O.L.V. van Zwijveke st-Gillis-Dendermonde
Deze kerk (in opbouw) wil werkelijk vooruitstrevend, oorspronkelijk en doelmatig zijn; geen rozengeur en romantiek, maar een werktuig, klaar, praktisch, niet pronkerig en toch komfortabel. Gericht op het samenzijn van de gelovigen en het samen deelnemen aan het offer, een kern en thuis voor de menselijke gemeenschap van de Boonwijk. Centraal is het tabernakel tussen de vier poten van een eenvoudige toren, 35 m. hoog, die men ziet van elke kant, zo binnen als buiten, wortel schieten in de bodem en rijzig opwaarts wijzen. Daarrond, als de twee lobben van een cijfer 8 scheren zich de twee ruimten: de kleine van een winter- en weekkapel (12 m. × 12 m.) voor 45 mensen, en de grote (30 m. × 26 m.) met ongeveer 400 zitplaatsen.
Door de bestaande helling van het terrein te benutten zullen er geen trappen te bestijgen zijn, wat rustig en veilig zal zijn voor ouderen van dagen. Wij komen binnen langs de helle en brede ingangshalle, (6 m. × 16 m.) die bedacht is als de plaats der ontmoeting. Daarin monden ook het sekretariaat, het vergaderzaaltje en de sanitairen uit. Botsend op een breed, klaar raam doorzien wij reeds de kerkruimte: we zien er doorheen de doopvont. De doopplaats is binnen in de kerk, niet afgezonderd, zó opgesteld dat het ganse volk een gemeenschappelijke doopviering kan meemaken. Biechtstoelen zijn, ietwat terzijde, diskreet en rustig aan de achterkant ingewerkt.
De plaatsen der gelovigen zijn vernuftig geschikt, op afdalende vlakken, en in halve kring, rond het altaar dat dieper staat. Zo zal elkeen zich werkelijk betrokken voelen bij de offerhandelingen. Geen aanwezige is verder dan 10 meter van het altaar verwijderd. Vensters en lichtbronnen zullen nergens rechtstreeks zichtbaar zijn en dus nooit voor zich de aandacht afleiden van het gewijde gebeuren. Konfort op een warme houten blokvloer en in moderne zitten moeten een rustige aanwezigheid bevorderen. Orgel en zangkoor krijgen hun plaats midden de aktieve kerkgangers. Het laatste snufje: in een klank-geïsoleerde ‘baby-box’ is plaats voor moeders en kinderen die mogelijks zouden kunnen aan het schreien gaan: gerustheid voor allen.
De bouwmaterialen bestaan uit het doelmatigste wat de techniek '70 ons bieden kan: binnen platen van celbeton, buiten staalplaten met plastiek bekleed; tussenin isolerende stoffen. Alles is meteen op goede akoestische weergave berekend.
Ir.-Architect: H. van de Sompel.