiswegthematiek en de lijdensweg van de kunstenaar of van de mens in het algemeen. Een sobere didactische introductie gaat in op de ontstaansgeschiedenis van de kruisweg. Enkele tekstpanelen en sprekende illustraties maken het verschil duidelijk tussen de passie enerzijds en de grote en de kleine kruisweg anderzijds. Deze inleiding werd geconstrueerd als een demonteerbaar kruis, waarvan de buitenwanden de informatie dragen en de lege binnenruimte de bezoeker met de kruisvorm confronteert. Vanaf november 1992 kan deze didactische koffertentoonstelling worden ontleend als vertrekpunt voor een eigen expositie rond de kruisweg, de passie of een verwant lijdensthema. De catalogus en het tweede deel van de tentoonstelling brengen geen klassieke kruisweg. Diepmenselijke emoties over leven en dood, die met kruiswegstaties in verband kunnen worden gebracht,
| |
| |
bepalen het ritme van een ongewone opstelling die hedendaagse installaties, beeldhouwwerken, schilderijen, keramiek en kunstfoto's telkens confronteert met de meer vertrouwde beeldspraak van de passie. Een bezoek aan deze expositie is tegelijk ook een wandeling door het stijllandschap van de kunst van het einde van de 19de en 20ste eeuw. Schilderijen van J. Cox, M. Boyadjian, P. Delvaux, A. Mortier, C. Permeke, R. Raveel, D. Van Severen; aquarellen van E. Tytgat; grafiek van J. Ensor; tekeningen van A. Servaes en F. Van den Berghe; keramiek van A. Pauwels; beelden van E. Béothy, I. Irimescu; foto's van M. Bot, Hendrickx & Dehollander, I. Gavrilov, J. Janssis, G. Merillon, B. Michielsen - om maar enkele werken te noemen - bewijzen dat dezelfde vraag naar de zin van lijden en leven universeel van Oostende tot Moskou wordt gesteld. Open van dinsdag tot vrijdag van 10-12 en van 13.30-17 u. Op zaterdag en zondag van 13.30-17 u (maandag gesloten). Toegangsprijs 110 fr. (+reductiemogelijkheden).
| |
• Snellegem (Jabbeke)
Vorig jaar werd in de Jabbeekse deelgemeente Snellegem gestart met de inplanting van een nieuwe verkaveling langs de Meersbeekstraat op een terrein dat ongetwijfeld een archeologische site herbergde. Door de realisatie van de verkaveling, met bijhorend speelplein, zou de site aangetast worden en daarom werd besloten om tot het onderzoek ervan over te gaan. De opgravingen werden verricht van midden maart tot half juli 1992. In totaal werd het nog beschikbare gedeelte - in totaal zowat 2700 m2 - onderworpen aan een systematisch onderzoek. De oudste aangetroffen sporen dateren wellicht uit de ijzertijd (pre-Romeins). Het betreft evenwel slechts een aantal rechthoekige kuilen waarvan één oversneden wordt door een Romeins grachtje. Pas in de Merovingische tijd (6e-7e eeuw) lijkt een terrein voor het eerst min of meer permanent bewoond te zijn geweest. Hiervan getuigen talrijke paalsporen, kuilen, greppeltjes of grachten en mogelijk ook twee waterputten die voor deze periode kenmerkende ceramiek opleverde. In de Karolingische periode moet er een cesuur in de bewoning zijn geweest. Tot de belangrijkste bevindingen van het onderzoek horen ongetwijfeld de restanten van een kleine landelijke bewoning uit de volle middeleeuwen (10e-11e eeuw). Van deze troffen we niet enkel de gebouwsporen aan; ook het volledig woonareaal met begrenzend grachtensysteem werd in kaart gebracht. Het houten hoofdgebouw was wellicht rechthoekig en oost-west georiënteerd; het moet verschillende verbouwingen hebben meegemaakt zoals blijkt uit de talrijke, elkaar oversnijdende paalkuilen. Ook werden de sporen van tenminste één bijgebouw ingetekend. Een aantal grachten of greppels omringden het wooneiland en splitsten het tevens op in zones; langs de zuidzijde was een poel geïncorporeerd in het grachtensysteem. Na de ontruiming van de bewoning moet men overgegaan zijn tot de aanleg van een grote poel; deze werd nog voor het einde van de
volle middeleeuwen gedempt. Het belang van de opgraving is tweevoudig: hoewel de sporen uit de vroege middeleeuwen zeker niet direct in verband te brengen zijn met de fiscus - het Merovingische kroondomein - waarvan het bestaan vermoed wordt uit de geschreven bronnen, zijn de langs de Meersbeekstraat aangetroffen Merovingische en Karolingische bewoningsresten de eerste die de vroegste geschiedenis van deze, voor het verleden van de regio Brugge zo belangrijke gemeente, concreet illustreren. De opgravingen brachten anderzijds de resten aan het licht van een kleine bewoningskern uit de volle middeleeuwen waarvan het erf volledig kon worden onderzocht. Soortgelijke nederzettingen werden pas de laatste jaren ook opgegraven in het Oudenburgse maar de vondsten van Snellegem vullen ons beeld van de landelijke bewoning uit deze periode in belangrijke mate aan. Uit de verschillende sites blijkt in ieder geval dat het patroon van deze landelijke bewoning afwijkt van wat men kent uit Nederland (de Veluwe, Noord-Brabant, enz.) of het aangrenzend gebied van België (Antwerpse Kempen), waar vooral bootvormige huisplattegronden worden aangetroffen. Info: Instituut voor het Archeologisch Patrimonium, Public Relations: tel. 02/463.13.33 (vragen naar Ann Van Driessche).
| |
• Zandhoven
De grafische kunstenaar/designer Paul Ibou publiceerde een prestigieus kunstboek onder de titel ‘Structures’ en dit n.a.v. zijn meer dan 30 jaar zelfstandige activiteit als designer, constructivist en uitgever. Het voorwoord werd geschreven door Michel Seuphor (1901). Het boek telt 144 blz., meet 300×300 mm en omvat een rijke selectie structurele creaties die toegepast werden bij artistieke en grafische uitvoeringen. Kostprijs 3500 fr. Info: Interecho, Kasteel ‘Hoff van Lyere’, Hofeinde 2, 2240 Zandhoven, tel: 03/484.55.11, fax 03/484.58.63.
| |
• Zellik / Luik / Brussel
Onder de titel Spurensicherung - Speurwerk - Relevés d'empreintes werd een archeologische tentoonstelling opgezet die van begin oktober tot midden december in Luik vertoeft en van begin 1993 gedeeltelijk of geheel in Brussel zal aanwezig zijn (nauwkeuriger data konden de organisatoren nog niet meedelen). Voor verdere informatie verwijzen we naar het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium, Doornveld 1 bus 30, 1731 Asse (Zellik), tel. 02-463.13.33. Eind 1990 nam het Rheinisches Amt für Bodendenkmalpflege, in samenwerking met het Rheinisches Landesmuseum, beide gevestigd te Bonn (D) en werkzaam onder de koepel van het Landschaftsverband Rheinland, het initiatief tot een tentoonstelling over de archeologische monumentenzorg. In tegenstelling tot de beschermde historische monumenten, die we in onze omgeving zeer konkreet en ruimtelijk waarnemen, zijn de zgn. ‘archeologische monumenten’, vaak onzichtbare, eerder abstrakte en vanuit de traditionele benadering van monumentenzorg moeilijk te vatten kompleksen. Het zijn immers die resten uit ons verleden die zich nog in de bodem bevinden, er deel uitmaken van de wetenschappelijke onderzoeksreserve en in afwachting van onderzoek voor vernieling behoed moeten worden. Het nog beschikbare bestand aan ‘archeologische monumenten’ - het zg. ‘archeologisch patrimonium’ - krimpt echter voortdurend. Elke dag wordt het verder aangevreten: delen worden vernield bij bouw- en wegenwerken, aanleg van metro's, ondergrondse parkeergarages, graafwerken voor steeds dieper aangezette funderingen voor flat- en torengebouwen, ontginning van zand, grind, cement of natuursteen, de evolutie in de mechanisatie van de landbouwtechnieken (o.a. diepploegen), het gebruik van chemisch agressieve kunstmeststoffen, bosbouwtechnieken, ruilverkavelingen, enz. Meer dan de klassieke monumenten zijn archeologische monumenten bijgevolg zeer kwetsbaar. De tentoonstelling wil vooral
het nut van de archeologische monumentenzorg en de noodzaak van een gekoördineerd beheersplan voor ons archeologisch patrimonium door geëigende wetenschappelijke instituten aantonen. Deze tentoonstelling werd bewust internationaal opgevat. Bij het openstellen van de Europese grenzen vanaf 1993 willen de instituten voor wetenschappelijk bodemonderzoek en archeologische monumentenzorg in het historisch hart van Europa, de Euregio, duidelijk te kennen geven dat de landsgrenzen die nu nog scheiden niet hebben verhinderd dat zij met dezelfde problemen te maken hebben. Instituten met gemeenschappelijke doelstellingen en problemen moeten er bijgevolg naar samenwerking streven. Ook hier wil deze tentoonstelling een aanzet toe geven. De tentoonstelling is rond 3 hoofdthema's opgebouwd. Aangezien het om een organisatie in Euregio-verband gaat worden deze thema's konkreet geïllustreerd met resultaten van opgravingen in Belgisch-Limburg: Thema 1: ‘Archeologisch noodonderzoek in de stadskernen’: nieuwe resultaten van het ca. 5 jaar geleden opgestarte projekt voor noodonderzoek in de Romeinse stadskern van Tongeren - Thema 2: ‘Bedreiging door landinrichtingswerken en landbouw’: onderzoek in voorhistorische grafheuvelnekropolen in Noord-Limburg uitgevoerd ter gelegenheid van kaalkappingen (o.a. onderzoek van Keltische aristokratische grafheuvels te Wijshagen) en onderzoek in het Demerbekken, o.a. ter gelegenheid van landbouw, fruitboomaanplantingen en baggerwerken (Donk, Schulen). Thema 3: ‘Ontginning van natuurlijke rijkdommen’: onderzoek te Neerharen-Rekem (noodonderzoek in ontgrindingszone), opgravingen te Kanne en Kesselt (mergelwinning en verbreding Albertkanaal). Bij de tentoonstelling heeft men geen echte catalogus, eerder een uitgebreid handboek uitgegeven. Elk medewerkend instituut heeft hierin de kans gekregen de organisatie van de archeologische monumentenzorg in de eigen regio én het eigen
wetenschappelijk instituut voor te stellen, de diverse manieren waarop het archeologisch patrimonium bedreigd en vernield wordt toe te lichten en de voornaamste resultaten van de geselekteerde noodopgravingsprojekten toe te lichten. In dit handboek worden alle bijdragen integraal in de drie Euregio-talen - Duits, Nederlands en Frans - opgenomen. Het handboek telt 586 bladzijden en is geïllustreerd met 335 foto's en afbeeldingen, waarvan talrijke in kleur.
R.D.
|
|