Rudolf De Greef
EEN BRIEF AAN DE KIJKER
Wij westerlingen, worden omringd en belaagd door duizenden objecten, in duizenden kleuren, vormen, en materialen. Door de jaren heen zijn we dat gewoon geworden - een vanzelfsprekendheid. Een kunst- of wetmatigheid?
Er wordt meer weggegooid dan gekoesterd. De natuur wordt her en der vernietigd, eerder door nietweten dan door bewuste kwaadaardigheid.
Die natuur is nochtans volmaakt. Een volledige harmonie. Niets is lelijk of lomp. Alles heeft met alles te maken. Een ijzeren logica, geen speld tussen te krijgen. We kijken naar een sterrenhemel en zwijgen. Zo is het altijd al geweest.
Mysterie
Kunstenaars zijn zich daar immer van bewust geweest. Goede kunstenaars wel te verstaan.
Daarom hebben zij altijd dingen willen maken (gebouwen - schilderijen - beeldhouwwerken - gedichten...) die zo vanzelfsprekend zijn als de natuur zelf. Kunstwerken die de indruk lijken te wekken dat ze er altijd al geweest zijn.
Zo'n ‘vanzelfsprekend’ kunstwerk ontstaat niet vanzelfsprekend. Het is wroeten, zweten en vloeken; een worsteling met zichzelf en met ‘de materie’ om een cliché te gebruiken.
Dat gewroet, gezweet en gevloek materialiseert zich via verschillende stijlen. Wij moeten daar dan als geïnteresseerde toeschouwer een keuze in maken. Eerst kiezen tussen wat geweest is, en dan kiezen binnen dat gigantische hedendaagse kunstaanbod, waarin de natuurlijke schifting door tijd nog niet heeft plaatsgevonden.
Die keuze is zeer persoonlijk. Men wil er achteraf wel graag een soort verklaring voor vinden, maar vrede sluit men er niet mee.
Vergissingen zijn nooit uitgesloten. Gelukkig maar.
Ik kies zelf voor het werk van o.a. Rudolf De Greef.
De Greef gooit niets weg in zijn dagelijkse leven. Hij koestert, herstelt en recupereert met veel liefde wat sommige van zijn medeburgers gedachteloos wegkieperen.
Hij stopt even de tijd en leeft daardoor als een Heer!
Dit alles geschiedt met een doordachte precisie. Hij ordent graag - geeft graag overzicht en inzicht.
Een zeker moralisme is hem niet vreemd.
Dat alles is ook terug te vinden in zijn artistieke produktie.
Rudolf De Greef gebruikt doek, verf, video, fotografie en ruimtes. Formaten zijn nooit toevallig. Veel vierkanten, cirkels en hoeken als basisvorm. Het is geen ‘fundamentele schilderkunst’, daarvoor zijn de behandelde thema's té verscheiden en soms té situatiegebonden.
Zijn werk oogt mooi. In bepaalde gevallen té mooi (alsof er nooit gezweet, gewroet en gevloekt wordt). Dan dringt de esthetiek om de esthetiek zich op, en krijgt Rudolfs moralisme schoolmeesterallures.
Er zijn ook veel werken die het louter formeel onderzoek ruim overstijgen.
Werken die een natuurlijke vanzelfsprekendheid vertonen.
Die koester ik.
Vanzelfsprekend.
Wouter Coolens