Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 41
(1992)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
Museum Rietgaverstede, Nevele
| |
[pagina 22]
| |
schatten hier, en ik behoef maar even van mijn tafel op te staan, 't hoofd in den schemer, naar een hoek te gaan, waar ik iets opdelf en blader en proef.’ Kort daarop is Janssens in zijn tuin aan het bouwen geslagen: zo groeide Rietgaverstede (‘stede’ betekent bouwwerk en Rietgaver was, tot aan de Franse overheersing, de naam van één der grootste heerlijkheden van Nevele) stapsgewijs uit tot een bijzonder oord: in mei 1963 werd door de conservator van Bokrijk, dr. Jozef Weyns, een eerste gedeelte (10×4 m) voor het publiek toegankelijk gesteld in aanwezigheid van de volkskundige Renaat van der Linden en de burgervaders van Nevele en St.-Martens-Latem. Twee jaar later kwamen er vier kamers (20×4 m) bij, waarvan er een met een toren is bekroond. Op 14 mei 1972 verklaarde de toenmalige minister van cultuur, Frans van Mechelen, de laatste afdeling (6×4 m) voor geopend. Voor zijn niet-aflatende inzet en verzamelwoede kreeg Antoine Janssens in 1977 vanwege de Oostvlaamse gouw de Reinaertprijs voor Heemkunde en werd hem in 1989 op het Kasteel van Laarne de dr. Jozef Weyns-prijs overhandigd. In 1991 telt Rietgaverstede negen afdelingen. De eerste bevat, naast oudheidkundige vondsten en een overzicht van de kerkgeschiedenis, allerhande ambachtelijk materiaal van houtzagers en strodekkers, van kuipers en klompenmakers, enz. In de 19de-eeuwse keuken en de daarbij aanleunende pronkkamer wordt huishoudelijk gerei van boeren, buitenlui en burgers bewaard. Hierna wandelt men door een verzameling ‘kleine nijverheid en muziekinstrumenten’. Vervolgens is er de afdeling ‘militaire geschiedenis’, met eindeloos veel herinneringen en realia aan de dorpse gebeurtenissen tijdens W.O. 1 en 2 en de strijd bij het Kanaal van Schipdonk. Zijwaarts maakt men kennis met de Nevelse brandweer, waar Antoine Janssens van 1947 tot 1971 het bevel over voerde (oude brandspuiten en een zeldzame collectie eretekens gooien hier grote ogen). In de volgende kamer verneemt de moderne bezoeker veel, zoniet alles over de klederdracht in grootmoeders tijd: kapmantels,
De afdeling letterkunde met Cyriel Buysse.
pelerines, hoeden, sierspelden hangen er, sommige vermoeid en dubbend, bij elkaar. De trap op, onder het torentje, confronteert Janssens ons met de landelijke politie en rijkswacht in vroegere dagen. Uiteindelijk is er de letterkunde met belangrijke stukken (manuscripten, eerste drukken, foto's) uit de literaire nalatenschap van de Nevelse nachtegalen Rosalie en Virginie Loveling (tantes van Cyriel Buysse), Aldemar Camiel van der Cruyssen, priester-dichter Basiel de Craene en Monika van Paemel. Vooral i.v.m. Buysse is Janssens' verzameling indrukwekkend. Stel je voor! In 1947 raapte hij uit het oude papier afkomstig van de cichoreifabriek Buysse-Loveling 24 Buysse-handschriften bijeen. Uiteraard heeft hij zich sinds die gelukkige dag in deze materie vastgebeten: met ingehouden trots toont Antoine Janssens ons thans, naast de ijsschaatsen, de vulpen en de golfstok van Buysse, een exemplaar van zijn 84 in druk verschenen boekwerken en met de hand geschreven teksten van bijv. De biezenstekker en Tantes. Wie directeur is van het A.M.V.C. in Antwerpen zou bij die gedachte voor minder op zijn neus kijken.
Heemkundig Museum Rietgaverstede A.C. van der Cruyssenstraat 60, 9850 Nevele, tel.: (091) 71.51.66 Conservator: Antoine Janssens Openingsuren (in de periode 1 mei - 1 november): elke 1ste zondag, van 14 tot 18 uur Toegang: 40 fr. (groepen kunnen op aanvraag ook tijdens de week voor een bezoek terecht) |
|