Dan van Severen
Meerbeke 4, 9050 Evergem-Gent
Geboren te Lokeren op 8 februari 1927. Studeerde aan het Hoger Instituut St.-Lucas in Gent (1941-1948) en het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen. Medestichter van G58-Hessenhuis Antwerpen. Doceert aan het H.I. St.-Lucas te Gent. Zijn uiterst sobere en ascetische stijl beantwoordt aan de geest van versobering, die vooral in artistieke kringen als geschikt voor het kerkgebouw wordt beschouwd. Hij verklaart zijn kunstvisie als volgt: ‘Het komt eigenlijk hier op neer: ik denk dat de schilder noodzakelijk een daad moet stellen die de uitdrukking is van een geloof, van een overtuiging, anders ontbreekt aan het getekende of geschilderde
het magisch en transcendent karakter dat ik nastreef. Van Eyck heeft voor dezelfde problemen gestaan als waarvoor wij staan, juist dezelfde. Als een Zen boeddhist een driehoek, een cirkel of een vierkant tekent dan staat hij voor hetzelfde probleem als van Eyck voor zijn Lam Gods, hij staat voor een vlak waar iets op gaat gebeuren. Tijdsgebonden kunst verdwijnt met de cultuur die zij illustreert, alleen de utopische kunst blijft voortbestaan. Daarom uit ik dikwijls mijn bewondering voor Bernard van Clairvaux. Zijn gemeenschap heeft een eenheid bereikt tussen materie en spiritualiteit, een evenwicht dat voor mij nog steeds als voorbeeld kan dienen. Wij hebben een maatschappij met te ingewikkelde structuren geschapen en de diversiteit van de hedendaagse kunstfenomenen verwijst daarnaar. Wij benijden soms de eenheid die er voordien bestond, tegenover de veelheid die er nu is. Ik heb toch de indruk dat er in de huidige geestelijke puinhoop een kern blijft bestaan en bewaard blijft van het essentiële. Ik probeer daar als een wereldlijke monnik aan mee te werken. Ik geloof daarin en dat is de enige motor die mij doet werken. “Ik schilder niet, ik word geschilderd” zegde Picasso.’