Vrije Tribune
● | Theaterkrabbel 13
Ik zag kortgeleden, in het kader der culturele uitwisselingen twee buitenlandse toneelprodukties. Uit Rotterdam kwam een vertoning van ‘Drijfzand’ van J.P. Amette door het gezelschap F-act., uit Parijs ‘Le silence de la mer’ van Vercors, gespeeld door ‘Le tréteau de Paris’. De vertoning door de Noordnederlandse groep meen ik bedoeld te zijn als antitheater. De dialoog werd zodanig realistisch gezegd dat hij niet eens tot mij doordrong. (Ik zat op de achtste rij.) Men kan hieruit afleiden hoe irreëel zulk realisme is op een scene. Het bleek verder de bedoeling ons mee te delen dat het leven één stuk verveling en zinloosheid is. Er was omzeggens geen handeling. Men is in deze inhouds-vertolking wel geslaagd. De mensen in de zaal verveelden zich inderdaad zodanig dat na drie kwartier geduld, als op afspraak, een grote groep toeschouwers, waaronder ik, rechtstonden en de zaal ostentatief verlieten. Ik vernam later dat dezen die het uithielden en bij het aanflitsen van de zaallichten zich naar de foyer begaven voor een ‘dronk’, achteraf moesten vaststellen dat het stuk uit was en de acteurs naar huis waren (of elders).
Op initiatief van het ‘Educatief Theater Antwerpen’ (?) werd ‘Le silence de la mer’ vertoond: een m.i. nogal onhandige toneelbewerking van het ontroerend mooie verhaal van Vercors. (De bewerking was van de auteur zelf.) Het geheel was erg middelmatig. Misschien kan deze voorstelling nuttig geweest zijn voor de leerlingen van de cursus Franse literatuur, die de zaal vulden. Of het hen begeesterde voor het medium ‘toneel’ is een andere vraag!
Ik ben een eerlijk voorstander van culturele uitwisseling. Maar als het op de hierboven omschreven wijze gebeurt, meen ik dat er een kans voor efficiënte matiging op de begroting ‘cultuur’ duidelijk inzit.
R.J. |
● | Addendum: In vorig nummer (p. 70) wordt Gaston Durnez de initiatiefnemer genoemd van de ‘Bladen voor de Grafiek’. Hij laat weten dat hij enkel de idee ervan opvatte en ze voorlegde aan wijlen Herman van Fraechem en met hem en anderen bijdroeg tot de uitwerking. Wat de ‘Bladen voor de Poëzie’ betreft, deze reeks werd voor de oorlog gesticht door René Verbeeck en na de oorlog hernomen door Herman van Fraechem. |
|
|