| |
| |
| |
verbondsberichten
Verbondssecretaris: Mevr. Lic. J. Dominique Goos-Derveaux Frankrijklei 120, 2000 Antwerpen
Het jaar trilt na als een oud klavier
Met heimwee in de vingers
lossen wij de koude toetsen
en dekken stil de notenrij
Misschien moet eerst de stemmer komen
weer nieuwe liederen te verzinnen
die passen bij dit breken van 't getij.
Wat mooi klonk in 't voorbije jaar
zal vingers blijven dwingen
en echo's kaatsen in verse zangen
Doch blaast het lot je lied uiteen
houdt steeds je handen op 't ivoor
laat in je hart de toonaard hangen
Het Kunstenaarsverbond en het tijdschrift ‘Vlaanderen’ wensen hierbij een gelukkig nieuwjaar:
- | voor zijn ca. 5.000 abonnees, |
| |
- | voor de ca. 400 CVKV-leden letterkundigen, |
| |
- | voor de ca. 700 aangesloten kunstschilders, beeldhouwers, grafici en andere plastici, |
| |
- | voor de ca. 500 componisten, muziekvirtuozen, toneel- en filmmensen, enz. die toetraden tot onze grote Kunstenaarsfamilie. |
Onze wensen drukken we uit met een gedicht van onze vroegere redactiesecretaris Drs. Joost van Brussel.
| |
Sponsorship en kunst
De ‘Financial Times Survey’ van 2/82 bracht enkele studies i.v.m. de financiële hulp vanwege de bedrijven aan de kunst. Er wordt vastgesteld dat, spijts de economische crisis, die hulp zich dit jaar uitbreidde. Beslissend zou hierbij zijn dat de sponsors zich meer en meer bewust zijn van de waarde van die bijdragen voor hun ‘image’, nationaal zowel als lokaal.
| |
Engeland
Antony Thorncraft stelt dat voor 1981 in de UK er een stijging is van bijna 20% tot £ 6 miljoen en zelfs meer. Deze hulp wordt beschouwd zowel lokaal als nationaal als het beste zoniet enig alternatief voor de steeds dalende tussenkomsten van de overheden.
Zo leerden twee totaal verschillende en elkaar wantrouwende werelden - business en kunst - samen te werken tot onderling profijt. De Association for Business Sponsorship of the Arts (ABSA) bezit 102 aangesloten bedrijven en spande zich in om misverstanden te bestrijden: de kunstwereld moet verstaan dat de industrie wat publiciteit verwacht en de industrie moet de gevoeligheid van de kunstenaars begrijpen. Het jaar 1982 zal nieuwe sponsors brengen omdat men ontgoocheld is over de sportreclame en men meer en meer beseft dat kunst steunen geen weldadigheid is, maar welbegrepen publiciteit en een dienst voor de gemeenschap. Trouwens de regering voerde propaganda bij de bedrijven om hen aan te zetten kunst te steunen en ‘hun plicht te doen’ tegenover kunst en cultuur.
Mogelijkheden allerhande worden aangewend: steun aan muziekfestivals - uitgaven van platen, boeken en tijdschriften - kunstprijskampen - sponsoring van toneelvoorstellingen, tentoonstellingen en catalogen - oprichting van theaters, concertzalen, musea. Zelfs de Royal Academy kan geen grote tentoonstelling realiseren zonder sponsor. Wel vindt avant-garde kunst moeilijk sponsors. Minister van Kunst P. Channon publiceerde een gids voor de kunstwereld over het benaderen van potentiële sponsors en voerde een actie bij de bedrijven.
Vooral de originaliteit die de bedrijven aan de dag leggen is belangrijk voor de efficiëntie ervan. Dat is vooral nodig waar het plastische kunsten betreft: schilders en beeldhouwers krijgen veel te weinig aandacht omdat de bedrijven te zeer veiligheid zoeken. Voor de fabuleuze prijs van enkele seconden TV-publiciteit zou er zeer efficiënte hulp in de kunstwereld kunnen geboden worden. De firma's verplaatsen (gelukkig) meer en meer hun hulp aan de kunst van het budget-liefdadigheid naar het budget-publiciteit. De staat draagt bij door fiscale gunsten. De grootste sponsors zijn de tabakindustrie, de banken en de oliemaatschappijen. Zo gaf de ‘Imperial Group’ in 1981 ongeveer £ 300.000 uit voor kunst, de ‘National Westminster’ £ 200.000, ‘Midland’ £ 400.000, ‘Barclays’ £ 450.000, ‘Bat’ £ 600.000 voor het Philharmonia Orchestra, enz. Michael Thompson-Noel concludeert dat de mogelijkheden voor de business om zichzelf en de gemeenschap aldus voordeel te verschaffen zeer ruim zijn.
| |
Duitsland
Elgin Schroeder vergelijkt de toestand in de BRD met die in de UK en stelt een groot verschil vast: in de BRD is de staat de grote beschermer der kunsten en is er heel weinig privé sponsorship. De bedrijfsleiders zoeken door kunststeun uitsluitend hun persoonlijk image of dat van hun zaak te promoveren. De edelsten onder hen zoeken de anonimiteit door zonder naamvernoeming geld te pompen in stichtingen of instellingen, die bvb. kunst- en literatuurwedstrijden organiseren. De Staat geeft trouwens geen fiscale ontheffing voor steun aan de kunst, maar steunt rechtstreeks op grote schaal, via de Kultuurminister der onderscheiden Länder, de provinciale staten en de gemeenten, die alle een kunstbudget hebben. Steun aan kunst is dus uitsluitend een regionale, provinciale en gemeentelijke aangelegenheid. Dit steunt vooral op historische redenen o.m. de vijandigheid tegenover Berlijn.
Zo zijn er ca. 200 volledig en 87 gedeeltelijk gesubsidieerde theaters, 89 grote orkesten, 900 musea. Er waren 38,5 miljoen museumbezoekers in 1979, maar het theaterbezoek gaat achteruit, omdat het modern toneel minder en minder boeit terwijl het steeds maar duurder wordt. Er is in de BRD ook steeds meer kritiek op de stijgende ‘geldverkwisting’ voor artistieke doeleinden, daar waar gesnoeid wordt in de sociale sector. Waarom moet de staat 80% betalen van de reële kostprijs van een theaterticket voor rijke lui, vragen steeds meer mensen (met Vlaanderen vergelijkbare toestand). Een aantal steden begonnen hun subsidies in te krimpen, de ticketprijs te verhogen en de gages der artiesten sterk te verminderen.
Schroeder vraagt zich af of men in de BRD op een keerpunt staat en dus meer en meer op sponsorship een beroep zal moeten doen.
| |
En de literatuur?
Een uitgever, Mike Shields uit Warwicks, reageerde in de Financial Times van 17-12, omdat hoger vermelde tekst geen gewag maakt van de literatuur. In de laatste jaren gingen verscheidene van de beste literaire bladen uit Engeland ter ziele bij gebrek aan steun. De overlevenden lijden aan permanent geldtekort, kunnen geen medewerkers betalen en zijn verlieslatend. Geen enkele kunst is minder gesteund dan de poëzie. Zelfs de overheid (Arts Council) geeft haar maar een aalmoes, vergeleken bij wat theater en opera krijgen. Het ironische is dat de geldmassa vereist om één operaproduktie te financieren een literair of artistiek magazine een dozijn jaren een relatief rijkelijk bestaan zou verzekeren: dit is des te ironischer als men bedenkt dat de publiciteitswaarde voor de sponsor vele keren groter zou zijn. Dergelijke magazines bereiken immers een relatief ruim en elitair publiek en verzekeren jarenlange bekendheid aan de sponsor: bij opera en toneel beperkt zich de publicitaire waarde tot een eenmalige vermelding in een catalogus.
| |
| |
| |
Groei en misgroei van het cultuurbeleid
Over het Cultuurbeleid verschijnen in de Davidsfondsmededelingen een reeks gesprekken van Jan Das en Albert Doucet over dit onderwerp. Daaruit lichten we de volgende tekst.
J. Das: Hoezeer de overheidstaken inzake noodzakelijke werkmiddelen en infrastructuur ook aangroeien, wat betreft inhoud en programmering van het sociaal-cultureel werk opteren wij duidelijk voor autonome, vrije organisaties en instellingen:
- | De bouw en vormgeving van de infrastructuur moet uitgaan van een verantwoorde behoeftenplanning. |
- | Vernieuwbouw of revalorisatie van oude gebouwen verdient voorrang op nieuwbouw. |
- | Voorrang dient gegeven aan kleinschalige, mensnabije projecten. |
- | De lokale infrastructuur dient als geheel vanuit de samenhang van de materiële en programmatische voorzieningen bekeken te worden. |
- | Volwaardige inspraak en medebeheer van de particuliere sector dienen centraal te staan. |
- | Hoofdfunctie blijft de ondersteunende functie ten aanzien van het vrije basiswerk, dat overigens volkomen zelfstandig de inhoud en methodiek van het eigen sociaal-cultureel werk bepaalt. |
Je kan niet voorbij aan het feit, tenzij je een struisvogelpolitiek bedrijft, dat zich nieuwe visies ontwikkelen op de programmatietaak van de Culturele Centra als je ziet dat de overheid miljoenen in gebouwen investeert en een decreet heeft gewild om cultuurfunctionarissen te benoemen. Wij moeten komen tot een duidelijke visie omtrent de gezamenlijke taken van de plaatselijke educatieve centra, bibliotheken en de onderwijsinfrastructuur. Wij moeten dit samen met de ganse gemeenschap doen, óók met de politieke beleidsverantwoordelijken. Dat is iets anders dan partijpolitiek, die inmenging kunnen wij best missen. In deze context blijven wij ons ook verzetten tegen een verkeerd begrepen pluralisme en verzuiling.
De culturele centra zijn gemeenschapsbezit, zij werden gebouwd met de schrale middelen van onze belastingsgelden. Zij moeten in gemeenschap beheerd worden. Daarom moeten wij onze mensen aansporen om een veel sterkere aanwezigheidspolitiek te voeren in de beleids- en beheersorganen. Het Cutureel Centrum is ‘ons’ centrum en niet van een bepaalde ambtenaar.
De eerste opdracht van een Cultureel Centrum is voor mij duidelijk het ondersteunen, coördineren en ruimte bieden; daarnaast kunnen echter
Is dit een efficiënt cultuurbeleid?
ook nog andere opdrachten uitgevoerd worden die in dialoog en samenwerking gerealiseerd worden.
Het is bv. niet de taak van het Cultureel Centrum om aan culturele vormingsanimatie te doen. Ik betreur de richting die de Federatie van Nederlandstalige Culturele Centra nu uitgaat met haar ontwikkeling als z.g. nieuwe werksoort.
A. Doucet: Voor ons was het steeds duidelijk: de culturele centra vormen geen nieuwe en aparte werksoort. Zij moeten het bestaande culturele werk ondersteunen, door hun infrastructuur en door de hulp van de cultuuranimator. Wij herhalen dat de huidige ontwikkelingen van de culturele centra niet conform zijn aan de oorspronkelijke bedoelingen.
Waar je het hebt over het samenspel tussen overheid en vrij initiatief, blijf je vrij algemeen. Over welk samenspel gaat het? Wij menen dat de overheid niet zelf moet organiseren. Dit mag ook niet gebeuren door diegenen die door de overheid aangesteld zijn. Bij de feitelijke ontwikkelingen echter kunnen de culturele centra rekenen op:
- | de aantrekkingskracht van het nieuwe; |
- | een prachtige nieuwe infrastructuur; |
- | een ruime financiële overheidssteun; |
- | deskundig personeel. |
Zij worden bedacht met werkmiddelen, zowel materieel als in mensen, waarvan het bestaande sociaal-culturele werk slechts heeft kunnen dromen, vroeger en nu.
Bij een verdere uitbreiding zullen wij onvermijdelijk tot een technocratisering komen. Je bekomt dan globalisatie, egalisatie, participatie, maar ook etatisatie.
J. Das: Hoe langer hoe meer zie ik dat er geen tegenstelling hoeft te bestaan tussen overheid en privé-initiatief.
In het eerste ontwerp van bibliotheekdecreet werd bv. aan de openbare, gemeentelijke bibliotheken een ganse reeks inhoudelijke taken toevertrouwd. M.b.t. de samenwerkingsinhouden ‘Overheidsinitiatief - Privé-initiatief’ kijk ik vaak met een zekere afgunst naar het buitenland waar ik een positievere samenwerking en integratie vaststel. Bij ons staat weliswaar de structurele uitbouw van het vrij initiatief zeer sterk en dat moeten wij behouden.
Wij moeten schoonschip maken met de nefaste gevolgen van het cultuurpact, met de partijpolitieke bemoeiingen en met de technocratie. In 1981-82 staan wij voor de onvermijdelijke feitelijkheid dat het beleid zal moeten kiezen in het verdelen van de middelen. Wie zal bepalen waar er moet bespaard worden in de culturele- en de welzijnssector? Wij hopen dat het kiezen niet zal gebeuren op basis van partijpolitieke machtsmiddelen, van gunsten en gaven, maar op basis van dialoog met de particuliere sector. Dit sluit in dat wij moeten meebeslissen.
Wij stellen ons ernstig de vraag hoe wij de deelstaat Vlaanderen willen uitgebouwd zien. Welk soort gemeenschapsbeleid willen wij? In de schaarste van de middelen moeten wij samen met de overheid de prioriteiten bepalen....
Tenslotte verwijs ik nog even naar een ander, groeiend spanningsveld in de sociaal-culturele sector, nl. de verhouding beroepskracht-vrijwilliger. Wanneer de vrijwilliger bv. in de positie van werkgever komt te staan, krijg je dikwijls de toegenomen spanning van beleidsvrijwilliger-beroepskracht. Om het gevaar van al te eenzijdige professionalisering en doorgedreven technocratisering tegen te gaan, pleit ik ook hier voor het leggen van intensere samenwerkingsverbanden. Beroepskrachten moeten aangezien worden én zichzelf zien als ‘animatoren van het opbouwtype’. Zij doen het werk niet i.p.v. de vrijwilliger maar geven inspiratie en stuwkracht. Zij bouwen samen met de vrijwilliger aan het sociaal-cultureel werk.
| |
Kunst en leven
Over ‘Kunst en leven’ troffen we een aantal diepzinnige beschouwingen van de Limburgse kunstschilder Vincent Van den Meersch (70), in een interview dat van hem werd afgenomen door Richard Swartenbroeckx (Belang van Limburg, 2 jan. 1982): ‘Ik heb steeds versoberd en vereenvoudigd, geabstraheerd tot fundamentele kunst. Om u dat even toe te lichten. Mijn reeks “Psalmen” was reeds volledig in die zin. “De Profundis” bijv. stelde ik voor door zwarte en minder zwarte vlakken, met daarin een wit vlakje. De stem van de klagende, die opstijgt. Dat was voor mij toen ineens zo vanzelfsprekend. Dat komt vanzelf terwijl ge werkt. Het wordt u allemaal gegeven, maar ge moet er zelf aan werken. Alles komt uit het hart. De techniek is maar het medium. De vonk moet uit het hart komen. Kunst is liefde.
Alles in mijn kunst is tot de strengste eenvoud herleid en bij een oppervlakkig bekijken, zou men kunnen zeggen, dat er alleen techniek is. Dat is natuurlijk vals. Mijn werk is het produkt van een doorgedreven versobering. En dat niet iedereen daar kan inkomen, is best te begrijpen.
| |
| |
Veel mensen kan je nog niet afbrengen van het figuratieve. Zij willen het nog traditioneel zien. Om een manke vergelijking te gebruiken: veel mensen kunnen ook niet af van het bloemetjesbehang en vinden bijv. een witte muur vaal en kaal. Nochtans is niets zo mooi in al zijn soberheid als een egaal witte muur. Te drukke vormen en teveel kleuren. Daar raak je toch op uitgekeken. Kunst moet altijd blijven boeien. Maar kunst begrijpen en waarderen veronderstelt ook een inspanning van de kijker zelf. Veronderstelt een evolutie in zijn denk- en leefpatroon. Opvoeding tot kunst is zeer belangrijk. Je smaak ontwikkelen en verfijnen. En je kan dat doortrekken op zoveel andere gebieden. Tot in vlakken als eten en zelfs zitten. Een mooi bord en een mooi bestek zijn toch ook veel aangenamer om te gebruiken, dan veel van die kitsch die op de markt is. En een eigentijds sober bankstel zit toch ook veel makkelijker dan die logge zetels in gebloemd fluweel.
Kunst is cultuur. Dat is niet af en toe een museum binnenlopen. Dat is een hele levenssfeer, waaraan je als individu volledig participeert.
Ik ben altijd met mijn werk bezig. Dat kan ook niet anders omdat het een wezenlijk deel van mijzelf is. Dat betekent evenwel niet, dat ik geen vrije tijd zou hebben. Ik lees veel, voornamelijk kunsttijdschriften, nooit romans, en ik knap ook wel eens een klusje op. Hoewel mijn gezondheid weinig grote inspanningen toelaat. Maar altijd ben ik met mijn kunst bezig. Altijd zoeken, opnieuw in vraag stellen, schaven en vereenvoudigen. Dat is nu eenmaal mijn lot.
Ik heb in mijn leven veel studiereizen gemaakt. Spanje, Italië, Frankrijk, Duitsland. Tot zelfs in Turkije. Altijd stond de kunst centraal. Tegenwoordig ga ik meestal met mijn gezin op vakantie in Frankrijk. In Vence om precies te zijn. Nu is het echt reizen om te ontspannen, vakantie te nemen. Natuurlijk zal ik onderweg wel uitkijken naar bijv. een tentoonstelling of een ommetje maken om ergens een bekend museum of interessant bouwwerk te bezoeken. Maar dat echte studiereizen is er toch af.
Ik heb voor alles het lesgeven ervaren als een roeping en een weldaad. Te hebben mogen meewerken aan de opvoeding van jonge mensen tot kunstenaars is een voorrecht. Toch verdriet het mij ook te moeten zeggen dat veel begaafde mensen uiteindelijk niet zijn doorgegaan. Dat ze hun talenten niet tot ontplooiing hebben gebracht. Dat is zonde en een groot verlies. Toch moet ook hierin niet overdreven worden, want niet iedereen met talent wordt ook een echt kunstenaar.
Voor de rest ben ik een gelukkig man. Dit natuurlijk voor zover een mens gelukkig kan zijn. Want wat is geluk veel meer dan het dagelijks bestaan, waarin een mens zichzelf en de anderen kan aanvaarden. Als ik van dit principe uitga, moet ik zeggen dat ik tevreden en misschien wel gelukkig ben, omdat het geweest is wat het was en dat het nu nog is, wat het is. In de stille hoop dat ik nog een tijd mag verder gaan. Verder gaan met werken, verder gaan met schilderen en verder gaan met vernieuwen. Ook nu nog altijd in soberheid, eenvoud en liefde.’
| |
Kunsten aarsbelangen
● | Naar aanleiding van een artikel over expo-uitbuiting in de rubriek ‘Kunstenaarsbelangen’ is bij ons het idee opgekomen de winkelruimte, die wij bezitten in het Oudaan-winkelcentrum te Antwerpen ter beschikking te stellen als exporuimte voor kunstenaars en dit aan uiterst voordelige voorwaarden. Hierbij een afschrift van het schrijven dat wij aan verscheidene kunstenaars hebben gezonden. Misschien is het U mogelijk, kunstenaars bij uw vereniging aangesloten van ons initiatief op de hoogte te brengen
Van Dessel-Mertens, Hove
‘Wij stellen een ruimte ter beschikking van kunstenaars, waar hen de gelegenheid geboden wordt om hun werken aan het publiek tentoon te stellen. Deze ruimte bevindt zich in het hartje van de stad Antwerpen aan de Huidevettersstraat, in het Oudaan-winkelcentrum nr. 29. Daar de exporuimte pas opengesteld wordt vanaf maart '82, zijn de voorwaarden zeer gunstig. Per week huur, van donderdag tot en met woensdag, wordt enkel 5000 F gevraagd + elektriciteitskosten. Geen kommissieloon op de verkoop. Indien U belangstelling hebt, gelieve dan volledig vrijblijvend te schrijven’. |
| |
● | Minister voor Cultuur Mevr. R. De Backer-Van Ocken installeerde de raad van advies voor de musea. Voorzitter is R. Verstraelen; secretaris W. Juwet, leden zijn Ghislaine Derveaux-Van Ussel, W. De Zutter, K.J. Geirlandt, Carlos Van Hooreweder, Marc Laenen, Lydia Schoonbaert, L. Simons, J. Meesters, H. Van Geluwe, W. Van Nespen, L. Voet en D. Anthuenis. De raad moet adviseren i.v.m. het museumbeleid. |
| |
● | Mediabib van het Min. v. Ned. Cultuur, sector volwassenen, leent kosteloos videocassettes uit voor vormingswerk, die uitsluitend bestaan uit BRT-programma's van vormende aard. De dienst publiceert ook het trimestr. tds. ‘Mediabib’ met korte beschrijving van programma's. In de reeks ‘Handel en Wandel’ zijn er twee programma's van 30 min. over kunstambachten, die grotendeels voor alle plastische kunstenaars waardevol zijn i.v.m. de beroepsuitoefening. |
| |
● | De Fiskale vrijstelling voor giften werd door een Kon. Besluit van 22 nov. afgeschaft voor bijna alle caritatief-culturele instellingen. Ook de Sociale Dienst van ons Kunstenaarsverbond verliest (voorlopig?) deze fiskale gunstmaatregel voor giften vanaf 1.000 fr. Het lijkt onlogisch dat men op die manier wil besparen. Wel konden de vragen voor erkenning hernieuwd worden en is een gunstiger regeling in de toekomst niet uitgesloten. Wij verhopen dat niemand zich door de intrekking van de fiskale vrijstelling zal laten weerhouden ook in 1982 zijn gift te storten voor kunstenaars in noodsituatie. |
| |
● | Het Centralisme van het Vlaams Gewestbeleid krijgt een steeds gevaarlijker karakter. In de Vlaamse deelregering zetelen vier Antwerpenaren, drie Brabanders, twee Oostvlamingen en geen enkele Westvlaming of Limburger. De gulzigheid van Antwerpen en Brabant kent geen grenzen. Wij herinneren aan de nieuwjaarswens van de Interprovinciale Cultuurraad: ‘In de decentralisatie ligt het antwoord op één van de belangrijkste problemen van deze tijd: de beheersbaarheid van de verzorgingsmaatschappij.’. De artistieke wereld moet des te waakzamer zijn, omdat cultuur en kunst bevoorrechte prooien zijn voor politici, die aan besparing wensen te doen. |
| |
● | ‘Kerk en monumentenzorg’ is het thema van de ‘Kirchenbautagung’ die door onze Keulse zustervereniging Künstler Union Köln georganiseerd wordt in Hildesheim. In de 2e Paasweek - van mnd. 19 (15 u.) tot dond. 22 april (9 u.) - worden er een reeks voordrachten gehouden afwisselend met bezichtiging van belangwekkende monumenten met competente begeleiding (Hildesheim, Celle e.a.). Volledig logies, bustocht en deelname in de kosten: 145 DM. Vóór 1 maart inschrijven: Künstler Union Köln, Burgmauer 3, 5000 Köln 1. |
| |
● | De Voorzitter van de Vlaamse Executieve deelt mede dat het Toemeka-project een der initiatieven is van de Vlaamse deelregering in het kader van het Internationaal Jaar voor Gehandicapten. In het kader van dit project worden respectievelijk werkgroepen voor toneel, literatuur en muziek opgericht. Door het uitwisselen van ervaringen en ideeën tussen mensen uit de gehandicaptensector en uit de kunstwereld hopen we de media toegankelijk te maken voor de matig en licht mentaal gehandicapten. Deze toegankelijkheid wordt in de meest brede zin begrepen; zo denken we aan de volgende realisaties voor de werkgroep literatuur: bezoek in groep aan een bibliotheek - literaire begeleiding van de mentaal gehandicapten - boek toegankelijk maken voor de minder-validen - voorlezen van een kortverhaal. De werkgroepen zullen ± tweemaandelijks samenkomen.
CV.V-leden, die bereid zijn vrijblijvend deel te nemen aan de werkgroep, nemen contact op met: Internationaal jaar van de gehandicapten, t.a.v. mej. L. van Geystelen, Jozef II Straat 30, 1040 Brussel. |
| |
● | De wet van 26 juni 1981 tot vaststelling van de Nederlandse tekst van de auteurswet van 22-3-1886, die de auteursrechten regelt voor alle kunsttakken, verscheen in het Staatsblad van 14-7-1981, met de wijzigingen en aanvullingen, die sedert 1886 gestemd werden. De tekst is zo uitvoerig dat een overdruk in ons blad niet wenselijk lijkt; men kan zich trouwens, zowel wat de wet als de jurisprudentie betreft, wenden tot onze Rechtskundige Dienst of tot SABAM. |
| |
● | Vrije Radio's en Auteursrechten is een probleem dat nijpend wordt nu er een grotere tolerantie op radiogebied voor de deur staat.
Inderdaad auteurs en musici - zowel uitvoerders als componisten - worden dagelijks door de Vrije radio's bestolen wat betreft hun door de wetgever gewaarborgde rechten. Trouwens het is maar billijk dat, indien de belastingbetaler jaarlijks via de BRT ca. 100 miljoen aan auteursrechten moet betalen, de vrije radio's dit eveneens moeten doen via de reclame, de plaatjesmaatschappijen en de plaatjesaanvragers. Wij vertrouwen erop dat de auteursrechtenvereniging SABAM hiervoor zal zorgen en dat het parlement de nodige steun zal waarborgen, vermits het hier een zaak betreft van elementaire rechtvaardigheid. Uiteraard zal het ‘rechtstreeks gebruik’ van bv. muziek, teksten e.a. in het kader van reclame zowel voor de BRT als voor de vrije radio's een speciaal zwaarder auteursrechten-tarief noodzakelijk maken.
Een ander aspect is de verdere verloedering van de maatschappij door muziek (lawaai?) van twijfelachtige kwaliteit, die meestal dan nog uit het buitenland komt. Ook voor de vrije radio's zou er een Wet Diegenant moeten gelden, die bepaalt dat minimum 25% van de uitgezonden muziek door Vlamingen moet uitgevoerd of gecomponeerd zijn! Het stupiede culturele minderwaardigheidsgevoel van de vlaming maakt een
|
| |
| |
| dergelijke wetgeving noodzakelijk. In andere landen is er geen wet nodig om de eigen kunstenaars te verdedigen, zo vanzelfsprekend is het. |
| |
● | De Hedendaagse muziek was het debatontwerp van een panel in 't Stuc (Leuven). De panelleden gingen ermede akkoord dat deze muziek weinig belangstelling krijgt naarmate zij zich verwijdert hetzij van de traditionele muziek, hetzij van de amusementsmuziek van heden. Deze laatste was men geneigd als medeoorzaak aan te duiden voor het onbegrip. Een gemis aan begrijpelijkheid leek niet de oorzaak voor dit onbegrip, evenmin trouwens als het artistiek chokerend karakter ervan. Een panellid maakte een nogal plezierige indeling van de muziek: muziek voor de buik (pop- en dansmuziek), voor het hart (romantische) en voor het hoofd (cerebrale en abstracte muziek). Ook de onbekendheid werd als oorzaak van onbegrip voorgesteld, evenals de evolutie zelf van de muziek, die in de laatste eeuw zover van de bekende paden is afgeweken. |
| |
● | Het programma Autochtoon is een der nuttigste uit de vele prestaties van keurzender BRT-3 (dir. Karel Aerts) ten gunste van de Vlaamse componisten. Reeds enkele jaren wordt geregeld een uur gewijd aan de presentatie van een Vlaams toondichter, met uitvoering van zijn bekendste werken. Vanaf januari begon een nieuwe reeks volgens een andere formule. Grote vocaal-instrumentale composities van onze componisten zullen om de beurt uitgezonden worden, om aldus de evolutie der diverse genres in ons land te illustreren. Inleider is Hendrik Willaert. BRT-3 vierde het jubileum van zijn bestaan en van zijn maandschrift ‘Muziek en Woord’. Dit brengt niet alleen een gedetailleerd programma voor de volgende maand maar ook een aantal degelijke artikels over muzikale en literaire onderwerpen; eindredactie Leen Boereboom (BRT-Persdienst, Kamer 9L 16, A. Reyerslaan 52, 1040 Brussel; telefoon 02/737.35.55). Abonnement 200 fr., pc. 000.00740.29 ‘Muziek en Woord’ BRT. |
| |
● | Componist Jan Leopold werd ondervoorzitter van de nieuwe vereniging ‘Belg. Artistieke Promotie’; de componist Ernest van der Eycken, beheerder van SABAM, werd lid van de R.v.B. van de ‘B.A.P.’ Suggesties i.v.m. de artistieke promotie kunnen steeds naar deze componisten, leedn van het CVKV, gestuurd worden voor gelijk welke kunsttak, met het doel in binnen- en buitenland de werken van eigen kunstenaars en letterkundigen te promoveren. |
| |
● | De Ver. v. Vl. Letterkundigen houdt op 21 februari algemene vergadering met gedeeltelijke herkiezing van de Raad van Beheer, o.m. van CVKV-lid letterkundige Irina van Goeree. Alle CVKV-leden zullen uiteraard haar kandidatuur steunen; wie niet kan aanwezig zijn kan haar een volmacht sturen. |
| |
● | In de Commissie Letteren van de Limburgse Culturele Raad werden opgenomen: Guido Wulms (voorz.), Erik Heidbuchel (schr.), Flor van Vinckenroye (effekt.) en Dries Janssen (pl.-verv.). Intussen werd Flor van Vinckenroye ook lid van de redaktie van ‘Vlaanderen’. Erik Heidbuchel is prov. voorz. van CVKV-Limburg en lid van onze raad van beheer. |
| |
● | Het Recht op Vlaamse taaleigenheid van de Vlaamse literatuur kwam in de laatste jaren meer en meer in het gedrang. Aan Universiteiten en Normaalscholen, en van daaruit in alle scholen, werd stelselmatig afschuw ingeplant voor alles wat Zuidnederlands heette te zijn. Dit ging gepaard met een onbegrensde tolerantie voor alle ‘hollandicismen’. De Hollandse literatuur vertoonde al die jaren een absoluut misprijzen ten overstaan van alles wat Zuidnederlands klonk. Eigenaardig genoeg ontaardde intussen de Hollandse literatuur-taal op grote schaal door een massieve aanbreng van ontleningen. Niet alleen de vulgairste Hollandse straattaal kreeg burgerrecht; met de dag slopen meer - vaak verkeerd gebruikte en verkeerd begrepen - woorden uit het Engels, het Frans, het Duits, het Jiddish in het door sommige schoolvossen zo geprezen Algemeen Nederlands, dat een onmogelijk allegaartje is geworden, waarin alles kan en mag... uitgenomen het Zuidnederlands.
Voor het onlangs verschenen ‘Woordenboek van het Zuidnederlands’ verzamelden Hollanders uit de werken van Vlaamse auteurs alle woorden en zegswijzen, die in hun oren ‘Zuidnederlands’ klonken, zodat het woordenboek dreigt gebruikt te zullen worden als een vraagbaak voor alles wat niet kan in een taal die zich respecteert! Onlangs werd aan de KUL het proefschrift van K. Deprez voorgedragen: ‘Naar een identiteit. Resultaten en evaluatie van tien jaar taalsociologisch en sociolinguïstisch onderzoek’. Betekent dit een stap in de goede richting? Een studie, die de Vlamingen van hun dom taalkundig minderwaardigheidscomplex moet bevrijden? Dan beperke men zich niet tot sociologische onderzoeken, die houdt men ook bij pigmeeën en hottentotten. Hebben Gezelle, Streuvels en Timmermans niet de ongemene rijkdom en literaire bruikbaarheid van het ten onrechte verfoeide Zuidnederlands overduidelijk bewezen? Een publikatie van Deprez' studie op ruimere schaal zou ongetwijfeld wenselijk zijn en heel wat belangstelling krijgen. |
| |
● | Men weet dat berekende Vlaamse nestbevuilers het misprijzen voor het Vlaamse boek in Nederland voeden. Ook Nederlandse journalisten en critici zoals éne Martin Ros, in het officiële Hollandse ‘Boekblad’. Hij ziet in de Vlaamse Uitgeverswereld n.a.v. de laatste Boekenbeurs een ‘terugkeer van traditie en Vlaams extremisme’. Er zou ‘geen jong elan’ meer zijn bij de Vl. schrijvers, vermits Prof. J. Smeyers (55) de romandebuutprijs ontving. Hij klaagt het bestaan aan van een ‘specifiek katholiek-Vlaams boeken-circuit dank zij een nog zo autoritair onderwijs in Vlaanderen’. Wat Vlaamse fondsen publiceren heet ‘beneden peil’, maar wat de linkse fondsen presenteren heet van een ‘verrassende kwaliteit’ (wat aan de smerige kronieken van Weverberg in ‘Vrij Nederland’ herinnert). De heruitgave van een boek van ‘Ernst’ Claes door het DF is een ‘uiting van het nieuwe jonge Hitler-dynamisme’. M. Ros vergeet dat het grootste deel van Holland vrolijk collaboreerde met de Duitse bezetters, totdat hun nederlaag meer en meer zeker werd.
Een recht van antwoord vanwege Johan Ducheyne, voorzitter van de Propagandacommissie van VBVB, werd niet opgenomen! Alle middelen zijn goed om het Vlaamse boek in Nederland te boycotten. |
| |
● | Het Nederlands-Vlaams Boekhandelkartel werd opgericht met het doel de verkoop in Zuid en Noord van boeken beneden een door de uitgevers bepaalde minimumprijs verplichtend te maken: een prijs die een grote winstmarge voor de boekhandel verzekert en hen verbiedt kortingen toe te staan. Nu heeft de Commissie van de Europese gemeenschap dit kartel als onwettelijk bestempeld, omdat het in tegenspraak is met de EG-akkoorden, die de concurrentiemogelijkheden wil beveiligen. Spijtig genoeg kan de Commissie enkel beslissen i.v.m. handelspraktijken tussen verschillende landen. Binnen één land kunnen er dus wel corporatieve verplichtingen opgelegd worden.
Wij zien helemaal niet in dat een ‘verplichte minimumprijs’ in het belang zou zijn van de auteurs, van de lezers en van de boekbevordering in het algemeen. Enkel de belangen van sommige boekhandelaars en sommige uitgevers kunnen er misschien in zekere gevallen mee gediend zijn. Is er dan geen enkele instantie die dergelijke maatregelen in ons land kan ongedaan maken?
(Een week nadat deze tekst naar de drukker werd gestuurd, verscheen een merkwaardig artikel van Prof. Paul de Grauwe (KUL) in De Standaard van 12-1. Hij betoogt dat de opgelegde minimumverkoopprijs van de boeken noch om commerciële noch om culturele redenen verantwoord is. Het werd tijd dat men begint over dit probleem de waarheid te vertellen. DS ontving drie negatieve reacties, maar alle drie kwamen uit de wereld van boekhandelaars en uitgevers.) |
| |
● | Op de Boekenbeurs werd gedebatteerd over ‘Is Poëzie nog uit te geven’. Een jonge dichter betoogde dat dit goedkoop kan in eigen beheer, desnoods door fotokopie; waarom doen de uitgevers het ook niet goedkoop? Willy Tibergien geeft zelf met succes zijn gefotocopieerde ‘Poëziekrant’ uit, maar gelooft niet in uitgaven in eigen beheer, tenzij de dichter er zelf mee ronselt. Een ander poëzietijdschrift zag zijn eigen publicaties van dichtbundels slechts met succes bekroond, nadat de auteurs ervan door publicatie bij grote uitgeverijen bekendheid hadden gekregen. Dat beweerde ook een criticus die bekend staat om zijn afwachtende zoniet negatieve ingesteldheid tegenover alles wat niet modisch of bekend is. Een paar uitgevers getuigden dat het uitgeven van poëzie alles samen genomen niet verlieslatend is, mits degelijke selektie; maar toch is het een dure aangelegenheid, waarbij het drukken zelf de lichtste post is, de enige trouwens voor wie in eigen beheer uitgeeft. [Wie veruit het meest verdient aan poëzie is de boekhandel, die er meestal geen moeite voor doet, behalve waar het om successchrijvers gaat. Trouwens ook voor literaire en artistieke bladen brengt de boekhandelverkoop onoverzichtelijke kosten met zich voor de redakties.] |
| |
● | Een jong dichter, die noodgedwongen meestal in eigen beheer uitgeeft vroeg ons of hij verplicht is tot Wettelijk Depot in de Kon. Bibliotheek te Brussel van één exemplaar van alle dichtbundels. Dat is inderdaad zo. De verplichting geldt voor alle publikaties (boeken, mappen, tijdschriften e.a.) van uitgeverijen, verenigingen, instellingen, zowel als van particulieren.
Dit is niet alleen wettelijk verplicht maar ook in het belang van uitgevers en auteurs. Zowel voor het actueel - al dan niet wetenschappelijk - onderzoek als voor het nageslacht wordt aldus een belangrijk spoor nagelaten, dat ook in volgende eeuwen zal terug te vinden zijn! Bovenedien wordt de publikatie aldus opgenomen in de maandelijkse ‘Belgische Bibliographie’, die internationaal en nationaal verspreid wordt op 1.500 ex.: uw publikatie krijgt er zijn stamnummer. Tenslotte is er
|
| |
| |
| de opname van het hele bezit van de K.B. in een internationaal computersysteem dat overal ter wereld waar ‘terminals’ zijn, kan geraadpleegd worden, o.m. door de universiteiten en de internationale vakpers. Uitgaven in eigen beheer kosten gemakkelijk tot 70% minder, maar krijgen minder publiciteit en komen niet in de boekhandel, noch in de Boekenbeurs, tenzij men er zelf voor instaat. Uitgevers in eigen beheer moeten - voor literaire debuut-publikaties - er ook zelf voor zorgen dat een exemplaar gestuurd wordt maanden op voorhand naar de Ver. ter Bevordering van het Vl. Boekwezen voor deelname aan de BB-debuutwedstrijd (met alle identiteitsgegevens); dit geldt voor fictie- en nonfictieliteratuur.
De Kon. Bibliotheek is en blijft, ook voor de Vlaamse cultuur overheen de eeuwen, ‘het’ archief- en documentatiecentrum, dat zowel nationaal als internationaal alles wat in België bestaat ver overtreft, met inbegrip van de universiteiten. Ook wat Belgen in het buitenland publiceren valt onder de wet van het Wettelijk Depot. De Kon. Bibl. ontvangt als Wett. Depot ca. 10.000 publikaties per jaar. Zij bezit ca. 4 miljoen boeken, tijdschriften, e.a.; zij krijgt ca. 100.000 aanwisten per jaar en ca. 20.000 lopende tijdschriften (+ 8.000 die niet meer verschijnen). Zij heeft een gespecialiseerd personeel van meer dan 200 leden en een budget van bij de 100 miljoen per jaar. Dagelijks zijn er gemiddeld 2.000 mensen die de Bibliotheek consulteren, o.m. een zeer uitgebreid buitenlands publiek. Het is dan ook voor de Vlaming en voor de christen een plicht ertoe bij te dragen dat de Kon. Bibl. een juist en volledig beeld geve van de Vlaamse cultuur en letteren, d.m.v. inzendingen. Op dit ogenblik is dit (nog) niet het geval, o.m. omdat men er zeer weinig archiefstukken, handschriften en documenten vindt van en over Vlaamse auteurs uit de laatste twee eeuwen, behalve de francofonen, waarover zeer veel aanwezig is. Alsof de Vlaamstalige literatuur geen aandacht verdient, wat een zeer spijtige indruk laat bij de buitenlanders! De verklaring van deze toestand is eenvoudig: de francofone Belgen waren slim genoeg om hun literair archief en museum in de Kon. Bibliotheek zelf in te schakelen. De Conservator van het Wettelijk Depot is J. Brock. |
| |
● | ‘Het boek in Noord en Zuid’ is een lustrumsymposion dat in het Limburgs Universitair Centrum gehouden wordt in het weekend van 27 en 27 maart, voorgezeten door rector L. Verhaegen. Toespraken en panels o.m. over ‘Het boek en de realisatie van het nederl. culturele gemenebest’ (Johan Fleerackers), ‘Professionalisering van de lezer’ (o.l.v. A. Faché, met J.F.W. Stein en F. Heymans), ‘Boek en samenleving’ (o.l.v. P. Thomissen, met E. Heidbuchel en S.P. Vervliet), ‘Bibliografische logistiek’ (H.L. Vervliet, W. De Hennin, H. Voorbij), ‘Beleidsconcept voor de vl. Boekenbranche (R. Paemelaere, H.J.M. Nelissen, C. van Baelen), ‘Identiteit, Imago en Promotie van boek en lezen’ (A. Grypdonck, M. Janssens, J. Hemels, C. Neutjens), ‘Presentatie van onderzoek omtrent het boek’, ‘Slotsessie’ (J. Fleerackers, Hendrik Brugmans). Deelname: 1.250 fr.; exclusief: 1. diner van 26 maart. - 2. logies (in Hengelhoef 640 fr. p. persoon). Inschrijving uiterlijk 10 maart via inschrijvingsformulier (met inlichtingen aan te vragen: Limb. Univ. Centrum, Symposion Boek, Universit. Campus, 3610 Diepenbeek; tel. 011/22.99.61). |
| |
● | De Nederlandse kommissie voor de ‘Spelling van Buitenlandse Aardrijkskundige Namen’ heeft een opsomming van 228 landen en gebieden uitgegeven. Nieuw is dat de hoofdletters verdwijnen van de inwonersnamen: nederlander, brit, italiaan, fransman enz. De hoofdletters verdwijnen ook uit de afgeleide bijvoeglijke naamwoorden: het vlaamse land, de belgische bevolking, duitse muziek, cubaanse sigaren. De landennamen behouden de hoofdletters wel: dus Nederland, enz. |
| |
● | 8e Spektakelbeurs van de Nederlanden in Breda in het Turfschip 3-3, 10 tot 17 u.; organisatie Interprov. cultuurraad v. Vlaanderen. Gezelschappen en groepen (ton., poppenth., muz., dans, kleinkunst e.a.) stellen er hun programma voor aan organisatoren van cult. manifestaties (soc.-cult. instell., onderw., jeugd- en bejaardenorgan., gemeenten, cult. c. e.a.). Inlicht.: Interprov. Cultuurraad, J.v. Rijswijckl. 28, 2000 Antwerpen, tel. 031/37.61.70. |
| |
● | De eerste crisismaatregel i.v.m. kunst vanwege de huidige regering brengt baat voor galerijen en voor veilingsinstellingen in de eerste plaats, vermits het gaat om voortverkoop en dus niet rechtstreeks om de aankoop van kunst aan de kunstenaar zelf. Het was nodig de belasting op voortverkoop drastisch te verminderen, omdat deze zo uitzonderlijk hoog was dat de hele sector erdoor verlamd werd ten gunste van de buitenlandse (vooral Hollandse) kunstcommercie. Onrechtstreeks zal de maatregel gunstig uitvallen voor een aantal kunstenaars, door het werven van volgrechten.
Of en hoeveel de levende kunstenaars zullen moeten inleveren weet niemand. Men spiegele zich aan Nederland. Daar hebben politici van een partij, die toen niet aan de regering was, voor de TV in het programma ‘De Schone Schijn’ met heilige verontwaardiging geprotesteerd tegen de schandelijke kunstpolitiek: Met hen in de regering zouden de kunstenaars het veel beter krijgen! Op dit ogenblik - één jaar later - zit die partij in de regering; meer nog, zij heeft het ministerie van CRM en dus het kunst- en cultuurbeleid in handen. Welnu die minister was verplicht begin februari te erkennen dat de kunstenaars weldra maatregelen zullen te slikken krijgen, die hun toestand merkelijk zullen verslechten... Wordt het bij ons ook zo, naar het voorbeeld van het land der drie K's: Klompen, Kaas en Kunst (dit laatste voorzover kunst opbrengt)? |
| |
● | In de vergaderingen van onze Raad van Beheer werden de thema's vastgelegd die in de jaargang 1982 zullen behandeld worden. Zo wordt er een nummer gewijd aan ‘Muziek van onze eeuw’ (samensteller: Prof. J. van Ackere), ‘Het paard in de kunst’ (samensteller: Willy Otte), ‘Anthonis de Roovere’ (samensteller Prof. L. Roose), ‘In Memoriam Jozef Storme. De artistieke politiek van West-Vlaanderen in de laatste veertig jaar’ (samenstelling: de redactie), ‘Frans-Vlaanderen’ (samensteller: Luc Verbeke), ‘Pleidooi voor het métier in de plastische kunst’ (samensteller: Dr. A. Smeets).
In dit en volgend nummer vindt u een folder met uitgebreide gegevens over onze jaargang 1982. |
| |
Zij rusten in vrede bij de heer
† | Kunsthistoricus Baron Jean de Béthune overleed 81 jaar oud op 13-12-81. Zette zich in o.m. voor Monumenten en Landschappen in West-Vl. voor het Kortrijks Museum en voor het archief architect J. de Béthune (zijn grootvader), maar vooral voor zijn medemensen. |
† | Componist en auteur Eugeen Beeckman (92) overleed in Antwerpen. Auteur o.m. van de operette ‘Tangolita’ (150 opvoeringen) en van vele liedjes; hoornist o.m. van de KVO; dirigent o.m. in Amsterdam en Hamburg. |
† | Graficus Geo Langie, wiens 75e verjaardag we dit jaar hoopten te vieren, overleed op 13-1 in zijn geboortestad Gent, waarvan hij alle aspecten met veel gevoel en virtuositeit zijn leven lang uitbeeldde. |
† | Organist Albert van Haute (o Alveringem 21-4-1915) overleed op 17-1 in Kortrijk. Hij was er titularis van de St.-Maartenskerk. Als orgelvirtuoos hield hij geregeld gewaardeerde concerten. |
† | De dichter Wies Moens (o 28-1-1898 St.-Gillis-Dendermonde) overleed op 3 feb. in Geleen (Ned. Lb.). Voornaamste vertegenwoordiger van het evangelisch humanitair expressionisme in Vlaanderen. |
† | De dirigent Frans Soete (o 23-10-1940) overleed op 10-2-1982 in zijn geboortestad. Hij was de gewaardeerde dirigent van het Westvlaamse Jeugdorkest, de Kon. Stadsharmonie, de Izegemse Harmonie (Congregatie) en de Fanfare van Zarren. |
Kunstenaarsverbond en tds. bieden aan de naastbestaanden van onze afgestorven CVKV-leden hun innige deelneming.
| |
Niet te vergeten...
Verstuur vandaag nog het inschrijvingsformulier voor de hernieuwing van uw abonnement op ons tijdschrift voor 1982, dan mist u geen enkel nummer.
Indien u werkelijk een mecenas wilt zijn, schenk dan een abonnement aan een beginnend kunstenaar / kunstenares uit uw omgeving en van ons krijgt u dan een litho van Willy Vanparijs als geschenk.
|
|