Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 25
(1976)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermdnieuw werk van en over ledenALBERT DUSAR, Felix de Boeck. Begenadigd kunstenaar, Uitg. Libro-Sciences, Brussel 1976; druk Sodim-Brussel, Garamondletter, meer dan 200 blz., zeer groot formaat (40 × 29 cm.), linnen band en cassette, 100 zwart-wit en 40 kleur afb., 4.500 fr. (giro 87.05.51 tnv Mariette Kerkhofs (wed. A. Dusar), Hasselt. - Onze betreurde vriend heeft gelukkig nog deze prachtige monografie kunnen afwerken korte tijd voor hij overleed. Het werd een grootse publicatie, die een kunstenaar van het gehalte van onze ere-deken Felix de Boeck echt verdient. Het grootste deel van het boek is vanzelfsprekend aan de reproductie van een zeer ruime selectie uit het indrukwekkende werk van de Boeck gewijd: prachtig fotomateriaal van kunstfotograaf Speltdoorn. De keuze heeft de waarde van een retrospectieve waarin alle periodes en de meeste tema's van de Boeck voorkomen. Goeverneur Roppe schreef de inleiding tot de tekst, waarin hij de figuur van de auteur en zijn relatie tot de kunstenaar belicht op de hem eigen menselijke manier. De mens de Boeck heeft ook de bovenhand in de 44 grote bladzijden, die Dusar over hem schreef en waarvan elk hoofdstuk met een fijne en goedgekozen tekening van de Boeck zelf wordt ingezet. Men ziet er hoe volstrekt parallel het leven en de stijlontwikkeling van de kunstenaar zich hebben afgespeeld, waarborg voor een volstrekte authenticiteit van het werk: die ‘authenticiteit’, de enige kunstnorm, die op onze dagen nog standhoudt nu men alles in vraag heeft gesteld wat zich in verleden en in heden als kunst heeft aangeboden en aanbiedt. Wat niet belet trouwens dat de Boecks werk aan de traditionele esthetische en kritische normen voldoet, zodat én traditionalist én modernist akkoord kunnen gaan in hun oordeel over een kunstenaar, die trouwens - lang voor Mao's Rood Boekje tot stand kwam - het principe heeft gehuldigd dat gewone handarbeid en boerenwerk voor een intellectueel en een artiest geen hinderpaal maar een bron van innerlijke verrijking en van evenwicht kunnen zijn: op voorwaarde - zo leert de Boeck - dat de binding met de mens en met God niet verbroken wordt. Ons tijdschrift publiceerde in 1974 een de Boecknummer, waarvoor Albert Dusar de drijvende kracht is geweest; het werd de aanloop van het grootse werk dat we thans over de Boeck bezitten. Wij zijn er blij om!
Het Gent van Geo Langie, Uitgave Lannoo, Tielt, 1976; 29,5 × 23, gebonden, 900 fr. - De Vrienden van Geo Langie, waarvoor Luc Demeester in de inleiding de woordvoerder is, hebben deze mooie monografie tot stand gebracht. De kunst van Geo Langie wordt gepresenteerd door prof. dr. Pierre Kluyskens. Een schitterende reeks etsen volgt hierna: ze zijn vergezeld van toelichtingen van de hand van Ir. drs. A. Mertens, die het geheel voorstelt als een album gewijd aan Gent zoals Langie het ziet: een wandeling door de oude stad, langs straten en huizen, die de etser in een romantisch-realistische sfeer heeft weergegeven, met veel gevoel voor het pittoreske, het ontroerende en het humoristische van de volksmens. Prenten die vol leven steken en waar men steeds nieuwe elementen in ontdekt telkens als men ze terhand neemt. Meer dan zestig werken staan hierin gereproduceerd, die Geo Langie tonen als de talentvolle voortzetter van de bewonderenswaardige Gentse etsschool, waarvan Baertsoen en De Bruycker de meest bekende namen zijn uit het nabije verleden. Met schalksheid weet Longie ook zijn ergernis te luchten tegen bepaalde architecturale en plastische nonsens-aspecten van de laatste decenniën. Zelfs wie zich door Langie aangevallen voelt, zal er zich niet aan kunnen ergeren, omdat de spot van Langie altijd menselijk blijft: hij kastijdt omdat hij bemint en niet uit haat of om te kwetsen. Verzorgde layout van Philippe Boxy en typografische afwerking van Lannoo.
GILBERT GOOS, Social Theory, Art and Culture, Uitgave State University of New York - Department of Sociology, Albany, 1976; 16 blz. - Prof. Dr. Arnold W. Foster, Albany USA, schreef een zeer lovende inleiding op de beknopte studie van onze adj.-verbondssecretaris, van wie trouwens onze lezers de sociologisch-artistieke competentie kennen uit zijn | |||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||
laatste artikel in ‘Kunst en Geld’ (‘Vlaanderen’ nr. 151). De auteur ontwikkelt in deze Amerikaanse publicatie zijn ideeën enerzijds over een theorie voor de sociologie der kunsten, en anderzijds over een wetenschappelijk instituut voor onderzoekingen op dit terrein: een interessant plan, dat aan de attentie van de Belgische Universiteiten zeker niet mag ontsnappen.
OMER TANGHE, Little big man, mijn broer, Uitgave Ceres, Nukerke, 1974; 96 blz. - Omer Tanghe heeft reeds verscheidene publicaties op zijn actief, die meestal verband houden met zijn werk als animator voor de Ontwikkelingshulp (Continenten, Kortrijk). Dat is ook nu weer het geval met deze reeks brieven van Roger Vandersteene, Vlaamse Oblaat in het Hoge Noorden: getuigenis van de grootheid van een nederig missionaris, die zichzelf ten dienste van de natuurechte Krei-bevolking heeft gesteld. De auteur heeft hem zelf ter plaatse aan het werk gezien. Doordrongen van Zijn geest, Uitgave Ceres, Nukerke, 1975; 134 blz. - Met op de omslag een mooi kruis van Roger Bonduel, presenteert de auteur een aantal missionarissen (ingeleid door Mgr. Schreurs) uit Chili, Ghana, Algiers, Zaïre, Israël, Libanon, Indië, Malabar, Indonesië, Japan, Bolivië, Canada e.a. Spijtig dat hier te lande te veel jonge Vlamingen hun idealisme verspillen aan pruts-acties, waar zij in den vreemde zoveel groots zouden kunnen verwezenlijken: dat denk je als je Tanghes boek hebt gelezen. Bomba, Bomba... Mabe, Uitgave Ceres, Nukerke, 1976; 136 blz. - Wederom missionarisgetuigenissen, maar uitsluitend in verband met Scheut in Zaïre. Het wordt ingekleed in een tiental brieven aan diverse missionarissen, waarvan de auteur de werkzaamheden van dichtbij heeft leren kennen. Zeer uiteenlopende activiteiten trouwens, tengevolge van de zich voortdurend wijzigende omstandigheden. De auteur weet hoe hij in korte bladzijden een levend en boeiend beeld kan ophangen van een situatie, waarin de missionaris moet werken.
LEO METS, En je bent voor hem een wonder, Uitgave de Clauwaert, Leuven, 1976; 174 blz. 160 fr. (intekenprijs) 235 fr. (afzonderlijk), gebonden. - Bernanos, Cesbron, Böll en andere katholieke auteurs hebben niet gewacht op de huidige seks-rage in de literatuur om zich te buigen over de psychologie van vrouwen, die zichzelf voor geld te koop bieden. Zij deden het met eerbied, begrip en schroom. Die lijn vindt men grotendeels terug in de nieuwste roman van Leo Mets, die sedert zijn op rust gaan (zoals zijn collega Cor Ria Leeman) een buitengewone literaire activiteit aan de dag legt, zonder dat daarom zijn zorg voor de taal als instrument in het minst afneemt. De ondertitel van het boek is ‘Geschminkt vrouwenboek’. Het is inderdaad als het ware een dagboek, waarin het hoofdpersonage over zichzelf verhaalt, het verleden en het heden in elkaar wevend tot een schrijnende geschiedenis, waarin de drang naar het boze en de fataliteit der levensomstandigheden, naast de drang naar reinheid en de hang aan God, een rol spelen. WALTER ROLAND, Olé guapa, Uitgave de Clauwaert, Leuven, 1976; 59 blz., genaaid, 110 fr. - Ook hier is een vrouw aan het woord, een studentin, die n.a.v. een vakantie te Barcelona smoorverliefd werd op een geheimzinnige Spaanse jongen. Bij haar terugkeer krijgt ze een brief van Juan uit de gevangenis. Op het einde van de novelle verneemt Annette dat hij er is omgekomen (vermoedelijk als politiek gevangene). Daartussen in verloopt de innerlijke aftakeling van het meisje, waarvan het verloop in haar brieven aan Juan wordt beschreven. Ook dit is een schrijnend verhaal, met minder lichtpunten tenslotte dan in het boek van Mets.
ALBERT VAN HAGELAND, La mer magique, Reeks ‘Univers secrets’, Uitgave A. Gérard/Marabout, Verviers; 256 blz., geïllustr. - De auteur is bekend om zijn volkskundige studies, die meestal betrekking hebben op het mysterieuze en zijn bejegening door de volksmens in het verleden. Tal van zijn werken kenden in het Nederlands een zó grote belangstelling, dat zij franstalige uitgevers tot publicatie ervan in het Frans noopten. Dat is ook het geval voor zijn grote studie ‘De magische zee’, die bekroond werd door de Vl. Academie en gewijzigd bij het DF verscheen. De - eveneens aangepaste - Franse uitgave bij Marabout kreeg een hoge oplage en ruime verspreiding, ook buiten ons continent. Een boeiend boek waarin sagen en verhalen over de zee samengebracht werden, vrucht van een jarenlang opzoekingswerk, dat zich op Europa en in de eerste plaats onze eigen visserswereld heeft geconcentreerd.
WALTER DE TAEYE, Kunstenaars van Nu I, Uitgave in eigen beheer, Roeselare, 1976; 27,5 × 24,5 cm., 262 blz.; 25 kleur- en 175 zwartwit illustraties, tot 1 juli: 1.000 fr.; nadien 1.200 fr. - Deze schitterende uitgave wordt ingeleid door de voorzitter van ons Kunstenaarsverbond, die trouwens - evenmin als het Kunstenaarsverbond zelf - niet in het minst betrokken was in de opzet, de selectie of de financiering ervan; zijn inleiding bedoelt dus enkel het verlenen van zijn persoonlijke steun aan een belangwekkend initiatief ten voordele van Vlaamse kunstenaars (waarvan trouwens een aantal niet tot ons Kunstenaarsverbond behoren). Het is normaal dat de kunstenaars, voor wier bekendmaking en publiciteit het boek tot stand kwam, collectief hebben moeten bijdragen tot de financiering ervan; de bijdrage was zelfs in dit geval eerder lager dan zij voor dergelijke initiatieven pleegt te zijn. Enkel artiesten die de confrontatie met anderen vrezen (of critici die zich erover beklagen zelf het initiatief niet te hebben genomen) zullen zich hieraan ergeren. De eerste reeks van 25 kunstenaars ontstond niet door een voorafgaandelijke strenge selectie, maar eerder door toevallige omstandigheden. Zij is op haar geheel meer dan achtenswaardig: O. Bonnevalle, A. Bulthé, J. Burssens, A. Catrie, J. De Decker, R. de Herde, M. Deltour, M. Deprez, R. Deschrijver, F. de Vree, A. Diez, V. Dooms, M. Gheysens, H. Hertogs, H. Kitslaar, F. Lemmens, P. Lonneville, P. Messely, J. Oosterlynck, W. Sarlet, M. Schelck, W. van Aerden, Th. van Rintel, M. Wallaert en J. Wauters. In zijn teksten, die tamelijk uitvoerig zijn, liet de auteur zich voornamelijk inspireren door de kunstenaar en het werk zelf: een goede methode! Wij zijn er zeker van dat ‘Kunstenaars van Nu I’ gemakkelijk zijn weg zal vinden naar het publiek en vlug zal gevolgd worden door een nieuwe reeks. De voorbeeldige typografische verzorging is een prestatie te meer van de drukkerij Lannoo te Tielt. A.S.
RENE TURKRY, Zoemlens op Lampo, Arbeiderspers, Amsterdam. - Turkry levert ook hier weer, zoals altijd en op alle gebied, degelijk werk. Wanneer hij alle mogelijk aforismen uit de boeken van Lampo bundelt, geloof dan maar, dat ze er allemaal overzichtelijk en alfabetisch gerangschikt staan: over de Antwerpenaar als dusdanig of over de typering van auteurs of over God of over de liefde, het magisch-realisme of over tientallen onderwerpen meer. Zelf vindt schrijver Lampo het resultaat van zijn vriend Turkry's arbeid een heuse meevaller. Groter waardering kunnen wij René niet toezwaaien.
J.L. DE BELDER, De vervulling, De Clauwaert, Leuven, 115 fr. - De schrijver wil enkel een mooi verhaal produceren: een eenvoudige vertelling, die men tevens pure poëzie mag noemen. Een vrouw en een man in de ban van een ontroerende liefde. Er loopt een weg, die ieder door de liefde bezeten mens in zijn leven gaat, door de jaren, de seizoenen, de dagen, terwijl de dingen als in een droom voorbijzweven. Het wondere, heerlijke leven... We staan hier voor een dichter, die zijn ziel in pijn bloot legde, in een etherisch spel met woorden. Jos van Rooy | |||||||||||
boeken over kunstBENEDICT NICOLSON & CHRISTOPHER WRIGHT, Georges de la Tour, Uitgave De Arcade, Brussel, 1976; 30 × 27 cm., 360 blz., 241 zwart-wit en 24 kleurillustraties, vollinnen band in koker, 3.900 fr. - Deze door Rita Hostie uitstekend uit het Engels vertaalde monografie behandelt een groot schilder aan wiens bekoringskracht slechts weinigen kunnen voorbij gaan. Zij werd geschreven in een geest van strikt wetenschappelijke accuratesse enerzijds en van bekommernis om de leesbaarheid en het wekken van de belangstelling en het kunstgenot anderzijds. De auteurs zijn trouwens ter plekke de werken van de Franse meester gaan bestuderen over de gehele wereld, want men vindt ze zowel in Frankrijk en de Verenigde Staten als in Engeland, Zweden en Zwitserland. Voor de erudieten zal vooral de uitvoerige beredeneerde catalogus der werken van la Tour (p. 231 tot 332) een zeer belangrijke aanwinst betekenen. De echte kunstminnaar zal niet uitgekeken raken op de prachtige reproducties. De Vlamingen zullen zich passioneren over het probleem van de af- | |||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||
hankelijkheid, de onderlinge beïnvloeding, de parallelle evolutie van la Tour met sommige van onze grootste Vlaamse en Hollandse meesters. De naam van de auteurs zelf is misschien de eerste waarborg voor de belangrijkheid dezer publicatie. B. Nicolson is sedert 1972 hoofdredacteur van de befaamde Londense ‘Burlington Magazine’ en Chr. Wright is een bekend vorser op het gebied van de kunstgeschiedenis, verbonden aan het Courtauld Institute of Art (Londen). La Tour is ongetwijfeld een zeer geheimzinnige figuur: het zijn twee echte speurders, die zijn geheimen hebben pogen op te lossen. Veel vraagtekens blijven natuurlijk bestaan, want er zijn te weinig historische documenten bewaard, maar ook deze vraagtekens dragen bij om de fascinatie, die van La Tour uitgaat, levendig te houden. Opnieuw een Arcade-boek van zeer hoge standing, een boek dat gelukkig maakt.
MARINUS SCHROEVERS & DIRK DE HERDER, Van Gogh achterna, Uitgave Spectrum Utrecht/Antwerpen, 1975; 208 blz., talrijke kleur- en wit-zwart-illustraties, 575 fr. - Een nieuw boek over een figuur waarover alles geschreven schijnt te zijn? De originaliteit ligt in de gebruikte formule. Wie dit tragisch leven kent, zal ongetwijfeld verlangd hebben naar de vele plaatsen te pelgrimeren waar het zich afspeelde. Dat hebben de auteurs voor ons gedaan: een fotograaf (de Herder) die gebouwen, documenten en landschappen op de plaat heeft vastgelegd, een knap en tevens competent verteller (Schroevers) die de levensgebeurtenissen in hun kader situeert en er een eigen subjectieve kleur aan weet te geven. Daar tussendoor natuurlijk zeer veel reproducties van van Goghs werken. Soms zal men de indruk niet kunnen ontgaan dat de tekstschrijver enigszins doordraaft, maar hij doet het op een zó boeiende wijze dat vele lezers er helemaal geen oog voor zullen hebben. Een boek dat dus wel iets heel nieuws is en dat wie weinig op de hoogte is van de schilderkunst in de laatste eeuw, zal helpen door te dringen tot wat de hedendaagse kunstenaar wil en doet: want in een zekere zin ligt in het werk van van Gogh de kern van de gehele latere ontwikkeling. Op het einde tal van bruikbare aanduidingen voor wie verder wil gaan in de van Gogh-studie. A.S.
De serie ‘Genie en Wereld’ van de uitgeverij Heideland-Orbis, Hasselt, is op twee delen na volledig. Onlangs kwam deel 28 van de pers. Het is gewijd aan Marcel Proust, de bekende Franse auteur. Het procédé is nu voldoende bekend: een aantal specialisten belichten telkens een bepaald aspect van het ‘genie’ en een heel uitgebreide iconografie verlucht de syntheses. Ook deze reeks is een waardevol bezit. Prijs per deel: 525 fr.; 435 fr. indien men intekent op de gehele reeks.
Bouwen door de eeuwen heen, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, deel 2 n, Vlaams Brabant, Halle-Vilvoorde, uitg. Snoeck-Ducaju, Gent, 1975 (in opdracht van het Ministerie van Nederlandse Cultuur, Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg); 818 blz. - Zoals bekend werd door de Belgische cultuurministeries beslist tot het inventariseren van alle historische bouwwerken. Zéker erg laat, maar beter laat dan nooit, vermits een dergelijke inventaris een onmisbare basis is voor een totaalbeleid inzake monumentenzorg. In 1971 kwam een eerste overzichtsinventaris tot stand betreffende het arrondissement Leuven; dit tweede deel, gewijd aan Halle-Vilvoorde, is het sluitstuk van de Vlaams-Brabantse inventaris, op de 19 gemeenten van Brusselhoofdstad na. Halle-Vilvoorde is het werk van twee vrouwelijke kunsthistorici, nl. C. De Maegd en S. Van Aerschot en de Minister van Cultuur heeft overschot van gelijk als ze deze harde, competente werksters in haar ‘Ten geleide’ van harte gelukwenst met de geleverde arbeid. De gemeenten zijn alfabetisch geklasseerd en, per gemeente, worden alle religieuze en burgerlijke, historisch belangrijke gebouwen beschreven (gebouwen opgericht tot eind 19de eeuw en, in beperkte mate, tot 1940). De uitgave wordt ruim geïllustreerd met kleurplaten (vaak met een bevreemdend blauwzweem), foto's, plattegronden en kaarten. Globaal een indrukwekkend werkstuk, dat tal van mensen onmisbaar zal voorkomen: kunsthistorici, heemkundigen, degenen die met toerisme begaan zijn en eigenlijk zomaar iedereen, die interesse kan opbrengen voor ons cultuurbezit. De prijs is ongelofelijk laag: 500 fr. + 50 fr. port (prk. nr. 000-0022142-26 t.n.v. uitg. Snoeck-Ducaju, Begijnhoflaan 440, 9000 Gent).
MARDRUS, Alle verhalen van 1001 Nacht, uitg. Manteau, Brussel, 1974-1975; 170 fr. per deel. - Ik wil nog even de aandacht vestigen op deze literair zo belangrijke uitgave, waarvan onlangs de laatste delen verschenen. In twee jaar 16 delen: het is een te waarderen prestatie! Ze vormen de belangrijkste verhalenschat uit het literaire erfgoed van het Nabije en Verre Oosten. Ofschoon ze deel uitmaken van de Arabische volksliteratuur, vindt men er antieke vertelsels van Persisch-Hindoestaanse oorsprong bij, alsook verhalen uit het leven der moslims tijdens de late middeleeuwen, voorts uit het tijdvak van de kaliefen van Bagdad en uit de verhalenvoorraad van Egyptische volksvertellers uit de 12de en 13de eeuw. De vertaling van de bekende Franse versie van Mardrus was in handen van R. Blijstra, Louis de Bourbon, Antoon Coolen, Willem de Geus, Halbo C. Kool en Josine Reuling. Onder de leiding van Albert Helman, hebben ze zich voorbeeldig van hun niet zo makkelijke taak gekweten.
CYRIEL BUYSSE, Verzameld Werk, uitg. Manteau, Brussel, 1974-1975; ca. 1200 blz. per deel, 1.285 fr. (prijs van 3de deel). - Van deze prestigieuze uitgave verscheen thans het 3de deel, waarmee dan tevens de romanproduktie van Buysse werd afgesloten. Een schitterende prestatie, die, gezien het gebodene, in recordtijd werd verwezenlijkt. De inleiding van prof. dr. A. van Elslander - bijgestaan door Dr. A.M. Musschoot - is een voortreffelijk, vaak revelerend werkstuk en beslist één van de merkwaardigste essays, ooit gepubliceerd over Buysse. Een must voor de literatuurliefhebber! j.v.r. | |||||||||||
periodische uitgaven
|
|