| |
Uit het leven van kunsten en letteren
Gelieve berichten voor deze rubriek te sturen aan het Redactiesecretariaat van het tijdschrift ‘Vlaanderen’, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6, 8700 Tielt. Om in aanmerking te komen voor publikatie in het volgend nummer (239; jan.-febr. 1992) moeten de berichten ons bereiken vóór 15 december 1991. Met dank voor uw medewerking.
| |
• Antwerpen
Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Leopold de Waelplein, 2000 Antwerpen meldt als aanwinsten tien tekeningen van Willem Parels (oDelft 1878 -†Paudure 1962). Mevr. H. Paerels-Moulaert heeft door deze schenking de tekeningenverzameling van het museum met opmerkelijke werken uitgebreid. Het KMSK bezat tot nu toe drie schilderijen van deze, in Nederland geboren kunstenaar die zich vóór 1900 in Brussel vestigde. Hij begon te schilderen als autodidact, onderging de invloed van het impressionisme en ontplooide zich in de kring van de Brabantse fauvisten. Tussen 1914 en 1918 verbleef Willem Paerels in Scheveningen; hij steunde er zijn vriend Rik Wouters, en gaf in zijn atelier les tekenen naar naaktmodel. Na de oorlog keerde hij terug naar Brussel. Zijn oeuvre evolueerde naar een groter classicisme; impressionistische lichtvibraties en helder koloriet weken voor een meer gebalde gesloten vormgeving van een gedempter koloriet.
- De reeks Wintervoordrachten van het KMSK omvat volgende onderwerpen: zo. 8 december 1991: Dr. B. Hamel (Vrije Universiteit Amsterdam): Het veranderende beeld van het kind door de eeuwen (1) - zo. 22 december 1991: Dr. B. Hamel (Vrije Universiteit Amsterdam): Het veranderende beeld van het kind door de eeuwen (2) - zo. 5 januari 1992: Dr. Paul Huvenne (adjunct-conservator, Rubenshuis, Antwerpen): Hoe authentiek is het Rubenshuis? - zo. 19 januari 1992: Dr. Roger H. Marijnissen: De waarde van het kunstwerk - zo. 2 februari 1992: Dr. Paul Vandenbroeck (eerstaanwezend assistent, KMSKA): El corazón ocupado. 500 jaar Vlaanderen en Latijns-Amerika - zo. 16 februari 1992: Prof. Dr. Johan Vanbergen (hoogleraar KUL): Aspecten van het landschap in de 19de eeuw - zo. 1 maart 1992: Dr. Michel Laclotte (directeur van het Musée du Louvre, Parijs): La rénovation des bâtiments du Musée du Louvre.
- Nog tot 31/1/92 kan men terecht in het Volkskundemuseum, Gildekamersstraat 2-6, 2000 Antwerpen (tel. 03/232 94 09) voor de tentoonstelling ‘Een keuze uit de aanwinsten 1980-1990’. Door de hoge prijzen die momenteel voor antiek en curiosa gevraagd worden, kunnen door de musea steeds minder voorwerpen aangekocht worden. Desondanks wordt het Volkskundemuseum toch nog regelmatig met schenkingen bedacht. De nieuwe opstelling in het Volkskundemuseum, waarbij niet alleen bijzondere kunstvoorwerpen geëxposeerd worden maar ook de gewone alledaagse voorwerpen aan bod komen, heeft al menig bezoeker een tweede tocht naar het museum doen maken, ditmaal met een voorwerp, ingepakt in krantenpapier of in een plastiek zakje. Inderdaad, bij de jaarlijkse grote schoonmaak zou men ook de bedenking moeten maken of het Volkskundemuseum deze afdankertjes - maar dan liefst nog in goede staat - niet kan gebruiken ter aanvulling van haar uitgebreide collecties. Vele voorwerpen die worden weggeworpen, vormen een belangrijke schakel in het levenspatroon en de huishouding van de mens. Dit geldt ook voor voorwerpen die belangrijk zijn voor de Antwerpse geschiedenis, zoals het rijke verenigingsleven. Zij belanden, na het opdoeken van de vereniging, vaak in handen van mensen die de historische waarde ervan niet ten volle beseffen en voor wie deze voorwerpen geen enkele betekenis meer hebben. Dergelijke zaken komen uiteindelijk beter in musea terecht. Natuurlijk kunnen niet alle schenkingen permanent in het museum worden opgesteld. Meestal worden zij in de reserves van het museum opgeborgen, om later eventueel te worden gebruikt bij thematische tentoonstellingen. Om het publiek te laten kennis maken met deze schenkingen, werd besloten een overzichtstentoonstelling te houden waarbij een keuze uit de aanwinsten van de laatste 10 jaar wordt getoond. De voorwerpen die thans uitgestald worden, vertonen een grote verscheidenheid. Er is historisch waardevol
materiaal zoals de prachtige gildebreuk van een Antwerpse schuttersvereniging of het beeldje van de melkboerin met hondekar, die intussen al verschillende decennia uit het straatbeeld verdwenen is. Men vindt hier echter ook eenvoudige gebruiksvoorwerpen, zoals een sigarettenaansteker, die voor de volkskunde even belangrijk zijn. Het dient beklemtoond dat volkskunde geen synoniem is van ‘oud’, doch dat gebruiksvoorwerpen van recente datum eveneens nuttig zijn voor een Volkskundemuseum om de evolutie van huisraad en volksleven ook voor de toekomst veilig te stellen. De tentoonstelling is dagelijks geopend van 10 tot 17 uur (maandag gesloten).
- Nog tot 12/01/92 loopt in het Provinciaal Museum voor Fotografie (Waalse Kaai 47, 2000 Antwerpen; tel. 03/216 22 11) de tentoonstelling ‘Camera's uit België en Nederland’. Het museum is dagelijks gratis toegankelijk (uitz. maandag) van 10 tot 17 u. De produktie van fotografische camera's is van bij het begin steeds een zaak geweest van de grote landen. In de negentiende eeuw toen de ambachtelijke produktiemethoden stapsgewijs werden verdrongen door de industriële, waren dat vooral Engeland, Frankrijk en Duitsland. Toen de grote industriële produktie van de twintigste eeuw werkelijk op gang kwam, kwam wat de cameraproduktie betreft het zwaartepunt gaandeweg bij Duitsland (precisieapparatuur, professioneel materiaal) en bij de Verenigde Staten (de amateursector) te liggen. Kleine lan- | |
| |
den zoals België en Nederland hebben in dat ontwikkelingsproces geen opmerkelijke rol gespeeld. Toch bestond er in beide landen een cameraproduktie die zeer divers en soms bijzonder verrassend was. Beide landen tonen ook interessante verschillen, die ongetwijfeld de ongelijke economische toestand weerspiegelt. Algemeen kan worden vastgesteld dat in de beginperiode d.w.z. vanaf de jaren 1840 tot ca. 1900, België een merkelijk grotere drang tot uitvinding en vernieuwing vertoont dan Nederland. De eerste gekende Nederlandse camera's, de zg. Hollandse Reflexen van Loman en Holst, verschijnen pas naar 1889 toe. Ondertussen zijn de Belgen erg actief geweest. Het éérste toestel waarvan een spoor bestaat, is en Daguerreotypiecamera. Het was een hoogst origineel ontwerp, nl. met een ingebouwde eigen ontwikkeling, van de Luikenaar Kips de Coppin ui 1849. Van het toestel bestaat enkel het patent en de bijhorende tekening. Er is ook geen zekerheid of de camera ooit werd gebouwd. Die zekerheid bestaat wel met betrekking tot de Stéreographe de Poche van Jan
Plücker uit 1871 en de nog iets beroemdere Scenographe van Dr. Candèze uit Luik van 1875. Beide toestellen zijn monumenten uit de ontwikkeling van de draagbare, vouwbare camera's, en komen als dusdanig voor in internationale handboeken over camerageschiedenis. In de jaren 1890 zijn camera's met een platenwisselsysteem op basis van een zogenaamde wisselzak gemeengoed. Bronnenonderzoek wees nu uit dat dit systeem teruggaat op de uitvinding van de tot op heden onbekende Leuvense infanteriekapitein Roselle. Ook nog in de jaren 1890-1900 zijn verscheidene constructeurs/verkopers actief, waarvan een tiental met zekerheid ook een eigen, originele produktie heeft gehad. Enkele namen: Belot, De Neck, Frennet, Hofmans en Le Docte te Brussel; Drayé en Van Neck in het Antwerpse. De laatste, Louis Van Neck is ongeveer ook de enige die werkelijk ook internationale contacten had. De man heeft niet alleen in 1889 de eerste reflexcamera met onmiddellijk terugkerende spiegel gebouwd, de Ultime, hij had ook een bijzondere en voor de tijd en het land verbazende zin voor marketing. De twintigste eeuw in België brengt niet zoveel meer aan. Van Remoortel uit Brussen bouwt kortstondig kleinbeeldcamera's in de jaren twintig; de firma Naert bouwt ateliercamera's en in de jaren vijftig verkoopt Gevaert Photoprodukten N.V. verscheidene types gevabox, stuk voor stuk in Duitsland gebouwd. Ook in Nederland komt er in de twintigste eeuw niet dadelijk een camera-industrie op gang. Nederland had weliswaar een camera-grootindustrieel, Van Steenbergen, maar die bouwde Exacta's te Dresden. De camera's die Nederland vanaf de jaren 1930 produceert, met een duidelijke bloei na de tweede wereldoorlog zijn quasi allemaal amateurcamera's zoals de Foka box, de Nefox box, de Prinsen box en de beroemde Philips flitsbox, bijgenaamd de stallantaarn. Er zijn uitzonderingen, zoals de
Nedinsco kleinbeeldcamera's uit 1959, en de uitvinder Frits Prinsen bedacht in 1932 het allereerste elektrische diafragma, een uitvinding die gemeengoed zou worden nadat de patenten van Prinsen lang verstreken waren; vanaf 1945 ook construeert Technica Hungelo, sinds 1965 Cambo genoemd, hoogwaardige studioapparatuur. Daarmee is het ook meteen vandaag het enige grote constructiebedrijf van de Benelux. In de tentoonstelling illustreren méér dan 100 camera's, uit eigen bezit en uit bruiklenen, die geschiedenis. Bedoeling van de expo is een zo grondig mogelijke inventaris te brengen, die ook zijn weerslag zal vinden in een volledig geïllustreerde catalogus die tevens een nieuw naslagwerk wordt.
- Op 17 december viert Toon Hermans zijn 75ste verjaardag. Het Algemeen Nederlands Zangverbond wou deze gelegenheid niet onopgemerkt laten voorbij gaan. Daarom wordt in samenwerking met BRTN-TV1 en de VARA ‘Toon 75’ georganiseerd, een gala-avond waarin deze Nederlandse kleinkunstartiest uitgebreid zal gehuldigd worden. Deze hommage aan Toon Hermans vindt plaats op vrijdag 13 december 1991 om 20 uur in het Sportpaleis van Antwerpen. Er wordt aandacht besteed aan Toons carrière als cabaretier, woordkunstenaar, komiek, liedjesmaker, dichter en Toon-dichter, auteur, schilder, wijsgeer, opa en levenskunstenaar. Volgende Vlaamse en Nederlandse artiesten zetten hem - naast vele anderen - muzikaal in de bloemen: Robert Long, Johan Verminnen, Liesbeth List, De Frivole Framboos, Les Bubb, Mini en Maxi, Clouseau, Salvatore Adamo, een Kinderen voor Kinderen-koor, Het Stedelijk Instituut voor Ballet van Antwerpen, het Herman Teirlinck-instituut, de Paul Dee Big Band en de Harmonie Philharmonie uit Sittard. Naast deze artiesten bieden ook gewone fans, aanbidders, collega's, prominenten en andere passanten aan de jarige hun welgemeende gelukwensen aan. De presentatie is in handen van de Vlaming Bart Peeters en de Nederlandse Astrid Joosten. Toegangskaarten kan men reserveren in het Sportpaleis van Antwerpen (telefoon: 03/326 10 10, alle werkdagen), bij Ticketel (tel. 02/675 54 14) of in alle Standaard Boekhandels. De prijzen van de plaatsen bedragen: 1750 fr., 1250 fr., 1000 fr., 800 fr. en 600 fr. (+ 40 fr. reservatiekosten per plaats). Meer informatie kan men verkrijgen op het A.N.Z.-secretariaat, Baron Dhanislaan 20 bus 2, 2000 Antwerpen, tel. 03/237 93 92.
| |
• Brugge
De Stedelijke Musea Brugge kunnen als nieuwe aanwinsten aankondigen: tekeningen van Jeanine Behaegel en schilderijen van de ‘Brugse School’. De 12 tekeningen van de Brugse kunstenares Jeanine Behaegel werden opgenomen in de grafische collecties van de stad (Steinmetzkabinet). Jeanine Behaegel werd te Brugge geboren in 1940 en studeerde er van 1956 tot 1959 aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten onder leiding van A. Setola. Van 1959 tot 1962 studeerde ze toegepaste grafiek bij Prof. Walter Breker aan de Staatliche Kunstakademie te Düsseldorf en in 1963-64 grafische vormgeving bij Prof. Richard Guyaat aan het Royal College of Art te Londen. Het was vooral haar opleiding in Duitsland die het meest invloed op haar werk heeft gehad. Vanaf 1965 exposeerde zij geregeld in Brugse galerijen en bovendien te Oostende, Leuven, Blankenberge, Gent en in de Brakke Grond te Amsterdam. Van 1965 tot 1975 was de kunstenares vooral met publicitaire grafiek bezig. In 1975 stopt ze daarmee en gaat uitsluitend tekenen en schilderen, om vanaf 1985 ook beeldhouwwerk te maken in marmer, brons en hout. Zij leverde o.a. de beeldjes voor de ‘Tidiest City Competition 1990’, wedstrijd waarbij de Stad Brugge de 2de prijs kreeg toegewezen. Het beeldje ‘zwanger leven’ overigens staat opgesteld in de Biekorf-bibliotheek. In haar tekeningen zoekt de kunstenares naar de essentie en zij doet dat door een ver doorgedreven uitzuivering en door heel veel te elimineren om uiteindelijk slechts enkele (krachtige en suggestieve) lijnen over te houden. In haar werk poogt ze het behandelde onderwerp uit te puren tot de kern van de zaak. Om te tekenen gebruikt zij liefst de stift, omdat ze daarmee heel vlot en snel over het papier kan gaan. Het zijn snelle schetsen waarin de kunstenares haar ideeën en gevoelens intens weergeeft. Het gaat meestal om emotionele ontladingen die hun uiting vinden in de virtuoze beheersing van de
lijn. Deze tekeningen noemt de kunstenares zelf ‘stenogrammen’, die met name de verbinding leggen tussen de rede en het gevoel. Haar werk in een of ander geijkte stroming of een bepaald -isme onderbrengen is moeilijk, al kan het wel als abstrakt-lyrisch omschreven worden.
Deze tekeningen zijn eveneens de voedingsbodem voor haar schilderijen en beeldhouwwerken. Als dusdanig zijn ze te zien als schetsen, voorstudies, denkprocessen en vormonderzoek. Zij vormen naast het streng disciplinaire beeldhouwwerk een ontspannende tegenpool. De onderwerpen zijn veelal gestileerde protrettypes of figuren, frontaal of in profiel in beeld gebracht. Enig verwantschap met het werk van H. Arp en O. Zadkine kan hierbij eveneens ervaren worden. Jeanine Behaegel zoekt in haar tekeningen het onzichtbare zichtbaar te maken, en doet dat op een spontane, ongekunstelde wijze, waarbij ze enkel de essentie weergeeft.
Bij de organisatie in 1990 van de tentoonstelling De Brugse school, 125 jaar Brugse schilderkunst in stadsbezit (1840-1965) bleek reeds hoe rijk de stedelijke verzameling al is aan dergelijke schilderijen en tekeningen. Een selectie van de beste en meest representatieve werken wordt trouwens permanent tentoongesteld in de diverse musea van de stad, nl. in Groeninge, Gruuthuse, Brangwyn, Volkskunde en Gezelle. De meeste andere werken hangen in de talrijke burelen en vergaderzalen van de stadsadministratie die veelal publiek toegankelijk zijn. Toch zijn er nog steeds hiaten in de stedelijke collectie aanwezig. Zo konden de laatste maanden 4 Brugse stadsgezichten op de kop getikt worden van de hand van kunstenaars die nog niet in de verzameling vertegenwoordigd waren. Het betreft een intieme Meebrug door Alfred Van Neste (1874-1969), een symbolistisch aandoende Begijnhofbrug door Leo Paret (1896-1976), een pittoreske Gouden Handrei door Lionel Poupaert (1900-1989), een impressionistische Steenstraat door Andrée Algrain (geb. 1905) en tenslotte het Begijnhof door Maurice Van Middel (geb. 1886).
- In het kader van de restauratieen instandhoudingswerken die door de Provincie West-Vlaanderen worden uitgevoerd aan de Sint-Salvatorskathedraal te Brugge werden thans de noodzakelijke opmetingswerken voltooid tot opmaak van het opmetingsplan voor de toren van de kathedraal noodzakelijk bij de uitvoering van de geplande instandhoudingswerken. De technologie die gebruikt werd voor deze opmeting is totaal nieuw en werd voor het eerst toegepast in ons land voor een monument van dergelijke omvang. De Sint-Salvatorskathedraal is in oorsprong de oudste kerk van de stad, gebouwd omstreeks 850. Uit die tijd is uiteraard niets bewaard gebleven, het oudste gedeelte van de huidige kathedraal is te situeren in de toren, waarin men grosso-modo drie bouwperioden kan onderscheiden. Het oudste gedeelte uit het einde 12-13de eeuw beslaat de benedenverdieping en drie bovenverdiepingen. Deze laatromaanse-vroeggotische toren staat aan het begin van de reeks monumentale vierzijdige westtorens uit de 13de eeuw, die de kuststreek rijk is: Damme, Oostkerke, Lissewege, Woumen. De tweede bouwperiode situeert zich in
| |
| |
de 14-15de eeuw en omvat de vierde en vijfde verdieping. Deze bouwperiode wordt o.m. gekenmerkt door het gebruik van natuurstenen hoekblokken. Op dit gedeelte stond eeuwenlang een eenvoudig houten klokkenhuis. In 1839 werd de kerk - en ook de toren - door een zware brand geteisterd. Naar het ontwerp van de Engelse architect R. Chantrell werd in 1843-1846 door architect P. Buyck een neoromaanse bekroning op de oude torenromp geplaatst, waaraan in 1871 nog een spits werd toegevoegd. Zoals in vele andere kerken in het vroegere Graafschap Vlaanderen, zijn in de Sint-Salvatorskathedraal ook vroeger talrijke middeleeuwse beschilderde graven aan het licht gekomen. Deze bakstenen grafkelders zijn binnenwerks ca. 2 m lang, ca. 60 cm breed en ca. 70 cm hoog; de afdekking gebeurt door middel van platte natuurstenen of door een tongewelfje waarboven een grafsteen lag. Op de wanden werd een kalkbepleistering gelegd en op de nog vochtige pleisterlaag werd een beschildering in frescotechniek aangebracht. In de ikonografie van deze kunst voor de overledenen komt meestal geen grote verscheidenheid voor: op de smalle kanten wordt enerzijds de Kalvarie, anderzijds Maria en Kind afgebeeld. Op de langszijden worden voornamelijk engelen die wierookvaten zwaaien, heiligen en kruisen geschilderd. Op de achtergrond worden kleine kruisjes, veellobbige bloemen, klokjesbloemen en sterren aangebracht. De grafschilderingen uit Sint-Salvators, waarvan de oudste van ca. 1300 mogen gedateerd worden, zijn nauw verwant met gelijkaardige beschilderde grafkelders die in Vlaanderen in groten getale gevonden werden, niet enkel in steden als Brugge, Gent en Kortrijk, maar ook in kleinere gemeenten als Watervliet, Waasten, Komen. Ze komen bijzonder talrijk voor in de omgeving van Brugge: Sint-Andries, Sint-Kruis, Damme, Sluis, Sint-Anna-ter-Muiden, Aardenburg, Hannekenswerve, e.a. Deze middeleeuwse grafschilderkunst lijkt een Vlaamse eigenaardigheid waarvoor echter nog geen
aanvaardbare uitleg gevonden is. In de Sint-Salvatorskathedraal en op het kerkhof er omheen werden sinds 1778 nu en dan beschilderde graven gevonden, onlangs - in 1989 - nog aan de zuidelijke transeptgevel en nu in de toren. Het zijn deze laatste vier aan elkaar gekoppelde en beschilderde graven die zullen gelicht worden. Deze toelichting werd ons bezorgd door dr. Luc Devliegher.
| |
• Brussel
De reeks Middagen voor Poëzie en Proza in het Paleis voor Schone Kunsten wordt verdergezet met Richard Minne (om 12.40 u.) op 17/12, gebracht door Roland Jooris en Dirk Van Esbroek. De in 1965 overleden Richard Minne is ambtenaar geweest, landbouwer, redacteur van ‘Vooruit’ en dichter. ‘Ik floot een zacht lawijt’, schreef hij en maakte meteen duidelijk wie hij was en hoe hij bestond. Zijn poëzie is direct, weert alle retoriek en verrast door een kritische ironie, een geestige verbeelding, een lichte ontroerbaarheid en een fijne muzikaliteit. Zijn poëzie is het wonderlijke resultaat van een kruisbestuiving tussen de speelsheid van een voor alles ontvankelijk kind en de reserve van een grimmige scepticus: ‘O ze spreken van mij. Wat mogen ze toch zeggen? Zal ik reukwerk nemen en mijn haar in krullekes leggen?’ Minne-fan Roland Jooris spreekt over deze little big man en Dirk Van Esbroeck, C. Kortleven en Guido Desimpelaere brengen hun muzikaal Minne-programma in avantpremière.
- In het Paleis voor Schone Kunsten (Koningsstraat 10, 1000 Brussel; 02/507 85 10) kan men op 16/12 om 19.30 u. een literaire discussie o.l.v. Karel Hemmerechts (in het Duits) meemaken tussen Gunther Grass en Stefan Heym. De in 1927 geboren Gunther Grass, op het eind van WO II nog krijgsgevangen genomen door de Amerikanen, wordt in 1955 lid van de anti-fascistische literaire beweging Gruppe 47. Met het meesterwerk ‘Die Blechtrommel’ (1959) kent hij de internationale doorbraak. Sindsdien is hij één van 's werelds topauteurs met groot moreel aanzien als maatschappelijk geëngageerd schrijver. Zijn engagement in dienst van de SPD is gaandeweg gereserveerder en kritischer geworden. Stefan Heym wordt in 1913 geboren. Twintig jaar later emigreert hij naar Tsjechoslowakije en vlucht, toen Hitler ook daar de macht grijpt, naar de Verenigde Staten. Hij neemt deel aan de invasie van Normandië. Uit protest tegen het McCarthyisme en de oorlog in Korea neemt hij afstand van Amerika en gaat in de DDR wonen. Hij wordt er een gerespecteerd én gevreesd schrijver. Vaak botst hij met het regime en met zijn ‘Fünf Tage im Juni’ (1974) lokt hij zelfs discussies uit tot op regeringsniveau. In 1984 waren beide auteurs te gast in het Paleis voor Schone Kunsten. Ze discussieerden over de relatie Oost- en West-Duitsland. Ze hadden het over de redenen voor de scheiding, over de utopie van de Duitse eenheid, vroegen zich af of de cultuur een wegwijzende rol kan spelen bij de toch wel na te streven hereniging. Ook het Duitse expansionisme kwam ter sprake en de betekenis van de linkse beweging in beide Duitslanden. Het debat, dat uitgroeide tot een verrassende dialoog, maakte geschiedenis. Zeven jaar later, nu Duitsland één is geworden, willen ze graag de zaak nog eens doornemen. Aandacht zal vooral uitgaan naar de vraag wat in de toekomst te gebeuren
staat.
- In 1763 en 1766 bezocht Wolfgang Amadeus Mozart met zijn vader en zijn zuster Maria Anna (Nannerl) het prinsbisdom Luik en de Oostenrijkse Nederlanden. Men kan niet zeggen dat ze hier even enthousiast ontvangen werden als in Engeland, Frankrijk en Nederland. In totaal bezochten ze acht steden; in Brussel verbleven ze van 4 oktober tot 15 november 1763. Hier componeerde Wolfgang een allegro en mogelijk ook een andante en menuet. Op maandag 8 november gaf hij er een concert in aanwezigheid van de gouverneur-generaal Karel van Lotharingen. Naar aanleiding hiervan stelt het Algemeen Rijksarchief van 4 november tot 31 december 1991 de 25 panelen tentoon die over Mozart gemaakt werden door de Délégation aux célébrations nationales in Parijs. De Brusselse Galerij Dieleman (Grote Zavel 21) stelde ons drie prachtige kunstwerken over Mozart ter beschikking. Het eerste stelt de jonge Mozart voor en is van de hand van Louis-Ernest Barrias (1841-1905); het tweede is van Paul Dubois (1829-1905) en het derde van Gueyton. De tentoonstelling is open van 8u30 tot 16u30 van maandag tot zaterdag van 4 november 1991 tot 31 december 1991 (Ruisbroekstraat 2, 1000 Brussel) (gesloten op 11 en 15 november en op 25 en 26 december).
- Bij de nieuwe aanwinsten uit de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten vermelden we het ‘Portret van Marguerite’ (1887) van Fernand Khnopff (1858-1921). De zus van de kunstenaar, Marguerite-Juliette-Marie Khnopff, werd geboren te Brugge in 1864 en overleed bij haar dochter te Jambes in 1946. Zij was zijn belangrijkste inspiratiebron en hij liet haar vaak poseren getooid met sluiers of met zwaar brokaat. Hij fotografeerde haar en verveelvoudigde de afbeeldingen in functie van zijn composities. Op dit portret is ze gekleed in een maagdelijke jurk die haar nauw omsluit. Daarbij draagt ze lange handschoenen zodat enkel haar ondoorgrondelijk gelaat met de afwezige dromerige blik onbedekt blijft. Khnopff, die dit portret nooit heeft willen afstaan, bewaarde het in één van de kamers van de atelier-woning die hij liet bouwen op de Wedrennenlaan nr. 41, op de hoek met de Jeannelaan. Deze ‘tempel gewijd aan zichzelf’ was door de schilder ontworpen en gerealiseerd met behulp van architect Eduard Pelseneer. Het huis was klaar in 1902 maar is jammer genoeg niet bewaard gebleven. Het Portret van Marguerite was opgesteld in de blauwe kamer, boven een soort van votiefaltaar dat de tennisracket van Marguerite bevatte ter bewondering van de bezoeker, een waar symbool zoals in de pasteltekening Memories van 1889. Een vaas en bloemen voltooiden deze eerder theatrale schikking. Gealarmeerd door de verkoop en zich bewust niet alleen van de artistieke maar ook van de sentimentele waarde van dit werk, heeft de Koning Boudewijnstichting zich als koper aangeboden en het aan de KMSK toevertrouwd. Daarbij dient vermeld dat dit werk deel uitmaakte van een Amerikaanse verzameling en dat de Koning Boudewijnstichting een zeer mooi element van ons cultureel patrimonium terug naar België heeft gebracht door deze aankoop. Om deze terugkeer te vieren, wordt vanaf 27 november 1991 tot 26 januari
1992 een kleine tentoonstelling ‘Rondom Marguerite’ georganiseerd in het Forum van het Museum voor Oude Kunst (Regentschapstraat 3, 1000 Brussel).
De verzameling van de 19de-eeuwse Belgische beeldhouwkunst werd uitgebreid met het werk ‘De uithaler van Arendsnesten’ van Jef Lambeaux. Op het Brusselse Salon van 1890 wekte het pleisteren model reeds zeer veel bewondering. De levendigheid, de virtuositeit, het naturalisme, het nerveuze van de strijd, het geweld en de kracht van deze beeldengroep bezorgden de toen 38-jarige Lambeaux zoveel lofbetuigingen dat het werk reeds in 1892 in brons werd gegoten. Het bronzen beeld werd tentoongesteld in München (Glaspalast), twee jaar later te Antwerpen (Verlat-zaal) en heeft nadien het Hotel Empain (Onderrichtstraat te Brussel) niet meer verlaten.
- Uit de Agenda van bovenvermelde Musea stippen we nog aan: Middagvoordrachten (telkens om 13.30 u, Regentschapstraat 3, toegang gratis) die alle handelen over een of andere meester waarvan de instelling tekeningen bewaard. Op 4/12 bespreekt Christine Braet ‘Willem van Nieulandt (1584-1636)’; op 18/12: André Moerman over ‘Federico Zuccaro (ca. 1540-1609)’. Geïnteresseerden kunnen vooraf nog een middagconcert meemaken; op 4/12: W.A. Mozart-S. Prokofief: Orchestre de chambre de Wallonie o.l.v. Georges Octors en op 18/12: W.A. Mozart-B. Bartok: Nomoskwartet uit Hannover. Op woe. 18/12 vindt om 14.30 u. ook een cursus plaats over ‘De term expressionisme’. In recente publikaties bestaat veel verwarring omtrent de term expressionisme. Over de definitie die er aan gegeven kan worden bestaat weinig duidelijkheid. Meestal wordt immers niet onderkend dat hij een ingewikkeld proces van betekeniswijziging heeft doorgemaakt. Tijdens deze uiteenzetting zal dit proces verduidelijkt worden aan de hand van publikaties, illustraties en commentaar. Inschrijving door storting van 200 fr. op rek. nr. 000-0587368-33, Rekening C, van het Patrimonium van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Museumstraat 9, 1000 Brussel. Af- | |
| |
spraak: Regentschapstraat 3, 1000 Brussel, leslokaal. Informatie: educatieve dienst, tel. 02/513 96 30 toestel 230. Lesgever: Lot Hendrickx.
| |
• Diest
De voordrachtenreeks ‘Literatuur op Zondag’ zet zijn 3e jaargang in. Elke eerste zondagvoormiddag van de maand kunt u daarvoor van 11 tot 12 u. terecht in het C.C. van het Begijnhof in Diest: Voor 1992 ziet het programma er als volgt uit: 5/1: Emile Degelin; 2/2: Kristien Hemmerechts; 1/3: Prof. dr. Hugo Bousset; 5/4: Bob van Laerhoven; 3/5: Walter Joris; 7/6: Clem Schouwenaars; 6/9: Irina van Goeree; 4/10: Prof. dr. Marcel Janssens; 8/11: Willy Copmans; 6/12: Marcel van Passel. Info: mevr. Ina Stabergh, Papenbroekstraat 217, 3290 Diest; tel. 013/33 39 94.
| |
• Gent
Op de Toneelzolder van ARCA, St.-Widostraat 3, 9000 Gent (091/25 18 60) is Hugo Van der Cruyssen te gast met een poëzieprogramma met gedichten van Anton van Wilderode op de zondagen 1 en 8 december om 12 u. stipt. (Toegang 250 fr. aperitief incluis). Met zijn meesterlijk-virtuoze taal behoort Anton van Wilderode tot de hoogtepunten van onze literatuur. Zijn poëzie is naar de diepte en verdieping gericht. Hij is geen persoonlijk gerichte eigenzinnige en hermetische dichter. Hoewel zijn taal bol staat van beelden en symbolen, richt hij zich tot een ruim publiek in een gave, soepele en voor ieder begrijpelijke taal. Anton van Wilderode verwierf voor zijn bundel ‘Dorp zonder ouders’ de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie (1980).
| |
• Gent
De tentoonstelling ‘De Universiteit bouwt 1918-1940’ brengt een overzicht van alle gebouwen, opgetrokken voor de Gentse Universiteit tijdens het interbellum. Niet alleen grote projecten als de ‘Boekentoren’, het Technicum, de Veeartsenijschool en de eerste fase van het AZ komen aan bod. Ook kleinere realisaties als het Station voor Zonnefysica, de Kliniek voor Geesteskranken, de uitbreiding van de Poliklinieken en de Seminaries voor Letteren en Wijsbegeerte worden belicht. De afgebroken inrichting van de Academieraadzaal en de serres van de Plantentuin worden evenals de niet uitgevoerde projecten voor de Instituten van Dierkunde en Farmacie besproken. De Proefhoeve en de eigenlijke Rijkslandbouwhogeschool, toen nog onafhankelijk, zijn ook opgenomen. De tentoonstelling toont werk van Henry van de Velde, Jean Norbert Cloquet, Gustave Magnel, August Desmet, Armand Cerulus, Jules Van den Ostende, August Poppe en G. Collin. Het begeleidende boek bevat bijdragen van Valérie Bouckaert, René De Herdt, Dirk De Meyer, Ronny De Meyer, Dirk Laporte, Anneke Lippens, Norbert Poulain, Anne-Marie Simon-Van der Meersch, Guido Van Hooydonck en Lucie Zabeau-Van der Verren. Naast teksten over de gebouwen wordt ook aandacht besteed aan de Gentse architectuur tijdens het interbellum, de archieven en de bouwpolitiek van de RUG. De tentoonstelling ‘De Universiteit bouwt 1918-1940’ loopt van 19/11 tot 20/12 in de Centrale Bibliotheek van de RUG, Rozier 9, Gent. Ze is enkel op werkdagen toegankelijk van 9 tot 18 uur.
| |
• Hasselt
Nog tot 14/12 toont Kunst in Huis Kunstuitleen vzw in haar uitleendienst in het Cultureel Centrum Hasselt een keuze uit de recente aanwinsten. Gedurende de looptijd van deze tentoonstelling wordt een promotieactie rond kunstuitleen georganiseerd. Voor velen blijft kunst een aangelegenheid van musea en galerijen. Kunst in Huis wil actuele kunst binnen het bereik van meer mensen brengen. Meer kunstenaars moeten de kans krijgen hun werk voor te stellen. Kunst in Huis maakt dit mogelijk. In de eerste plaats via kunstuitleen maar ook via directe contacten tussen kunstenaars en publiek en door tentoonstellingen. Om de collectie op peil te houden organiseert Kunst in Huis tweemaal per jaar een selectie waarbij een jury uit een zeer groot aanbod nieuwe werken selecteert die opgenomen worden in de collectie. Deze selectiecommissie werkt via een strenge selectieprocedure waarbij de kwaliteit van het werk centraal staat. Het resultaat van de recentste selectie is nu te zien in Hasselt. Er is werk te zien van o.a. Koen Broucke, Frans Daels, Jeroen Daled, Hugo Draulans, Carl Goethals, Renee Lodewijckx, Willem Hoet, Stefaan Kellens, Wlad Moszowski, Herman Vanbrabant, Manu Vandereycken, Kathleen Vanhoutte, Jan Van Riet, Wout Vercammen. Wie meer inlichtingen wenst over deze tentoonstelling, de promotieactie of de normale voorwaarden om lid te worden neemt contact op met de animator van de uitleendienst van Hasselt Mevrouw Ria Kasprowski; tel. 011/22.99.31. Openingsuren uitleendienst: woensdag van 9-12 u. en van 13-19 u. - zaterdag van 9-14 u. - andere dagen op afspraak.
| |
• Heusden-Zolder
Van 14/12 tot en met 12/1/92 loopt in de Galerij van het Cultuurcentrum (Dekenstraat 40; tel. 011/53 33 15) de tentoonstelling ‘Van Kunstenaar tot Kind. Kunst op Leien’. Dat de schoollei voor de kunstenaar materiaal kan zijn om creatief werk te verrichten, wordt met deze tentoonstelling, waaraan ruim 50 kunstenaars deelnemen, bewezen. Het oorspronkelijk idee voor de tentoonstelling bestond erin hedendaagse kunstenaars en kinderen de mogelijkheid te bieden om met ‘schoolleien’ een werk te maken. Dit evenement werd op touw gezet door een kunstenaarscollectief galerie ‘Le Faisan’ uit Straatsburg (Fr.). Om de tentoonstelling nog boeiender te maken, werd een selectie gemaakt uit de inzendingen van de kunstenaars en werd hen daarenboven gevraagd om een eigen werk voor de tentoonstelling in te zenden. Open op dins-, donder-, vrijdag van 14-20 u. en op zater- en zondag van 14-18 u. Gesloten op 25/12/91 tot en met 1/1/92.
- Nog tot 8/12 kan men een kijkje nemen in de tentoonstelling ‘Mail-Art Projekt Portugal’ in de Galerij van het Cultuurcentrum Heusden-Zolder, Dekenstraat 40. Mail-Art is een internationaal netwerk van honderden kunstenaars die communicatiemedia als kunstmedia hanteren (o.a. post, telegrafie, telefax, telefonie, computer). Het betreft kunstenaars of networkers die hun werk in de eerste plaats distribueren via het medium ‘post’ en niet via de officiële galerijen en musea. In dit alternatieve kunstcircuit staat de directe communicatie en de uitwisseling van beeldende en auditieve informatie centraal. Een gevolg hiervan is dat enkel zij, die zelf werkzaam zijn in het netwerk, ingelicht worden over de diverse projecten en activiteiten. Nochtans zijn de communicatieverbindingen tussen het Mail-Art netwerk en het officiële kunstgebeuren niet volledig doorgeknipt. Getuige hiervan deze tentoonstelling met als curator beeldend kunstenaar Guy Bleus, die reeds jaren actief is in het Mail-Art netwerk. Maar vooral sinds zijn reis naar Portugal in 1987, is er een intense correspondentie ontstaan tussen Bleus' Administratief Centrum en verschillende Portugese kunstenaars. Deze tentoonstelling in het teken van Portugal geeft een breder publiek de mogelijkheid kennis te maken met het postale fenomeen ‘Mail-Art’. Voor de gelegenheid van dit project werden een 300-tal mail artists aangeschreven om op din A4 formaat een werk in te zenden rond het concept ‘reisgids voor Portugal’. Het resultaat is de deelname van meer dan 280 kunstenaars (uit 31 landen) die een of meerdere werken inzonden. Dit geëxposeerde geheel is een gevarieerde collectie van persoonlijke visies over Portugal, soms lieflijk en esthetisch, soms eigenzinnig en kritisch. Ook de gebruikte technieken zijn zeer divers, gaande van etsen en aquarellen tot collages, assemblages, foto's, color xerox, enz. Bovendien is het
aangewende artistieke genre vaak verschillend: (visieve of visuele) poëzie, graffiti, computer art, copy art, artistamps, rubberstamp art, artists' books, enz. Maar allen hebben ze uiteraard gemeen dat ze via de post werden verzonden. Open op dins-, donder-, vrijdag van 14-20 u.; op zater- en zondag van 14-18 u. Catalogus voorhanden.
| |
• Nieuwpoort
Wie het Beauvarletkoor (info: Mevr. Dorothea Carbonez, Artanlaan 13, 8720 Nieuwpoort) life wil beluisteren, kan terecht op een van volgende concerten: 15/12 om 10 u. in de Karmelietenkerk, Ezelstraat 28 in Brugge: Pontificale Misopluistering n.a.v. het 4e eeuwfeest van Johannes van het Kruis; op 22/12 om 20 u.: St.-Walburgakerk in Veurne: kerstconcert i.s.m. het Jeugdkoor Kvitek uit Tsjecho-Slowakije; op 26/12 om 20 u.: O.-L.-V.-Kerk in Nieuwpoort: kerstconcert i.s.m. R. Deleersnijder (orgel) en een strijkersensemble, dirigent is Ignace Thevelin.
| |
• Oostende
De programmakalender van het Casino Kursaal vermeldt o.a.: ‘La Traviata’ op 8/12 om 20 u.: solisten, orkest, koor en ballet van de Nationale Opera van Polen (105 uitvoerders) o.l.v. Marek Tracz; op 13/12 (20.30 u.): Het Russisch Staatsballet (32 dansers) brengt uittreksels uit ‘La nuit des Walpurgis’, ‘The sleeping Beauty’, ‘Harlequin’, ‘Paquita’, enz.; 14/12: ‘Sikulu, the Warrior’ (om 20.30 u.) Zuidafrikaanse musical van Bertha Egnos (muziek) en Gail Lakier (libretto); op 20/12 het Koor van de Europese Gemeenschappen met ‘Carmina Burana’ van Carl Orff (om 20.30 u.); op 10/1/92 het Nationaal Orkest van België, o.l.v. Alexandre Dmitriev met werk van Ravel, Saint-Saëns en Scriabine; 19/1/92: Die Fledermaus van J. Strauss met solisten, koor, orkest en ballet van het Praagse Operettentheater; 9/2/92: Madame Butterfly van G. Puccini met solisten, orkest en koor van de Nationale Opera van Bydgosczc (Polen).
| |
• Oudenaarde
N.a.v. zijn 60ste verjaardag organiseert het Stadsbestuur een Huldetentoonstelling Lode Herreman. De jarige toont schilderijen, aquarellen, grafiek en beelden in het Stadhuis van 21/12 tot en met 10/1/92. Bij deze gelegenheid wordt er ook een kunstmonografie en 12 kunstkaarten voorgesteld. Tevens wordt een schenking vanwege de kunstenaar bestaande uit een drieluik geacteerd.
| |
• Schelderode
Van 29 november '91 t/m 9 februari '92 wordt in Kunstforum te Schelderode/Merelbeke, een tentoonstelling gehouden onder de titel ‘De grootsheid van het kleine’. Een aantal schilderijen, gouaches, aquarellen, tekeningen, grafiek en sculpturen op kleine formaat zorgen voor
| |
| |
een boeiend gebeuren met rijke afwisseling. Een zorgvuldig geselecteerde verzameling met werk van bekende binnen- en buitenlandse kunstenaars en ook jongeren die, zoals vroegere grootmeesters, veel belang hechten aan het kleine formaat. Vrijwel alle naoorlogse stromingen zijn er in vertegenwoordigd. Hoewel men de aparte aantrekkingskracht van kleinere kunstwerken moeilijk kan doorgronden, heeft het toch iets te maken met een intiemere kennismaking tussen het getoonde en de kijker zelf, bepaald door de kortere kijkafstand.
| |
• Tongeren
Het Provinciaal Gallo-Romeins Museum van Tongeren is een van de weinige exclusief archeologische musea van België. De vaste museumcollectie bestaat uit archeologische voorwerpen vanaf de prehistorie tot de vroege middeleeuwen. Vooral de Gallo-Romeinse periode is uitzonderlijk goed vertegenwoordigd. Veel van deze vondsten, waaronder werkelijk unieke stukken, zijn afkomstig uit recente opgravingen in de hele provincie Limburg. Het Provinciaal Gallo-Romeins Museum herbergt tevens het Provinciaal Munt- en Penningkabinet. Hier wordt één van de rijkste muntcollecties van het land bewaard en tentoongesteld. Tenslotte is ook een belangrijk documentatiecentrum aan deze instelling verbonden. Wegens verbouwingen is het Provinciaal Gallo-Romeins Museum tot het midden van 1993 gesloten. De diensten zijn gehuisvest in het voormalige arrondissementscommissariaat, Repenstraat 12 te 3700 Tongeren. Het correspondentieadres blijft evenwel: Provinciaal Gallo-Romeins Museum, Kielenstraat 15, 3700 Tongeren.
| |
• Wielsbeke
Marie-Christine Martens (Molenstraat 65, 8710 Wielsbeke, rek. 850-8816824-07) heeft een kunstboek gepubliceerd waarin ze het leven en werk van de Westvlaamse beeldhouwer Georges Vandemoortele (o1891-†1978) evoceert. Het boek ‘De lange weg van een beeldhouwer’ telt 180 blz. en een 100-tal zw.-w. illustraties en 16 quadrichromies en kost 1050 fr. Het behandelt achtereenvolgens de kinderjaren en de jeugd van de beeldhouwer, zijn studietijd waardoor hij in contact komt met Georges Minne en Aloïs De Beule, zijn verblijf in Oostrozebeke (bij Jozef Lootens), zijn relatie met Cyriel Verschaeve, zijn opgang als kunstenaar, zijn verblijf in Tiegem, de eigen aard van de kunstenaar en een beschrijving van Wielsbeke.
R.D.
| |
Tentoonstellingen
In deze rubriek worden alleen berichten opgenomen die aan het Redactiesecretariaat toegestuurd worden. Gelieve rekening te houden met onze tijdslimiet voor het afleveren van de kopij aan de drukker. Die datum is voor nummer 239 (jan.-febr. 1992) vastgesteld op 15/12/91. Als er bij een tentoonstelling een datum vermeld staat die bij het verschijnen van dit nummer voorbij is, betekent dit dat we het bericht te laat ontvangen hebben om het nog in het vorige nummer te kunnen opnemen.
Met oprechte dank voor uw medewerking.
De Redactie
| |
• Piet Bekaert
Nieuwe reliëfwerken, Classic III, van 3 t/m 11/11, Art-Hal 1, Hallen, Kortrijk.
| |
• Peter Buggenhout
Recente schilderijen, Galerie Fortlaan 17, Fortlaan 17, 9000 Gent, van 27/10 t/m 8/12, woe-do-vr: 10.30-12 u. en van 14-18.30 u., zatzo: 10.30-18.30 u.
| |
• Jan Burssens
Huldetentoonstelling, Provinciaal Centrum Arenberg, Arenbergstraat 28, Antwerpen, van 7/12 t/m 17/1/92, toegankelijk tijdens de schouwburgvoorstellingen.
| |
• Marcelo Callau
Sculpturen, Galerij PICS, Dommelhof, Toekomstlaan 5, 3910 Neerpelt, van 11/1 t/m 9/2/92.
| |
• Frans Claes
Openluchttentoonstelling, Hovingen van de Oude St.-Nikolaaskerk van Neder-Over-Heembeek, 1120 Brussel, permanent toegankelijk tot 26/4/92.
| |
• Lucas Coeman
Recent werk, Geo Gyselinck Gallerie, Wijngaardstraat 26, 8500 Kortrijk, van 4/10 t/m 2/11.
| |
• Achilles Cools
Recente schilderijen, C.C. Brussel, Oude St.-Nikolaaskerk van Neder-Over-Heembeek, 1120 Brussel, van 25/10 t/m 24/11.
| |
• Mario De Brabandere
Recent werk, C.C. Kortrijk, Benedengalerij, Hazelaarstraat 7, 8500 Kortrijk, van 4/10 t/m 27/10.
| |
• Rob Delange
15 jaar beroepskunstenaar, 't Hof te Puttens, Wichelsestraat 20-22, 9340 Lede, van 4 t/m 27/10.
| |
• Rosa Depoortere
Olieverfschilderijen, Studio Gaselwest, Rijselsestraat 57, 8500 Kortrijk, van 19/10 t/m 3/11.
| |
• Gino Dermaut
Schilderijen, Het Labyrint, Dries 29, Kemmel, vanaf 15/11, elke dag vanaf 10 u. (behalve op dinsdag).
| |
• Jef Diederen
Schilderijen en werken op papier (1960-91), van 10/11 t/m 29/12, Museum Van Bommel-Van Dam, Deken Van Oppensingel 6, 5911 AD Venlo.
| |
• Anto Diez
Schilderijen, 't Hof te Puttens, Wichelsestraat 20-22, 9340 Lede, van 1 t/m 24/11.
| |
• Jacques Donnay
Recent werk, Vocar, Galerij-Atelier, Oud-Gemeentehuis, Dorp 77, 2659 Puurs-Breendonk, van 25/10 t/m 11/11.
| |
• Noël Drieghe
Schilderijen, Geo Gyselinck Galerie, Wijngaardstraat 26, 8500 Kortrijk, van 15/11 t/m 31/12.
| |
• Jan Dumortier
Recente werken, Orangerie Broel, Dam 69, 8500 Kortrijk, op 28/29 okt.
| |
• Jacky Duyck
Schilderijen, P.I.C.S. Dommelhof, Toekomstlaan 5, 3910 Neerpelt, van 22/11 t/m 22/12, werkdagen van 10-12 en 14-17 u., zo. van 14-17 u., gesloten op zaterdag.
| |
• Jean-Paul Franssens
Overzichtstentoonstelling, Arti et Amicitiae, Rokin 112, 1012 LB Amsterdam, van 27/10 t/m 14/11.
| |
• Vic Gentils
Overzichtstentoonstelling, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, 2000 Antwerpen, van 20/6/92 t/m 23/8/92.
| |
• Ivan Good
Marines, Museum voor Schone Kunsten, Wapenplein, 8400 Oostende, van 1 t/m 23/2/92.
| |
• Rony Heirman
Foto's: R. Heirman fotografeert Roger Raveel, CIAP, Zuivelmarkt 44, 3500 Hasselt, van 3/11 t/m 7/12, open van di. tot vr. van 14-18 u., za. tot 17 u.
| |
• Lode Herreman
Overzichtstentoonstelling met schilderijen, beelden, aquarellen en grafieken, n.a.v. de 60e verjaardag, van 21/12/91 t/m 10/1/92, Stadhuis Oudenaarde.
| |
• Peter Klashorst
Schilderijen, Arti et Amcicitiae, Rokin 112, 1012 LB Amsterdam, van 27/10 t/m 14/11.
| |
• Jiri Kreisel
Schilderijen, Art Gallery Branzinni, Fortenstraat 111, 9250 Waasmunster, van 18/10 t/m 26/11.
| |
• Juliaan Lampens
Architectuurtentoonstelling, deSingel, Desguinlei 25, 2018 Antwerpen, van 28/11 t/m 5/1/92, open van di. tot zo. van 14-18 u.
| |
• Jean Messagier
Schilderijen, gouaches, grafiek, Kunstforum, Langeweide 2, 9820 Schelderode/Merelbeke, van 18/10 t/m 17/11.
| |
• Reinoud Oudshoorn
Recent werk, Galerie Path, Leo de Bethunelaan 59, 9300 Aalst, van 26/10 t/m 1/12.
| |
• Paule Pia
Foto's 1956-89, Socio-cultureel en Congrescentrum 't Elzenveld, Lange Gasthuisstraat 45, 2000 Antwerpen, van 11 t/m 27/10.
| |
• Roger Raveel
Grafisch oeuvre, C.C. Hasselt, van 3/11 t/m 24/11.
| |
• Victor Renty
Recent werk, in eigen atelier, André Ullenslei 56, 2900 Schoten/Deuzeld, van 3 t/m 17/11.
| |
• Marc Santens
Tekeningen, Het Labyrint, Dries 29, Kemmel, vanaf 15/11, elke dag vanaf 10 u. (behalve dinsdags).
| |
• Ary Sleeks
Overzichtstentoonstelling, Stedelijk Heemmuseum ‘De Plate’, Wapenplein, 8400 Oostende, van 5/10 t/m 31/12, elke zaterdag van 10-12 en 15-17 u.
| |
• Paul Sochacki
Foto's, Galerij PICS, Dommelhof, Toekomstlaan 5, 3910 Neerpelt, van 11/1 t/m 9/2/92.
| |
• Bart Soubry
Sculpturen, Museum voor Schone Kunsten, Wapenplein, 8400 Oostende, van 16/11 t/m 13/1/92, elke zaterdag van 10-12 en 15-17 u.
| |
• Georges Steel
Schilderijen, 't Hof te Puttens, Wichelsestraat 20-22, 9340 Lede, van 1 t/m 24/11.
| |
• Lukas Vandenabeele
Recent werk, Gele Zaal, Nonnemeersstraat 26, 9000 Gent, van 13/9 t/m 27/10.
| |
• Dries Vandenbroeck
3 × Dries, recent werk in Mols Peierement, Stokt 21, 2400 Mol, van 4 t/m 27/10; Jacob Smitsmuseum, Sluis 155, 2400 Mol, van 5/10 t/m 17/11; Oude Post, Markt, 2400 Mol, van 6 t/m 27/10.
| |
| |
| |
• Jan Van Den Driessche
Schilderijen, 't Hof te Puttens, Wichelsestraat 20-22, 9340 Lede, van 1 t/m 24/11.
| |
• Joël Vandemaele
Als ‘invité d'honneur’ uitgenodigd op de tentoonstelling ‘Les Peintres du Terroir’, Salle des Fêtes, Rue de Verdun, Steenvoorde (Fr.), op 26/27 okt. 1991.
| |
• Lieve Van de Weeën
Schilderijen, V.T.B. Bondsgebouw, Jan van Eyckgalerij, Kalandeberg 7, 9000 Gent, van 5 t/m 20/10.
| |
• Paul Van Hoeydonck
Overzichtstentoonstelling, Galerie De Keizer, Keizerstraat 38, 2000 Antwerpen, van 25/10 t/m 14/12, open van wo. t/m za. van 13-18.30 u.
| |
• Pieter Van Mol
Schilderijen, ‘De Oude Post’, Kerkstraat 91, 9255 Buggenhout, van 5/10 t/m 20/10.
| |
• Mark Vanoverbeke
Tekeningen en sculpturen, Très Galeria, Zwevegemsestraat 30, 8500 Kortrijk, van 28/9 t/m 20/10.
| |
• Herman van Vinckenroye
Recente schilderijen, Kunstgalerij Alkarte, Hoogdorpsstraat 5, 3570 Alken-Centrum, van 26/10 t/m 11/11.
| |
• Willy Verbrugge
Schilderijen, Atelier ‘Ter Linde’, Lindenlaan 10, 8700 Tielt, van 5 t/m 27/10.
| |
• Eddie Verfaille
Schilderijen, Studio Gaselwest, Rijselsestraat 57, 8500 Kortrijk, van 16/11 t/m 1/12/91.
| |
• José Vermeersch
Gouden juwelen, Orangerie Broel, Dam 69, 8500 Kortrijk, 28-29 okt.
| |
• Ulrich Waibel
Tekeningen, schilderijen, Galerie Fortlaan 17, Fortlaan 17, 9000 Gent, van 27/10 t/m 8/12, woe-dovr: 10.30-12 u. en 14-18.30 u., zat.-zo.: 10.30-18.30 u.
| |
• Roger Wittevrongel
Schilderijen, aquarellen, pastels en tekeningen, Kunstforum, 9820 Schelderode/Merelbeke, van 20/9 t/m 13/10.
| |
• Robert Wuytack
Recent werk, Galerij ‘Het Eeuwige Leven’, St.-Paulusstraat 40, 2000 Antwerpen, van 6/10 t/m 3/11.
| |
• Groepstentoonstelling
- | In Kunsthuis Ingrith Desmet: José Vermeersch met recente gouden juwelen, Antonio Lampecco (keramiek), Joris Tinel (tekeningen, schilderijen), van 19/10 t/m 2/11. |
| |
- | Schilderijen en grafiek op zijde: Andrée Charlet, Gert Broeckx en Leo Loomans, Faculty Club, Groot Begijnhof, Leuven, van 10/10 t/m 10/11. |
| |
- | Keramiek met werk van Francis Behets, Ann Leclerc, Patrick Piccarelle en Gerda Vermoere, C.C. Scharpoord, Meerlaan 32, 8300 Knokke-Heist, van 3 t/m 13/10. |
| |
- | ‘Zonder titel’ - Aspecten van Israëlische kunst met Benni Efrat, Michael Gitlin, Osvaldo Romberg, Buby Schwartz, MUHKA, Leuvenstraat 32, 2000 Antwerpen, van 4/10 t/m 1/12. |
| |
- | ‘To Return to Base’: Tony Cragg (sculpturen), Günther Förg (schilderijen op lood), Jiri Georg Dokoupil (zgn. Fruitschilderijen), Imi Knoebel (panelen) en Gerhard Merz (installati, Deweer Art Gallery, Tiegemstraat 6A, 8553 Otegem, van 26/10 t/m 15/12, open van za. tot di. van 14-18 u. |
| |
- | Recente werken van Dirk Callens, Inge Depraetere (beide' tekeningen en schilderijen), Christien Dutoit (keramiek), Ontmoetingscentrum, Gaversstraat 8, Harelbeke, van 26/10 t/m 6/11. |
| |
- | ‘Verschijnselen’ met de textielkunstenaars Maria Almanza, Cha Young Soon, Nora Chalmet, Rit De Cleen, Tijnie De Goede, Ans Drübers, Leonie Heinen, Lucie Lefever, Julia Montoya, Anne Schelfaut, Annemie Schelstraete, Liliane Stessens, Denise Van Belle, Lieve Vermeulen en Conny Wölfert. C.C. ‘Ter Dilft’, St.-Amandsestwg. 41-43, 2880 Bornem, van 11/1 tot 2/2/92, za.-zo. van 10-12 en 14-18 u. |
| |
- | ‘Oost- West- en Frans-Vlaanderen kollektief’: recent werk van Julien Mechels, Stefano, Willy Sermijn, John Blommaerts, Romuald Marecaux, Daniel De Leenheer, Salons van Hotel Arcade, Nederkouter 24, 9000 Gent, vanaf 26/10. |
| |
- | Russell Scarpulla, Robert & Annabella Tiemann, Museum Dhondt Dhaenens, Museumlaan 14, 9831 Deurle, van 20/10 t/m 17/11. |
| |
- | Marie-Odile Candas Salmon (installaties), Berlinde De Bruyckere (sculpturen), Christine Dupuis (tekeningen en objecten), Maen Florin (sculpturen), Gele Zaal, Nonnemeersstraat 26, 9000 Gent, van 10/11 t/m 22/12, dagelijks van 9-17 u., weekends van 14-18 u. |
- | ‘Tentoonstelling 1’: textiel van François Blommaerts, Imelda Crauwels, Anne De Bodt, An Declercq-Lanckman, Mariette Delimon, Petra De Vlam, Hilde Metz, Jasmine Sellier, Liliane Stessens, Dorothea Van De Winckel, Anne Verhoeven, Galerij Lorenzo & V.V.O.H.T., Pelgrimsstraat 21, 2000 Antwerpen, van 21/11 t/m 23/12, open op weekdagen van 17-21 u., weekends van 19-21 u., gesloten op di. en wo. |
| |
- | ‘Facetten van hedendaagse Vlaamse expressionisme’ met werk van Francky Cane, Nico Lannoo, Albert Pepermans, Kapel op het Campo Santo, Antwerpsestwg., Gent/St.-Amandsberg, van 1/11 t/m 1/12, op vrijdagen: 11-21 u., za.-zo. en feestdagen: 11-19 u. |
| |
- | ‘Jong Talent 37 Fotografie’, met Bert Danckaert, Gert De Herdt, Danny Lobe en Thomas Thys, van 19/10 t/m 3/12, Provinciaal Centrum Arenberg, Arenbergstraat 28, Antwerpen, toegankelijk tijdens schouwburgvoorstellingen. |
| |
- | ‘A taste of Earth - I’: Jos Delbroek, Marc De Roover, Jean-Georges Massart en Bob Verschueren met eigentijdse ‘Land Art’, Beukenhof, Beekstraat 14, Gent/Mariakerke, van 13 t/m 30/11. |
| |
- | Jef Janssens & Cecile Verplancke, schilderijen, Jan van Eyck-Galerij, Kalandeberg 7, 9000 Gent, van 26/10 t/m 10/11. |
R.D.
|
|