| |
vrije tribune
Ten einde alle misverstanden uit de weg te gaan, achten wij het nuttig nog eens te herhalen wat wij, in ons nr. 91, op deze plaats hebben gezegd aangaande de rubriek ‘Vrije Tribune’. Het ligt in de bedoeling van onze redactie in elk nummer minstens één bladzijde voor te behouden aan ‘Vrije Tribune,’ een rubriek waarin - zoals de titel aanduidt - elkeen vrijuit zijn mening omtrent Verbond, tijdschrift, artistieke gebeurtenissen en het kunstleven in het algemeen, kan naar voren brengen. Brieven of uittreksels ervan, die geplaatst worden zullen met de naam van de schrijver ervan en de naam van diens woonplaats voluit ondertekend worden. Dat elke correspondent verantwoordelijk is voor hetgeen hij aldus aan de openbaarheid prijsgeeft, is evident.
| |
Flandern-Dienst (2)
In verband met het stukje van de heer Hermanowski over het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven in nr. 97 van ‘Vlaanderen’ (N.v.d.R. bedoeld wordt: ‘Flandern-Dienst’, nr. 97, Vrije Tribune, pag. 67, kol. 1) verzoek ik U de onderstaande gegevens te willen opnemen in de volgende Vrije Tribune:
- | het bericht van dhr. Hermanowski, dat tendensieus is en waardoor het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven onverdiend in het gedrang komt, heeft betrekking op de resolutie ‘Niederländisch. Eine Klarstellung’, verschenen in het tijdschrift Leuvense Bijdagen en later o.m. door Ons Erfdeel overgenomen, waarin 25 hoogleraren uit Nederland en Vlaanderen wetenschappelijke informatie over onze taal verstrekken tegenover de valse voorlichting van de heer Hermanowski, die in een Duits tijdschrift beweerd had, dat het Vlaams van het Nederlands afwijkt gelijk het Afrikaans; |
- | het initiatief tot deze ‘Klarstellung’ ging inderdaad uit van de directie van het A.M.V.C., die bezorgd was en is om de uitstraling van de gehele Nederlandse cultuur in het buitenland en bijgevolg ook om de gewetensvolle voorlichting omtrent onze taalsituatie; |
- | de verspreiding van de ‘Klarstellung’ in Duitsland gebeurde evenwel niet door toedoen van het A.M.V.C., doch door de redactie van de Leuvense Bijdragen (Prof. Dr. J.L. Pauwels); |
- | voor elke lezer van de ‘Klarstellung’ zal het duidelijk zijn, dat in deze serene en objectieve resolutie alleen wetenschappelijke informatie over onze taal en onze letterkunde wordt verstrekt en dat het bijgevolg lasterlijk én potsierlijk is te beweren dat voor de ‘Klarstellung’ gebruik werd gemaakt van persoonlijke en vertrouwelijke briefwisseling. |
Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen
| |
Over het subjectieve
Ik lees bij critici steeds over subjectiviteit, omdat dit het enige oordeel is dat hen inzake plastische kunst ten dienste staat. Hoe bedrieglijk subjectiviteit op zichzelf is, kan men gemakkelijk met de blinddoekmethode en twee kopjes koffie bewijzen. De Amerikanen weten daar alles van.
Het gedrag van de mens wordt voor 90% bepaald door onbewuste gevoelswaarden. Kunstenaars laten zich niet graag de ‘rede’ aansmeren waar gevoel op zijn plaats is, maar zij laten zich evenmin overtuigen van gevoelens die niet eens aanwezig zijn.
Heeft het eigenlijk wel zin de kunst te ‘verklaren’ om ze genietbaar te maken? Er wordt toch ook niet geprobeerd het mysterie van de elektriciteit te verklaren en toch genieten we er op onze eigen manier van. Voor dingen, die kunstenaars voelen, bestaan geen woorden, ze onttrekken zich aan elke intellectuele of literaire analyse of definitie. Subjectiviteit is onderhevig aan mode en is illusoir.
Laat ik door een bepaald iemand de inhoud van drie schilderijen verklaren. Het eerste is surrealistisch.
| |
| |
‘De groene loteling komt binnen, zet zich bloedrood op zijn kopje en drinkt zijn elleboog leeg. Wat hem verwondert is niet dat zijn ene oog tegenover hem het paard op stal zet, daar is hij zo langzaam aan gewoon geworden, maar hij blijft op het standpunt dat zijn hele leven een andere wending zou hebben genomen als de regeling van zijn appel in de duisternis van de onbarmhartige zon niet zo groot en lui in het blauw van de anonimiteit was komen te staan. Hij vindt het gewoon onuitstaanbaar dat die ene helft beurzenstoel roodhoepelt vóór en tegen langgefronsde zwermveders. Dit wil hij ook uitdrukkelijk zeggen als hij binnentreedt, maar daar hij dat sneurten vorelde, het lavende streven insloterde, lient er schrapelijk veel overstonden tegen het land smaren.’
Het tweede is constructivistisch abstrakt. ‘Enorm stil staat een zwart vierkant, wijdbeens en omringd door zijn eigen stilte, maar eventjes doorzinderd van een vleugje grijze adem. De blanke, roerloze cirkel waarop het is weerspiegeld daarentegen, davert van innerlijke spanning die zich, totaal onzichtbaar maar voor de in de vorm opgaande kijker, des te opvallender manifesteert, zonder dat dit tweedimensionele geluid zich voortplant op de blauwe rechthoek binnenin.’
Het derde is schizoïd (openlijk toegegeven). ‘Auto's zijn maar auto's, daarom is hier een beddelaken weergegeven. Dat er kak aan hangt is in de gegeven omstandigheden alleen van belang omdat dit de niet getrainde beschouwer aanstonds moet afleiden. Wat in deze uiterst sobere metamorfoze, voor de kenner althans, direct naar voren woelt, is de afwezigheid van een lichaam, kort en goed: een lichaam. Daarom wordt deze compositie ook genoemd: “lichaam 3” maar met drie a's dan, natuurlijk.’ Nu is de vraag: wie is de steller van deze inhoud: een kunstenaar of een critikus? In het geval dit van een critikus stamt, moet ik dat dan voor de waarheid of voor een subjectieve interpretatie houden? In het geval het door een kunstenaar werd gezegd, is dit de waarheid of is dit bedrog? Deze vragen zijn enigszins vervelend voor critici, omdat zij steeds weer hun ontoereikendheid op dit voor hen vreemde gebied zullen aanvoelen: zij zullen nooit met zekerheid weten uit te maken in hoeverre en wanneer zij door de kunstenaar in het ootje genomen worden. Want, laten wij eerlijk blijven, de kunst is een gebied, waar het geestelijk bedrog welig tiert en absoluut niet strafbaar is.
Niettemin hebben critici steeds dat verlangen naar zelf-expressie, zij het dan ook op een verkeerd terrein. Dit verlangen noopt hen van de kunst een ‘image’ te scheppen zoals zij zich die voorstellen, of beter zoals zij zich naar buiten wensen te manifesteren. leder mens kiest de meubels en de kunst, die hij tegenover zijn omgeving wil bevestigen. Daarom is ieder image bedrieglijk als richtinggevend element.
Een kritiek manifesteert zich ofwel uit gewone journalistieke overwegingen of vanuit een complex van bewuste en onbewuste drijfveren. Beide kunnen niets van de waarheid bewijzen.
Zo komen we onvermijdelijk tot de onhoudbaarheid van de term: kunstcriticus.
Albert Setola, Sint-Michiels
| |
Cultuurspreiding (4)
Nous avons le plaisir de vous faire savoir que nous avons diffusé un bref compte rendu à propos de la revue ‘Vlaanderen’, par Robert La Roche, éditée par vos soins, au cours de l'émission ‘Points de Repère’, diffusé le samedi 13 janvier 1968 à 17H15.
Dina Doms, Chef du Service Littéraire et Dramatique, Radiodiffusion-Télévision Belge, Bruxelles 5
Waarvan graag akte.
| |
Vrijheid van het woord
Bij de zaak van de Russische auteurs Ginsburg e.a. heb ik de vraag willen stellen of het C.V.K.V. er niet goed aan zou doen een protest bij de Russische ambassade in te dienen.
Het geval van de Spaanse schrijver Carlos Comin, dat ik in mijn dagblad van 24 januari 1968 lees (De Standaard, blz. 1), vind ik nog krasser. Deze (katholieke) schrijver werd zopas tot 16 maanden gevangenis veroordeeld voor een artikel in ‘Temoignage Chrétien’; de rechtbank weigerde de getuigen van de verdediging te horen. Voor dit geval, dat zich in een zogenaamd kristelijke staat afspeelt, moet m.i. een vereniging als de onze krachtig protesteren bij de Spaanse ambassade + vermelding in de pers. Ik zie hiervoor verschillende motieven: o.a.:
- | alle schrijvers ter wereld zouden moeten de stem verheffen tegen elke aanslag op de vrijheid van het woord, waar dit ook ter wereld gebeurt; we moeten ons geen illusies maken over het resultaat, maar zwijgen is schuldig; |
- | onze vereniging heeft daardoor een bestaansreden te meer en zal ook tegenover de buitenwereld aan prestige winnen. |
Dit moest mij van het hart.
Jan Veulemans, Turnhout.
| |
Tevreden lezer (15)
Héél de staf dient te worden geluk gewenst om het jongste nummer 97 van ‘Vlaanderen’! Ik ben blij dat ik lid ben, ware het slechts om déze twee redenen: het uitzonderlijk-mooie maar ook degelijke tijdschrift en de onvermoeibare aktiviteit van de vereninging, zoals die betoond wordt het hele jaar door. Ik geloof vast dat, aan de hand van een dergelijke ontplooiing, wij de toekomst van ons volk opbouwen zoals we die in héél de Vlaamse strijd vanaf Jan Frans Willems en Conscience gewild en beoogd hebben. Maar dan mits taaie, koppige volharding en die zit er in!
Lambert Swerts, Berchem-Antwerpen
| |
Verkeerd woord (3)
Dank voor de opname ‘Verkeerd woord’ (2). ‘Verkeerd woord’ (1) heb ik destijds wel vluchtig gelezen. In nr. 96 wordt evenwel de illusie gewekt dat publiciteit en grafisch werk een zijn. En dat is fout!
Laten we aan Cesar geven wat hem toekomt. In mijn bibliotheek staan talrijke Nederlandse (Hollandse) werken waar de auteur uitsluitend het woord ‘reclame’ gebruikt.
Het oordeel van taalgeleerden - die normaal buiten de praktijk staan - moeten wij niet ex-catedra aanvaarden. Evenmin de interpretatie van het St.-Lucas Instituut, die de titel ‘Publiciteit’ voor eigen onderwijs opeist. Hun oud-leerlingen staan doorgaans stomverbaasd wanneer zij bemerken dat Publiciteit en Grafisch Werk helemaal geen sinoniemen zijn.
Anderzijds begrijp ik helemaal niet wat geacht lid Covemacker, Brussel, bedoelt! Hij schrijft: publiciteit is ruchtbaarheid en niet reclame en adverteren! Merkwaardig!
Folders, advertenties, tekeningen, filmstrookjes, radioboodschappen, muurkranten (affiches) en noem maar op, zijn allemaal middelen tot ruchtbaarheid en derhalve onderdelen van de Reclame Wetenschap. Net zoals de huisdokter, de heelmeester, de oogen dierenarts, de apoteker verschillende afdelingenen zijn van de Geneeskunde.
Du choc des idées jaillit la lumière!
Gabriël Haelman, Gent
| |
Voorpagina 97
De voorpagina van ‘Vlaanderen 97’ is mooi gedrukt, maar...
Ik vind het wel spijtig dat de redactie de overgang wegliet. Nu komen die pluisjes zo hard naar voren. De ruimtewerking van die pluisjes wordt niet geholpen door de achtergrond.
Ik weet wat de oorzaak was van de wijziging. De klicheur wou u een simili aanrekenen voor de fond. Volledig akkoord als u het ontwerp zo zou klicheren.
Als deze chemigraaf een goed vakman is, dan kon hij u hetzelfde effekt waarborgen (van degradatie) door gebruik te maken van een rasterfilm in overgang (b.v. Zell-raster
| |
| |
nr. 135 of Vang-raster nr. 490). En dit voor de prijs van een lijnklichee. Vraag het hem gerust!
Grafiek Frank-Ivo, Ekeren
Wij hebben het volgende bericht overgemaakt aan onze clicheur, samen met het omslagontwerp: ‘De chemigraaf moet het ontwerp iets verkleinen, 97 negatief incopiëren en misschien best de tekst “Vlaanderen” ook?! Ik vrees dat het anders niet duidelijk zal uitkomen op dat donkergroen. Het spaart meteen ook klicheekosten omdat alle zwart bovenaan rechts in de hoek blijft.’
| |
Tevreden lezer (16)
Ik wil u gelukwensen voor nr. 1 van het tijdschrift ‘Vlaanderen’, 1968, gewijd aan onze kunstenaars buiten de grenzen, vooral omdat ik besef dat de voorbereiding van een dergelijk nummer veel moeite en tijd, geduld en volharding vereist.
P. Baudouin, Deurne-Antwerpen
| |
Tevreden lezer (17)
Had nooit gedacht dat er zovele Vlaamse kunstenaars, om allerlei redenen, uitgeweken waren naar het buitenland. In dat opzicht heeft ‘Vlaanderen’ een noodzakelijk initiatief genomen: informatie over eigen mensen. Dank daarvoor!
Fred de Swert, Mechelen
| |
Suggestie
Sinds een tweetal jaren ben ik geabonneerd op uw tijdschrift, om juist te zijn vanaf het nummer 85, het prachtig nummer gewijd aan Gezelle.
Ik wil U speciaal gelukwensen en danken voor elk nummer van ‘Vlaanderen’, dat ik sindsdien mocht ontvangen. Ieder nummer is een parel, zowel naar inhoud als naar vorm. Alleen reeds om het vele gekende en ongekende pionierswerk dat achter elk nummer schuil gaat, verdient de dynamische ploeg van ‘Vlaanderen’ de oprechte dank van elke lezer. Mag ik als abonnee een suggestie doen met het oog op de jaargang voor 1969? Op 10 juni 1969 zal het precies twintig jaar geleden zijn, dat de grote Noorse katolieke romanschrijfster Sigrid Undset op 67-jarige leeftijd overleed. Zou het niet passend zijn om met een speciaal aan haar gewijd nummer van ‘Vlaanderen’ deze grote vrouw (bekeerlinge) en kunstenares te herdenken? Ik meen dat de universeel menselijke en christelijke waarden die deze Nobelprijswinnares (1928) in haar romans en andere geschriften (vooral na haar bekering tot het katholicisme) heeft verdedigd, een passende herdenking ruimschoots rechtvaardigen. Een dergelijk initiatief zou naar mijn mening vele lezers van uw prachtig tijdschrift verheugen.
Hilaire De Bruycker, Gent-Mendonk
Dank voor de uitstekende suggestie. Het woord is aan de redactieraad... en aan de andere lezers!
| |
En wat wensen de schrijvers?
Ter gelegenheid van de jongste boekenbeurs zou ergens in den lande door een bepaalde stichting een colloquium gehouden worden over de brandende kwestie: ‘Wat wenst het Vlaams publiek van zijn schrijvers?’ Dit publiek moet zo weinig van zijn schrijvers verlangd hebben, dat het coloquium, naar wij achteraf vernamen, niet eens doorging. Misschien zou men er beter aan gedaan hebben de vraag om te keren: ‘Wat wensen de Vlaamse letterslaven van hun publiek?’.
Of beter nog...
In onze eigen Brugse stadsbiblioteek vonden we toevallig in het knusse hoekje, voorbehouden aan de jeugd, een folder die zich tot de ouders richt. In deze folder wordt een keuze van titels gesuggereerd waarmeen men de jeugd blij kan maken. Let wel: de folder gaat niet uit van onze Brugse stadsbiblioteek. We zijn ervan overtuigd dat ze heel wat beter zou opgesteld zijn, indien het zo geweest ware! De 44 aangehaalde titels zijn niet slecht, dat beweren we niet! De folder gaat uit van de ‘Vlaamse vereniging van Biblioteek- en Archiefpersoneel’. Deze Vlaamse vereniging heeft in Vlaanderen juist geteld drie Vlaamse auteurs gevonden, waardig om op hun keurlijst van 44 titels te prijken! Van de 44 werken zijn twee derde afkomstig van (overigens degelijke) Noordnederlandse uitgeverijen, de overige zijn Vlaamse en er verdwaalde tevens één Waalse.
Is de Vlaamse letterkunde echt zo minderwaardig?
En dan maar klagen dat het onmogelijk is om met Vlaamse literatuur op Nederlandse markten te komen! En dit in een tijd dat onze zeer kulturele regering elke subsidie voor het prijsboek meent te moeten schrappen.
Van dergelijke Vlaamse verenigingen, verlos ons Heer!
Johan Ballegeer, Lissewege
| |
Vlaamse kunstenaars in het buitenland (3)
Onze oproep om ons in het bezit te stellen van adressen van in het buitenland verblijvende Vlaamse kunstenaars (‘Vlaanderen’ nr. 97, pag. 67), die niét in nr. 97 werden opgenomen, bleef niet zonder gevolg. Hartelijkste dank aan allen, die met ons mee op zoektocht gingen. En het is werkelijk van groot belang, dat wij over alle adressen zouden beschikken. Dus: zend u ze maar,
Pontonstraat, 12, Oostende.
Vooreerst een rechtzetting: Michel Wyffels wist ons te vertellen, dat Maria Verheyden, toneelspeelster, die op onze adreslijst (pag. 54) voorkwam als wonende te 's-Gravenhage (Ned.), reeds meerdere jaren te Gent gehuisvest is. Waarvan graag akte.
Vervolgens enkele brieven:
- Niet dat ik de enorme lijst van Dr. A. De Buck absoluut zou willen aanvullen met een naam, die ik toevallig ken, of ergens een verwijt zou willen zoeken. De Heer De Buck vind ik één van de sympathiekste en meteen één van de hardwerkenste mensen, die ik hier in Duitsland ontmoette.
Het verbaast me slechts dat ik nergens de naam ontmoette van de Heer Ulrix, leraar tekenen hier te Bensberg met de Heer P. Casteleyn (en niet te Roesrath). De Heer Ulrix was aan de academie te Luik doch geboortig van Tongeren. Misschien zit hij echter reeds tussen die 140.
Moest ik kapitaalkrachtig genoeg zijn, ik gaf een doorlopend abonnement op ‘Vlaanderen’ aan al mijn bekenden.
Met allerhoogste achting voor al wie ook maar ergens meewerkt aan het tot stand komen van al die tegen elkaar op concurrerende prachtnummers van ‘Vlaanderen’!
Ferd. Van Dingenen, Belgische school, BPS-4
Persoonlijk ben ik meermaals in contact geweest met de heer Firmin Swinnen, componist en privé-organist bij Dupont de Nemours in Amerika. Zijn naam ontbreekt. Misschien kan ik U helpen. Ik wil ernaar schrijven, maar als U meent dat dit beter door de redactie kan gebeuren dan volgt hier zijn adres:
Firmin Swinnen, Veale Road, 1903, Wilmington, Delaware, U.S.A.
Maurits Peeters, Meerhout
Wij nemen dezer dagen contact op met dhr. Swinnen.
Zopas merkte ik in het jongste nummer van Vlaanderen (97) de bijdragen over Vlaamse buitenlandse kunstenaars. Jammer genoeg was ik hier niet van op de hoogte, en pas het abonnement maakte mij wijzer. Ik heb hier een monografie (4 blz.) liggen over de Vlaamse beeldhouwer Reinhoud, die te Parijs verblijft. Misschien kan hij als bijvoegsel ingelast worden in een der volgende nummers.
De monografie zelf werd intussen in een zestal talen omgezet en zal zo ruim mogelijk verschijnen.
Dirk Christiaens, Brussel 15
Voor de uitstekende monografie ontbreekt helaas de nodige ruimte. Wij kunnen slechts de bondige biografie van Reinhoud vermelden.
| |
| |
REINHOUD (D'Haese) werd op 21 oktober 1928 te Geraardsbergen geboren. In 1946 ging hij in de leer bij een goudsmid, een jaar later vatte hij zijn studies aan aan de Nationale Hogeschool voor Architectuur en Decoratieve Kunsten te Brussel. In 1957 behaalde hij de Prijs van de Jonge Belgische Beeldhouwkunst en reisde hij naar Turkije. Twee jaar later deed hij zijn intrede in de Galerie de France, vestigde zich in Frankrijk en woont thans nog te Parijs. Persoonlijke tentoonstellingen te Brussel, Amsterdam, Kopenhagen, New York, Parijs. Verdere deelname aan de voornaamste internationale exposities beeldhouwkunst, o.m. Seatle (U.S.A.), Sao-Paulo, Buenos-Aires, Jeruzalem en Venetië. Werken werden aangekocht door de musea van Brussel, Gent, Luik, Antwerpen, Parijs, New York, Amsterdam en Kopenhagen.
| |
Lans breken voor jongeren (2)
Antwoord aan Paul Vanmanderen.
Geachte Collega,
Het opzet van Uw artikel zal wel het onderstrepen bedoelen van het feit, dat er zo weinig gedaan wordt voor de afgestudeerde jeugd en wel door de scholen, de industriële en de partikuliere sektor.
Het kwaad ligt eerst en vooral bij de scholen en bij de studerenden zelf. De leraars van sommige scholen laten hun leerlingen mededingen aan wedstrijden en karweien en zulks aan onterende prijzen. Zo nemen zij het werk weg van de afgestudeerden waar U nu eveneens bij hoort en houden daardoor een honorarium in leven, dat aan de grootste willekeur is blootgesteld en jammer genoeg door velen gretig wordt begroet en onderhouden. De eerste stenen zijn dus geworpen...
Ten tweede bestaat er een gebrek aan vechtlust, laat ik zeggen de juiste vechtlust, bij de jongeren die, in plaats van op een verlaten post te blijven kankeren, zich zouden kunnen groeperen om elkaar te helpen de wortels van het kwaad los te peuteren. Eigenlijk is het onnodig ze op te noemen. Ieder grafieker kent ergens een oneerlijke drukker, een uitbuitende uitgever, een profiterende partikulier, mensen die met je ontwerpen omgaan alsof het boterhampapier betrof, de onder-de-markt-werkers, het geknoei met wedstrijdinzendingen en reglementen, het ontduiken van auteursrecht, de hongerlonen, om dan maar te zwijgen over de niet-betaalde en niet-teruggestuurde werken.
Dit kan allemaal ophouden of grotelijks ingedijkt worden, wanneer alle grafiekers tot het besef komen dat ze in groep een macht vormen die de rollen zodanig omkeert, dat de grafieker zelf zijn wettige eisen stelt. Door het jaarlijks afleveren van een aantal grafiekers en publiciteitsmensen uit verschillende scholen, moet er in ons land reeds een aanzienlijke groep bestaan.
Wanneer het er U om te doen is werkelijk Uw beroep levensmogelijk te maken en dit in afzienbare tijd, dan moet U deze mensen opzoeken, aanspreken, wakkerschudden. U schrijft maar wat ik desnoods voor U kan doen.
Het nieuwgestichte Vlaams Verbond van Grafische Ontwerpers (VVG) is onderhand bezig met het opstellen van minimum-honoraria en leveringsvoorwaarden. Mocht zij zich voorlopig aan een te strenge selectie houden, dan hoeft U echter niet te wachten om te starten.
U hebt het aanstonds gevoeld: dit is een uitdaging waarvan ik alleen maar opbouwende resultaten verwacht. Wanneer U als jongere nu niet reageert, dan komt U in hetzelfde slop terecht, waarin wij, ouderen, zijn verzeild: de uitbuiting en het slavendom. Ik hoop dat de jongeren bewijzen de moed te bezitten waarop zij zich steeds laten voorstaan.
Albert Setola, St.-Michiels - Brugge
|
|