Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 41

[p. 229]

Verbondsberichten

Verbondssecretaris: Danny Van den Bussche Duinenstraat 70 - bus 3, 8400 Oostende

Juryverslag van de zesde Albert de Longie-poëzieprijs van het tijdschrift ‘Vlaanderen’ 1992

Het is verheugend te mogen constateren dat er zich nog steeds heel wat jongeren voor het geschreven woord, in casu de poëzie, interesseren: niet minder dan 57 inzenders stuurden in het totaal 100 gedichten ter beoordeling in. In vergelijking met vroegere edities van de A. de Longie-Poëzieprijs moeten we anderzijds vaststellen dat de kwaliteit van de nu ingezonden gedichten lager ligt. Veel gedichten blijven in clichés steken en de structuur ervan is vaak zwak. Zeer veel van deze jonge dichters drukken zich te zoeterig of te ontboezemend uit (gevoelens van verliefdheid, smachtend verlangen of het vertolken van verlorenheid...), waarbij een onvoldoende taalkracht in de formulering opvalt. Bij de meesten is er te weinig woordbehandeling die uitmondt in een waarachtige poëtische zegging.

Op grond van deze bevindingen heeft de jury beslist de prijs niet toe te kennen.

Toch wenst de jury erop te wijzen dat een paar inzendingen een belofte inhouden, waarbij de namen van Kristien Chiau uit Denderhoutem (^o1975) en Goele Van Roy uit Lommel (^o1971) genoteerd werden.

Jury: Prof. dr. G. Keersmaekers (voorzitter), Luc Daems, Fernand Florizoone, Patrick Lateur, juffr. Chris Torfs, Rudolf van de Perre, Anton van Wilderode (leden) en Robert Declerck (secretaris).

Tentoonstellen in het buitenland?

Af en toe krijgen we van leden-beeldende kunstenaars vragen i.v.m. het tentoonstellen in het buitenland en de problematiek van het verkopen van werken n.a.v. die tentoonstellingen. Vooreerst willen we verwijzen naar de ruime informatie die opgenomen is in de ‘Administratieve Gids’, uitgegeven door AMARANT vzw, Centrum voor Artistieke Confrontatie, Hoogpoort 50, 9000 Gent. In dat boek wordt o.m. de aandacht gevestigd op de problematiek rond het sociaal statuut van de beeldende kunstenaar, de belastingen, BTW, verzekeringen en contracten.

Onlangs wijdde Danny Deweerdt in de ‘Nieuwsbrief voor Beeldende Kunst’, uitgegeven door het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap (info: Administratie voor Kunst, Bestuur Beeldende Kunst en Musea, mevr. Cecile Jacobs, Koloniënstraat 31, 1000 Brussel, tel. [phone]) daaraan enige aandacht die we hierbij graag afdrukken: Wie tentoonstelt in het buitenland of daar werken verkoopt krijgt nog steeds met de douane te maken. De formaliteiten zijn sterk afhankelijk van het land in kwestie. Voor tentoonstellingen in een EG-land waarbij de werken in principe ook terugkomen, kan men een communautair carnet gebruiken. Verkrijgbaar in elk douanekantoor. Een borg dient niet betaald. Wordt een werk verkocht dan moet de plaatselijke douane verwittigd en dient daar de nodige BTW betaald.

Met het ATA carnet kan men in de meeste andere landen terecht. Ook hier dient geen borgstelling te worden betaald. Het carnet is te verkrijgen bij de Kamers van Koophandel en kost naargelang van de waarde der goederen enkele duizenden franken. Verkoopt men een werk dan wordt het plaatselijk kantoor verwittigd. Bij terugkomst in België moet de eigen douane op de hoogte gebracht en dient een uitvoeraangifte opgemaakt. Hiertoe bestaat het enig document (zie verder). Bij verkoop van werken aan het buitenland wordt dit werk definitief uitgevoerd. Vrijstelling van BTW is mogelijk ingevolge art. 39 van het BTW-wetboek. Het nodige formulier wordt enig document genoemd.

Vooruitblik: jaargangen 1993 & 1994

In de loop van 1993 zullen andermaal 5 nummers verschijnen. In de Redactieraadvergaderingen werd de 42ste jaargang (1993) reeds volledig uitgetekend:

nr. 244 (jan.-febr.):

Antwerpen, Cultuurstad 1993

Samenstelling: Karel van Deuren & Ugo Verbeke

nr. 245 (maart-april):

Vlaamse Kerkdagen

Samenstellingsteam uit de Redactieraad gevormd.

nr. 246 (mei-juni):

Limburgse musea

Samenstelling: Robert Nouwen

nr. 247 (sept.-okt.):

Van Maerlantnummer

Samenstelling: Theo Coun (i.s.m. Fernand Etienne)

nr. 248 (nov.-dec.):

Vlaams-Brussel

Samenstelling: Arthur Verthé & Raoul M. de Puydt

In de loop van de 43ste jaargang (1994) zal het nummer 250 (maart-april) gepubliceerd worden, wat toch een mijlpaal in de tijdschriftenwereld mag genoemd worden. Die gelegenheid wil de Redactie dan ook benutten om in dat nummer een soort ‘bezinning’ uit te werken i.v.m. met wat het C.V.K.V. als ‘kunstenaarsverbond’ en ‘Vlaanderen’ als artistiek-literair tijdschrift te betekenen hebben in onze tijd.

Als eerste nummer van de jaargang (nr. 249: jan.-febr.) stelt Prof. Jules van Ackere andermaal een ‘muzieknummer’ samen. Kunsthistoricus Jean Luc Meulemeester vraagt in het nr. 251 (mei-juni) aandacht voor de ‘Brugse drukkunst’ en Raoul M. de Puydt richt in het nr. 252 (sept.-okt.) de schijnwerper op een aantal Brabantse musea. Met andere woorden: ook de jaargang 1994 is bijna volledig in kaart gebracht!

De Redactie