Het Erasmushuis te Anderlecht
Het huis ‘In de Swaene’ (Erasmusmuseum) te Anderlecht (1515): voorgevel.
Het verblijf van Erasmus in het huis ‘De Swaene’ te Anderlecht in 1521, werd voor deze bestendige trekker een belangrijke halte in zijn zwervend bestaan. In dit decor van het Zwanehuis worden onze herinneringen nauwkeuriger. Wij zijn einde mei 1521. De conservatieve Theologen van de universiteit van Leuven, waar Erasmus op het ogenblik verblijft, bekommeren zich om zijn neutraliteit en sporen hem aan partij te kiezen. Maar Erasmus weigert halsstarrig aan deze broedertwist deel te nemen en de gemoederen op te hitsen. Hij gaat totaal op in zijn humanistische droom; hij kent geen andere partij dan die van de mens. Hij koestert slechts de hoop de maatschappij te verbeteren door aan iedereen de basis te geven van onderwijs, opvoeding, hygiëne en ‘wellevendheid’.
Vermoeid en ontgoocheld komt hij tot de gedachte dat hij in een klein dorp naast Brussel een vriend heeft, een hellenist en latinist zoals hijzelf, kanunnik Pieter Wijchman. Deze woont in een ruim gebouw, dat hem ter beschikking werd gesteld door het Kapittel van Anderlecht. Erasmus verlaat dus Leuven met zijn boeken en documentatie. Daar verschijnt hij in de bocht van de weg, te paard, zoals het in die tijd gebeurde. Zijn aangezicht is scherp, zijn opeengeklemde lippen glimlachen raadselachtig, op zijn hoofd heeft hij de steek der doctors in de Godgeleerdheid, om zijn mager, dun lichaam draagt hij een mantel met een kraag in marter. Zijn fijne, geringde hand steekt uit een karmozijnrood satijn, dat met een gouden rand omzoomd is. Hij klopt op de deur van Pieter Wijchman. Hij komt hem de gastvrijheid en de rust vragen, die hij nodig heeft, niet alleen om zijn reusachtige theologische en filologische studies te voltooien, maar ook om zijn literaire werken, die hem onsterfelijk zullen maken, te kunnen beëindigen.
Weldra wordt te Brussel het nieuws verspreid dat de grote Erasmus, de vernieuwer van de Latijnse en Griekse letteren, de geniale dialecticus, de betrouwbare filosoof en de scherpe moralist, zich te Anderlecht gevestigd heeft. 's Anderdaags, zeggen de kroniekschrijvers, zodra de stadspoorten open waren, kwamen prelaten, nuntiussen en diplomaten bij de meester aandraven. Zij kwamen hun beleefde groeten brengen aan de Prins der Humanisten. Erasmus, de scheidsrechter van de cultuur, discussieert met hen op vaak scherpe toon, maar hij is altijd verdraagzaam ten opzichte van de toestanden van zijn tijd, de toestanden van altijd.