hiernaast links: Toon Maes: ‘Twee naakten’, olieverf, 1960.
steeds is. Veel ontplooiingsmogelijkheden zijn er hier niet. Wel wordt er veel over cultuur gesproken, maar dat kost niets. De enige Argentijn, die een schilderij van mij kocht, vergat het te betalen. De Joodse verzamelaars zijn de beste kliënten; eens kocht een Jood - die in Antwerpen had gewoond en werk bezat van Ensor en de Vlaamse expressionisten - zes van mijn werken ineens. Mijn werk is verspreid in Argentinië, Uruguay, Noord-Amerika, Brazilië, België, Zwitserland en Duitsland.
Wat ik denk over de hedendaagse Vlaamse Cultuur? Zeer eenvoudig: ik ken ze niet. Als ik om culturele zaken vraag bij de paar vrienden in Vlaanderen, schijnen ze mij niet te begrijpen. En mijn honger is zo groot. Geen boek, geen tijdschrift, is ooit tot hier gekomen. Blijven alle in Buenos Aires en Mar del Plata hangen. Ik wist niet eens dat uw tijdschrift “Vlaanderen” bestaat; daarover zijn de menseneters in Belgisch Congo beter geïnformeerd.
Voor mij is kunst een serieuze zaak. Schilderen kan men zoals men wil. Voorwaarde: men moet iets te zeggen hebben. Ik meen dat in de wereld zeer, zeer goed wordt gesproken om weinig of niets te zeggen.’
Hotel 3 Reyes, San Carlos de Bariloche, Argentinië