GERY FLORIZOONE, Schrijven in het zand, Lannoo, Tielt/Amsterdam, 1977. - Dit boek is een modern gebedenboek. Zijn inleider Godfried Danneels, noemt het terecht een ‘héél persoonlijk bidden, warm en doorleefd, geheel van hem en diep geworteld in de teelgrond van zijn concrete levenssituaties... Dit schrijven in het zand is zeldzame religieuze kalligrafie’. Inderdaad, deze poëtische, tedere teksten, buiten alle universele gebedsformules om, lenen zich best tot bezinning en ingaan tot de Heer. Zij betekenen een treffende hulp voor de christen.
A.d.L.
JEAN GROOSMAN, Dieper dan huiddik, B. Gottmer Nijmegen - Orion Brugge, 1977. - Jean Groosman is 33, een in Gent wonende Zeeuw. Hij debuteert met de moderne roman ‘Dieper dan huiddik’, waarmede hij de Stijn Streuvelsprijs 77 in de wacht sleepte. In tweemaal 17 hoofdstukken autopsie van de staatsburger schetst hij ons de ironische relativiteit van het leven, zowel aan de top als in de goot. Het doet het levendig, zorgend voor variatie met snelle ongekunstelde dialogen en korte zinnen, die vlug willen noteren, typeren, inslaan en zelfs schokken. Beslist een boeiende, talentvolle nieuwe romancier!
A.d.L.
RIK HUYS, In Paradisum, Colibrant-uitgaven Deurle 210 fr. - In deze zestien ontroerende gedichten heeft Rik Huys, met ontstellende eenvoud maar in rake geladen en precies gekozen woorden, een kleine suite voor cello en traverso, zoals hij het zelf noemt, geschreven. Het is een poëtisch stap voor stap-relaas van het sterven, begraven worden en verder leven van de geliefde levenspartner.
Zonder bitterheid maar met tastbare droefenis wordt deze korte suite tot een voldragen poeem dat ons bij het lezen zeer stil maakt.
R.J.
KAREL VAN DEUREN & ANTHONY MERTENS, Liefde gaf u duizend namen. Een religieus Vlaams familie-album over de periode 1900-1940: toen de kerk nog in het midden stond. Lannoo, Tielt-Amsterdam, 1977. Voorwoord van Karel van Isacker s.j. Lay-out van Jan van Deuren. Ingenaaid: 495 fr. 192 blz., 270 foto's. - Wie meent met het ‘zoveelste’ platenboek geconfronteerd te worden, heeft het verkeerd voor. Dit foto-album is meer dan alleen maar een prentjesverzameling: het geeft een intrigerende doorkijk in wat ooit uitdrukking was van een diep geloofsleven in onze Vlaamse contreien. Via die met zorg geselecteerde foto's - bijeengegaard uit verschillende fondsen - beleven mensen van de wat oudere generatie opnieuw hun jeugdjaren in hun Vlaamse stad of dorp, waar tussen 1900 en 1940 alles - van geboorte tot sterven met daartussen eerste en plechtige communie, zustersschool, meimaand, kermis, missieweek, huwelijksfeest enz. - in of rond de kerk gebeurde. Het is dus een boek dat inspelen zal op de nostalgie-trend die thans furore maakt. Maar het is meer dan dat. Het is een boeiend stuk - zij het verstild - leven uit het Vlaams land dat hier gepresenteerd wordt. Daardoor zal het ook de jongere generatie, die het niet meer heeft meegemaakt, aanspreken. De jongeren zullen er de evolutie van het religieus leven tot wat het in de huidige postconciliaire tijd geworden is, beter door begrijpen; zij zullen erin kunnen merken hoeveel er sindsdien verdwenen is en kunnen oordelen of men niet te veel of te vlug ‘veranderd’ heeft. De begeleidende teksten zijn meer dan louter verklaring bij de foto's. Zelfs zonder de foto's zou je steeds verder lezen, meegesleept door de belangstelling die al lezend steeds maar toeneemt. Geen enkel belangrijk facet van dit ‘rijke Roomse leven’ werd over het hoofd gezien. Een greep uit de vele behandelde onderwerpen moge dit illustreren: het kerkgebouw (met waar het
past, notities over het meubilair en aanwezig kunstpatrimonium), de jeugd (in dienst van de liturgie en in de katholieke school), het kloosterleven, de wereldkerk (Vlaanderen zendt zijn zonen uit), de caritas (of hoe de Roomse wereld uit die dagen zich bekommerde over de uitgestotenen, de marginalen zouden we nu zeggen), de begijnen, de processies en bedevaarten (met namen als Scherpenheuvel, Virga Jessefeesten, Oostakker e.a.), wijdingen (van gebouwen, klokken, verkeersmiddelen), Mijnheer Cardijn (of de groei en bloei van de K.A.J. ofte Kajotters), Kerk en Staat en verder een groot ‘tableau’ over de Voortrekkers waarin woord en beeld herinneren aan figuren als Amaat Vyncke (priester-studentenleider), Karel Dubois (stichter van de K.S.A.), Guido Gezelle, Cyriel Verschaeve, Adolf Daens, Robrecht de Smet en zovele anderen. Waarlijk een boek om van te houden en herhaaldelijk ter hand te nemen.
Wie minder belangstelling voelt voor het ‘roomse’ uit die jaren, zal aan het boek nog een schat aan zuiver historisch en documentair fotomateriaal overhouden. Samen met de vroeger bij Lannoo verschenen fotoboeken (L. Devliegher en L. Schepens: Front 14/18, 1968; Karel van Deuren: Dit Vlaanderen heb ik hartelijk lief, 1975; R. de Ghein en C. de Ridder: Een halve eeuw Vlaams idealisme, 1977) geeft dit boek u een quasi volledig overzicht van het Vlaanderen sedert ca. 1900.
R.D.
JULIEN VAN REMOORTERE, GASTON VAN CAMP e.a., Lannoo's Winterboek, Lannoo Tielt/Amsterdam, 1977. - Dit nieuw seizoenboek (deel 3) bevat een korte inleiding over de maand december en verder bijdragen van Roger Bertels, Wina Born, Mireille Cottenjé, Fernand Dacquin, Paul De Bont, Gerd De Ley, Gommaar De Smet, Anne Deylgat, Gaston Durnez, Christina Guirlande, Corrie Hafkamp, Marjolein Heijermans, Achiel Jacobs, Kris Lambert, Eugeen Lettany, Jef Lettany, Jessy Marijn, Hartwig Oosthoek; Kristien Platteau, Chriet Titulaer, Son Tyberg, Jan Willem Van Besouw, Walter Van Dam, Yolande Van de Maele, Joke Van den Brandt, Mark Vandevoorde, Mariette Vanhalewijn, Bob Van Laerhoven, Marleen Van Remoortere, Anton Van Wilderode, Cyriel Verleyen, Ninon Vis, Christian A. Wauters, Liva Willems en Valeer Wouters. Het bevat niet alleen boeiende winterlectuur over tal van onderwerpen en vertellingen, doch ook spelen, puzzels en raadsels, een meteorologische kalender en enkele stemmige versjes. Het geheel is fijn en humoristisch geïllustreerd door Dani Dacquin. Het boek is keurig ingebonden met stevige kaft en kost 398 fr. Een fijne ontspanning voor jong en oud, voor groot en klein. Een gepast geschenk voor de kerst- en nieuwjaarsdagen.
J.S.
JACKY DUYCK, Schilderijen: Hoe aarzelend een landschap, Artigraph Brussel 1977; 18 kleuren 30 zwart-witillustraties, 96 blz., 27,5 × 21,3 cm; 1.150 fr. 426.2128031.23 ‘Hoe aarzelend een landschap’ Dilbeek. - André van Laere, die het boek samenstelde, gaf het een mooie layout, waartoe zich het werk van de jonge Dilbeekse kunstschilder dankbaar leende, indrukwekkend cosmisch werk, dat dichters moeiteloos inspireert. Dit wordt trouwens bewezen door de eigenhandig gereproduceerde gedichten van P.G. Buckinx, Emile Kesteman, Pol le Roy, W.M. Roggeman (die ook een synthese van het werk met karakterisering schreef) en E. van Ruysbeek. Schilderijen en gedichten vormen zoals de inleider van Laere schrijft ‘een samenklank. Deze toch zeer verschillende mensen schijnen geladen met éénzelfde of althans een gelijkgeaarde intensiteit’. Het cosmische karakter van het werk wordt treffend uitgedrukt door P.G. Buckinx:
Waar zal ik mij verbergen
voor het laatste Gericht?
Dapper en trots zijn, zegt de Engel,
niet beven voor de schittervlam
niet beven voor het kraken
ondanks alles blijven geloven
Zeer goede fotografie van trouwens niet gemakkelijk te fotograferen schilderijen (Remy Jans). Ook het zetwerk is artistiek verzorgd geworden door Otmar en Patricia Malaika. Dat alles maakt van het boek een impressionant geheel. Weinig jonge kunstenaars kunnen met een keuze uit hun werken een dergelijk resultaat bekomen. Er zijn ook genummerde en door de dichters en schilder gesigneerde exemplaren te krijgen in beperkt aantal (75), met in elk een origineel gekleurde tekening van Jacky Duyck (2.350 fr.). Het boek werd gepresenteerd in het Ontmoetingscentrum Westrand te Dilbeek n.a.v. een grote Jacky Duyck-tentoonstelling, die heel wat belangstelling kreeg van media en publiek (Atelier van de schilder: Oude Smidsestraat 37, Dilbeek).
JOS GHYSEN, Eerste Jos Ghysen-Omnibus, Uitg. Heideland-Orbis, Hasselt, 1977; gebonden, 480 blz., 495 fr. - Allen in Vlaanderen en ook velen in Nederland kennen de wat matte, wat trage, maar zo penetrante stem van Jos Ghysen, de man die droogjes voor zijn neus weg de gekste dingen kan en mag zeggen, maar altijd met de finesse en de distinctie die men vindt bij oude aristocraten en bij Limburgse volksmensen. Reeds zovele jaren luisteren duizenden mensen geboeid naar die stem, waar humor en begrip, ironie en medevoelen tot evenwicht worden gebracht; hij zou gemakkelijk kunnen grieven en pijn doen met zijn spreek- en schrijftalent, maar dat wil hij niet, dan is het niet meer leuk voor hem en het plezier is ervan af. In deze bundel worden 250 van zijn cursiefjes gebundeld uit de reeds lange lijst boeken, die hij met cursiefjes vulde. Wie nu onmiddellijk een zeer mooi cursiefje van hem wil lezen ga kijken naar de rubriek ‘Wij huldigen’, waar Jos Ghysen een meesterlijke karakterizering maakt van een der fijnste mensen die er zijn: Jozef Droogmans.
PIERRE DYSERINCK, In een wolk van 4711, Uitg. Orion Brugge/Gottmer Nijmegen, 1977; 64 blz., 140 fr. - Men kent Pierre Dyserinck als auteur van ontroerende romans, als luisterspelschrijver, maar dit is zo ver mij bekend zijn eerste dichtbundel. Zijn voornaamste hoedanigheid als schrijver is zijn authenticiteit, ook in deze gedichten, die nauw verbonden zijn met het ware leven van een mens van deze tijd. Deze tijd, waarin men veelal in ‘een wolk van 4711’ leeft, in comfort en welstand, maar waar de zorgen en de angsten, de kommer en nood toch aan het hart knagen. Wat wonderlijke met deze gedichten is dat men helemaal niet aan literatuur, helemaal niet aan poëzie denkt, maar alleen aan dat leven van de mens van heden