[nummer 242]
Inleiding
Kunst en computer
Julien Vermeulen
Het is een gemeenplaats geworden te beweren dat de informatica een enorme impact heeft op alle domeinen van de moderne samenleving. Maar ook in de sector van de hedendaagse kunst blijkt de computer een niet te onderschatten invloed uit te oefenen. Wat lang zuivere science-fiction leek te zijn is de jongste jaren een levende en creatieve werkelijkheid geworden: de kunstenaar kan via PC-klavier, muisbesturing of elektronische data-handschoen zijn inspiratie en métierbeheersing op het computerscherm uitwerken. Een brede waaier van programmatuur en een uitgebreid gamma van hardware laten de kunstenaar toe een artistieke wereld te creëren die hij kan evoceren op zijn PC-scherm, op harde schijf kan opslaan, en eventueel via supersnelle laserprinters naar de traditionele wereld van papier en boek doorsturen. De grafische kunstenaar tekent en hertoetst rechtstreeks op het scherm terwijl ook de produktiegerichte textieldesigner in de informatica een medium ziet om zijn ontwerpen te realiseren. De componist kan met behulp van de computer zijn avant-garde creaties genereren en in de wereld van de drukkunst heeft de informatisering voor een totale omwenteling gezorgd die dag op dag nog verder evolueert. De letterkundige ontdekt in zijn tekstverwerker allerlei hulpmiddelen en mogelijkheden die een nieuw schrijfproces toelaten en de architect plaatst zijn ontwerp - driedimensionaal, in kleur en met de gewenste lichtinval - op het scherm.
Met dit themanummer over Kunst en computer tasten we enkele mogelijkheden af die zich rond dit medium aanbieden. Het is evident dat de informatica-technologie nooit de subjectiviteit van de kunstenaar zal verdringen of de waarde van het individuele kunstwerk zal devalueren. Dit neemt echter niet weg dat de komende decennia een nieuwe opvulling zullen geven aan heel wat traditionele concepten uit de wereld van de kunst en de esthetica. Dat deze evolutie reeds volop aan de gang is voor wat de produktietechnieken betreft, blijkt onder andere uit de bijdragen die in dit nummer samengebracht zijn. Of deze evolutie ook zal uitmonden in een ander kunstprofiel, in een andere kunsttaal of kunstcode, is voorlopig nog niet scherp bepaalbaar. Met een aantal medewerkers onderzochten we enkele perspectieven en mogelijkheden in de verschillende kunsttakken. Mijn dank gaat hier niet alleen naar deze medewerkers (Agfa-Gevaert, Mortsel; P. Beyls, St.-Lucas Brussel; G. Bruneel, VHTI Kortrijk; G. Devos, VHTI Kortrijk; H. Neuckermans, KUL; H. Soenen, PTI Kortrijk; C. Van Damme, RUG), maar ook naar enkele sponsors die de rijkgeïllustreerde realisatie van dit nummer mogelijk gemaakt hebben. Vooral een team specialisten van Agfa-Gevaert, Mortsel, willen we van harte danken voor hun stijlvolle en extra gedocumenteerde bijdrage over de invloed van de computer op de techniek van zetten en drukken.