Leden van de raad van beheer van het C.V.K.V.
Letterkunde: Fred Germonprez (Kortrijk), Jules van Ackere (Brussel), Rudolf van de Perre (Affligem), Paul Vanderschaeghe (Male).
Dramatische Kunst: Guido Cafmeyer (Torhout), Rik Jacobs (Berchem/Antw.), Leo Laerenbergh (Antw.), Dré Vandaele (Kortrijk).
Muziek: Kamiel D'Hooghe (Brussel), Paul Hanoulle (Brugge), Herman Roelstraete (Heule), Jo van Eetvelde (Waasmunster).
Beeldende Kunsten: Christine Huet-Teller (Antw.), Marcel Notebaert (Kortrijk), Jacques 't Kindt (Gent), Harold van de Perre (Dendermonde).
Provinciale vertegenwoordigers: Lut Dusar en Erik Heidbuchel (Limburg), Willy Otte en Anton van Wilderode (O.-Vl.), August Keersmaekers en Herman Vos (Antw.), Herman Bogaert en Jos de Maegd (Brabant).
Vertegenwoordigers uit het Cultuurleven en Verenigingen: Luc Demeester (Marke), Hector Deylgat (Roeselare), Jaak Maertens (Roeselare), Jo Maes (Gent), Ludo Raskin (Kozen), Karel van Deuren (Berchem/Antw.), Werner Vens (Izegem).
Leden zonder stemrecht: Felix de Boeck, André Demedts, Flor Peeters (eredekens) en Albert Smeets (adviseur).
| |
Kunstenaarsbelangen
• | In de Vlaamse Raad Commissie-Cultuur werd een amendement goedgekeurd dat de Cultuurbegroting met 200 miljoen vermeerdert: 45 miljoen gaan naar het toneel, 85 miljoen naar de bibliotheken, 30 miljoen naar het sociaal-cultureel vormingswerk voor volwassenen, 9 miljoen naar de instellingen voor Volksontwikkeling en 13 miljoen naar staffunctionarissen van culturele centra. Dan nog levert Cultuur ruim 300 miljoen in, maar de hoogste nood - uit te drukken in arbeidsplaatsen - kan met dit amendement gelenigd worden. Schone Kunsten moeten het meest inleveren. De Opera van Vlaanderen wordt tot één gezelschap herleid. De Antwerpse Philharmonie wordt een v.z.w. Voor theater zouden de eigen inkomsten in aanmerking komen. |
| |
• | Op een aantal parlementaire vragen i.v.m. de aankoop van boeken door de Staat antwoordde de minister van Cultuur op 26/1 in de Vlaamse Raad i.v.m. de advizerende commissies:
A. | De Commissie van Advies voor de Bevordering van de Nederlandse Letterkunde heeft volgende samenstelling met ingang van 1 januari 1983: Marcel Janssens (voorzitter), Willy Spillebeen, Hugo Raes, Ben Cami, Nic van Bruggen, Hugo Bousset, Jo Verbruggen, Fernand Van Der Auwera, I. Van Der Veken, Clara Hasaert, Mariette Vanhalewijn. Ze worden aangewezen bij ministerieel besluit, verdeeld over volgende secties: proza, poëzie, essay, toneelletterkunde, jeugd- en kinderliteratuur, zulks ingevolge KB van 12 maart 1963 zoals dit gewijzigd werd bij KB van 9 augustus 1967 en van 6 maart 1970 en van 1 juni 1972. De voorzitter is aangeduid voor een periode van 6 jaar (niet hernieuwbaar), de leden zijn benoemd voor 2 jaar (zonder onderbreking slechts 1 maal hernieuwbaar). Gemiddeld wordt tweemaal per jaar vergaderd per sectie; ook plenair vergadert men gemiddeld tweemaal per jaar. |
B. | De Commissie van Advies ter advisering van het Nationaal Fonds voor de Letterkunde is samengesteld als volgt: A. Demedts (voorzitter), B. Decorte (ondervoorzitter), Mevr. A. Deprez (secretaris), J. Weisgerber, C. Coupé, C. Bittremieux, A. Van Eyck, Mevr. M. Rosseels. die leden worden benoemd door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde voor een periode van drie jaar; ze worden gerecruteerd uit leden van de voormelde academie en uit andere prominente literatoren wier aantal evenwel dat der academieleden niet mag overschrijden. Ze vergaderen ten minste tweemaal per jaar. |
C. | De Commissie voor het Boek werd door R. De Backer-Van Ocken opgericht op 11 januari 1978. Voor een periode van 2 jaar werden, met ingang van 1 september 1977 benoemd tot leden (met aanduiding van de respectieve kwalificatie: G. Claes (journalist), M. Cornu (voorzitter van de Bond van Alleenverkopers), J. François (voorzitter van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen), J. Van In (voorzitter van de Uitgeversbond), F. Van Isacker (voorzitter van de Adviescommissie voor het Auteursrecht), A. Seynaeve (voorzitter van de Boekverkopersbond), J. Torfs (voorzitter van de Hoge Raad voor de Openbare Bibliotheken), F. Van Vlierden (voorzitter van de Commissie ter Bevordering van de Nederlandse Letterkunde in België), A. Wouters (administratief directeur van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen). Ze vergaderen
|
|
| |
|
| tegen 4 maal in 1978 en in 1979; zelfs nog tweemaal in 1980 en in 1981. |
In het verleden zijn vertalingen van Vlaamse boeken gesteund geworden door aankoop van exemplaren bij de uitgever. Deze steun kwam zowel van het voormalig Bestuur voor Internationale Culturele Betrekkingen, als van de Dienst Letteren van het Ministerie van Cultuur. In de jongste jaren echter is dit sterk afgenomen, omdat nog weinig uitgevers ervoor te vinden zijn risico's te nemen, door boeken te drukken die op de markt onvoldoende verkocht worden. In verband met de bedragen 1978-1979-1980-1981-1982 is het niet meer mogelijk deze op te geven, gezien bij de omschakeling van ICB naar CGICS een aantal dossiers niet werden doorgegeven.
De boeken die de lectoraten Nederlands in het buitenland kunnen van nut zijn worden geregeld opgestuurd. |
| |
• | Een nieuw staaltje van Minachting der Vlaamse literatuur door Nederland werd door Fernand Bonneure in DS aangeklaagd: ‘C.J. Aarts, de Amsterdamse uitgever en de man van Aarts' Letterkundige Almanak heeft voor de Nederlandse warenhuizen De Bijenkorf een katalogus samengesteld met titels van gedichtenbundels, waardoor een beeld moet verschijnen van Een eeuw Nederlandse poëzie. Mooi boekje, groot langwerpig formaat, 96 pagina's, geïllustreerd en goed ingedeeld, zowel kronologisch als gaande van ernstig naar licht. In de tijd van Willem Kloos, aldus Aarts, las niemand gedichten. Kloos en anderen hielden het bij de Kunst om de Kunst. Kloos was dan wel een God in 't diepst van zijn gedachten, maar werd alleen door journalisten en schoolmeesters onze grootste dichter genoemd. Dit was elitepoëzie. Maar vooral de jongste tijd, altijd volgens Aarts, zou de Nederlander van poëzie zijn gaan houden. Van Gerrit Komrij's De Nederlandse poëzie van de 19e en 20e eeuw in duizend en enige gedichten zouden op korte tijd 60.000 eksemplaren verkocht zijn; de rechtzaak aan deze bloemlezing verbonden zal, zoals altijd, ook hier wel wat meegespeeld hebben.
Samensteller Aarts laat dan, aan de hand van ongeveer 600 titels van (in de Bijenkorven) voorradige gedichtenbundels de Nederlandse poëzie van de jongste eeuw de revue passeren. Bovendien komt achterin nog als aanvulling een rubriekenlijstje met titels als: Nog meer dichters, Religieuze dichters, Zondagsdichters (Toon Hermans o.a.), Popdichters (waarin Jotie T'Hooft), Plezierdichters en enkele Curiosa (poëzie op kaarten en viltjes).
Dat de Vlaamse poëzie in overzichten als dit nauwelijks aan haar trekken komt, is te verwachten. In de afdeling Bloemlezingen wordt één Vlaming vernoemd, Eddy van Vliet, met Cees Buddingh' samensteller van Is dit genoeg?
Even erg of erger is het schromelijke ontbreken van Vlaamse dichters in de opsomming van titels van bundels door al deze jaren heen. Van juist geteld zestien Vlaamse dichters worden in dit overzicht titels geciteerd. Niets van Guido Gezelle, Maurice Gilliams, Marcel Coole, Bert Decorte, André Demedts, Hubert van Herreweghen, Pol Le Roy, Wies Moens, Clem Schouwenaars, Erik van Ruysbeek, Jan Vercammen, Anton van Wilderode. Ook niets van jongeren als Roger de Neef, Luuk Gruwez, Henri-Floris Jespers, Roland Jooris, Gwij Mandelinck, Lieven Rens, Willy Spillebeen, Nic van Bruggen, Stefaan van den Bremt.
Achterin bedankt Aarts 47 uitgevers (niet één Vlaamse) voor hun medewerking en (waarschijnlijk) sponsoring. Dit is geen verontschuldiging voor deze grote onvolledigheid. Een poëzie-verkoopaktie die deze warenhuizen in april hebben georganizeerd is beslist het toejuichen waard, maar de begeleidende kataloog biedt een eenzijdig beeld van wat men Een eeuw Nederlandse poëzie wil noemen. De poëziekataloog die Willy Tibergien in april 1982 uitgaf (Poëziecentrum, St.-Kwintensberg 65A, Gent) is op 70 blz. niet weinig vollediger, nauwkeuriger en evenwichtiger uitgebouwd.’ |
| |
• | Ten laste van het Min. v. Cultuur werden een aantal Studiecontracten voor Wet. onderzoek i.v.m. Kunst en Letteren aan Universiteiten geschonken. Het betreft de onderwerpen:
Creativiteit (77), Culturele Noden en aspiraties (77), Creativiteit en Emancipatie (78,79,80,81), Lectuuraanbod, lectuurselectie en lectuurgebruik (78,79,80,81), lectuurspreiding en -receptie (81). |
| |
• | Een jong Antwerps kunstenaar deed een Schenking van een kunstwerk als protest in het Gents Museum v. Hed. Kunst. Hij verwees daarmee naar de tentoonstelling ‘Marchandises’ in de Montevideo te Antwerpen. Hij bedoelde zijn daad ‘als kritiek op het museumbeleid in het algemeen’ en op galerijen en organizatoren die de debutanten te weinig kansen geven: ‘De promotie van jonge Belgische kunstenaars naar buiten is onbestaand.’. |
| |
• | Een parlementslid hekelde de Benadeling van de gemeentelijke en stedelijke muziekscholen door de Staat. ‘De gemeentelijke en stedelijke muziekscholen vormen niet alleen de aspirant-beroepsmuzikanten, maar ook de talrijke liefhebbers voor harmonies en fanfares. Het individueel onderwijs is een essentieel kenmerk van deze taak van het kunstonderwijs. Het is van groot belang dat de lesgevers ook in de praktijk musiceren. De gesubsidieerde muziekscholen ondervinden heel wat concurrentie niet alleen van de rijksacademies maar ook van de kunsthumaniora's. Ook in het VSO kan voor muziek worden geopteerd. Het aantal VSO-scholen dat muziek als basisvak onderwijzen, neemt steeds toe. Het muziekonderwijs moet zich schikken naar nationale normen. Toch slaagde de Franse Gemeenschap erin om een eigen normenstelsel te ontwerpen, dat aanzienlijke financiële en praktische voordelen meebracht voor de Waalse muziekscholen.
Het cumulatieprobleem rijst zeer scherp binnen het muziekonderwijs. De cumulatie heeft sociale en pedagogische redenen. De Minister heeft niettemin kordaat ingegrepen, waardoor het tekort aan muziekleerkrachten nog prangender werd. De leerlingen zijn hiervan uiteindelijk het slachtoffer. Er moet gewaarschuwd worden voor eenzijdige rationalisatiemaatregelen, zoals bijvoorbeeld de wijziging van de norm van 2 leerlingen naar 3, of van 1/2 uur onderricht per week en per leerling naar 20 minuten. Er zijn ook nog de sociale gevolgen en het economische rendement van het beleid inzake muziekonderwijs. De Minister zou er daarom goed aan doen rekening te houden met de verzuchtingen van het gesubsidieerde kunstonderwijs.’ |
| |
• | De auteursrechten-vereniging Sabam wil een catalogus samenstellen van de Belg. componisten, die componeerden voor Harmonies, Fanfares en Brassbands (HAFABRA). Daartoe verzoeken zij de Sabam-leden formulieren in te vullen om hun promotie te kunnen bevorderen. Deze actie staat o.l.v. Guy Duijck. Adres: Sabam, Aarlenstraat 75-77, 1040 Brussel.
Voor de promotie der kunstenaars richt de vereniging Vijfjaarlijks prijzen in, telkens in een der volgende disciplines: Ernstige muziek, Harmonie-fanfare, Nieuwe muziek, Toneel, Literatuur, Vertalingen of werken in streektaal, Massa-Media, Film.
Zo ook wordt een Driejaarlijkse prijs voor discipline Variété, Chanson, Lichte Lied uitgereikt. Daarnaast: een vijfjaarlijkse aanmoedigingsprijs voor jonge of debuterende auteurs, een trofee die, naargelang de omstandigheden, uitgereikt wordt aan een auteur die op nationaal en internationaal vlak bijzondere inspanningen voor de verspreiding van het Belgische lied aan de dag gelegd heeft.
Bovendien zijn er ook Specifieke prijzen die worden toegekend aan de laureaten van wedstrijden die volgende voorwaarden vervullen: a) op de viool- en pianosessies van de Internationale Koningin Elisabethwedstrijd, aan de componist van het Belgisch onuitgegeven werk, dat gekozen werd als verplicht werk voor de proef die de finale voorafgaat. - b) een prijs van 12.000 fr. aan de kring, die tijdens het Koninklijk Landjuweel minstens 85% van de punten behaalt met een werk van een auteur, lid van Sabam, krijgt een prijs van 7.500 fr. - c) een prijs van 2.500 fr. per bedrijf aan de kring die, tijdens het Gaverjuweel, minstens 70% van de punten behaalt, op voorwaarde dat hij een werk speelt van een auteur, lid van Sabam.
Tenslotte de Speciale Prijzen om sommige positieve initiatieven ten gunste van het repertoire van haar leden aan te moedigen; bedrag en aard, naargelang de omstandigheden, door de Raad van Beheer bepaald. Alle disciplines komen in aanmerking. |
| |
• | CVKV-lid Frans Vos meldt dat een Vlaams ensemble aangezocht werd voor een concert in het kader van ‘Flanders Technology’; kort voor de uitvoering werden ze echter verwittigd dat in hun plaats twee japanners zouden komen pianospelen op 5 mei. |
| |
• | Het Tweede Internationaal Congres van het Muziektheater vindt plaats te Verona van 1 tot 7 augustus 1983. Het algemeen thema van het congres is ‘De internationale plaats van de opera in een maatschappij in crisissituatie’. Dit thema wordt de eerste dag behandeld in plenaire vergaderingen en toegelicht door eminente persoonlijkheden uit de culturele wereld. De sekretaris van deze activiteit is Alfons van Impe, algemeen directeur van de Opera Voor Vlaanderen. De verschillende werksessies behandelen: 1. De opera in het heden en in de toekomst. Creaties, productiemethodes, realisatie. - 2. Evolutie van het operapubliek. Initiatie, animatie, promotie. - 3. Onderwijs en vorming van beroepsmensen voor het muziektheater. De organisatie van het onderwijs, beroepsopleiding. Voorzitter van het congres is de algemene directeur van de Arena van Verona. Raymond Rossius, directeur van de Opéra Royal de Wallonie, is algemeen secretaris (rue des Dominicains 1, 4000 Liège). |
| |
• | De Mediabib is een dienst die aan het sociaal-culturele werk sedert 1980 audiovisueel materiaal ten dienste stelt en steeds meer belangstelling krijgt. Dit dank zij o.m. de samenwerking van de BRT voor het ter beschikking stellen van programma's. Deze instelling stelt evenwel zulke onredelijke financiële eisen voor nieuwe produkties dat de activiteit van Mediabib in gevaar gebracht wordt. Ook op artistiek en literair gebied is zulks te betreuren. In feite zou de BRT gratis de voorhanden zijnde programma's moeten uitlenen, die door gelden van de gemeenschap tot stand kwamen. |
HIJ RUSTE IN VREDE BIJ DE HEER
† Kunstschilder Roger Spaens (o Gent 21.10.1912) overleed op 6 mei in Oudenaarde. Hij was de organisateur van het ‘Openluchtatelier’ in de zomermaanden in Tiegem.
Kunstenaarsverbond en tijdschrift bieden de naastbestaanden van ons overleden lid hun christelijke deelneming aan.
|
|